Joannes Pardo

Brugge (of Kales?) ± 1580 - 1637

Van Reyn & Persoons

Joannes Pardo

Literatuur
Lexicon Capuccinum, kol. 1032.; Clarentius, Pater Joannes Evangelista van 's Hertogenbosch, in Ons Geestelijk erf, 8 (1934), blz. 375, 377, 378; Hildebrand, De kapucijnen, 5 (1950), blz. 31, 33, 68, 75, 98, 115 n. 2, 210, 238, 268, 273, 326, 333, 376; 6 (1951), 26 n. 5, 27, 28 n. 4, 34, 40, 74, 77-80, 107-108, 139-140, 176, 184-186, 208, 228, 557-58; 7 (1952), blz. 456 (nr. 3241); 8 (1954), blz. 98 n. 2, 114, 167, 279, 336, 469 n. 2, 716; 9 (1955), blz. 143, 352, 599.; Hildebrand, P. Marcellianus van Brugge, in Franciscaansch Leven, 14 (1931), blz. 205-212; K. Porteman, Marcellien de Bruges, in Dictionnaire de Spiritualité, 10 (1977), kol. 295-297; K. Porteman, Nederlandse mystici uit de 17e eeuw of de mystici van "den niet", in Ons Geestelijk erf, 47 (1973), 386-407; Metodio da Nembro, Quattrocento scrittori spirituali, Roma, 1972, blz. 404-405; Optatus, De spiritualiteit van de Capucijnen in de Nederlanden gedurende de XVIIe en XVIIIe eeuw, (Utrecht en Brussel, 1948).
G. Van Reyn en E. Persoons
Literatuur en bronnenpublicaties

P. Hildebrand, De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik V (1950) 31, 33, 68, 75, 98, 115n, 210, 238, 268, 273, 326, 333, 376; VI (1951) 26n, 27, 28n, 34, 40, 74, 77-80, 107-108, 139-140, 176, 184-186, 208, 228, 557-58; VII (1952) 456; VIII (1954) 98n, 114, 167, 279, 336, 469n, 716; IX (1955) 143, 352, 599

n: vermelding in een voetnoot