afb. A.F.A.M. Wetzer, 7 juli 2007
C. Peeters, 'De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch' (1985) 249, 279
|
Voorafgaand aan de restauratie van 1912 was dit zwikreliëf, dat twee engelen voorstelt, vrijwel gaaf en intact (z28). Alleen de rechter figuur bleek in 1910 in het gezicht aangetast. Op een oudere foto is te zien dat het een tiental jaren daarvoor nog gaaf was. Links is een engel weergegeven, staande op de rug van een draakachtig beest met grote oren, de deels afgebroken snuit naar beneden gericht en een lange staart naar boven. De engel draagt ijzeren, gelede schoenen, ijzeren beenbeschermers en geharnaste kniestukken. Daarboven is een maliënbroek zichtbaar, omgord door een geschakelde gordel met bloemmotieven. Verder draagt de engel ijzeren handschoenen en een schoudermantel, bijeen gehouden door een halsknoop en een forse mantelspeld met een rozet erop. In de rechterhand houdt de engel een grote kruisstandaard vast, met de punt prikkend in de staart van de draak. Met de linker hand houdt hij de bij het kruis behorende standaard vast die zich naast de heup en het bovenbeen bevindt. Aan weerszijden van het hoofd zijn de vleugels van de engel goed zichtbaar. Het hoofd, het gezicht en het krullend haar zijn ogenschijnlijk puntgaaf bewaard gebleven. De rechter engel staat op een kraagsteen waaraan een kleine zittende engel met een opgeheven zwaard (afgebroken) is uitgebeeld. De grote engel is blootshoofds en draagt een lang, sterk plooiend gewaad met eenzelfde schoudermantel als de linker engel, eveneens met halsknoop en mantelspeld. De strakke mouwen die | 185 |
|
onder de schoudermantel uitsteken, zijn aan de onderzijde afgezet met rijen kleine knoopjes. In de rechterhand houdt de engel een naar beneden hangende banderol vast; in de andere hand een groot, naar boven stekend slagzwaard. Het hoofd toont wijd uitstaand, krullend haar, waarnaast de vleugels van de engel nog zijn te herkennen. Voorzichtig meende Peeters dat hier wellicht de aartsengel Michael is uitgebeeld.105 Smits herkende in 1907 in het reliëf “op overduidelijke wijze de verdediging van het Huis Gods”. In een bloemrijke verwoording bracht hij ook deze voorstelling in verband met het hertogdom Brabant.106 Mosmans sloot zich in 1931 geheel aan bij de duiding van Smits en in 1935 zette hij zijn aangescherpte theorie verder uiteen, met een gekunstelde en cryptische verklaring waarom Michael nu juist op deze plek is geplaatst.107 Zonder twijfel is links Michael uitgebeeld, maar wie de tweede engel is, blijft onbekend. De kleine engel aan de rechter kraagsteen werd bij de restauratie niet hersteld met een opgeheven, maar met een rustend zwaard, terwijl daar aan het bewaard gebleven origineel geen aanwijzingen voor zijn te vinden. Koldeweij meent dat oorspronkelijk | 186 |
|
mogelijk geen engel maar een zittende rechter is bedoeld.108 Er is echter wel duidelijk een deel van een vleugel herkenbaar. Van de oorspronkelijke tufstenen reliëfs zijn bij de restauratie van 1912-1913 grote delen gehandhaafd. Slechts de kraagstenen en het blok waaruit het hoofd van de rechter figuur was gehouwen, zijn geheel vernieuwd in tufsteen. Verder zijn kleine stukjes nieuwe tufsteen ingewerkt in het oude werk. Het originele hoofd van de rechter engel bleef in de bouwloods bewaard.109 Er is een treffende overeenkomst met een kleiner reliëf aan de straalkapellen, waarop eveneens een engel met schild, kruisstandaard en draak was uitgebeeld (Z14). Dit reliëf is echter wel sterk reconstruerend gerestaureerd en daarbij heeft men zich waarschijnlijk laten inspireren door het beter bewaarde grote reliëf aan het hoogkoor. Bij de laatste restauratie bleek dat vooral de authentieke delen van het beeldhouwwerk enorm achteruit waren gegaan. Grote delen van het oppervlak, zoals het gezicht van Sint Michael, waren geheel geërodeerd en afgebladderd. Het reliëf is in deze geschonden staat uitgenomen, geconserveerd en teruggeplaatst, zonder dat er onderdelen werden vernieuwd. | 187 |
| Noten | |
| 105. | Peeters 1985 A, 249. |
| 106. | Smits 1907, 164-165. |
| 107. | Mosmans 1935, 151-152. |
| 108. | Bouwloods i-50. Koldeweij 1989, 106-109. |
| 109. | Bouwloods i-691. Koldeweij 1989, 101-102. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 185-187
|
Sint Michaël stoot met lenigen zwier satan uit de hoogte neer. Een engel met spreukband en getogen zwaard staat ter rechter van St. Michaël. Nog is een engel in de console uitgehouwen. Het zijn de Engelen, die weleer Heliodorus voor zijne oneerbiedigheid in den tempel de Heeren bestraften en geeselden. Sint Michiel stoot niet zoozeer geweldig met zijn lans, als dat hij zijn bekruisten standaard-staf op de uiterste staart punt van onder zijn voet vliedend monster laat rusten. De groote engel en de kleine staan geenszins in geesel-positie. Trouwens spreukband in de rechter-, en zwaard in de linkerhand, (links, om de symmetrie? of om aan te duiden, dat er geen actief zwaard is?) beletten het hanteeren van geeselriemen. (afb. 191) | 290 |
Jan Mosmans, 'De St. Janskerk te 's-Hertogenbosch' (1931) 290-291, 293
|
Frontaal D vormt de eerste zijde van den halven twaalfhoek, die de absis uitmaakt en is toebedeeld aan Sint Michaël, den aartsengel, die op begin en eindpunten pleegt geplaatst te worden. Zoo b.v. siert hij ook den laatsten sluitsteen van het schip. Sint Michaël bezweert steeds de gevaren der Kerk Gods. Hier schijnt dat gevaar voor een deel reeds gevloden. De aartsengel plaatst met zijn met een kruis bekroonden standerd of speer niet op 's monsters kop maar op het uiterste puntje van diens staart. De Engel van lageren rang naast Michaël is gewapend, zeker, maar dat niet uitsluitend, hij verkondigt ook iets met zijn afgehangenden banderol, terwijl het engeltje aan zijn | 151 |
|
voet het zwaard aan den geestelijken strijd gewijd, in rustpositie heeft gezet. Alles wijst m.i. op een icidenteele kerkelijke kalmte. (afb. D) | 152 |
Jan Mosmans, ''s-Hertogenbosch 1185-1935' (1935) 139-156
| 1931 |
Jan MosmansFrontalen van het priester-choor (No. 5)De St. Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 290-291, 293 |
Ronald Glaudemans, Het hoogkoor : De wimbergreliëfs (2010) 29-33
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 185-186
Ronald Glaudemans, Sint-Janskathedraal : Bouwhistorisch onderzoek 1999-2008 (2010) 104-105
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 60, 249, 279
C.F.X. Smits, De Kathedraal van 's Hertogenbosch (1907) 164-165, plaat XII