'De Vergulde Spiegel' (1671)
Markt 10
Zoals hiervoor bij Markt 8 al is vermeld, bevatten de beide cijnsboeken twee samengevoegde posten. In 1520 moet een geldbedrag van 5 'Vlaamsen' betaald worden. Daarnaast worden er twee kelders onder de straat belast met respectievelijk 1 'zwarte' en 1 'Vlaamse' en een getralied venster boven de kelder met 1 'zwarte'. Eén van deze kelders wordt nader omschreven als liggende tegenover het stadhuis. In 1573 wordt er slechts één kelder belast met totaal 6 'Vlaamse denieren' en een venster met 2 'zwarten'. Aangezien er slechts één straatkelder geweest kan zijn lijkt het bij de cijns in 1520 te gaan om een kelderingang die voorzien zal zijn van een getralied venster.
Bij de haardentelling van 1553 moet de bezitter Joost Lenaertsz voor drie schouwen betalen. In de rechter achterhoek van de kelder bevindt zich een zware fundering die mogelijk behoorde bij een groot rookkanaal met een stookplaats in de kelder. Het pand lijkt, gezien de indeling van de kelder en de zijmuren, in een voor- en achterhuis verdeeld te zijn geweest. Aangezien het in het midden van de 19de eeuw geheel vernieuwd is, valt over het 16de-eeuwse pand weinig te zeggen.
| 278 |
Literatuur
CB 1520 f; CB 1573 f; HT 1553; M 1475.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 278