A.F.A.M. Wetzer, 26 augustus 2020
In 1520 wordt Johan die Keyser, die vermoedelijk messenmaker van beroep was, aangeslagen voor een hertogcijns voor een perceelsbreedte van 19 voet (= 5,46 m). Dit is even breed als het huidige pand inclusief één zijmuur. Na hem moet Jacob Rombouts 'int schaepshooft' de cijns betalen. Bij de haardentelling wordt de schoenmaker Aart Lamberts als huurder aangeslagen voor één schouw. Bij het innen van de 100ste penning wordt Gijs Roelofss als bezitter genoemd, maar het huis wordt ook als bezit van de koning aangeduid. Het pand staat dan leeg en is door de 'soetelars' (marketensters?) van de soldaten geoccupeerd. Onder het voorhuis bevindt zich een kelder die vanaf de straat en van binnenuit toegankelijk is. De fundering van de linker zijmuur dateert uit de tweede helft van de 14de eeuw. De fundering van de scheidingsmuur tussen het voorhuis en het achterhuis is later, waarschijnlijk niet vóór het eind van de 16de eeuw, aangebracht. Ook het opgaande werk met de gemeenschappelijke zijmuur van de Waag zal uit deze tijd dateren. Het was de bezitter toegestaan in deze zijmuur te ankeren. Er lag een gemeenschappelijke goot op de | 342 |
muur die op beider kosten moest worden onderhouden. Het pand is in de 19de eeuw sterk verbouwd waarbij, op de genoemde zaken na, geen oude elementen meer aanwezig zijn. | 343 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Jos. Doumen252. "Het Schaapshoofd" 1603. "Den Engelschen Timberg" 1758. | 32 |
2005 |
Gemeentelijk Monumenten Selectie Project (GMSP)
Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM)
|
|
2011 |
Register Gemeentelijke Monumentenmonumentnummer: SOM0262kadastrale aanduiding: HTG00G 02932G0000 datum aanwijzing: 8 november 1988
Gemeente 's-Hertogenbosch 2011
|
1865 | L.G.P. van Ierland (boekhouder) - J.J. Sonderegger (mr. kleederm. en winkelier) |
1865 | P.J.M. van der Ven (buitengewoon opzigter van den waterstaat) |
1875 | W.J.A. Boellaard (1e luitenant 2e regement hussaren) - jonkh. J.A. Boreel de Mauregnault (1e luiten. der maréchaussées) - H.A. Muller (2e luit. vierde battaillon) - A.R.B. Opstelten (2e luitenant tweede bataillon) - J.J. Sonderegger (mr. kleermaker en koopman in lakens) - H.J. Stevering (1e luit. eerste battaillon) - C.G.A. Verweijde (2e luitenant tweede bataillon) |
1881 | J.J. Sonderegger (mr. kleermaker en koopman in lakens) |
1910 | P.J. Doumen (kerk- en decorschilder, mag. in relig. artik.) |
1919 | fa. H. Lubbers-van Rooij (maison de blanc) |
1928 | H.J.M. Lubbers - wed. H. Lubbers - fa. H. Lubbers-van Rooij |
1943 | E.H.M. Damen (insp. ziekenwet) - H.F. Maseland (koopman) - H.J. Maseland (kantoorbediende) - T.H. Njo (apotheker) |