afb. Daria Scagliola, 22 oktober 2013
|
Ook onder het beeld van Franciscus van Sales is een mooie drielobbige kraagsteen te zien (k43). De onderzijde wordt gevormd door een mannenhoofd, waarbij in tegenstelling tot de andere vergelijkbare kraagstenen de schouders geheel ontbreken. Op de plaatsen van de schouders zijn hier holle leegtes. De oude gerimpelde man draagt een tulband of een muts waaromheen een reep stof is gewikkeld, en heeft baard en snor. Het onderste deel van zijn gezicht verdwijnt net als bij de andere drielobbige kraagstenen achter de pijlerprofilering. Uit de nek van de man ontspruiten gestileerde, sterk roezende zeekoolbladeren die bijna symmetrisch de dekplaat ondersteunen. Van de kraagsteen bleef een beschadigd gipsafgietsel bewaard. Boven de kraagsteen is weer een zorgvuldig gedetailleerd baldakijn uit de bouwtijd. Ernaast zijn twee kleine, bijzondere kraagstenen geplaatst. De linker (k43a) toont een mannenkop onder gebladerte. De man, die met de schouders uit de pilaar komt, draagt een muts of tulband, heeft lange krullende haren, een snor en een lange gaffelbaard die uitgestrekt langs de pilaar is weergegeven. De gelijkenis met tulband- | 158 |
|
dragende man onder kraagsteen k40 is groot, zoals zichtbaar is aan het gipsafgietsel dat in de bouwloods wordt bewaard. Boven de schouders en de nek ontspruiten dunne takken met kleine bladeren, die in tegenstelling tot de andere kraagstenen los van elkaar blijven. De rechter kraagsteen (k43b) heeft een vergelijkbare mannenkop, die echter blootshoofds is uitgebeeld. De man heeft wijd golvend lang haar dat over de schouders hangt. Hij heeft een snor en een lange gaffelbaard die net als bij de vorige kraagsteen breed is uitgewaaierd. Het gipsafgietsel in de bouwloods is weliswaar beschadigd, maar geeft toch een goed beeld van het gedetailleerde hoofd. Het loofwerk daarboven is geheel afwijkend van alle andere kraagstenen. Het is in twee losse ‘kransen’ rond de console is gedrapeerd, waardoor de onderste krans op het eerste gezicht een soort kroon op het hoofd lijkt. Het hoofd past stilistisch perfect bij de hoofden onder de drielobbige kraagstenen en heeft ook frappante gelijkenis met een kop aan een hergebruikte kraagsteen in de kooromgang van de Eusebiuskerk in Arnhem.16 De voornoemde twee kleine kraagstenen zijn met zekerheid niet voor deze plek gemaakt. Dit is goed te zien omdat de zijkanten van het ingemetselde deel van het steenblok passend zijn gemaakt, om het in de pijlerprofilering te voegen. Ook zijn de profileringen van de dekplaten totaal verschillend, waardoor het zelfs de vraag is, of ze zo dicht bij elkaar bedoeld zijn geweest. | 159 |
| Noten | |
| 16. | Den Hartog en Glaudemans 2013, 53-55. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 158
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 157, 158
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 286