1536 januari 12

  1. Wy Commoingmeesters, scepenen ende raed vander stadt van Mechelen, ...
  2. certificeren dat op huyden datum van desen voer ons gecomen es Anthoins de Have, oud omtrent
  3. XLII jaeren, Anne Hoedermans, zyn huysvrouw oud omtrent XL, Peeter van Middeldonck, oud LXV jaeren
  4. ende Joos Staefmaker, oud omtrent LXX jaer, ende hebben alle vier ...
  5. getuyght ende by hueren volcomen eede lyffelick zwerende ...
  6. dat sy alle vier wel gekent hebben een persoon van Janneken Pierssen des voorseyde Joost
  7. Staefmakers wettich wyff was. Ende weten claerlicken wel dat de selve Janneken Pierssen des voorseyde Joost
  8. Staefmakers wettich wyff was ende weten claerlicken wel dat de selve Janneken ...
  9. deser werelt overleet ... op Sint Symon ende Sint Juden avent nu lestgeleden ...
  10. Ende de voirseyde Peeter seit zoo veel meer dat de dootkiste dair de selve Janneken inne begraven ...
  11. Soo hebben wy
  12. des toirconden den zegel ten saken deser voirseyde stadt van Mechelen hierop doen drucken Opten
  13. XII dach in januario, anno XVen vyfendertich stilo cameracensis.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: opgedrukt. (van papier).
Nummer: 1040

1536 februari 9

anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo quinto

Johannes vander Stegen en Henricus de Eyndhouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Pynappel, meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan en Daniel de Vlierden, meester van het Grootziekengasthuis, daartoe gemachtigd door door het testament van wijlen Johanna, dochter van wijlen Petrus Pels, aan Johanna, dochter van wijlen Willelmus Janssen, en Katherina vander Stappen, meesteressen van het Groot Begijnhof, ten gunste van de infirmerie van dat begijnhof, overgedragen hebben een erfcijns van 5 ryns gulden uit een erfcijns van 10 ryns gulden uit een huis, erf, hof en een ander huis met zijn grond en een ander aangrenzend erfgoed, 4 lopenzaat groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op Die Dungen op de plaats Den Keer tussen het erfgoed van Belia, weduwe van Ludovicus Huybensen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, welke gehele cijns genoemde wijlen Johanna van Ghysbertus, zoon van wijlen Arnoldus Jacopssen, gekocht had. De overdracht heeft plaats gevonden op voorwaarden dat Ghysbertus zijn recht op terugkoop van die cijns houdt en dat de infirmerie de lasten op zich neemt die in dat testament vermeld staan.
Dorsaal: en quitanti ghemact vander Auden vyff rijns gulden Int ? van ? (Meester ?) Jans Brock opten XXen junij anno XLIII.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1443

1536 februari 26

  1. Johannes filius quondam Johannis Arntssoen leg. et her. vendidit Lamberto de Bladel filio quondam Gysberti de
  2. Bladel a. et h.c. unius et dimidij ... carolusgulden ...
  3. et pro primo solutionis termino in festo Purificationis ... proxime
  4. futuro de et ex domo area et camera sibi coadiacente sub uno tecto in cono ... tcleyn straetken
  5. van Best inter her. Henrici ... die Vrieze calicificis e.u.l. et inter dictum viculum ...
  6. ... e.a.l. tendendum a vico Orthensi ad communem plaetsam ...
  7. deponet omnino. Exceptis censu fundi ad unum den. gwillums thuyn ... appellatum ascendendum domino duci h.
  8. c. 6 florenorum renensium et h.c. 3 florenorum renensium Theoderico de Vechel et h.
  9. c. quindecim et dimidij floreflorum renensium conventui sororum regularissarum ...
  10. opten Wijntmoelenberch annuatim ... prius ... solvendos ...
  11. Testes ... scabini in Buscoducis Henricus de Eyndhouts et Henricus Loeff. Datum
  12. vicesimasexta die mensis februarij, Anno Domini quingentesimo tricesimoquinto.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1041

1537 februari 13

  1. Wij, Hanrick Cling, Jan Geritzoen, Rut Dirckssen, Goyrt van Maren, Peter van Heeze ende Uudo Goertssen, scepenen in Lyth,
  2. tuygen, dat voer ons quam heer Mathijs, wijlen eer Goerts Brauwerssen, priester, een huyshostat metten hove, gelegen
  3. aen de Moelenstraet, tusschen erve Willems Andriessen boven naest, ende Willem Peter Loyensen scoemaker beneden naest,
  4. streckende van der strate voerscr. totten graef van des persoons van Lits hof, dat heeft hi wittelick ende erfelick vercoft ende opge-
  5. dragen Rutte de Smit Hanrick Jacopssen te Kessel met alle letteren ende brieven daeraf hebbende, van den voerscr. Rutt
  6. dat erfelick te hebbenen ende te besittenen. Ende heeft daer helmelinge op vertegen in maniere so des gewoendelick
  7. is. Mede so geloefden de voergenoemde heer Mathijs als pincipael sculder op hem ende op de verbyntenis van alle sijnen gue-
  8. den, die hij nu ter tijt heeft oft ummermeer hier naemaels hebben of vercrigen sal, dat hi den voerscr. Rutte dit opdra-
  9. gen ende verthyen stee ende wel vast hauwen sal ten ewigen dagen, sonder ennich wederseggen, Ende dat hi hem van den voerscr.
  10. huys ende hof goede, sculdige, gerechte weere doen sal, ende alle commer ende aentael daerin sijnde geheel ende al af
  11. doen sal, uutgenomen enen erfelycke, jaerlike pacht van twe rijns gulden, 'tstuck twintich stuvers, alle jaer erfe-
  12. ljck aen den heren van Sinte-Lamberts te Ludick te geldenen ende te betalen en, welcke twe gulden voerscr. de voerscr. Rutt
  13. geloeft den voergenoemden heer Mathijsse also te geldenen ende te betalenen, dat hi, noch sijnen erven, daer nimmermeer scay noch
  14. commer af gecomen en sal, op hem ende op alle sijn goet, hebbende ende noch vercrigende. Item een calver scay weyen in den Legen Wert,
  15. die heer Mathijs voerscr. metten voerseeden huys van Gerit Goerts Danielsen vercregen had in eenre mangelinge of cope,
  16. die geloeft hem Rut voerscr. oeck pacifelick te laten hauwen ende dier niet te croy. Sonder ergelist. Gegeven on-
  17. der den zegel ons gemeyns scependoms van Lyth in den jaer ons Heren duysent vijfhondert ende sevenendertich,
  18. den derthienden dach in februario.
Nummer: 1042

1537 februari 13

  1. Wy Hanrick Clingh, Jan Geritssen, Rut Dirckssen, Goyrt van Maren, Peter van Heeze ende Udo Goirtssoen, scepenen in Lyth,
  2. tuygen dat alsdoen Rutt de Smyt Hanricks Jacobssen van Kessel geloeft had als sculder principael heer Mathys
  3. soen wylen eer Goirts Sbrauwerssoen sess karolus gulden ...
  4. jairlix pachs ...
  5. ende den yersten taeldach dair af vannu Sinte Valentynsdach ... naestcomende over
  6. een jair ende so voirts ... uut eenen geseethuys, hostat metten hof ... aen de Molenstraet tussen
  7. Willem Driessens hof boven naest ende Willem Peterssoen, scoemaker, beneden naest streckende vander strate voirscreven opten
  8. graef van des persoens hof. Item noch uut der helft van acht hont lants opte Middelste vaexbemden opten overste
  9. wal. Item noch uut der helft van enen halven mergen lants opte nederste weyen in in Ghys Heymericks carnp
  10. ... ende die hij
  11. noc naemaels vercrigen mach dat hi den voirschreven pacht altyt lossen ... met hondert der voirseyde gulden ....
  12. ende met den pacht des jairs vanden
  13. afleggen. Mer wil her Thys voirschreven son moet Rut voirscreven den men gulden vanden sess binnen jairs afleggen met 16 gulden ende de jair-
  14. pacht na advenant. Ende die ander vyf gulden die sal hi voirts tot synen scoensten ten verscynen terminen twe ende twe gulden tsmaels
  15. tot goeder rekeninge van hondert gulden voerts afmogen leggen ende metten pacht ... Gegeven
  16. onder den zegel ons gemeyn scependoms van Lyth inden jair ons Heeren duysent vyfhondert ende soeven ende dertich
  17. den derthienden dach in februario.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1043

1537 maart 31

  1. Aelbrecht zoen wilner Henrick Aben heeft geloeft ... hem te geven ...
  2. Jannen zoen wilner Anthonis Diericks eenen jaerlycken ende erffelycken chyns van vyfentwentich stuver
  3. ... van huys, hoff schuer
  4. ende erffenis daer aenliggende ende daer toebehorende acht lopensaet off daer omtrent begrypende ... inder prochien van
  5. Tilborch ter plaettschen ... die Commerstraet tusschen erffenis Heylwichs ende Anthonissen, dochteren Jans
  6. Roijen deen syde ende tusschen erffenis der persoenscappen van Tilborch dander syde hodende metten eenen eynde
  7. aen dien Heerbaen ende metten anderen eynde aen der Commerstraet ende noch uuyt ... stuck wey-
  8. landts drie lopensaet ... inder prochien ... voerscreven tusschen
  9. die ... Commerstraet deen syde ende tusschen eenen gemeynen waterlaet dander syde hodende metten eenen eyn-
  10. de aen erffenis der persoenscappen voerseyde ende metten anderen eynde aen erfenis Jans die Bruyn ...
  11. Oirconden hebben
  12. hier over geweest scepenen in Tilborch ende in Goerle, Laureys Henrick Zwysen soen ende Joest Berys
  13. Eelkens zoen die den zegel hoirs gemeyns scependoms ...
  14. inden jaer ons Heeren duysent vyfhondert vyf ende dartich den lesten dach inden merte voer Paeschen.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: fragment.
Nummer: 1044

1537 april 23

  1. Dominus Gerardus Naets canonicus ac dominus et magister Willelmus de Helden beneficiatus in ecclesia
  2. sancti Johannis ... tamquam executores testamenti quondam Reijnsa relicta ... Wolteri dicti Hal et nomine et tamquam potere et
  3. ad infrascripta vogore potestatis ipsis inibi data in ex libras annui et hereditarii census ...
  4. quas sex libras hereditarij census predicti dictus quondam Wolterus de Hal et Reijnsa ... dum viverant levare ...
  5. de et ex quadam domo et areaac suis attinentiis dictis communiter inde Clock ...
  6. in ... die Karstraet et quas sex libras predictus Wolterus ... dudum erga Rodolphum Doncker coomorantem dum
  7. viveret in domo predicta acquisierat ... legitme et hereditarie suuportaverunt Judoco Ouden et Adriano de Eijndhouts tamquam prepositis
  8. ... confraternitatis Beate Marie Virginis ... ad opus
  9. dicte confraternitatis ...
  10. Testes ... scabini in Buscoducis Henricus Pelgrum filius
  11. Theoderici et Gerardus de Bercke, filius Johannis. Datum vicesima tercia die mensis aprilis feria secunda post
  12. dominicam qua cantatur Jubilate. Anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo septimo
Dorsaal:
  1. Karstraet VI £ paijments numero 24
  2. folio 18
  3. 27
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1687

1537 mei 19

  1. Notum sit universis quod cum Mathias Bruamans solvendum habuisset a. et h. 4
  2. £ ...
  3. de et ex domo area et orto spectans ad fabricam
  4. ecclesie collegiate sancti Johannis ... in vico Ecclesie in cono ...
  5. Torenstraet et qui census Katherine filie dicti quondam Mathie et Joseph Henricxsoen vanden
  6. Stadeacker tamquam marito ... Yde ... dicti ... Matie mediante divisione
  7. her. in partem cessisset ... Constitutus igitur coram scabinis infrascriptis Judocus
  8. Bloyemans tamquam maritus ... dicte Katherine ... palam recognovit ...
  9. Willelmo Pynappel magistro fabrice ... sancti Johannis ad pus eiusdem fabrice
  10. ... quod dicta fabrica perpetue redimere poterit duas £ ... h.
  11. c. de dicto h.c. 4 £ ... quamlibet £
  12. cum viginti £ ... et cum censu anni redemptionis et arrestadijs
  13. sique protunc restiterunt solvendos de censu predicto. Testes ... scabini in Buscoducis
  14. Henricus Pelgrum filius Theoderici et Mathias filius Lamberti Stoeters. Datum decimanona die
  15. mensis maij, anno Domini 1537.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1045

1537 juni 21

  1. Ghysbertus filius quondam Johannis Heym leg. et her. vendidit Godefrido filio Gerardi Goyartssoen
  2. ad opus Johannis sui fratris ... a. et h.c. 12 florenorum
  3. keysersgulden ...
  4. et pro primo solutionis termino
  5. a festo Nativitatis B.J.B. proxime futuro ultra annum ...
  6. de et ex campo terre
  7. duodecim iugera terre ... in parochia de Roesmalen ad locum ... den den Heesschen
  8. Vrede inter her. conventus ad aqua B.M.V. in Roesmalen e.u.l. et inter
  9. her. Johannis de Wel et Rutgeri Roelofssoen e.a.l. tendendum ab her. dicti Rutgeri ad
  10. ... den Hoeffdyck. Insuper de et ex campo terre septem et dimidium iugera terre ...
  11. in parochia de Geffen ad locum ...den Geffensen Vrede inter her. heredum quondam
  12. Arnoldi de Hoeven e.u.l. et inter her ... . die Gemein Vrede e.a.l. tendendum
  13. a communitate de Geffen ad her. Domini Johannis vanden Wyngart militis ...
  14. Tali conditione annexa quod dictus venditor dictum censum redimere poterit perpetuis
  15. simul et semel cum ... ducentes consimilibus florenis ...
  16. dictum den goeden overlenschen koerfurster gulden ...
  17. cum censu anni redemptionis et arrestadijs ...
  18. de censu predicto salvo quod idem venditor huiusmodi redemptionem per spacium dimidij anni leg.
  19. preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis Walramus de Erpe filius Walrami et
  20. Rodolphus de Eyck. Datum vicesimaprima die mensis junij. 15
  21. 37.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1046

1538 januari 20

  1. Wy meester Dorninicus Ottensoen, canonick der kercken sint Jans ... , Willem Pynappel, recteur ende meester
  2. ten tyde vander fabrycken der kercken voirseyde, Alart Henricx van Brede als provisoer ten tyde der broederscappen van den eerwerdigen Heyligen Sacrament inden voreseyde
  3. kercken kennen mitz desen ontfangen te hebben van Lysbetten, dochter wilneer Wouters vanden Broeck twee philippus gulden ...
  4. ende vyff dobbel vueryseren ende noch een philips stuver om daer mede te coepen eenen erfchyns van twe ende eenen halven stuiver ende den selven chyns jaerlicx
  5. uuyt te reycken ... opten Asselwoensdach den personen hier na bescreven voir zekere lasten ende onder zekere vorwarden hier nae volgenden
  6. Inden iersten den scryver ten tyde der Taeffelen vanden heren vanden capittele op dat hy jaer schuldich sal syn te seryven drie memoriaelkens van
  7. te vercundigen drie gefundeerde sermonen die welcke jaerlicx gedaen werden by die vicecureyten vander Passien Ons Liefs Heren ... te wetene
  8. dyerster sermoen des maendaighs nae papen vastelavont nader metten, dandere opten selven maendach nader vesperen ... ende tdorde
  9. sermoen des dynsdaighs daer nae nader metten gelyck die gefundeert zyn ... welcke memoriaelkens
  10. die selve scryver alle jaer scryven sal ende die te geven ... den predicant te wetende preker oft minderbroeder-
  11. die alsdan zyn statie van te predicken Inder voirseyde kercken ter eender uren hebben sal. Dander memoriaelken zal hy insgelycx gheven den preker ofte
  12. minderbroeder ... ende tdorde memoriaelken zal hy geven des convents vander claeren
  13. omme bynnen den selven convent te vercondigen ... ende zal die selve scryver noch schuldich zyn in die drie voirscreven
  14. memoriaelkens ... den vicecureyten van Sint Janss ende vanden beghynhoff te insereren
  15. datmen een Pater Noster ende een Ave Maria ... bidden voir die fundateurs der selver sermonen hier voir een stuver. Item myn heer
  16. die deken der kercken voirseyde op dat hy den last vanden voirseyde drie sermonen tamelick zal doen onderhouden. Item den canonick zynde scryver der heeren vanden
  17. capittele. Item den scryver der beneficiaten Taeffele op dat zy den
Nummer: 1688

1538 januari 24

  1. Goijart Sijmons als meester ... vander fabriquen der kercken van sunte Jans ...
  2. soe voer hem ende voir zijn mede rectoirs een hoeve lants inde parochie van Aerle metter huysingen, schueren, weijen,
  3. heijden, ackerlande ende allen zijn rechten ende toebehoirten ... heeft hij verhuert in rechter
  4. verhueringen Willemen Ghijsbertssoen vanden Asdonck ... eenen tyt van 12 jaeren naest een volgende
  5. aengaende opden heijligen pinxtdach naestcomende voir den grontchijns ...
  6. ende
  7. noch voir eenen jaerlycken chyns van 48 gulden ...
  8. ende 8 vvijmmen stroes te geven ...
volgen allemaal zelfde voorwaarden als in vorige akte!
  1. Getuygen wairen hier over scepenen in Shertogenbossche
  2. Henrick Kuijst Geritssen ende Frans van Balen. Gegeven 24 januari int jair
  3. ons Heeren Duijsent vijfhondert acht ende dartich.
Dorsaal: niets nieuws.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1825

1538 februari 11

  1. Wy scepenen geswoiren raidtsluyden diemen noenipt ledige luyden dekenen vanden ambachten een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van Shertoigenbossche doen condt allen luyden dat wy van wegen ende inden
  2. name der selver stat wittelyck ende wael vercoft hebben Katharynen weduwe ... Peter Reyners tot huerder toichten ende meester Jannnen soen wylen Peter Reyners voirgenoempt ende Jannen Mathyssoen als man ... van
  3. Marien dochter wylen Peter Reyners voirseyde ten erfrechte een jairlycke ende erfelycke renthe van vyff ... carolus gulden ...
  4. ende voirden yersten termyn van betalinge inden hoicgetyde van onser liever vrouwen Lichtmisse naistcomende ...
  5. Met zulcker conditien toegedaen dat wy inden name ende van wegen der voirseyde stat dese voirseyde
  6. renthe altyt alst ons gelieven sall tsamen sullen moigen lossen ende quyten te wetene elcken der voirseyde Carolus gulden met twintich ... Carolus gulden ...
  7. Ende metter renthen vanden jair der lossinge ... ende metten achterstellen ...
  8. Gegeven opten Achttyensten dach der maent van februario. Int Jair ons Heeren duysent vyfhondert seven ende dartich.
Dorsaal:
  1. numero ii
  2. folio 16
  3. folio VI numero
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1822

1538 maart 16

Notaris Cornelius Coggen instrumenteert, dat de Bosschenaar Goeswinus van den Broeck van zijn moeder veel had geërfd. In zijn testament heeft hij 1000 rijnsguldens nagelaten voor de nabestaanden van de kant van zijn moeder, maar heeft geen met name genoemde personen aangewezen. Bartholomeus van Merlaer, priester, en Godefridus Symons, kerkmeester van de Sint Jan in 's-Hertogenbosch, hebben als executeurs-testamentair ook niet kunnen vaststellen wie als gelegateerden in aanmerking kwamen. Zij hebben de zaak toevertrouwd aan de in Diest wonende officiaal van Luik. Deze heeft degenen, die meenden in aanmerking te komen, opgeroepen naar Diest te komen. Ook hij kwam niet tot zekerheid. Met instemming van de naar Diest gekomen gegadigden heeft hij beslist, dat 500 rjnsguldens door de executeurs zouden worden verdeeld onder hen die pretendeerden verwant te zijn aan de moeder van Goeswinus. De andere 500 rjnsguldens zouden dienen tot levensonderhoud van arme huisknechten. De executeurs-testamentair (er was nog een derde, Godefridus van Middegael, die echter was uitgevallen), hebben hun taak naar best vermogen vervuld en in tegenwoordigheid van hem als notaris en in tegenwoordigheid van Philippus van Doorn en Henricus van Delft als getuigen verklaard, dat zij de laatste 500 rijnsguldens hebben uitgezet tegen 25 rijnsguldens per jaar, om daarmee broden, vis en erwten te kopen en deze tweemaal per jaar onder de arme huisknechten uit te delen. En om er zeker van te zijn, dat ook de toekomstige kerkmeesters deze taak goed zouden vervullen, hebben zij toegestaan, een zilveren amfoor te nemen en deze te benutten voor wijn te verstrekken aan de communicanten op de voornaamste feestdagen, en een deel van het geld te besteden aan miswijn voor de twee, door Goeswinus in de Mariakapel van de Sint Jan gefundeerde, dagelijkse missen. De notaris Coggen instrumenteert ten slotte, dat de huidige kerkmeesters, Godefridus Symonis en Wilhelmus Pijnappel, beloofd hebben, dit alles naar eer en geweten te vervullen en dat ze hem hebben gevraagd dit openbaar instrument te maken.
Nummer: 1690

1538 maart 16

  1. ... Salutem in Domino Cum agnitatione (kennis) veritatis infrascriptorum pro parte honorandorum virorum
  2. domini Bartholomei de Merlaer, presbyteri, ac Godefridi Symoens, magister fabrice ecclesie sancti Johannis ... executorum testamenti ... quondam Goeswini vanden
  3. Broeck, civis ... dum vixit, dicti opidi de Buscoducis ... Quod quia alias dictus quondam Goeswinus in suo per eum testamento condito, eius morte confermato exposuit per et post
  4. mortem suorum parentum ex parte matris sue sibi cessuerunt advenerunt et ad eum devolvi fuerint nonnuli ... redditus de quibus amicis et heredibus dicte ... matris idem Goeswinus libenter in
  5. dicto eius testamento provideret. Et cum nullum dictorum amicorum seu heredum noticiam habeat nec habet aut amicitiam aliquam sua ierit. Ita quod non feret possibile ? aliquid in particuijari aut specifice
  6. de bonis suis et per eum relinquendos legare seu testamentaliter relinquere. Exortant inter cetera dictus quondam Goeswinus dic ? us testamenta pro sue conscientie exoneratione. Quod si infra annum a die
  7. mortis computandis surgeret aut (vlek !)amicus seu heredes de quibus. Ita esse constaret ... et ordinavit per suos executores (gat in tekst !) dicto suo testamento (onscuetos ?) Eisdem suis amicis et heredibus ex parte
  8. matris in equali consanguinitate et gradu (vlek !) comparentibus mille florenos renenses ... semel de suis bonis per eum relinquendis equaliter et personaliter ... et distribui ac alias fieri et ordinari prout in
  9. dicto ipsius Goeswini testamento latius continetur pro igitur complemento dicti testamenti et illius satisfactione quoad narrata pretacta dicti executores anno luctus peracto de consilio doctorum et iuris peritorum
  10. iusserunt fieri publice diversis proclamationes tam in ecclesia sancti Johannis ... ac in alijs ecclesiis circumvicinis ac ante domum civium dicti opidi ... cuius vocati fuerunt omnes et singuli amici et
  11. heredes dicti quondam Goeswini testatoris ex parte matris ipsius ad comparendum coram eisdem executoribus et Constito de consanguinitate ad videndum eis iuxta ratam dicti legati satisfieri. Et quia tempore
  12. intervalie aliqui compareverunt et (m l ?) de consanguinitate dicti quondam Goeswini, testatoris docuerunt ipsi executores volentes ampliorem de premissis capere inquisicionem procuaverunt expedire litteras citantoriales
  13. a venerabili viro domino officiali Leodiensis in opido Diestensem ... residenti vigore quarum per citationis pubilicis valius dicte ecclesie sancti Johannis ... affixas vocati fuerunt omnes et singuli
  14. amici, consanguinei et heredes ... Goeswini ... ex parte matris pretendentes sese habere interesse ad dictum legatum ad certo tempore seu die tunc statuto et prefixo in et ad dictum opidium Diestensem
  15. unacum dictis executoribus seu eorum nomine deputandis coram prefato domino officiali ... comparendam et ibidem ad decretum ipsius domini officialis interponi et quid agendam
  16. statui et ordinari videndum et audiendum eandem die ... adveniente. Comparentibus 10 seu 12 ex amicis ... Goeswini ... coram ...
  17. officiali ipsisquod pero eundem dominum officialem super attinentia consanguinitatis dicti ... Goeswini ... examinatis dixit et respondit ... officialis ... amicis coram eo ...
  18. ex dictis seu allegationibus eorundem sibi domino officiali narratis non posse intelligere aut capere quod ipsi amici sic comparentes attinerent sibi quondam Goeswino in aliquo gradu consanguinitatis aut quod
  19. essent ipsius quondam Goeswini heredes. Sed si ijdem amici sic comparentes vellent stare dictamini seu ordinationi dicti ... off. ipse suum sentimentum desuper declararet et promulgaret
  20. prout de iure habitis. Igitur per dictos amicos super premissis deliberatione et colioquijs dixerunt et pro responso dederunt se hoc consentire et contentos esse. Et infra viduum expost ipse dominus
  21. officialis ... tulit suum decretum seu motium in hunc modum videlicet. Quod ipsi comparentes et se amicos seu de sanguine dicti quondam Goeswini testatoris
  22. fere allegantes haberent et receperent de et ab executoribus ... Goeswini 500 florenos renenses ... semel inter eos portionaliter dividendos. Quod quod idem
  23. executores alios 500 ... de dictis 1000 ... ad usum pauperum domesticorum in opido Buscoducensi applicarent. Et de illis ita disponerent ... executoribus committende
  24. docentes igitur ipsi executores videlicet dominus Bartholomeus Merlaer ac Godefridus Symons, magister fabrice dicte ecclesie ... executores tercio coexecutore
  25. videlicet Godefrido de Middegael de medio sublato se huiusmodi ordinationi et decreto ... officialis satisfecisse declararunt expresse in mei notarij ... presentia quod ipsi
  26. cum huiusmodi 500 florenis ... emerunt redditum 25 flor. ren. 15 ex eisdem ad et supra bona Ghysberti Heym ac 10 flor. ... supra bona et emolumenta dicte
  27. ecclesie sancti Johannis ... (geen spec.) insimul dictum redditum 25 flor. ren. Constituentes et ulterius ordinarunt
  28. ipsi executores quod denarij ex dicto redditu 25 flor. ren. annue proventuri ... debebunt apllicari seu distribui in panibus pistis alleribus seu pisis dictis pauperibus
  29. domesticus in Buscoducis ... mediatim secunda dominica Adventus ... et secunda dominica quadragesime ... pro introitu summe misse iuxta discretionem
  30. ... magistrorum fabrice dicte ecclesie ... ac beneficiatorum pro tempore ... Bacx Capelle oft choer ... seu per eosdem substituendorum ac alias
  31. prout ipsi magistri ... et beneficiati ... hoc unanimi consensu ordinabunt ... Et si imposterium dictus redditus 25 florenos
  32. ... dequitaretur statim cum denarijs exinde proventis alij redditus comparubuntur. Et ipsi denarij ... applicabuntur ad usum pretactum ... Et ut ipsi magistri
  33. fabrice ... onus observandi et perpetuis futuris temporibus ... proficiendi et adimplendi in se inviolabiliter suscipere velint ... dicti executores nominibus pretactis
  34. eisdem magistris fabrice unam amphoram argenteam singulis principalioribus festis in anno tempore conditionis pro vino Christi fidelibus communicationibus seu sacramentalia sua sumentibus ministrando. Et ultra
  35. hoc debursarunt ipsi executores unam quotam pecunie pro vino per duos presbyteros in celebratione unius misse quotidiane utendo per dictum quondam Goeswinum fundate in sacello Nostre Domme ecclesie
  36. sancti Johannis celebrandam. Que premissa omnia et singula ... perpetuis futuris temporibus ... iuxta preinsertam ordinationem dictus Godefridus
  37. Symonis et Wilhelmus Pynappel, moderni magistri fabrice dicte ecclesie .. pro se et alijs suis ... successoribus
  38. necnon prefatus dominus Bartholomeeus Nerlaer, in dicto choro Bax beneficiatus pro se et suo conbeneficiato ac alijs imposterium beneficiatis ...
  39. promiserunt ...
  40. Acta ... in domo habibationis dicti domini et magistri Bartholomei de Merlaer ... in Buscoducis (zonder nadere spec.) Anno a Nabivitate Domini millesimo
  41. quingentesimo trigesimo octavo mensis martij die decima sexta. Presentibus dominis Philippo de Spina, decano ecclesie coll. sancti Johannis ... ac Henrico de Delft, canonico eiusdem
  42. ecclesie, presbyteris dicte diocesis ...
  43. Et ego Cornelius Coggen, clericus Leodiensis diocesis ... notarius ...
Nummer: 1690

1538 maart 16

  1. Universis et singulis presentes litteras sive hoc presens publicum instrumentum visuris, lecturis et legi audituris salutem in Domino cum agnitione veritatis infrascriptorum. Pro parte honorandorum virorum,
  2. Domini Bartholomei de Merlaer, presbyteri, ac Godefridi Symons, magistri fabrice ecclesie Sancti Johannis opidi Buscoducensis, Leodiensis diocesis, exedutorum testamenti seu ultime voluntatis quondam Goeswini van den
  3. Broeck, civis et incole dum vixit dicti opidi Buscoducensis, extitit significatus, quod, qua alias dictus quondam Goeswinus in suo per eum testamento condito, eius morte confirmato, exposuit, per et post
  4. mortem suorum parentum ex parte matris sue sibi cesserunt, advenerunt et ad eum devoluti fuerunt nonnulli eorum redditus, de quibus amicis et heredibus dicte quondam sue matris idem Goeswinus libenter in
  5. dicto eius testamento provideret, et cum nullam dictorum amicorum seu heredum noticiam habeat nec habet aut amicitiam aliquam in vita sua habuerit, ita quod non foret possibile testimonium aliquid in particulari aut specifice
  6. de bonis suis et per eum reliquendis legare aut testamentaliter relinquere, exoptavit inter cetera dictus quondam Goeswinus in dicto eius testamento, pro sue conscientie exoneratione, quod si infra annum a die
  7. mortis computandum surgerent aut comparerent aliqui amici seu heredes de quibus ita esse constaret, voluit et ordinavit per suos executores, in dicto suo testamento conscriptos, eisdem suis amicis et heredibus ex parte
  8. matris in equali consanguinitate et gradu sic comparentibus, mille florenos renenses communes semel de suis bonis per eum relinquendis equaliter et proportionaliter dividi et distribui ac alias fieri et ordinari prout in
  9. dicto ipsius Goeswini testamento latius continetur. Pro igitur complemento dicti testamenti et illius satisfactione quoad narrata pretacta, dicti executores, anno luctus peracto, de consilio doctorum et iurisperitorum
  10. iusserunt, fieri publice diversas proclamationes, tam in ecclesia Sancti Johannis Buscoducensis ac aliis ecclesiis circumvicinis ac ante domum civium dicti opidi, pretextu cuius vocati fuerunt omnes et singuli amici et
  11. heredes dicti quondam Goeswini testatoris ex parte matris ipsius ad comparendum coram eis executoribus, et constito de consanguinitate ad videndum eis iuxta ratam dicti legati satisfieri. Et quia tempore
  12. intervallo aliqui comparuerunt et minime de consanguinitate dicti quondam Goeswini testatoris docuerunt, ipsi executores volentes ampliorem de premissis capere inquisitionem, procuraverunt expediri litteras citatoriales
  13. a venerabili viro domino officiali Leodiensi, in opido Diestensi partium Brabantie residenti, vigore quarum, per citationes publicas, valvis dicte ecclesie Sancti Johannis Buscoducensis affixas, vocati fuerunt omnes et singuli
  14. amici, consanguinei et heredes dicti quondam Goeswini ex parte matris pretendentes sese habere interesse ad dictum legatum, ad certo tempore seu die tunc statuto et prefixo in et ad dictum opidum Diestensem,
  15. una cum dictis executoribus seu eorum nomine deputandis, coram prefato domino officiali iudici in ea parte competenti comparendum et ibidem ad decretum ipsius domini officialis interponi et quid agendum
  16. statui et ordinari videndum et audiendum. Tandem die sic statuto et ordinato adveniente comparentibus decem seu duodecim ex amicis ut dicebant dicti quondam Goeswini testatoris coram dicto domino
  17. officiali, ipsisque per eundem dominum officialem super attinentia consanguinitatis dicti quondam Goeswini testatoris examinatis, dixit et respondit idem dominus officialis dictis amicis coram eo comparentibus, se
  18. ex dictis seu allegationibus eorundem sibi domino officiali narratis non posse intelligere aut capere, quod ipsi amici sic comparentes attinerent sibi quondam Goeswino in aliquo gradu consanguinitatis aut quod
  19. essent ipsius quondam Goeswini heredes. Sed si iidem amici sic comparentes vellent stare dictamini seu ordinationi dicti domini officialis, ipse suum sentimentum desuper declararet et promulgaret
  20. prout de jure Habitis igitur per dictos amicos super premissis deli-beratione et colloquiis, dixerunt et pro responso dederunt, se hoc con-sentire et contentos esse. Et infra biduum expost ipse dominus
  21. officia1is, singulis attendendis attentis et masticatis, tulit suum decretum seu motivum in hunc modum, videlicet, quod ipsi comparentes et se amicos seu de sanguine dicti quondam Goeswini testatoris
  22. fore allegantes haberent seu reciperent de et ab executoribus dicti quondam Goeswini van den Broeck testatoris quingentos florenos renenses communes semel inter eos portionaliter dividendos, quodque iidem
  23. executores alios quingentos florenos renenses communes de dictis mille florenis renensibus ad usum pauperum domesticorum in opido Buscoducensis applicarent et de illis ita disponerent. Hoc ipsis executoribus committendo
  24. Docentes igitur ipsi exedutores, videlicet dominus Bartholomeus Merlaer ac Godefridus Symons, magister fabrice dicte ecclesie Sancti Johannis de Buscoducis, dicti quondam Goeswini executores, tercio coexecutore,
  25. videlicet Godefrido de Middegael, de medio sublato, se huiusmodi ordinationi et decreto dicti domini officialis satisfecisse, declaraverunt expresse in mei notarii publici et testium subscriptorum presentia, quod ipsi
  26. cum huiusmodi quingentis florenis renensibus emerunt redditum viginti quinque florenorum renensium, quindecim ex eisdem ad et supra bona Ghysberti Heym, ac decem florenorum renensium ad et supra bona et emolumenta dicte
  27. ecclesie Sancti Johannis Buscoducensis in certis terminis singulis annis persolvendum iuxta tenorem litterarum desuper existentium, insimul dictum redditum vigintiquinque florenorum renensium constituerunt. Et ulterius ordinaverunt
  28. ipsi executores, quod denarii ex dicto redditu vigintiquinque florenorum renensium annue proventuri seu cedendi, debebunt applicari seu distribui in panibus, pistis, a1lecibus seu pisis dictis pauperibus
  29. domesticis in Buscoducis singulis annis, mediatim secunda dominica Adventus Domini et secunda dominica Quadragesime, que dicitur "Reminiscere" pro introitu summe misse, iuxta discretionem,
  30. prudentiam seu apparentiam magistrorum fabrice dicte ecclesie Sancti Johannis ac beneficiatorum pro tempore in capella dicta Bacxcappelle oft choer existentium seu per eosdem substituendorum, ac alias
  31. prout ipsi magistri fabrice et beneficiati seu substituti vel substituendi hoc unanimi consensu ordinabunt, conscientiam ipsorum desuper onerantes. Et si imposterum dictus redditus vigintiquinque florenorum
  32. hereditarie dequitaretur, statim cum denariis exinde proventis alii redditus comparabuntur. Et ipsi denarii ad alium redditum seu alios redditus applicabuntur ad usum pretactum. Et ut ipsi magistri
  33. fabrice pro tempore onus observandi et perpetuis futuris temporibus singulis annis premissa perficiendi et adimplendi in se inviolabiliter suscipere velint, annuerent dicti executores nominibus pretactis
  34. eisdem magistris fabrice unam amphoram argenteam singulis principalioribus festis in anno, tempore communionis, pro vino Christi fidelibus communicantibus seu sacramentalia sua sumentibus ministrando. Et ultra
  35. hoc debursarent ipsi executores unam quotam pecunie pro vino per duos presbyteros in celebratione unius misse quotidiane utendo, per dictum quondam Goeswinum fundate in sacello nostro Domme ecclesie
  36. Sancti Johannis, celebrande. Que premissa omnia et singula, atque onus predicta exercendi et perficiendi perpetuis futuris temporibus inviolabiliter intertenendi iuxta preïnsertam ordinationem, dictus Godefridus Sy-
  37. monis et Wilhelmus Pijnappel, moderni magistri fabrice dicte ecclesie Sancti Joannis Buscoducensis, pro se et aliis suis imposterum successoribus, quantum sciverint vel potuerint ac in eis fuit, per fides suos corporales
  38. loco iuramenti prestitas, necnon prefatus dominus Bartholomeus Merlaer in dicto choro Bacx beneficiatus pro se et suo conbeneficiato ac aliis imposterum beneficiatis, quantum possibile fuit, in manibus mei
  39. notarii publici tamquam persone auctentice stipulantis, promiserunt respective et stipulati sunte. De et super omnibus et singulis, tam dicti magistri fabrice quam beneficiati sibi a me notario publico subscripto unum
  40. vel plura publicum seu publica fieri petierunt instrumentum et instrumenta. Acta sunt hec in domo habitationis dicti domini et magistri Bartholomei de Merlaer, sita in dicto opido Buscoducensi anno a Nativitate Domini millesimo
  41. quingentesimo trigesimo octavo mensis Martij die decima sexta, presentibus ibidem honorabilibus viris, domino Philippo de Spina, decano ecclesie collegiate Sancti Johannis dicti opidi Buscoducensis, ac Henrico de Delft, canonico eiusdem
  42. ecclesie, presbiteris dicte diocesis, testibus ad premissis vocatis atque rogatis.
  43. Et ego, Cornelius Coggen, clericus Leodiensis diocesis, publicus sacris Apostolica et Imperiali auctoritatibus curie Leodiensis ac venerandi capituli ecclesie Sancti Johannis
  44. Buscoducensis, notarius iuratus, etiam per Consilium Cesarium Majestatis admissus ad omnia premissa, quia premissis significationi, expositioni declarationi, promissioni ceterisque premissis, omnibus et singulis, dum sicut premittitur fierent et agerentur, unacum prenominatis testibus, presens et personaliter interfui,
  45. ideo hoc presens publicum instrumentum seu has presentes litteras exinde confeci, scripsi, subscripsi et auctenticavi signumque meum maius solitum et
  46. consuetum apposui rogatus et requisitus in fidem premissorum.
Nummer: 1690

1538 maart 27

anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo septimo

Mathyas, zoon van Lambertus Stooters, en Franciscus vander Cammen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat men aan Mathyas Brugmans verschuldigd was een erfcijns van 4 £ uit een huis, erf en hof van de kerkfabriek van de Sint-Jan in de Kerkstraat op de hoek van de Torenstraat, van welke cijns Catherina, dochter van Mathias, en Joseph Henrixsen vanden Stadeacker, als wettige echtgenoot van Yda, dochter van Mathias, bij een erfdeling eengedeelte afgestaan hadden en dat vervolgens Judocus Bloemarts, als wettige echtgenoot van Catherina, tegenover Willelmus Pynappel, meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, verklaard had dat hij altijd een erfcijns van 2 £ van deze erfcijns van 4 £ kon terugkopen met 20 £, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen. Judocus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat Willelmus Pynappel, als meester van de kerkfabriek, deze cijns van 2 £ teruggekocht heeft.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1047

1538 maart 27

  1. Dominus et frater Godefridus (Rents ?) prior pro tempore conventus fratrum Carthusiensium in Vucht domus sancte Sophie Constantinopelitane siti in parrochia de Vucht sancti
  2. Lamberti episcopi ... Daniel de Vlyerden rector et magister ... maioris hospitalis in Buscoducis tamquam executores testamenti ...
  3. quondam Johanne Pels filie quondam Petri Pels necnon Johannes Bax tamquam constitutus procurator fratris Gerardi de Rueremunda patris et confessor
  4. conventus sororum regularissarum siti infra libertatem de Waelwyck etiam executor testamenti ... dicte quondam Johanne ... et eo
  5. nomine tamquam potentes ad infrascripta ... medietatem anni et hereditarii census quindecim florenorum renenses rijns gulden communiter vocatos ...
  6. quem integrum censum predictum predicta Johanna filia quondam
  7. Petri Pels solvendum habuit ... prima die mensis julij de et ex manso olim quondam Victoris de Molendino ac iuribus et attinentiis eiusdem mansi
  8. singulis et universis ... in parrochia de Gestel prope Heerlair ... insuper annuum
  9. et hereditarium censum duarum librarum ... solvendum ... in festo Ascensionis
  10. Domini de et ex domo area et orto ... in vico Tinctorum inter hereditatem magistri Christiani Loekemans ex uno latere et inter hereditatem magistri Leonardi
  11. filii naturalis quondam Domini Ade de Tephelen presbyteri ex alio latere. Quem censum predicturn magister Nycolaus Kuyst ad opus Johanne filie quondam Petri Pels
  12. erga Goeswinum filium quondam Henrici Goebels emendum acquisierat ... legitime et
  13. hereditarie supportaverunt Godefrydo Symonis et Willelmo Pynappel tamquam magistris fabrice ecclesie sancti Johannis Evangeliste ... ad opus eiusdem fabrice ...
  14. Promiserunt insuper ijdem
  15. supportantes ...
  16. quod in casu quo dicta medietas
  17. hereditarij census quindecim florenorum predictorum et dictus hereditarij census duarum librarum ... in toto vel in parte via iuris eventerentur aut
  18. quod contrapignoradicte medietatis ... et census
  19. via iuris insufficientem inventa fuerint quod huiusmodi evictionemem et insufficientem nominibus quibus supra proportionabiliter
  20. portabunt ... videlicet quivis eorum pro una quarta parte ... Testes
  21. scabini in Buscoducis Goesswinus vander Stegen en Franciscus Bogart. Datum vicesima septima die mensis martij feria quarta post dominicam qua
  22. cantatur Oculi. Anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo septimo.
Dorsaal:
  1. Verwerstraet II pont paijments nu Joost van Auwen
  2. dese voerseide II £ payments syn by Henrick Janssoen van Nyemegen opten naest lesten februarij 1605 gelost ende gequeten met achterstelle anno 1604 Jaerlycks verschenen te saemen ? XV gulden VIII stuivers
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1691

1538 mei 4

  1. Nos Ghysbertus Heym et franciscus vander Cammen, scabini in Buscoducis, notum facimus universis quod nos quoddam instrumentum publicum manu honorabilis et discreti Johannis, filij Johannis Willelmi de Balen, ipsius Leodiensis
  2. diocesis publici ... notarij ... scriptum subscriptum signoque suo ...
  3. vidimus ... tenorem qui sequitur ... IN NOMINE DOMINI AMEN ... quod Anno a Nativitate Eiusdem Domini
  4. millesimo quingentesimo ... mensis augusti die vicesima secunda ...
  5. constitutus personaliter ... Johannes Schilder, filius quondam Godefridi Schilder, consi-
  6. liarius et opidanus opidi de Buscoducis ...
  7. ordinavit testamentum
  8. ... legavit fabrice venerabilis
  9. ecclesie Leodiensis ... sancto Lamberto ibidem et sancto Johanni Evangeliste in ecclesia parochiali ... duos florenos renenses ... semel
  10. dandos. Deinde inter cetera legata paarticularia in originali instrumento super testamento ... dicti Johannis ... per me notarium confectum ... idem testator fecit
  11. talia legata sub hijs verbis expressa. Preterea vero supradictus testator dixit se habere solvendum 18 £ ... a. et h.c. ex duabus domibus et areis ... aenden Hoigen Steenwech iuxta forum
  12. quarum una supra angulum vici ... dat Corenstraetken ... et eandem pronunc habitat Henricus Anenzoen et altera ... in dicto viculo retro iamdictam domum et eandem inhabitat Johannes Robben, die cremer, ...
  13. de quibus vero 18 £ a. et h.c. legavit ... fabrice capelle sanctorum Petri et Pauli ... 15
  14. £ h.c. ab eadem fabrica iure her. hab. et poss. conditione tamen in premissis annexa quod rectores pro tempore dicte fabrice capelle ... futuris temporibus qualibet septimana feria
  15. sexta in altar sancte Katharine in dicta capella ... legi et celebrari procurabunt et omnino obligati erunt misaam unam de sancte Cruce pro salute dicti testatoris et suorum progenitorum. Quodquod in eventu quo idem rectores dictam
  16. missam ... legi minime fecerint ... extunc et in illo eventu rector mense Sancti Spiritus in Buscoducis de qualibet missa sic neglecta exigere habere et recipere poterit unum grossum antiquum
  17. et hoc de dictis £ ... Etiam hoc addito casu quo dicti rectores fabrice predicte onus dicte misse ... cum dictis 15 £ acceptare voluerint propter exigui-
  18. tatem dicti precij quod extunc executores infrascripti in complementum dicte misse ... perpetue celebranda eidem fabrice dabunt et dare tenebuntur semel in promptis de bonis eisdem testatoris 12 florenos
  19. renenses et illo facto prefati rectores fabrice pro tempore existente sine delatione aliqua eandem missam modo premisso legi et celebrari procurabunt eb procurari tenebuntur oneranda. In hoc conscientias eorundem
  20. rectorum pro tempore dicte fabrice existentes. Item ... testator reliquas 3 £ h.c. ... legavit Ghysberte, filie Heilwigis
  21. Marcolffs ... ab eadem iure her. hab. et ten. hoc addito quod dicta Ghysberta dicta 3 £ numquam vendere, alienare ... poterit ... Idem testator easdem 3 £ here-
  22. ditarie succedi post mortem dicte Ghysberte ad proximores heredes eiusdem Ghysberte. Item adhuc legavit eidem Ghysberte semel 12 flortenos renenses et per executores presentes testamenti infra nominatos
  23. ad commodum ... eiusdem Ghysberte convertendum in bonis her. ac alias prout ipsius melius videbitur. ...
  24. Acta ... hec in domo inhabitationis dicti testatoris in quadam bassa camera ibidem supra penu sita in Buscoducis ad locum ... Den Ulenborch ...
  25. Presentibus ibidem ... dominus Johanne de Best, alias de Arennest, Johanne, filio Theoderici calcificis de Boxtel, notario publico et
  26. Reynero Templer de Myerle, presbyteris, beneficiatis supradicte ecclesia sancti Johannis ... opidanis dicti opidi de Busciducensis ...
  27. Et ego Johannes, filius Wilhelmi de Balen, clericus Leodiensis diocesis ... notarius ...
  28. In cuius rei testimonii nos scabini primodicti sigilla nostra ... Datum ... visionis ... 4 mei 1538.
Dorsaal: fabrica capelli beatorum Petri et Pauli in vico Orthensi.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1823

1538 mei 4?

IN NOMINE DOMINI AMEN, Per hoc presens instrumentum cunctis pateat evidenter, quod anno a Nativitate eiusdem Domini 1500 mensis augusti die 22a hora nonarum vel circiter pontificatus sancti simi in Christo patris et domini nostri Alexandri divina providentia Pape VII anno suo octavo in mei notarii publici et testium subscriptorum ad infra scripta specialiter vocatorum et rogatorum presentia constitutus personaliter providus et honestus vir Johannes Schilder filius quondam Godefridi Schilder, consiliarius et opidanus opidi Busciducensis Leodiensis diocesis, sanus mente sensuum suorum bene compos existens rationeque et intellectu ut apparuit vigens, licet corporis infirmitate detentus et in lecto egritudinis decumbens; considerans enim nature humane fragilitate et status eiusdem inconstanciam crebra meditatione revolvens ad mentem, quam brevis quam fallax sit gloria mundi, quodque nihil cercius est morte: eius vero nora nihil incertius; cupiens igitur per providam bonorum suorum dispositionem et ordinationem iuxta consilium prophete dicentis: dispone domui tue, quia morieris et non vives, incertam horam sue mortis temporalis prevenire, ne mors capiat eum de medio improvisum atque inter posteros causam et materiam contendeni quantum ei possibile fuerit abscindere et iuris remediis obviare volens Christi etiam exemplo, inherendo de bonis suis omnibus et singulis sibi a Domino Deo nostro sibi super terram collatis omnibus melioribus modo, via, iure causaque et forma, quibus melius, firmius et efficatius potuit et debuit potestque et debet suum fecit, condidit et ordinavit testamentum seu suam ultimam et extremam declaravit et expressit voluntatem i modum et formam sequentes. In primis enim dictus testator animam suam a corpore solutam suo obtulit creatori eius beatifica vision in celesti gloria eternaliter fruituram quod advocate generis humani, gloriosissime virginis Marie ceterorumque celi civium precibus exoptavit. Deinde dictus testator revocavit, cassavit, annullvit et invalidavit omnia et singula alia testamenta et quascumque dispositiones testamentarias seu ultime et extreme voluntatis declarationes ac alias per ipsum perprius sub quacumque verborum foma coram quibuscumque notariis, personis publicis vel privatis facta, condita et ordinata sive dicta factasve, conditas, dispositas, ordinatas vel dictas presenti suo testamento seu ultima volutate et dispositione testamentaria dumtaxat viribus subsistere iure testamenti seu codicillorum. Preterea dictus testator debita sua de quibus liquide constare poterit de bonis suis promptioribus unacum suarum exequiarum expensis exsolvi voluit et mandavit iniusteque per eum acquisita et extorta si que fuerint in forma Ecclesia restitui et emendari. Item in recognitionem patroni sui et pro quibuscumque vagis et illicte forsan per ipsum habitis et acquisitie legavit fabrice venerabilis ecclesie Leodiensis sive sancto Lamberto ibidem et sancto Johanni evangeliste in ecclesia parrochiali et collegiata in Busciducis pariter duos florenos Renenses etc.
Que omnia .. in instrumento ordinata et oontenta antefatus Johannes, testator, voluit, precit(!) et mandavit valere et viribus subsistere iure testamenti seu iure codicillorum ac alio iure quocumque quo quevis ultima decedentium voluntas firmius et efficatius valere potorit iuxta pias canonicas xanctiones, non obstan te quod si omnes solempnitates de iure scripto seu legem inseri requisite et observande non sint observate seu inserte ut in forma meliori de et super quibus no singulis alliis in supradicto instrumento comprehensis et contentis dictus Johannes testator sibi a me notario publico subscripto unum vel plura publicum seu publica ad opus omnium et singulorum quorum interest aut quovismodo in futurum interesse poterit, fieri atque confici peciit instrumentum seu instrumenta. Acta fuerunt hec in domo inhabitationis dicti testatoris in quadam bassa camera ibidem supra penu sita in Buscoducis ad locum dictum den Ulenborch.
Nummer: 1823

1538 augustus 20

Gerardus Michiels en Franciscus vander Cammen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat ? cidus, zoon van wijlen Godefridus die Lent, bakker, aan Arnoldus, zoon van wijlen Lambertus Naetz, ten gunste van Nycola, zijn zus, verkocht heeft een erfcijns van 3 karolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest Maria ten Hemelopneming uit:
  1. 2 huizen, erven, hoven en de afhankelijke goederen in de onmiddellijke nabijheid van de verkoper, in de Sinte Anthoinsstraet en tussen het erfgoed van Johannes de Nymmegen aan een zijde en het erfgoed van Baudewinus Goessenssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van de Sint-Antoniuskapel en het erfgoed van de erfgenamen van Willelmus de Beeck,
  2. een stuk grond, 1½ morgen groot, in de parochie Groot-Litt tussen het erfgoed van Johannes die Bever aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Goessens aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes Gerits tot aan het erfgoed van de genoemde erfgenamen,
met als lasten: 3 rynsgulden aan Roverus Hantscoemeker, 1 £ aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch, 2 rynsgulden aan de tronk van de huisarmen van het einde van de Hynthamerstraat, 3 rynsgulden aan Elisabeth, weduwe van Lambertus Loyen, en 14 stuivers en 9 Bosche plakken aan het convent van de Porta Celi uit die huizen en afhankelijke goederen en de cijns aan de heren van de Saint-Lambert in Luik uit dat stukje grond. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen voor 50 karolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde echter de verkoper deze terugkoop aan Nycola een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 1048

1538 september 30

Gerardus Michiels en Theodericus de Merevenne, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Anthonius Zeris, wettige weduwnaar van Adriana, daartoe gemachtigd door het testament van Adriana, aan Anthonius, zijn zoon, en Heylwig, diens vrouw, dochter van Henricus die Loze, beloofd heeft te betalen een erfcijns van 3 karolus gulden op het feest van Sint-Remigius, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden daags na dat feest over een jaar uit:
  1. huis, erf en achterhuis op het einde van die Boertschestraet tussen het erfgoed van Engela, weduwe van Willelmus Maes aan een zijde en het erfgoed van Aleidis, weduwe van Michael, bakker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de stadsmuur,
  2. een zekere hof daar buiten de stadsmuur tussen het erfgoed van Engela aan een zijde en het erfgoed van Aleidis aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de stadsmuur tot aan het water Die Meer.
Deze belofte heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Willelmus deze cijns altijd kan terugkopen met 50 karolus gulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Dorsaal:
  1. Buertschestraet fabrycke Numero 14,
  2. P.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1049

1538 oktober 7

Henricus de Eyndhouts en Hercules de Edingen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Andreas, zoon van wijlen Henricus de Broechoven, en Johannes, zoon van Jacobus de Dueren, als wettig echtgenoot van Dympna, dochter van wijlen Henricus de Broechoven, aan Yda, weduwe van Henricus, ten gunste van haar en in haar vruchtgebruik en ten gunste van haar kinderen overgedragen hadden elk aandeel en alle rechten die zij en Dympna hadden in een huis, erf, hof met zijn afhankelijke goederen in de Hynthamerstraat over de Geerlingsbrug tussen het huis van de priesters en clerici, namelijk het huis van de zalige Gregorius, paus, aan een zijde en de achterkant en het erfgoed van Tyelmannus de Dyepenbeeck, zoon van wijlen Adrianus, aan de andere zijde. Rodolphus, zoon van Henricus de Meerlair, en Yda, zijn wettige echtgenote, weduwe van Henricus de Broechoven, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Andreas, zoon van wijlen Henricus de Broechoven, voor een helft en aan Johannes, zoon van wijlen Jacobus de Dueren en Dympna, voor de andere helft, beloofd te betalen 118 karolusgulden op het eerstvolgende feest van de zalige Remigius, belijder, bovendien 118 van die guldens vanaf het zelfde feest na het verstrijken van 1 jaar en 2 jaar.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1141

1538 oktober 30

Franciscus Bogart en Hercules de Edingen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Aleydis, dochter van wijlen Johannes Bitz en Margareta, diens vrouw, dochter van wijlen Coenrardus de Haren, aan heer Hubertus de Merevenne, kanunnik in de Sint-Jan, ten gunste van Goeswina, weduwe van Johannes Diricxzen van den Broeck, voor haar vruchtgebruik, en dat van de wettige kinderen van Johannes en Goeswina,
  1. een halve morgen grond, liggend in een zekere kamp Den Moerhem, 4 morgen groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch buiten de toren, die gewoonlijk Den Boem genoemd wordt, vanaf dat deel van de sluis, dat Die Pompe genoemd wordt, tussen het erfgoed van Willelmus Baliaert en Willelmus de Haren in het westen en Den Pompgrave in het oosten, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van het convent van Sint-Gertrudis in de Orthenstraat tot aan het erfgoed van Hermannus de Daventria en het openbaar pad,
  2. het negende deel van een kamp van Aleydis in 1½ morgen in dezelfde kamp,
Met als lasten ½ £ aan het convent van Sint-Clara in Den Bosch, 3 terug koopbare rynsgulden aan de erfgenamen van wijlen Georgius de Straetsborch uit de halve morgen en het negende deel van 1½ £ en het negende deel van een lijfrente op heer Michael die Ruyter, priester, uit die 1½ morgen en het onderhoud van de dijken, sluizen en waterleidingen die bij die stukken grond horen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1050

1539 januari 24

  1. Goyart Symons ende Willem Pynappel, als meesters ... vander fabrycken der kercken van Sint Jans ... een hoeve ... inder
  2. parochien van Aerle metten huysingen, schueren, weyen, heyen, ackerlanden ende allen synen rechten ende toebehoerten ... hebben sy verhuert ... Willemen Ghysbertsen vanden Asdonck ...
  3. eenen tyt van twelf jaeren naist een volgende aengaende opten heyligen pinxtdach naistcomende ... voer die grontchyns ...
  4. ende noch voir eenen jairlycken chyns van 48 gulden ...
  5. ende acht vymen stroes te geven ... der fabrycken voirgenoempt ... ende
  6. voire dierste betalinge vanden hoichtyde van Lichtmisse naistcomende over een jaere ... Geloevende ... Goyart Symons ende Willem
  7. Pynappel ... Willem Ghysbrechtssoen vander Asdonck voirgenoempt duerende den tyt deser pachtingen ...
  8. te doen gerechte en schuldige waerscap ende allen anderen commer daer inne
  9. wesende den selven laet geheelycken aff te doen. In den iersten is voirwaerde dat dese pachtinge te halven tyde te weetene, ten eynde vanden iersten sess jaeren indien yemanden vander verpachters
  10. off pechters belyeffde zall expirereren berhoudelycken dat sy deen den anderen dat sullen opseggen voire Alle Heiligen Dach int seste jaere ende dat dese pachtinge teynden die voirscreven sess off twelff
  11. jaeren sall uytgaen opten Heyligen Pynxtavont. Item is noch voirwaerde ingevalle die pechtere oft syn huysvrouwe bynnnen den tyde deser pachtinge afflivich wordde voir thoichtyde van alle heyligen
  12. Soe zall die pachtinge expireren opten pynxtavont daer naest volgende soe verre den pechtenere oft synre huysvrouwe dat sall believen mair by alsoe ennige van hen beyden afflivich worrde nae
  13. alle heyligen dach soe sal die pachtinge ierst uytgaen van pinxtavont alsdan naistcomende over een jaer. Item die pechter sall schuldich syn duerende zyn pachtinge jaerlix te zetten op deser hoeve vyftich
  14. poeten ende 25 heesters op synen cost, die hy sal moeten haelen daer hem dat gewesen sall wordden daer af die kerckmeesters die poerten selen betalen ende die pechter jaerlycx wassende sal houden. Ende
  15. by alsoe die kerckmeesters meer poeten off heesters wilden setten, sall die pechter die oeck moeten halen ende sal oeck schuldich syn soe vele santz ende eerden aende huysinge der voirscreven hoeven te vueren daer
  16. mede die blocken vander selver huysingen eenen voet gehoecht moegen worden. Item is noch voirwaerde want die pechtenere voirgenoempt te pinxten naistcomende sall moegen aenverden die helft vander scharen
  17. van allen coren alsdan opter voirscreven hoeven wesende ende die moegen deylen tegen den laet alsdan affgaende soe sall die pechtenere alsdan schuldich wesen deser fabrycken te betalen op Lichtmisse anno
  18. 1539 alsulcke penningen daer voer dese hoeve als nu verpacht is. Item ingevalle die pechtenere ter causen synre pachtinge enigen commer quame oft schade met recht te weten
  19. van waerscappen, wandoenscappen oft diergelycke daer aff sullen hem die kerckmeesters voirscreven ... scadeloes houden, by alsoe dat die pechtenere den selven kerckmeesters ende hueren
  20. persoenen sall schuldich wesen vanden selven commere intimatie te doen ... Item die pechtenere sall die huysinge der voirscreven hoeven schuldich syn te
  21. houden in goeder reparatien van weynden op syns selffs cost, sonder cost vander fabrycken ende dat hy jaerlicx soe verre het noot syn opte voirscreven hoeve tstrooe boven genoempt sal doen decken ende
  22. soe verre tselve van egeenen noode en voere sall hy tstroe moeten leveren als voir screven is ende wanneere die kerckmeesters op dese hoeve doen decken oft tijmmeren, sall die pechteneere den deckeren
  23. ende tymmerluyden moeten oeperen ende den montcost geven ende selen die fabryckmeesters die dach hueren betalen, dat der voirscreven fabrycken oft hoeven gueden egeenen scade daer aff en come
  24. alle gebuerlycke rechten van onraet, tuyn, schouwen ende dier gelycke ende die voirscreven grontchynsen alsoe sall betalen dat der voirscreven fabrycken oft hoeven gueden egeenen scade daer aff en come
  25. Item die selve pechtenere en sal egeen hout moegen houden voir der dan daer mede hy dese hoeve sal moegen vreden. Item is noch voirwairde soe wanneer die kerckmeesters oft ennige van hen zelen wesen inden
  26. Peel tzy opte voirscreven hoeve tot Helmont off daer omtrent, sal die voirscreven pechtenere die selve kerckmeesters schuldich syn te vueren Ten Bosch off anderswaert 5 off 6 mylen verre, daer den
  27. selven kerckmeesters ... believen sall ...
  28. Getuygen waeren ... scepenen in Shertoigenbosch, Henrick
  29. Kuyst Geritssoen ende Franciscus van Balen. 20 januari Int Jaer ons Heeren duysent vyfhondert acht ende dartich.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1824

1539 januari 24

anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo octavo

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Franciscus de Balen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van Johannes Stanssen, aan Godefridus Symonis heeft overgedragen een stuk land in de parochie Aerle op de plaats Op Stryp, genaamd Dat Loeken, aan beide zijden tussen het erfgoed van Gysbertus vander Asdonck, zoon van wijlen Wantgerus, Peters soen, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan tot aan het erfgoed van Wolterus, zoon van wijlen Theodericus de Beth, samen met enkele eiken die op dat stuk land staan.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1051

1539 mei 29

Hermannus de Daventria en Henricus de Eijndhouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Anthonius, zoon van Willelmus, zoon van wijlen Anthonius Zeris, aan Lambertus, zoon van Johannes de Boxtel, heeft overgedragen een erfcijns van 3 karolus gulden, welke cijns Willelmus, wettige weduwnaar van Adriana, aan Anthonius, zijn zoon, en Heylwig, diens vrouw, dochter van Henricus die Loze, verschuldigd was uit:
  1. huis, erf en achterhuis op het einde van de Boertschestraet tussen het erfgoed van Engela, weduwe van Willelmus Maes, aan een zijde en het erfgoed van Aleydis, weduwe van Michael, bakker, aan de andere zijde,
  2. een zekere hof daar buiten de stadsmuur tussen het erfgoed van Engela aan een zijde en het erfgoed van Aleydis aan de andere zijde.
Het recht om deze cijns terug te kopen blijft van kracht.
Zegels: linkerzegel 2 splinters, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1052

1539 september 17

  1. Wy Claes Thonis, Lambert vanden Cruyscoet, Dirck Moels, Gerit van Royeckel, Jan Moyen, Marcelis Coelen
  2. ende Dirck Thomaessoen van Zon, scepenen in Aerlen, doen condt ... dat ...
  3. Thomaes Reijnders Maeszoen ende heeft erffelicken vercoft ... Zymon Jan Symons-
  4. soen een stuckt lants ... in die prochie van Aerlen ... Den Slycecker deen zyde bene-
  5. ven erffenis ter behoeren Onser Liever Vrouwen ten Bossche, dander zyde beneven erffenis Lambert
  6. Aert Geritssoen streckende van erffenis Jan Jan Moyenzoen tot op erffenis O.L.V. voers.
  7. ... Bezegelt mit onsen gemeynen scependomps zegele van Aerlen
  8. Gegeven 1539 17
  9. september.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1053

1539 november 18

  1. Allen den gheenen die onse oipen brieven van certificatien sullen sien oft hoiren lenen Saluyt. Wy scepenen ende raidt der stadt van Shertoigenbossche doen condt
  2. certificerende voir die gerechte wairheyt dat opten dach van huyden date van denen voore ons gecompareert syn geweest inne propre persoonen meester Frans Toelinck
  3. priester ende canonick der collegiate kercke van Sint Johan ... out omtrent 34 jairen, Goyart Symonssen, scepenen dezer
  4. stadt, oudt omtrent 66 jairen, Willem Pynappel, raidtsman deser stadt, out omtrent 53 jairen ende Jan Marcelissen van Weert, out
  5. omtrent 27 jairen, gedaight wesende by Gerarde Kuyst eenen vanden dienaren vander gruender Raeden deser stadt van wegen Peter Jan Stanssen
  6. geexamineert wesende inne maniere van turbe op zekere interrogatorie ons Scepenen voirseyde van wegen desselfs Peters gescriftelyck overgegeven hebben op hueren eedt hen
  7. byden stadthoudere deser schouthets deser stadt gerichtelyck gestaeft eendrechtelycken getuycht ... dat zekeren tyt geleden zekere
  8. questie ... opgestaen was ... tusschen Ghysbrechten vander Asdonck als proprietaris van zekere broeckweyen inde prochie van Aerlebeeck
  9. ter eenre ende hem produsent als proprietaris geweest zynde van eenen houtwass met opgaende eycken ... neffens den boven genuempden erffenisse ter andere zyden
  10. ende dat aengaende de groote vanden voirnoemde lande gemerct elck van partien voirnoemde sustineerde zyn groote nyet te hebbene. Ende om die voirseyde twist ner te leggene zoezy
  11. ter voirnoemde plaetsen opten VIen oigst anno XXXIX ten besueck der voirnoemde partyen in presentien der voirnoemde deponenten als porters deser stadt ende oick in presentien van Mathys
  12. Stanssen, Jannen Scepkens, Heynen Roelofssen, Symon Jan Symonszoen met meer andere naebueren van Aerlebeeck ... vergadert geweest die zelve partien die welcke
  13. hebben doen steken bij Dircke van Best geswoiren landtmeter eenen pael achter een busselken toebehoirende der kercken van Sint Jans ... ende noch
  14. aen een ander eynde voer een groen strate. Op welcke palen hebben die voirnoemde partien geslaigen waer mede zy approbeerden ... die voirseyde palinge ...
  15. van dien zynde oick te vreeden dat die ... landtmeter die lynde trecken zoude linie recht van voire tot achtere aen beyden eynden gelyck geschiet is
  16. midts welcker metinge die voirseyde landtmeter gebonden ende verclaert heeft 't voirnoemde landt dair den eycken houtwass boven genuempt op staende was, groot te
  17. wesenen 1½ loopen 17 ende 3/4 roeyen landts maickende elck loopen 50 der voirseyde roeyen ...
  18. Soe hebben wy scepenen ende raidt voirseyde den zegele ad legata der
  19. voirseyde stadt. Gegeven 18 november 1539.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1692

1539 december 31

Arnoldus Heijm en Franciscus de Balen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer en magister Godefridus de Monte, priester, deken en kanunnik van de Sint-Catherinakerk in Eindhoven, aan Godefridus Sijmonis en Willelmus Pijnappel, als executeurs van het testament van wijlen Katherina, weduwe van Andreas Mols, ten gunste van Willelmus, vork- en messenmaker, verkocht heeft een erfcijns van 6 karolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf daags na het eerstvolgende feest van de Besnijdenis van de Heer over een jaar, uit een zekere kamp hooiland, 3 of 4 lopenzaat groot, die vroeger van Henricus Mathijssen was, nu echter van de verkoper in de parochie Strathum tussen het erfgoed van de kinderen van Egidius Reijnkens aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Aelbertus Zegers aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Henricus Eemkens tot aan de openbare weg met als lasten als grondcijns van een halve blank aan de hertog en een half pond aan dat kapittel. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd met 100 carolusgulden kan terugkopen, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen op voorwaarde echter dat de verkoper deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 1054

1540 maart 18

  1. Condt sy eenen yegelicken want Aleydt ... weduwe Aert (Sailions ?) ...
  2. haer toecht ... in drye vyffte gedeelten in een huys, hoff, schuer, schopmetten gronde ende erffgoed daer aen liggende ende daer
  3. toebehoirende vier lopensaet off daeromtrent ... inde prochie van Haren aen den Nuwenys tussen erffgoed der weduwe ... Aelbrechts van Vlierden
  4. aen deen syde ende metten eenen eynde ende tussen erffgoed Neelken Colen aen dander syde streckende metten anderen eynde opte gemeyn strate. Noch in eenen ecker lants negen
  5. lopensatt oft daeromtrent begrypende inde ... Belversche Ackeren tussen erffgoed Wouter Colen aen deen syde ende tussen den gemeynen eckerwech aen
  6. dander syde streckende metten eenen eynde aen erffgoed der weduwe Peeter Toelinx ende metten anderen eynde aen erffgoed Aerts vanden Venne. Noch in een stuck Weyvelts
  7. geheyten Den Grooten Gever sess lopensaet oft daeromtrent begrypende aenden Rubosch tussen erffgoed der voirseyde weduwe meester Aelbrechts van Vlierden
  8. aen deen syde ende tussen erffgoed des Heeren van Geffen aen dander syde streckende vander erffgoed Franck Brocken totter gemeynder straten aldaer. Noch een stuck weyvelts
  9. ... De Nyeu Weye, 14 lopensaet ... omtrent de Helvoirtsche Molen tussen erffgoed der weduwe ... Willems
  10. Van Haren aen deen syde ende tussen erffgoed Adriaens van Uden aen dander syde streckende vanden erffgoed Cornelie Colen totter gemeynder heerbanen aldaer noch in
  11. een stuck lants ... Den Grooten Clappelecker, 5 lopensaet oft daeromtrent ... by Sint-Martenscapelle tussen erffgoed
  12. der voirseyde weduwe Peeter Toelinx aen deen syde daer eenen gebuer wech tussen bey gaet ende tussen erff Wouters vanden Heesecker met meer anderen aen
  13. dander syde streckende metten eenen eynde aen erffgoed Jans vanden Spykere ende metten anderen eynde aen erffgoed (Ukiens ?) van Boextel, noch in alzulcke drye stucken
  14. van erven tot moer liggende ... in Dat Oirtbroeck als wilLnere Aert Bailious voirseyde aldaer liggende hadde wettelyck opgedragen
  15. ... hadde Lamberden ende Aernden, gebruederen ende Christynen, hen sustere, kinderen Aleydts ende Aerdts voirgenoemt elcken van hen tot eenen
  16. vyffte gedeelt toe om deselve drye vyffste gedeelten te mogen beswaren met eenen erffchyns van drye keysers gulden staende te loss met vyftich keysers gulden
  17. ... Soe syn gestaen voir schepenen ondergeschreven de voirseyde Lambert
  18. ende Aert, gebruederen, ende Christine, hen sustere, ...
  19. ende hebben gelooft ... te geven ende te betalen Heeren Clasen, zone
  20. sone wilnere Embrecht Goossens, priester, tot behoeff Catharynen, syne moeder, eenen jaerlycken ende erffelycken chyns van drye keysers gulden ...
  21. uut den drye vyffte gedeelten
  22. inde goeden voirseyde vande voirseyde Cathelyne ...
  23. uutgenomen verscheyden erffpachten ende verscheyden erffchynsen ... vier mudde ende vier lopen roggen erffpachts ende omtrent 11 keyser
  24. gulden ... met conditien ... dat zy desen chyns
  25. altyt sullen mogen lossen ... met 50 keysergulden ...
  26. metten jaerchyns ende afterstelle ...
  27. den loss een halff jaer te voren op te seggen. Getuygen waren hier over scepenen in Oisterwyck, Jacop Henricssen ende Cornelis Schader
  28. Willemssen die huere segelen ... opten achtiensten dach vanden meert int jaer ons Heeren duysent vyff
  29. hondert ende veertich.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1055

1540 mei

Adolf van der Noot, ridder, cancellier, en Henricke Hujoel, secretaris en griffier van de Raad in Brabant, commissarissen in deze zaak, oorkonden dat zij de kosten-declaratie van de fabrieksmeesters van de Sint-Jan, Lambrecht van Meyelszoon, Aert Gheertssen van de Venne, Staesse Jan Lemmenssen, Wouter Diericxssen van Veth, Henrick Dierick tScosterssen, Geraerd Janssen vander Schoer, Peeter Janssen van Lierop, Rutgeerd van Berckel en Ghysbrecht vander Afdonck, in het proces van de ingezetenen van Stiphout tegen het genoemde kerkbestuur in de Raad van Brabant, na kennisname van de redenen, die de ingezetenen van Stiphout, als impetranten hebben gegeven tot vermindering van de opgelegde kostenbetaling, hebben getaxeerd en gewijzigd op 228 carolusgulden en 8 stuivers.
Nummer: 1056

1540 mei

  1. Oversien bij. ons, Adolven van der Noot riddere, cancellier, ende Henricke Hujoel, secretaris ende greffier van den Rade in
  2. Braban, commissarisen in desen geordineert, die declaratie ende verificatiën van den costen gedaen gehadt ende
  3. geleden bij de fabryckmeesters van Sint-Jans-Evangelisten bynnen der stadt van den Bossche, Lambrechte van Meyelzoene,
  4. Aerts Gheertssen van den Venne, Staessen Jans Lemmenssen, Wouteren Diericxssen van Veth, Henricke Dierick tScosterssen, Geraerden
  5. Janssen van der Schoer, Peeteren Janssen van Lierop, Rutgeerden van Berckel ende Ghijsbrechten van der Afdonck, in der
  6. saken oft processe, diewelcke zij in den voirseyde Rade hangende hebben gehadt, also gedaichde ende verweerderen
  7. tegen die gemeynen ingesetene des dorps van Stiphout impetranten ende originale aenleggeren in de materie
  8. petitorie. Ende in welcker saken oft processe petitoir is zoevere bij ende tusschen die voirseyde partiën
  9. geprocedeert geweest, alsdat bij vonnisse in denselven Rade, gegeven den lesten dach der maent van
  10. octobri lestieden, die voirseyde impetranten zijn in de voirseyde costen gecondempneert. Oversien oic bij ons die
  11. diminutiën vanwegen derselver impetranten overgegeven ter contrariën, ende geconsidereert tgene des men
  12. in dese behoirde te considererenen, die voirseyde costen hebben geweest ende zijn bij ons commissarisen bovengenoempt
  13. getaxeert ende gemodereert totter sommen toe van tweehondert achtentwintich carolusguldens acht stuvers,
  14. den carolusgulden gerekent te twintich stuvers. Gedaen in der stadt van Bruessele ... dagen
  15. in de maent van meye int jair duysent vijfhondert ende viertich.
Adolf van der Noot
Nummer: 1056

1540 mei 24

  1. Kaerle byder gratien Goids Roomsch Keyser ...
  2. hertoge van Brabant ...
  3. den iersten vanden duerwerderen van onsen Rade geordineert in onsen voirseyde lande
  4. van Brabant hier op versocht saluyt. Wy ontbieden ende zoe verre des noot zy committeren by desen dat zoe verre blycke by acten van zekeren onsen
  5. daertoe gecommitteerden (does ?) die oosten gedaen gehadt ende geleden byde fabryckmeesters van Sint-Jans ...
  6. Lambrechte van Meyel zoenen, Aerts Gheertssen vanden Venne, Staessen Jan Lemmenssen, Wouteren Diericxssen van Veth, Henricke Dierick tscosterssoene,
  7. Gheraerden Janssen vander Schoer, Peeteren Janssen van Lierop, Rutgheerden van Berckel ende Ghysbrechte vander Asdonck inder saken oft processen
  8. dwelcke inden voorseyde onsen Rade hangende hebben gehadt alse gedaighde ende verweerderen tegen die gemeyne ingesetenen des dorps van Stiphout
  9. impetranten ende originale aenleggeren inde materie petitorie ende in welcke saken oft processe petitoir is zoe verre by ende tussen die voirseyde impetranten zyn
  10. geprocedeert geweest als dat by vonnisse inden selven onsen Rade gegeven den lesten dach der maent van octobri lestieden de voirseyde impetranten zyn
  11. inde voirseyde costen gecondempneert getaxeert ende gemodereert zyn totter sommen van 228 karolus gulden 8 stuvers
  12. ... Ghy in dien gevalle ten versuecke vanden voirseyde gedaighden executeert die voirseyde somme van
  13. 228 karolus gulden 8 stuvers ten pryse voirsoreven. Ende totter betalingen der selver bedwinght realyck ende
  14. met feyte den ghenen oft die ghene die dairom sal oft sullen behoiren bedwongen te zyne. met oick te betalen uwen redelycken salaris van
  15. deser uwer executien ...
  16. Gegeven in onser stadt van Bruessele 24 mei 1540.
Groot zegel (zwaar beschadigd).
Nummer: 1693

1540 juni 28

  1. Wy Scepenen, Geswoiren Raidtsluyden die men noempt ledige luyden, deken vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stadt van Shertoigenbossche, doen condt allen luyden dat wy van wegen ende inden name
  2. der selver stadt wittelycken ende wael vercoft hebben Aleyden, weduwe Segers Jans Goyartssen, Eva weduwe Marten Lemmens Engelken, weduwe Jorys Sampsons, Aleyden weduwe Henricx vanden Hovel, Thonisken, dochter
  3. Henricx Melissen van Roy, Martha, huysvrouwe Henricx die Huesch, Katherynen, dochter Roelofs zeysemekers ende Lysbetten, dochter Jans Driessen van Berlyckem tot behoeff van wesschen lichte staende ende lichtende bynnen
  4. den metalen thuyn voir dat eerwerdige heylige Sacrament inder kercke van Sint-Jans Evangeliste ... buyten den hoigen choir aldaer een jaerlycke ende erffelycke renthe van van elff gulden ... carolus
  5. ... ende drie grooten Brabants ...
  6. ende thien stuvers ...
  7. dats te wetene inden hoichtyde van Sint-Jan Baptisten Geboerten. Ende voir den iersten termyne inden hoichtyde van Sint-Jan Baptistten Geboerten naistcomende ...
  8. Oyck eest voirwaerde dat wy inden name der voirseyde
  9. stadt dese voirseyde erfrenthe altyt alst ons gelieven sall tsamen sullen moigen lossen ... te wetene elcken ... carolus gulden met 20 carolus gulden ...
  10. ende drie grooten brabants ... voir elcken der voorseyde stuvers
  11. te rekenen ende metter renthe vanden jair der lossinge altyt die te moigen geven ... ende metten achterstellen ...
  12. Soe hebben wy dese lettere besegelt metten grooten ... segel ...
  13. Gegeven 28 juni 1540.
Dorsaal:
  1. folio 29.
  2. folio 23.
Zegel: fragment.
Nummer: 1825/6?

1540 november 5

Walranus de Erpe, zoon van Walramus, en Martinus die Greve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katharina en Heylwig, zussen, dochters van wijlen Johannes Alarts en van wijlen Mechteldis, diens echtgenote, aan Henricus Keymp, zoon van wijlen Johannes Keymp, overgedragen hebben een erfcijns van 3 karolusgulden uit:
  1. een zekere akker, 10 lopenzaat groot, Die Hage, in de parochie Nistelre op de plaats Die Hage tussen het erfgoed van Johannes Monix, zoon van wijlen magister Johannes Monix senior, aan een zijde en het erfgoed van Ghibo Rolofssen aan de andere zijde,
  2. een zekere akker, 9 lopenzaat groot, op de plaats Die Vorst tussen het erfgoed van het convent van de reguliere zusters Opten Wyntmoelenberch aan een zijde en het erfgoed van Henricus Inden Hoiren aan de andere zijde,
welke cijns magister Nycolaus Kuyst ten gunste van Mechtildis, weduwe van wijlen Johannes Alaertsen, van Petrus, zoon van wijlen Rodolphus Bevers, gekocht had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1057

1541 maart 3

  1. Nos Mathias Stoters, filius Lamberti, et Henricus die Hoesch, scabini in Buscoducis, notum facimus universis quod nos quasdam literas scabinorum de Buscoducis ...
  2. vidimus ... tenorem qui sequitur
  3. ... Notum sit universis quod cum Adriana, filia legitima quondam Johannis, filij quondam Symonis vanden Waterschoet, relicta ... Johannis ... Perman usufructum sibi
  4. competentem in medietate domus, aree et orti ac domus posteriorum ad finem vici Vuchtensi inter her. Theoderici de Lieshout e.u.l. et inter her.
  5. Arnoldi Martens e.a.l. leg. supportasset Egidio, filio ... Adriane et quondam Johannis ad opus sui et ad opus Petri Janssen et Elizabeth, sue uxoris
  6. leg. filie eorundem Adriane et ... Johannis ... Constituti igitur coram
  7. scabinis infrascriptis dictus Egidius ... pro se ipso et pro dicto Petro Janssen, suo sororio, et Elizabeth, sua uxore
  8. leg. ... pro quibus se fortem fecit atque Margareta, relicta leg. ... Lamberti Bogart, filij quondam Johannis Bogart et quondam Margarete, filie legitime
  9. quondam Egidij de Helvoert, filij quondam Johannis de Helvoert tamquam potens ad infrascripta vigore potestatis sibi Margarete per dictum quondam Lambertum Bogaert, eius
  10. maritum leg. in certis litt. scabinalibus de Buscoducis ... concesse cum suo tutore ...
  11. supradictum domum, aream, ortum ac domum posteriorem ...
  12. et cum toto iure ... dederunt ad a. et h.c.
  13. Johanni, filio quondam Henrici (tekst ontbreekt) Hoeven Arntssen ... pro censu fundi ... imperatori
  14. tamquam duci Brabantie et h.c. 4 £ ... domui
  15. presbiterorum et clericorum ... iuxta vicum Hinthamensem, 9 £ h.c. ad opus celebrationis unius misse in
  16. capella sancti Cornelij ... supra aggerem Vuchtensem ... necnon pro 1 £ h.c. ... dicte
  17. capelle atque h.c. 2 £ ... maiori hospitali ... prius annuatim ...
  18. a dicto Johanni ... atque pro a. et h.c. 4
  19. karolus gulden ...
  20. Adriane quoad eius usufructum et dicto Egidio suo filio necnon Petro Janssen et Elizabeth, suo uxori quoad eiorum ius
  21. h. Necnon pro a. et h.c. 6 ... carolus gulden ... dicte
  22. Margarete relicte quondam Lamberti Bogaert a Joahnne filio, quondam Henrici vanden Hoeven predicto ... in festo Nativitatis
  23. beati Johannis Baptiste et pro primo solutionis termino a festo Nat. B.J.B. proxime futuro ultra annum ...
  24. Promiserunt insuper iidem Egidius et Adriana, eius mater, et Margareta ...
  25. in casu quo imposterium inventum fuerit via iuris ...
  26. plus fore solvendum quam (tekst ontbreekt) quod dicti Egidius et Adriana, eius mater, pro una medietate et ... Margareta pro rel. medietate
  27. hoc plus prefato Johanni ... penitus deponent omnino, (ymmo ?) etiam poterunt dandum videlicet
  28. pro quolibet denario ... plus invento viginti consimiles denarios ...
  29. Testes ... scabini
  30. in Buscoducis Everardus vanden Water et Anthonius Belarts. Datum quinta die mensis marcij, feria quinta post dominicam qua cantatur Invocavit,
  31. Anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo. In cuius rei nos scabini primodicti ...
  32. Datum autem visionis ... tercia ... marcij, Anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo.
Dorsaal:
  1. Item een (wytemus?) van JanverenHoeven van enen huys teghen sunte Koerneliskapel over van IX £ ende een £.
  2. Folio 105.
  3. 79.
  4. folio 59 verso.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: Deze akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1694

1541 april 3

Claes Thonis, Dirick Moels, Lambut vanden Cruyscort, Gerart van Royacker, Marcelis Colen, Jan Moyen en Dirick Thomaessoen van Zon, schepenen in Aerle, oorkonden dat joncker Jan Ondairts, Heer tot Rixtel, Airlen, Beeck en Stiphoudt, aan Goyaerd Symons en Willelm Pynappel, inwoners van de stad Den Bosch, heeft verkocht een omheind deel van een uitstekend deel van een gebouw (uuytfanckt) in de parochie Rixtel bij de hoeve Ter Cuylen tussen het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan aan een zijde en het erfgoed van Dirick den Sceper aan de andere zijde, zich met een einde uitstrekkend tot aan de openbare weg en met het andere einde tot aan de gemeenschappelijke akker. De verkoop heeft plaats gevonden op voorwaarde dat
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1058

1541 april 11

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo

Willelmus Pijnappel en Henricus die Hoesch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Johannes Hemeler, aan magister Petrus de Os junior, ten gunste van het sint-Gommarus-gilde in de Sint-Jacobskapel heeft overgedragen een erfcijns van 3 carolusgulden uit:
  1. huis, erf, schuurtje, hof en aangrenzend stuk erfgoed, 4 lopenzaat groot, in de parochie Dijnther op de plaats Vorstenbosch tussen de gemene gronden aan een zijde en het erfgoed van Willelmus, zoon van Nycolaus de Doerne, aan de andere zijde,
  2. 4 lopenzaat land op de plaats Opten Hoigenwech tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Willelmus de Leijen aan een zijde en het erfgoed van Willelmus, zoon van Nicolaus de Doerne, aan de andere zijde,
  3. 1 zester land op de plaats Opte Campen tussen de gemeenschappelijke heide aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes, Arnts soen, aan de andere zijde,
  4. 1 zester land aan beide zijden tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van Nicolaus de Doerne,
  5. 1 bunder hooiland op de plaats Op Vorstenbosch op de plaats Inde Bontwerckersse Hoeve tussen het erfgoed van Willelmus aan een zijde en het erfgoed van Jacobus, Jans soen, aan de andere zijde,
welke cijns Willelmus, zoon van wijlen Johannes Hemeler, van Johannes, zoon van wijlen Egidius, Jans soen, als wettige echtgenoot van Ermgardis, dochter van wijlen Elias, Henricxs soen, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Willelmus deze cijns altijd kan terugkopen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1444

1541 juli 29

Mathias Stoeters, zoon van Lambertus, en Waltramus de Erpe, zoon van Waltramus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hadewig, dochter van wijlen Petrus Rosen en van wijlen Johanna, diens echtgenote, en weduwe van Arnoldus Heesbeen aan Adam, Maria, Johannes, zoon van Petrus, Otten soen, als echtgenoot van Anna, en aan Petrus, zoon van Laurentius Geronx, echtgenoot van Brigitta, kinderen van Arnoldus en Hadewig, vermaakt had haar vruchtgebruik in 4/6 deel van een huis, erf en onbebouwde aangrenzende plaats Aende Weverplaetsse tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Jacobus Willemssen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Janssen, messenmaker, aan de andere zijde, namelijk die 4/6 deel welke zij door de dood van Arnoldus geërfd hadden en door de dood van Hadewig daadwerkelijk in bezit zouden krijgen. Adam, Maria, Johannes en Petrus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben beloofd aan Cornelia, weduwe van Arnoldus Vastarts, ten gunste van haar en van Rodolphus, Nijcolaus en Elisabeth, kinderen van Cornelia en Arnoldus, dat zij aan Cornelia in vruchtgebruik en aan Rodolphus, Nijcolaus en Elisabeth in erfrecht een cijns van 14½ carolusgulden zullen betalen, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de zalige Remigius, belijder, na het verstrijken van 1 jaar en dat zij alle lasten, waarmee die 4/6 deel bezwaard zijn voor hun rekening zullen nemen behalve:
  1. de grondcijns,
  2. een cijns van 3 stuiver aan het kapittel in Den Bosch,
  3. een erfcijns van 3 £ aan het zinnelozenhuis in de Hijnthamerstraat.
Zij hebben deze belofte gedaan op voorwaarde dat zij deze cijns altijd kunnen terugkopen voor 75 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen en zij deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1497

1542 januari 24

  1. Notum sit universis quod cum Laurentius filius quondam Nycolai dicti de Herpen medietatem hereditatis ... in vico tendente a ...
  2. Die Zyle versus domum de Postula inter her. Nicolai dicti de Deyl e.u.l. et inter her. Gerardi ... Mesmeker e.a.l. quam scilicet medietatem ibidem
  3. sitam in latere versus ... vicum Vuchtensem simul cum edificijs in dicta medietate consistentes. Insuper medietatem cuiusdam vie ... in Buscoducis retro domos
  4. Petri de Vucht, cultellificis, ... in vico Vuchtensi inter her. Gerardi ... de Dinther e.u.l. Et inter her. Gerardi ... Wambussticker e.a.l.
  5. dedisset ad h.c. Huberto filio quondam Johannis de Creyelt ... Cumque Gerardus
  6. Margareta et Johanna, liberi dicti quondam Huberti, filij quondam Johannis de Creyelt, dictam medietatem her. cum suis edificijs que protunc domus, area, ortus et
  7. quidam transitus dictus eenen ganck cum quadam porta ibidem cum suis attinentijs esse dinoscebantur et siti erant ibidem in ... die Postelstraet ... inter her.
  8. Henrici de Bruegel e.u.l. et inter her. Johannis, filij quondam Jacobi de Dueren, vitrificis, e.a.l. her. supportassent dicto Johanni, filio quondam
  9. Jacobi de Dueren ... CONSTITUTUS igitur coram scabinis infrascriptis dictus
  10. Johannes, filius quondam Jacobi de Dueren dictos domum, aream ortum et ... eenen ganck ac portam cum suis attinentijs ...
  11. dedit ad a. et h.c. Sandero
  12. filio quondam Cornelij Dukeloes ab eodem ... hab. et poss. pro a. et h.c. 2½ £ ...
  13. conventui sancte Geertrudi ... in Vico Orthensi et h.c. 2
  14. £ ... liberis quondam Mathei Kuyst ...
  15. atque pro a. et h.c. 6 carolus gulden ...
  16. dicto Johanni, filio quondam Jacobi de Dueren ad opus
  17. sui et ad opus Digne, sue uxoris, filie quondam Henrici de Broechoven, quoad eius usufructum et ad opus liberorum eorundem Johannis et Digne, genitorum et adhuc
  18. generandorum quoad eorum ius her. et adhuc pro a. et h.c. 2 ... carolus gulden ... necnon
  19. octo ... stuferorum ... dicto Johanni ad opus sui et ad opus dicte Digne ... quoad eorum usufructum et ad opus dictorum liberorum ...
  20. et pro primo solucionis ... in festo Nat. D. proxime futuro ...
  21. Tali
  22. conditione annexa quod dictus Sanderus primodictum c. 6 flor. redimere poterat perpetue cum 100 carolus gulden ...
  23. et ultimodictum c.
  24. 2 flor. et 8 stuf. cum et mediante 40 ... florenis car. ... et cum censibus seu censu
  25. anni redemptionis et arrestadijs ... salvo quod dictus Sanderus huiusmodi redemptionem
  26. per spatium dimidij anni preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis Jacobus Colen et Godefridus die Jeger. Datum vicesima quarta die
  27. ... januarii, anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo primo.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1445

1542 maart 28

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo primo

Johannes die Wolff en Martinus die Greve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godescalcus, zoon van wijlen Johannes Scalcken, aan Laurencius, zoon van wijlen Everardus de Keyser, verkocht heeft een erfcijns van 3 carolus gulden waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf de eerstvolgende Palmzondag over een jaar uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed, 1 mudzaat groot, in de parochie Gemonden in het gebied van de rechtsbank van Bucstel tussen het erfgoed van Johannes Claessen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde en een einde en met het andere em de tot aan het erfgoed van Wolterus vanden Berselaer,
  2. een stuk grond, 4 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van Jacobus Diricssen aan een zijde en een einde en het erfgoed van Henricus kynderen aan de andere zijde en het andere einde,
  3. de helft van de verkoper in een zeker beemdje tussen het erfgoed van het Grootziekengasthuis in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Johannes Pynappel, zoon van wijlen Johannes Boudewyns, aan de andere zijde, zich uitstrekkend tot aan het erfgoed van Egidius de Colleberch, welk beemdje jaarlijks verdeeld wordt,
met als lasten een grondcijns van een braspenning en een novenarius, 1½ pond, 2 blanken en een novenarius
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1059

1542 mei 11

  1. Oda filia quondam Henrici filij quondam Johannis de Ambstel, begina curie beginarum in Delft, ...
  2. a. eb h.c. septem et dimidij florenorum
  3. carolus gulden ...
  4. quem censum Hector die Bever, filus naturalis quondam Rodolphi die Bever,
  5. promiserat ... soluturum dicte Ode ...
  6. de et ex domo area orto seu vacua hereditate ... ledige erffenisse cum quadam pendente
  7. domumcula ... met eenen affhangsel off loeijene cum plaetssa sibi adiacente ... retro pontem theolonij ultra
  8. ... die Ierste Brugge supra conum ibidem. Item adhuc ex domo ibidem retro consistente
  9. cum duabus cameris et duobus stabulis et eorum fundis ibidem retro stantibus atque adhuc ex una magna vacua
  10. hereditate tendendum ibidem usque ad aquam ibidem simul cum omnibus suis iuribus et attinentijs sibi Hectori
  11. dudum a Petra et Margareta, sororibus, filiabus quondam Henrici filij quondam Johannis de Ambstel eb Antho-
  12. nio, filio quondam Henrici Lonijssoen, tamquam marito ... legitimo Johanne, sue uxoris, filie dicti quondam
  13. Henrici, pro se ipsis et pro Oda, filia iamdicti ... Henrici necnon pro Zoeta, filia eiusdem
  14. quondam Henrici, relictaque quondam Godefridi de Uden, pro dicto censu septem et dimidij florenorum ac certis
  15. alijs oneribus ad censum datis ...
  16. leg. et her. supportavit domino Nycolao de Aerle, presbytero, ad opus Yde, filie quondam Henrici vanden
  17. Gasthuijs, begine maioris curie beginarum in B.D. ...
  18. deponet omnino ...
  19. potestate tamen dictum censum redimendum ...
  20. Testes ... scabini in Buscoducis Everardus vanden
  21. Water et Godefridus die Jeger. Datum undecima mensis maij, anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimosecundo.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1060

1542 mei 19

Goeswinus vander Stegen en Johannes Pynappel, zoon van Willelmus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Willelmus Torcket, mesmaker, aan Godefridus Grotart de Os ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan tijdens zijn leven heeft overgedragen een erfcijns van 6 carolus gulden uit een zekere kamp hooiland, 3 of 4 lopenzaat groot, in de parochie Strathem tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Egidius Reynkens aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van de kinderen van wijlen Aelbertus Zegers aan de andere zijde, welke cijns Godefridus Symons en Willelmus Pynappels, als executeurs van het testament van wijlen Katherina, weduwe van Andreas Mols, ten gunste van Jacobus, zoon van wijlen Torcket, mesmaker, van heer en meester Godefridus de Monte, priester en deken van de Sint-Catherinakerk in Eindhoven, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat magister Godefridus zijn recht op terugkoop van deze cijns houdt.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1061

1542 september 3

  1. ... dat inden jaire desselfs ons Heeren
  2. Gebuerte duijsent vyfhondert twee ende veertich ... der maent septembris opten derden dach ...
  3. is gecompareert voir mij oepenbaer notaris ende getuijgen ... die eerbaere persoen
  4. Laureijns Everarts zoen die Keijser, bourgere der sHertogen Bosch ...
  5. heeft gemaickt ... syn testament ...
  6. besettende ... sinte Lamberts kerck tot Luijdick
  7. twee stuvers eens... . onder sekere andere ... legaten ... in zynen principalen testamente
  8. ... Item die ... testateur gebruijckende die macht hem gegeven ende gelaten onbe-
  9. dwongen ende van selfs vanden erfgenamen Margrietens saliger zyn huijsvrouwe nae hairder doot te wetende bij Cornelis Janssen als man
  10. ende mombair van Anneken ... dochtere Gielis die Piper genoempt ende bij Jenneken ende Lyntken, kynderen Lamberts vanden Venne
  11. verweeckt bij Jutken, zyn huysvrouwe om te moigen disponeren ende maicken zijn testament van desen naevolghende drie chijnsen off
  12. renten dair zij in die een helft toegerechtich zijn als te weetende van eenen jairlixzen chijns van drie gulden de welcken hij
  13. gecoft heeft uuijt die gueden scalck Janssen tot Gemonde woenende, noch van eenen jaerlixzen loss chijns van vier gulden
  14. gecoft uuijt die gueden Cornelis Gerartssen van Gorchim ende uijt die gueden Cornelissens zoen tot Loen woenende hen toebehoo-
  15. rende ende noch van een erff pont payments hem jairlicx vergeldende Wouter Claessen achter die Tolbrugge woenende welcke
  16. voergenoemde renten die ... testateur zeyde gecoft te hebben sittende in vollen bedde met Margrieten zijnder huijsvrouwe voirseyde
  17. wair van die voirseyde testateur beset laet ... die een
  18. rente van die drie gulden tsiaers hem vergeldende Sclack Janssen tot Gemonden der fabrycken der kercken van Sint Jan ...
  19. Gedaen inder kercken van Sint-Jan Evangelist ...
  20. daer bij aen en over waeren ... meester Andries Gerartssen,
  21. priester ende Andries Want, porteren deser stadt ...
  22. Et ego Henricus Loekeman de Buscoducis, clericus Leodiensis dyocesis ... notarius ...
Nummer: 1446

1543 januari 24

Int jair ons Heeren dusent vyffhondert ende dry en vertich op Sinte Pauwels avont der Bekeringe

Bernt Derickx, Jan Art Zoelensen, Gaert van Maeren, Peter Janssen, Willem Henricx en Jan Geritsen, schepenen in Groot-Lith, oorkonden dat Gossen, Jan, Peter, Hadewich en Alet, alle wettige kinderen van (wijlen ?) Gerit Gyben, verklaard hebben dat Thonis Meeussoen mag aflossen 5½ hont land In Sneeveren hove met 32 karolus gulden.
Zegel: 2 fragmenten.
Nummer: 1062

1543 januari 24

Wij, Bernt Dericken, Jan Art Zoelensen, Gaert van Maeren
  1. Peter Janssen, Willem Henricen ende Jan Geritsen, scepen in
  2. Groet Lith, tugen, dat voer ons komen sijn Gossen, Jan, Peter,
  3. Hadewich ende Alet, alle wittichge kynderen wyleneer
  4. Cent Gyben, ende hebben bekant ende overgegeven
  5. op hoer ende allen hoer goet, dat Thonis Meussoen
  6. mach lossen ende quijten vijffehalff hont lants, geleegen
  7. in Sveevere hove, welck Thonis voerseyt versat heft
  8. een tit van jaeren aen hoer luyden voerseyt, nae twee
  9. jaeren naest een volgende ende aengaende nae datum van
  10. diesen lossbryff ofte nae ses jaeren, altit nae der scaren
  11. gelick dat blijckt in scepenbryff daerop gemackt,
  12. sijnde, mit twee ende dartich karolusgulden, ellicken gulden
  13. toe rekenen ende toe betaelen mit twinttich stuvers ofte
  14. die gerechte werde daervoer in anderen goeden pa-
  15. yment, sonder droch off arlist. Gegeven onder den zee-
  16. gel ons gemenen scependoms van Lith int jaer ons
  17. Heeren dusent vijffhondert ende dry-en-ventich op Sinte
  18. Pauwelsavont der Bekeninge.
Herman Weers
Nummer: 1062

1543 april 21

  1. Wij Henrick Kuyst Geritssen ende Frans van Balen, scepenen in Shertoigenbosche, doen condt eenen yegelycken dat ...
  2. huyden date ... voir ons gecompareert syn ... Willem Pynappel ende Jan Bacx als
  3. executeuren vanden testamente ... Mechtels Arnts Gerarts dochtere van Vladeracken
  4. ende hebben alsoe ende meesteren Henricken, soen wilneer Dircx Christiaenssen, priestere, (facteur ?)
  5. ende procureur. Gevende ... meesteren Henricken vry volcomen macht ...
  6. omme te manen, ... te heffen ende tontfangen ende oick ofs noot ware met allen
  7. wegen ende manieren van recht te vervolgen alle alsulcke achterstellen ... renten ...
  8. van een ...
  9. lyfrente van twelff rynsgulden eertyts gevest ... byden scepenen ende buergermeesteren der
  10. stadt van Huesden ...
  11. op 21
  12. aprille 1543.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1447

1544 januari 18

  1. Wy Peter Janssoen van Heez, Bernt van Dericx, Garit van Maren, Jan Geritsoen,
  2. Willem Henricx ende Jan Art Zelensoen, scepen in Groet Lith, tuegen dat
  3. voir ons komen us Rentken Ruttensoen ende heeft vercoft ...
  4. Rut Henricksoen die smit die helft van scoepen
  5. hont lants inder parochie van Kessel geleegen in Heynen hoeve van
  6. manieren der vrouwen erff van Bockstael boven en naest ende beneden
  7. naest Jan Jacobsoen van Kessel vander Steegen streckende tot op die efter-
  8. ste Heynen hove van Hameren ...
  9. utgenomen
  10. dat Rutger hir toe siaers betaelen sal die bede ende bewaeren allen
  11. die commer bynnen slants hir mit recht toe behoerende ...
  12. Gegeven onder den zegell ons gemeyns scependoms
  13. van Groet Lith int iaer ons Heeren dusent vyffhondert ende
  14. vier en vertich den achttiensten dach januarij op Sinte Anthons
  15. Dach abt ende confessoer.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: 2 fragmenten.
Nummer: 1063

1544 mei 1

  1. Wij Peter Janssoen van Heze, Jan Art Zelensen, Jan Geritsen, Jan Gaert van Maren, Bernart Dericsen en Willem
  2. Henricsen, scepen in Lith, tugen ... dat voir den scoutet ende voir ons scepenen gecomen syn als
  3. getugen Henrick Janssoen, ingeseeten ende nabuer van Lith, mit recht daer toe gedaecht omde
  4. heft daer op synen ede ... getuecht ... dat een tyt verleeden nu inden
  5. laetsten orloge tusschen den keysaer ende den lande van Geller, Cleve ende Gulick etc. dat diese
  6. selve Hanrick Janssoen heeft helpen doen een geleij vanden Grave naeden Bossche. Ende daer
  7. sprack Jan van Clarenbeeck van Mullem, liggende inden lande van Cueck, tot (Hantren),
  8. seggende tot hem ofte hy wael kenden die selffste die den neerslach gedaen hadde aen
  9. Jacop Vervoerst onser nabuer van Lith. Toen seede die selve Jan van Clarenbeeck tot Hanricken
  10. voerseyde ofte ick die selve gesellen brochte by den Grave opten dick ende vry vast
  11. geley hebben mochten om aff ende aentoegaen ende dat men den neerslach (suouden ?) dair
  12. stont dier tot by als Jan ende Hanrick diese woerden hadden Jan Corten van Lith ende aenhor-
  13. den diese woerden. Item soe is komen voer ons scepenen voerseyde Jan van Tuyl Artsoen
  14. van Lith, ons nabuer ende heeft verclaert ende getucht ...
  15. dat Jan is doer gegaen ende een (monsteringe) ende heft aengespraeken enen van Mullem
  16. genaempt Hanrick zonder gelt tot hem seggende ghy weet wael ende daer by aen
  17. ende over geweest bynt ende hant ghemynghe mede geweest bynt inden neerslach
  18. gedaen aen Jacop Vervorst van Lith ofte ghy vanden synnen waert dat men dit suoenden
  19. ick solde die vrunden ende magen dat aengeven doen heeft die selve Hanrick voirseyde
  20. weder geantwoert tot Jannen voerseyde. Ick wil die ander spreeken ende ick wil daer
  21. meer toe doen dan ick van machten byn. Soe heb ick Jan voerseyde gesaecht tot dieser
  22. selven Henrick zonder gelt. Ick sal die vrunden soe goet hebben dat sy U mitten
  23. anderen op vry vast geley sullen laeten konnen om dit toe maeken ende toe snoeven
  24. soe heft Hanrick sonder gelt dat ghebeeden Jannen dat hy dat doen
  25. om dan die gerichter wairheit getuch toe geven zoe des beherlicken is soe hebben wy
  26. scepen onsen gemeyn zeegell gehangen aen dieser apenen getuchbryff int jaer ons Heeren
  27. dusent vyffhondert ende vier ende vertich op mey dach Philippi et Jacobi apostolorum.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1448

1544 juli 30

Rutgerus de Berkel en Willelmus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghysbertus Pels, zoon van wijlen Johannes Pels, aan Adrianus en Stephanus, broers, zonen van wijlen Florencius en van wijlen Cornelia, diens vrouw, dochter van wijlen Boudewinus, Henricx zoen, aan Marcelius, zoon van wijlen Marcelius, Jans soen vanden Ekart, aan Henricus zoon van wijlen Gerardus de Doern, aan Christopherus, zoon van wijlen Everardus Floryssen, aan Florencius en Petrus, broers, zonen van wijlen Theodericus, zoon van Florentius en Cornelia, voor de ene helft en aan Petrus de Wolff voor de andere helft op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper 294 carolusgulden te betalen.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 1064

1544 juli 31

Gerardus de Berkel, zoon van Johannes, en Rutgerus de Berkel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gysbertus Pels, zoon van wijlen Johannes Pels, aan Adrianus en Stephanus, broers, zonen van wijlen Florentius en van wijlen Cornelia, diens echtgenote, dochter van wijlen Boudewinus Henricssen, Marcelius, zoon van wijlen Marcelus Janssen vanden Ekart, Henricus, zoon van wijlen Gerardus de Dorn, Christopherus, zoon van wijlen Everardus Florissen, Florentius en Petrus, broers, kinderen van wijlen Theodericus, zonen van Florentius en Cornelia, voor de ene helft en Petrus die Wolff voor de andere helft beloofd had te betalen 294 carolus gulden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper.
Petrus die Wolff is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes die Wolff ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan de helft van dat geld overgedragen.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1065

1545 januari 3

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo quarto

Johannes die Wolff en Martinus die Greve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hermannus, zoon van wijlen Henricus die Bye, als wettige echtgenoot van Beatrix, dochter van wijlen Ghysbertus de Brakel, aan Arnoldus, zoon van Bartholomeus, Peters soen, in erfcijns heeft gegeven een huis en erf in de Colperstraet tussen het hoekhuis en het erfgoed van Everardus, zoon van Michael, Rolofs soen, de Leende aan een zijde en het erfgoed van Ygramus, Henricx soen, de Achel aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Jacobus, zoon van Nicolaus de Delft, tegen betaling van:
  1. de helft van de grondcijns ter grootte van 1 stuiver min een novenarius,
  2. de helft van een erfcijns van 6 £ aan Gysbertus, zoon van Johannes Ysbrants, die al eerder betaald moesten worden,
  3. een erfcijns van 9 carolusgulden aan Hermannus waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, linkerzegel licht beschadigd.
Nummer: 1449

1545 januari 12

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo quarto

Goeswinus de Brecht, zoon van Heer Johannes de Brecht, ridder, en Petrus die Borchgreve, zoon van Petrus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ida, dochter van wijlen Henricus vanden Gasthuijs, begijn in het Groot Begijnhof in Den Bosch, aan Willelmus Pijnappel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 7½ carolusgulden, die Hector die Bever, natuurlijke zoon van wijlen Rodolphus die Bever, verschuldigd was aan Oda, dochter van wijlen Henricus, zoon van wijlen Johannes de Ambstel, begijn in het begijnenhof in Delft uit:
  1. huis, erf, hof en onbebouwd stuk grond met een "affhangsel" of "loeijve" en aangrenzende plaats achter de Tolbrug over die erste brugge aan de hoek aldaar,
  2. een huis dat daarachter staat met 2 kamers en daarachter 2 stallen met hun grond,
  3. een grote onbebouwde ruimte die zich daar uitstrekt tot aan het water,
  4. samen met alle rechten en afhankelijkheden die daarbij horen,
welke Hector, onlangs van Petra en Margareta, zussen, dochters van wijlen Henricus, en van Anthonius, zoon van wijlen Henricus, Lonijs soen, als wettige echtgenoot van Johanna, dochter van wijlen Henricus, voor zichzelf en voor Oda en Zoeta, weduwe van Godefridus de Uden, dochters van wijlen Henricus, en voor Henricus en Willelmus, zonen van Godefridus en Zoeta, verkregen had tegen betaling van die cijns van gulden en enkele andere (niet gespecificeerde) verplichtingen, welke cijns heer Nycolaus de Aerle, priester, ten gunste van Yda van Oda verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1066

1545 februari 28

  1. ... sy kennelick enen yegelicken dat inden jaere vander
  2. Gebuerten onsselfs Heeren ... duysent vyfhondert vyff en veertich ... opten lesten dach ... februarij ...
  3. is gecompareert die Eerbare Vrouwe Lysbeth
  4. natuerlicke dochte wilneer Pauwels Willemssen van Haestricht ... weduwe Dircks Janssen van Bladel ...
  5. gemaickt ende
  6. geoirdineert maick ende ordineert hair testament ende dat uuyt cracht der brieven van octroyen haer verleent ...
  7. mede oick gebruyckende die macht hair gelaten by dircken, hairen man in een testament. Oick mede gebruyc-
  8. ende die macht die sy by haer selven over haer gueden heeft. Ende midts dese testament wederroept zy alle andere testamenten die sy
  9. ... by tyden van haren man ende die sy na zynder doot ... alleen gemaict heeft ...
  10. beheltelick ... alsulcken besestselen die zy int testament van haeren man
  11. der fabrycken van Sint-Jans ... gemaict heeft. Voirts beveelt sy haer zyel ...
  12. maickt zy ... der hootkercken van sint Lambert tot Ludick noch enen stuver eens. Item sy beset der bruder-
  13. scappen van Onser Liever Vrouwen in Sint-Janskerck een berduert cleet op manyer van damast werck gemaict daer inne gebuerdeert
  14. dat Lam Gods. Item sy begeeft hair nae gelesen te wordden een dertichsten van meester Henrick Loeckeman waer voer sy hem beset twee philips
  15. gulden eens. Ende begeert noch een dertichsten gelesen te wordden van meester Gerit, hair capellaen voir haer ende beset hem den voir twee carolus
  16. gulden eens. Item sy beset Mariken, huysvrouw Gerarts Laureyssen hairen gouwen rinck met enen steen daer inne staende. Item sy beset Mariken
  17. Aerts Laureynsen huysvrouw een getten pater noster met silveren vergulden teken corens. Item sy beset Laureynsken Lysken Laureyns dochter haer Peete haer
  18. saeyen heyck met welcken voir genoempde besetselen sy uuuytsluyt uuyt haeren anderen gueden die sy Gerarden Laureynssen Mariken Aerts Laureynssen
  19. huysvrou ende den kynderen vanden selven gemaickt mucht hebben in enen testament by hairen man gemaickt tselve sy derogeert want sy naerder
  20. erfgenamen heeft ende oick om andere saicken hair daer toe poreren. Item sy beset Marten Marten Aerntssen tot Beeck eenen cleynen bedde, een paer slaeplaeckens
  21. ende een oorcussen. Ende beset Henricxken Martens huysvrouw haeren swarten tabbart met een otteren voeder daer onder staende waer mede
  22. Marten Aerntssen ende Anneken syn dochter uuyt blyven sullen uuyt haer ander gueden om saecken haer daer toe prrende. Item sy beset Yken, ...
  23. weduwe Jans Willemssen van Bomel twe hornsgulden eens ende Willelmken Willemssen tot Roij twe van haeren quaetste clederen ende laten tot twee hemden
  24. om Gods wil. Item sy beset Jenneken, haer dienstmaeght by haer woenende ende zy by haer blyft ten eynde van hairen leven haer bedde metten
  25. hooftpoluwe daer zy testatrix op slaept, een paer slaeplaecken, een oercussen, een gebeelde sartsse ende haer koetsse daert sy tselve bedde in leeght
  26. haren swarten rock. Item haeren teneyten rock beset sy Dircxken, Jan die Ketelers dochter. Item sy beset Jenneken Peter Aert Hellinx huysvrouw
  27. haer beste laeken Heyck. Ende Mariken huysvrouw Pauwels Artssoen woenende in Besoyen haer laeken salye. Item beset Barbaren meester Henrick
  28. Loekemans maeght een van haeren besten doecken. ITEM die voergenoempde testatricx verclaerende gecoft te hebbende in haeren weduwelycken
  29. staet een huys staende in die Lange Put straet ende heeft voir die beter scappe gegeven dordalf hondert guldens ... uuyt welcken
  30. huyse zy beset den convent van sinte Geertruyt ten Bosch een loss rente van drye gulden tsiaers off vyftich carolus gulden eens daer voer Ende
  31. begeerden vanden selven convent daer voir ten ewigen daigen hair ende haer mans jaergetyt op enen dach dair voir gehouden te wordden in
  32. manyere gelyckmen die jaergetyden aldaer onderhouden is. Dus sal opten selven dach die mater vanden convent den susteren dair voir
  33. geeven een goede pitantie aen schoonen broode ende aeen wyn stellende dat tot haerder discretien welcke voirgenoemde huys boven die lasten die
  34. daer op staen ende die zy daer noch op geset heeft daer in maickt zy der fabrycke van Sint-Jan ... een dorde gedeelt off alsoe eele
  35. penningen alsmen tselve huys by haeren executoeren sal vercoepen dat dorde gedeelt soude bedraegen. Dat anderde dorde gedeelt haeren nagenoempde
  36. geinstitueerde erfgenamen ende dat dorde dorde gedeelt den erffgenamen van Dircken zaliger haeren man die hy in syn testament genoempt
  37. hadde gelyck in drye deelen gedeylt te wordden. ITEM die ... testateuresse heeft geordineert ... den huysraet
  38. dy sy achter laten sal want tot zy zeede den besten ende meesten huysraet die sy heeft den selven heeft sy meest gecoft in haeren
  39. weduwelycken staet wil den selven oick in in drye deelen vanden voirgenoempden personen gedeylt te wordden als te wetende den ghenen
  40. die zy nyet ewech gemaict en heeft noch ewech maicken en sal. Item die ... testatrix heeft geordineert ... dat
  41. hair na genoempde executoeren sullen aenveerden allen hair gereede penningen gereede haire schulden ende actien die zy achter laten
  42. sal gheen uuyt gesscheyden om dair mede hair schulden kerckrechten, legaten, besetselen te betalen hair eerbaerheyt oick daer mede
  43. te bewaeren. Ende wat daer boven over schyeten sal als alle dingen volbracht betaelt ende uuytgereyckt sullen wesen. Ende oick
  44. alle hair ander erff gueden in drye deelen oick gedeylt te wordden voir deen dorde gedeelt der fabrycken van Sint Jan voirscreven
  45. danderde dorde gedeelt hairen nagenoempde geinstitueerde erfgenamen ende voirtdorde gedeelt hair mans erfgenamen ten wair
  46. saicke zy in toecomenden tyden daer anders af disponeerden welcke persoenen naevolgende zy institueert te wesende haer erffgenaemen
  47. ... Peter Aert Hellinx soen haerden suster zoen tot Schijndel wonende, Lysken
  48. dochter Aert Wouters haerder suster dochter tot Worcum woenende, die kynderen van Pauwels Aert Wouters zoen, staende in haers vaders stadt
  49. die kynderen van Geertruytde Aert Wouters dochtere, oick staende in hair ouders stadt. Ende Adriaen Fredericx tot Boextel om het dorde gedeelt
  50. van haeren gueden nyet ewech gemaict wesende in vyf deelen gepart ende gedeylt te wordden. Ende oft ennige vanden selven haeren
  51. geinstitueerde erfgenamen aflivich wordden eer dese successie aen quame achter latende wittige gebuerte die selve sullen staen in
  52. haer anders stadt die doode handt te deijlende metter levender. Item heeft geprotesteert oft haer beliefden nae datum van desen testamenten
  53. yet te laten schrijven noch aengaende eenige pie legaten off besestselen ende tselve waer by twee poirters van deser stadt onderteijkent
  54. tselve behelt sy oick vander selver machte oft hier in dit testament bescreven waere om by haeren nagenoempde executoeren uuyt gereyckt
  55. te wordden. Ende off int testament by tyden van hairen man gemaict ende dit tegenwoirdich testament ennige altercacie van
  56. duysternisse quemen dat by haeren executoeren verclaert te wordden waermede elck te vreeden sal moeten wesen sub pena privationis
  57. suorum bonorum. Item ... testatrix heeft gestelt, gecoren gedeputeert ... tot haeren executoeren ...
  58. Willem Pynappel, meester Goessen vanden Steegen, kerckmeesters der voirscreven fabrycke ende meester Henrick Loekeman, priester, benefciaet
  59. van Sint-Jans, gevende hen ende elcx van hen by sundere vrij volcomen macht ... oever all haer gueden
  60. reporterende dye geheelyck in hennen handen te vercopen, te vesten, ten eynde ... besettende elcker van haeren executoeren voir hen moeyten ende
  61. arbeyt eens drie ca. gulden. Gheeft oick haeren executoeren macht dit haer testament te defenderen voir allen richteren geestelyck off
  62. weerlyck op die gueden totter executie behoerende. Ende off daer yemant waer van haeren geinstitueerden vergende erfgenamen legatarissen
  63. of ander vrienden soe wie hy waer die tegen dit testament ende haeren lesten wille soude willen doen directelyck of indirectelyck ende
  64. haeren-executoeren ennige molestatie aen dede den selven alsoe doende beset zij voer alle zyn recht ende actie enen oude groten eens
  65. off die weerde in dyen hy geheyst wordt sluytende den selven dar mede uyt. Ende des wederspennige gedeelt sullen haer executoeren
  66. amployeren ende geven ter plaetsen daert hen believen sal ...
  67. aldus geschyet ... binnen Sint Janskerck inden choerken van
  68. van Sint-Lambert by die fonte staende ... daer by aen ende over waeren Eerbaeren
  69. heeren heer Jan Ghysbers ende heer Philips Servaessen Vogels, priesteren, beneficiaten binnen der selver kercken voirscreven
  70. getuygen ...
  71. Et ego Gerardus Gerardi Mathie de Loeken, clericus Leodiensis diocesis ... notarius ...
  72. Officialis Leodiensis qua pro parte executorum seu apprehensorum bonorum quondam Elizabeth relicte Theodrici Johannis
  73. de Bladel testatricis prenominate per legitima documenta ob hoc ad manus notarij et srcibe nostri in
  74. ea parte specialiter deputati subsignati exhibita et pro dicta desolutione et satisfactione omnium et singulorum
  75. piorum legatorum prescriptorum sufficienter doctum extitit. Idcirco eosdem executores quo ad pia legata
  76. pretacta de quorum solutione ut prefertur doctum existit a nobis et nostro iudicio licentiandos
  77. duximus et tenere presenti licentiamus. Datum anno XVc decimo septimo mensis julij die decima nona.
  78. Adrianus Preyser pro Lodovico Lodovici
  79. quo ad Licentiam prescriptam notarius.
Dorsaal: niets nieuws.
Nummer: 1827

1545 augustus 11

  1. Wy Scepenen, geswoiren raidts luyden diemen noempt ledige luyden, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende allen die gemeyn stadt van Shertogenbosche doen condt allen luyden dat wy van
  2. wegen ende inden name der selver stadt wittelic ende wael vercoft hebben Aleyden, weduwe Jan Goyartssen, Quen, wedue Martens Boennens, Engelkenen Sampsons wittige huysvrouwe, Adriaens van Eyndoutz,
  3. Aleyden, wedue Henricx vanden Hovel, Thonisken, dochter Henricks Melissen, Marthien huysvrouw Henricx die Heesch ende Catharina dochter Roelofs Zeysemekers tot behoeff vanden wessen licht luchtende
  4. binnen den metalen thuyn voere den Eerwerdigen Heylige Sacrament inder kercken van Sint-Jan ... buyten den hogen coor aldaer eenen jaerlicke ende erffelicke rente van vyff gulden ...
  5. carolus gulden ... ende drie grooten brabants ofte die werde daer voir ...
  6. ende voirden iersten termyn van betalinge in hoichtide van
  7. sinte Laureyns naestcomende ...
  8. Oick eest voirwaerde dat wy
  9. inden name der voirseyde stadt dese voirseyde erfrente altyt alst ons gelieven sall te samen sullen moegen lossen ... elck der voirseyde carolusgulden met 20 ...
  10. carolus gulden ... ende drie grooten brabants ofte die werde selver in anderen goeden gelde
  11. ... ende metter rente vanden jaer der lossinge ...
  12. ende metten achterstellen ...
  13. Soe hebben wy dese lettere besegelt metten grooten gemeynen segel ...
  14. 11 augustus 1545.
Dorsaal:
  1. Numero 86 (Vander Weeghe).
  2. folio 30 Numero.
  3. De Stadt van den Bossche verzegelt ? Goyaerts 5 gulden gereduceerd op 4 gulden, folio 24.
Zegel: licht beschadigd.
N.B.: De akte is zwaar beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1828

1546 januari 27

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo quinto

Heer Walramus de Erpe, zoon van Walramus, ridder, en Johannes Monix, zoon van Johannes Monix junior, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Daniel, zoon van wijlen Willelmus Weygerganck, aan Willelmus, zijn zoon, en aan wijlen Margareta, diens vrouw, dochter van wijlen Gerardus Huberman, beloofd heeft te betalen een erfcijns van 3 karolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis over een jaar uit:
  1. een zeker erfgoed met zijn gebouwen,
  2. een stukje erfgoed achter het zelfde erfgoed in de Hynthamerstraat over de Geerlingbrug tussen het erfgoed van magister Arnoldus Buck, chirurg, aan een zijde en de rest van het erfgoed van Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes Zerys aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Johannes Gheck,
  3. de helft van de tussenwand tussen het eerstgenoemde erfgoed en het overige erfgoed van Johannes vanden Hoevel,
  4. gebruiksrecht van zeker riool daar in dat stukje erfgoed.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1067

1546 april 13

feria tercia post dominicam qua cantatur Iudica, anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo quinto

Heer Walramus de Erpe, ridder, zoon van Walramus, en Henricus de Eyndhouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Johannes Marcelissen, aan Willelmus Pynappel, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die kerkfabriek verkocht heeft een erfcijns van 4 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper uit het huis, erf, kamer met zijn grond onder een dak staand met hun rechten en afhankelijke goederen in de straat die vroeger Colperstraet genoemd werd, nu echter de Verwerstraet op dê hoek van de Putstraet tussen de Putstraet aan een zijde en het erfgoed van Anna, weduwe van Adrianus, kleermaker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Verwerstraet tot aan het erfgoed van de zusters in Boextel, welke cijns bezwaard is met de volgende verplichtingen:
  1. een grondcijns van ½ stuiver,
  2. een "novenarius" aan de keizer als hertog van Brabant,
  3. een erfcijns van 2 £ aan het convent van de bogarden in Den Bosch,
  4. een erfcijns van 2½ £ aan heer en magister Henricus Fierkens, priester,
  5. een erfcijns van 3 £ aan het ziekenhuis van de arme mannen in de Sint-Jorisstraat bij de brug,
  6. een erfcijns van 6 £ aan magister Jacobus de Tongelro.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen voor een bedrag van 80 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen, behoudens echter dat de verkoper de meesters van het kerkbestuur een half jaar tevoren van deze terugkoop op de hoogte brengt.
Dorsaal:
  1. Balen, Pelgrom, Brecht.
  2. Set te Boeck Jan vanden Meer Peters.
  3. Numero 69 (Vander Weeghe)
  4. fabrica IIII gulden uuijten gulden punt in de Verwerstraet.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1450

1546 mei 25

Willem Pynappel en Heer Walraven van Erpe, Walravens zoen, ridder, schepenen in Tshartogenbossche, oorkonden dat Margriet, weduwe van Jacob van Woestenborch, daartoe gemachtigd door het testament van Jacob, aan Willem van Os ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft een erfcijns van 2 karolusgulden en 5 stuivers uit een huis, erf, hof, 12 lopenzaat land in de parochie Gestel by Oesterwyck op de plaats Aenden Hoevel tussen het Decke straetken aan een zijde en beide einden en Aelbert Appels aan de andere zijde, waarvan de eerstvolgende betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Pasen, welke goederen nog belast zijn met:
  1. een grondcijns van 3½ cijnshoenderen aan Heer Jan van Brecht, ridder,
  2. een erfpacht van 2 mud rogge, Gestelse maat, aan het O.L.V.-altaar aldaar.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Margriet deze cijns altijd zal mogen aflossen met een bedrag van 36 karolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1068

1546 november 11

Bernt, Diercs soen, Jan, Aerts soen, Peter, Jans soen, Willem, Hanricks soen, schepenen in Lith, oorkonden dat Rut, Hanricks soen, de smid zijn testament gemaakt heeft voor Heer Marten, Aerts soen, en de bovengenoemde schepenen, waarin hij onder andere het volgende bepaald heeft:
  1. Hij heeft vermaakt aan Sunte Lambrecht, zijn patroen tot Luydick, een stuiver.
  2. Hij heeft vermaakt aan de priester en de koster elk een maal een stuiver.
  3. Alle goederen die Rut van zijn ouders gekregen heeft en vier hont land die Rut gekocht heeft vermaakt hij aan zijn kinderen uit zijn eerste en tweede huwelijk, die hij bij Elysabeth verwekt heeft. Indien de kinderen uit dat eerste huwelijk dit niet accepteren vermaakt hij de kinderen uit zijn tweede huwelijk 4½ hont land in de parochie Kessel in Joffer Helligen Hove.
  4. Hij heeft vermaakt aan zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk ½ morgen land in de parochie Littoeijen, genaamd In Die Eesbergen.
  5. Hij heeft vermaakt aan Lysken, zijn vrouw, 4 hont land Op Die Lyttoeijeren Ackeren, waarover zij vrij kan beschikken.
  6. Hij heeft vermaakt aan de kinderen uit zijn eerste huwelijk 4 runderen, 3 vaarzen en 1 os.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1451

1546 november 11

Wy Bernt Diercxes Jan Aertss Peter Janss Willem Hanrickss Lambert Huijghenss ende Peter Lamhertss, scepen in Lith, tuijgen, dat voer ons is Rut Hanrickss de smit ende was kennende met goeden redenen ende syn verstant vael hebbende ende heeft gemackt met vryen ville ende consent syn testament ende uterste willen voer mij heer Marten Aertss ende die scepen voerde in tegenvuerdicheit des heiligen Sacraments Soe mackt hij inden iersten Godt almechtich syn siel ende Manen syn lief moeder ende alle lieve Goets heiligen tot enen vermeerderingen des ryck Goets. Item noch mackt hij sintte Lambrecht sijnen, patroen tot Luydick enen stuver eens toe geven ende noch priester ende coster elck enen stuver eens toe geven. Item noch al sulliken goet als Rutten aen gecommen is van sijnen auders ende noch vier hont landts die Rut voerss. noch gecoft heeft die mackt hij den voerkynderen ende den naekynderen die hy by Elysabeth verweckt heeft tesamen toe deijlen. Item indieen dat die voerkynderen dat niet wollyghen ende willen ende den naekynderen onttrecken ende ongebruyck maken, soe mackt dess voerss Rut den naekynderen vierdalf hont lants geleegen inder prochien van Kessel in joffer hellige st hove. Ite noch mackt hy den voerkynderen enen halven mergem lants geleegen in die prochien van Littoeijen in die Eesbergen. Item noch mackt hij Lysken syn huysvrau vier hont lants geleegen op die Lyttoeijener ackeren hoeren wryen wille daer mede te doen. Item noch mack hij den voerkynderen vier runder drie wersen ende enen oss. Item noch maect hy den voerkynderen een half hoet haveren eens. Mede soe gelovende Rut ende affirmerende dit maken wael vast ende sta dich toe halden nae sijnen uterste leste ende beeste wille ende daer gheen tegenseggen te doehe van iemanden van sijnre wegen end altit in testamenteliker formen nae te wilgen ende wolcommeliken gehannen sal vonden den ewygen dagen toe sonder alle argelist buten gescloten. Gegeven onder den zegel ons gemyn scependoms van Lith int jaer ons Heeren dusent vyfhondert sees ende weertich den elfsten dach daer maent noveber.
S(igillum) scabinorum de Litto.
Nummer: 1451

1546 december 8

Jan de Pass, drossaet tot Meghen, stadthelder vanden leenen der greefelicheyt Meghen, oorkondt dat Baudewijn, zoon van wijlen Willem Pijnappel, na de dood van Goyaert, Symons soen, als provisoer der Sint-Jan, ten gunste van de kerkfabriek ontvangen heeft een volle leen, houdende van van de grafelijkheid Meghen, te weten 40 mud rogge uit de tienden genaamd Theede in de parochie Ghestel bij Gemonde en dat Baudewijn hulde heeft gebracht aan de graaf van Meghen als zijn leenheer. Met als getuigen mannen van leen van dit graafschap Henrick van Gendt, Roeloff, Gerits soen, en Jan, Henricx zoen.
Zegels: 1e zegel (in rode was) en 2e, 3e en 4e zegel licht beschadigd.
Nummer: 1452

1547 juni 28

Scepenen en raidt van de stad Lyer oorkonden dat Lysbet van Zwaervelt, dochter van wijlen Franchoys, met Franchoyse Strypen, haar man, voor hen verschenen is en aan Hendrick Moens, haar neef, volmacht heeft gegeven om namens haar voor schout en schepenen in Tshertogenbossche te verschijnen en daar kwijtschelding te doen van een kwitantie aan Willem Pynappell en meester Cornelis de Luw, executeurs van het testament van wijlen meester Jan van Zwaervelt, appotecaris, haar oom, en van al het gene dat deze nalatenschap betrof.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1453

1547 juni 28

  1. Wy Scepenen ende Raidt vander stadt van Lyer, maken condt dat voere ons comen is Lysbeth van Zwaervelt, wijlen
  2. Franchoys, wettige dochtere met Franchoys hueren man ...
  3. ende heeft geconstitueert ende volcomen bevel gegeven met desen Hendricke Moens, hueren behouden neve omme
  4. van hueren wegen ende in hueren name is comparerende voere den heere Schoutet ende scepenen inder stadt van Tshertogen-
  5. bossche oft voere de ghene daer ende alsoe dat aldaer behoirt ende aldaer behoirlycken quytschuldinge te doene quitantie te
  6. gevene ... Willeme Pynappell ende meester Cornelis de Luw, beyde executeurs vanden testamente
  7. ... van wylen meester Janne van Zwaervelt appotecaris ... hueren oom zynde geweest
  8. van allen der administratien bevynde ende hanteringen by hen als executeurs voirseyde gehadt van allen den achter-
  9. gelaten havelycken ende erffelycken goederen ... Ende oic om hen quyt
  10. scildinge te doene van alle hueren successien van haven ende erven ...
  11. Ende voirts om in desen tot verdeele der executueren voirs. al te doende
  12. dat zy constituante selver altyt present zynde soude mogen doen al waere de sake speciaelderen last ende bevel
  13. heysschende dan hiermede ennichsins is geexprimeert ende vercleert ...
  14. der stadtsegel ...
  15. 28 junio 1547.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1453

1548 januari 21

Reyner Michielensen en Jan Cornelyssen, schepenen in Nieuwen Cuijck, oorkonden dat Ghijbert Ghijsbertssen, als man van Katelyn, dochter van Jan Schut, aan Lenaert Willem Oomssen overgedragen heeft een jaarcijns van 2 karolusgulden uit een huis, hofstad, hof en een stuk land dat daarbij ligt.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1069

1548 januari 21

  1. Wij Reijner Michielenssoen ende Jan Cornelyssoen, scepenen in Nyeuwen Cuijck, tuijgen onder onsser
  2. zegel ons scependoms dat voir ons gestaen is Ghijsbert Ghijsbertssoen als man
  3. Katelyn Jan Schuts dochter ende heeft ... opgedragen ...
  4. een jaerlixe rente van twe karolusgulden tsiaers welcke ...
  5. op enen uut huijs, hostadt, hof, schuere ende sekere landt dair bij liggende ...
  6. dair verteech Ghijsbert Ghijsbertssoen also wittelyken op tot behoef Lenart Willem
  7. Oomssoen synen vrijen wil dair mede te doen ende Ghijsbert geloofde hem geen recht dair
  8. meer aen te behouden mede geloefde Ghijsbert dit eertijen dit overgeven ende opdragen
  9. ... geschiet int jaer ons
  10. Heeren duijsent vijfhondert XLVIII, den XXI januarij.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1069

1548 april 23

op sinte Genys dach

Peter, Jans soen, Bernt, Diercx soen, Willem, Hanricks soen, Jan, Arts soen, Lambert, Huyghens soen, en Peter, Lamberts soen, schepenen in Groot Lith, oorkonden dat heer Jan, Hanricks soen, voor hen verschenen is en heeft geruild met de weduwe Elysabeth van Rut, die smid, die een zoon was van Hanrick, Jacobs soen, een huis en hof in de parochie Groot Lith Aen Die Honef Vijck tussen het erfgoed van de weduwe van Hanrick Lamberts, Jaxken genaamd en de gemeijnen wech, en zich uitstrekkend vanaf de straat tot aan het erfgoed van voornoemde Jacop en dat heer Jan, Hanrichs soen, heeft ten gunste van Elysabeth plechtig afstand gedaan van dit huis en hostat en Elysabeth heeft aan heer Jan op dat huis gegeven een £ en de opbrengst van het land. Deze ruil is bezwaard met:
  1. de accijns aan de heren van Sint Lambrechs te Luydick,
  2. de de commer binnen landts die daar van rechtswege bij hoort.
Zegel: 2 fragmenten.
Nummer: 1070

1548 november 29

Franciscus Bogaert en Bartholomeus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Stephanus, zoon van wijlen Stephanus Goidscalcx, aan Mathias Stooters, zoon van wijlen Lambertus Stooters, heeft overgedragen een erfcijns van 3 carolus gulden en 12 stuvers, uit een zeker stuk hooiland in de parochie Oirschot op de plaats Die Scheeck tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Petrus Zichmans aan een zijde en en het erfgoed van het vrouwenziekenhuis in Sint-Oedenrode aan de andere zijde, welke cijns Cornelius, zoon van Adrianus vanden Venne, als wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van Stephanus, Stephanus verschuldigd was.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1071

1548 december 19

Willelmus Pynappel en Hermannus de Daventria, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Henricus, zoon van wijlen Wolterus, zoon van wijlen Johannes Wouterssen, aan Arnoldus Coenrardi Vesalien overgedragen heeft zijn derde deel in de helft van een erfcijns van 20½ £, welke gehele cijns Willelmus, zoon van Willelmus Verwyst, verschuldigd is uit een huis, erf, hof en aangrenzend achterhuis op het einde van de Hynthamerstraat bij de Sint-Anthoniuskapel tussen het erfgoed van Henricus, gewoonlijk genoemd Inde Reyse, aan een zijde en het erfgoed van die kapel aan de andere zijde, welke gehele cijns Henricus, zoon van wijlen Wolterus Johannis Wolteri, aan zijn vader overgedragen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1072

1549 januari 11

  1. ... dat inden jaire desselfs ons Heeren
  2. duysent vyfhondert negen ende veertich ... der maent januarij
  3. opten elfsten dach ...
  4. is gecompareert die eerbaere maeght Beelken wittighe dochtere wilneer Gerarts
  5. van Empel, bourgeresse der stadt van Shertogen Bosch, ...
  6. gemaict ... geordineert ...
  7. hair testament ...
  8. casseert, ... alle andere testamenten ...
  9. uuytgenoemen dat zy
  10. van weerden helt het gheene dwelck zy tot Huesden int cloester gemaict heeft tot behoeff van Jenneken,
  11. hair nichte, wittige dochtere Leonart Peterssen, hairs neven, ...
  12. beset der hooft-
  13. kercken van sinte Lambert tot Luijdick ende Sint-Jan Evangelist Shertogen Bosch elckx twee stuvers eens.
  14. Voirt aen onder sekere andere goedertieren legaten besetselen ende beveelen in hairen principalen testa-
  15. mente begreepen volgen aldusdanigen clausule. ITEM ende om hair testament tot eenen goeden eijnde
  16. te brengen heeft ... gestelt tot hairen executoeren ende truheuderen ...
  17. den religiosen bruer Jorissen vanden Poel, pater int suster cloester tot Huesden ende
  18. Henricken Willemssen ende elcken van hen bysundere absent als present reporterende allen hair gueden
  19. in hennen handen gheevende den selven ... volcomen macht ...
  20. allen hair gueden die sij achter laten sal tanverden heffen handelen ende nijemant
  21. anders sonder hennen consent om alle het gheene dwelck zij in dit hair testament ewech
  22. gemaict heeft ende oick het gheene dat zy tot Huesden int cloester int hairder zieckten ge-
  23. maict heeft Jenneken, hair nichten aengaende dit tsamen daer mede te volbrenghen
  24. ende voldoen nae haider begheerten ende voirts ghevende haire voirseyde executoeren macht
  25. allen hair ander erff gueden soe renthen chynsen, lant, zant, huysraet, geen guede uuyt-
  26. gescheiden die sy niet ewech en heeft gemaickt te vercoepen, supporteren ...
  27. Dese dungen zyn gedaen ten woenhuijsse der
  28. voirseyde testateuresse staende Shertogen Bosch inde aude Gasten strate ...
  29. daer bij aen en over waeren ...
  30. Aert die Vries ende Jan Cornelissen, cleermaicker, porteren deser voirseyde stadt als getuijgen ...
  31. Et ego Henricus Loekeman de Buscoducis, clericus Leodiensis diocesis ...
  32. notarius ...
Dorsaal: geen aantekening.
Nummer: 1695

1549 april 16

  1. Jacobus et Hadewigis, eius soror, liberi quondam Everardi, filij quondam Jacobi de Arckel, Jacobus, filius Nijcolai de Delft, tamquam maritus ...
  2. legittimus ... Katharine ... et Theodericus, filius quondam magistri Ewaldi Mallants, tamquam maritus ... legitimus
  3. Aleydis ... filiarum dicti quondam Everardi, filij quondam Jacobi de Arkel ...
  4. tam pro se ipsis quam pro Stephano, filio ... dicti quondam Everardi, filij dicti quondam
  5. Jacobi de Arkel, pro quo se fortes fecerunt, domurn et aream ... in vico Hinthamensi inter her. Arnoldi
  6. Neysen, filij quondam Wolteri, quodam transitu seu via interiacente e.u.l. et inter her. Marie, relicte ...
  7. Herberti Happen, aurifabri, et eius liberorum e.a.l. salvo unicuique suo iure in muris domus predicte salvo
  8. etiam Godefrido, filio quondam Mathie de Ekart, aurifabro, quadam via ibidem protensa a dicto vico usque ad her.
  9. seu domum posteriorem eiusdem Godefridi retro domum predictum. Insuper ius utendi dicta via atque cum iure viandi
  10. ad quendam puteum ibidem ... retro domum predictum simul cum iure utendi dicto similiter Godefrido predicto
  11. seu possessori pro tempore posterioris hereditatis predicti. Quam domum et aream cum iuribus predictis dictus
  12. quondam Everardus, filius quondam Jacobi de Arkel erga Johannem et Elisabeth, liberos quondam Arnoldi, filij quondam
  13. Johannis Goeseenszoen et Willelmum, filium, quondam Willelmi de Eymbrica, maritum ... leg. Margarete ...
  14. filie dicti quondam Arnoldi, filij quondam Johannis Goessenszoen, acquisierat, ...
  15. Et que quidem premissa pronunc domus, area hereditas, vacua ... ledighe plaetsken
  16. et domus posterior, eius fundus, esse dinoscuntur et cum suis iuribus predictis ... ibidem inter her. Jacobi
  17. van Hoove, relicti ... Margareta ... filie dicti quondam Arnoldi Neysen et eius liberorum, dicto transitu
  18. interiacentem e.u.l. et inter her. Adriani, filij quondam Zegeri Eliassen, e.a.l. et tendunt a communi vico
  19. Hinthamensi ad her. Bartholdi vander Voort ... leg. et her. supportaverunt Goeswino, filio
  20. quondam Willelmi de Jabeeck ... atque cum toto iure ipsis et
  21. dicto Stephano ...
  22. deponent omnino excepto h. redimibili c.
  23. 25 florenorum renensium heredibus quondam Stephani, filij quondam Lamberti de Cuylenborch ...
  24. quem quidem censum iamdictum dictus Goeswinus elapso festo Nat. B.
  25. J.B. proxime futuro extunc deinceps annautim ex premissis dabit, solvet ...
  26. Testes ... scabini in Buscoducis Franciscus Booghart et Godefridus de Vechel. Datum
  27. decima sexta die mensis aprilis ante festum Pasche, anno D. millesimo quingentesimo quadragesimo octavo.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1454

1549 mei 15

Willelmus Pynappel en Paulus Raessen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Daniel, zoon van Anthonius, Ghisberts soen, aan Henricus de Stiphout en Sebastianus, zoon van Johannes, Dirics soen, als meesters van de fabriek van de Sint-Jacopskapel, ten gunste van 28 preken die elk jaar in die kapel gehouden moeten worden verkocht heeft een erfcijns van 10 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van een jaar uit een huis en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen, genoemd Inde Gulden Croen op de Markt tussen het erfgoed van Lambertus de Oerle aan een zijde en het erfgoed van Johannes, Lenarts soen, de Geffen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Markt en de openbare weg tot aan het erfgoed van Johanns Ysebrants, welk erfgoed is belast met:
  1. de grondcijns van 2 stuivers min 1 oirt aan de keizer als hertog van Brabant,
  2. een erfcijns van 14 £ aan de scholasterij in Oirschot,
  3. een erfcijns van 1 £ aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  4. een erfcijns van 8 £ aan de Sint-Jacopskapel,
  5. een erfcijns van 27½ gulden aan Theodericus, Goyaerts soen,
die daar eerder uit betaald moesten. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag van 200 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen maar hij moet deze terugkoop 3 maanden van te voren aan de meesters van de fabriek aankondigen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 1073

1549 september 11

Hermannus de Daventria en Bartholomeus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van Daniel, zoon van wijlen Willelmus Weygerganck en wijlen Margareta, diens echtgenote, dochter van wijlen Gerardus Huberman, aan Florentius, zoon van wijlen Florentius die Cort, heeft overgedragen een erfcijns van 3 karolusgulden, welke cijns Daniel, aan Willelmus, zijn zoon verschuldigd was uit:
  1. een zeker erfgoed met zijn gebouwen,
  2. een stukje erfgoed achter dat erfgoed in de Hynthamerstraat over de Geerlingsbrug tussen het erfgoed van magister Arnoldus Buck, chirurg, aan een zijde en het erfgoed van Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes Zerys aan de andere zijde,
  3. de helft van de tussenwand tussen het eerstgenoemde erfgoed en de rest van het erfgoed van Johannes vanden Hoevel,
  4. gebruiksrecht van een riool daar op dat stukje erfgoed.
De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat het recht op terugkoop van deze erfcijns onverlet blijft.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1074

1549 november 27

Henrick Kuijst, Gerarts soen, en Willem die Borchgreve, schepenen in Shertoigenbosch, oorkonden dat Aerdt, zoon van wijlen Jan, Thomaes soen, als man van Agnees, dochter van wijlen Aelbert Ketheler, heeft verkocht aan Jan die Wolff, als kerkmeester van de Sint-Jan, ten gunste van het convent der kruisbroederen in Den Bosch een erfcijns van 11 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eesrstvolgende feest van Sint-Andreas over een jaar uit een huis, erf, hof en achterhuis op de plaats After die Mandemekers, genaamd Het Roethuijs tussen het erfgoed van Heer Cornelyssens die Raet aan een zijde en het erfgoed van de weduwe van Goessen vanden Ghever en haar kinderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de stadswal, welk erfgoed belast is met verscheidene cijnzen tot een totaal van 16 £ aan (niet gespecificeerde) personen. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de procurator van de voornoemde cijns elk jaar zal uitreiken 15 stuivers en nog eens 5 stuivers aan de oudste wasmeester van het Sint-Joostaltaar in die kerk. Ook is bepaald dat de verkoper deze cijns altijd zal mogen terugkopen met een bedrag ineens van 200 carolusgulden, de cijns van dat jaar en de achterstallige bedragen, maar hij zal deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Dorsaal:
  1. Transport ende contract blijct in libro Achelen secretaris in date den 19 maij 1553, in Libro Achel LII beginnende wij Borchgreff ende Bartholomeus Loeff. (Vander Weeghe)
  2. Nu Die Carthouwe.
  3. numero 32, folio 32.
  4. Lecta 8 novembris ? van ?
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1696

1549 november 27

  1. Aerdt soon wylen Jans Thomaessen als man ende momboir ... van Agnees ... dochter van wijlen Willems Aelberts Ketherler, heeft
  2. ... vercoft Jannen die Wolf, als kerckmeester van Sint Jans ... tot behoeff
  3. des convents vanden cruijsbruederen binnen der voirseyde stadt eenen jaerlycken ende erffelycken chijns van 11 gouden carolus gulden ...
  4. ende voorden ijersten termijn ... vanden hoichtyde van Sint-Andries apostels
  5. naistcomende over 1 jair ... uijt huijs, erve, hoff ende afterhuijs ... ter plaetsen ...
  6. After die Mandemekers genoempt Het Roethuijs tussen erffenisse Heeren Cornelyssens die Raet deen sijde ende tussen erffenisse der weduwe
  7. Goessens vanden Ghever ende hueren kijnderen aen dander sijde, streckende vander gemeijnder straten totter stadt wall toe als hij seechde
  8. geheelicken uuijtgenomen verscheijden chijnsen tot 16 £ ...
  9. verscheijden persoonen ...
  10. onder conditien dat die procuratoir ten tyde nu ende namaels ... vanden voirseyde chijns ... alle jaire
  11. uutreijcken ... den kerckmeesters der kercke van kerkcke van Sint-Jans 15 stuvers ende noch 5 stuvers den alste
  12. wasmeesters des altaers van Sint-Jooste inder kercke voirseyde. Oick ... dat die vercooper desen chijns ...
  13. altijt ... sal moigen lossen ... tsamen ende tenemael metter sommen van 200 carolus gulden ...
  14. Ende metten jairchyns ende achterstellen ten tyde der lossinge ...
  15. behoudelicken dies dat die vercooper ... sculdich syn sall den loss ... een halve jaer te vorens op te seggen ...
  16. Getuijgen wairen ... Sscepenen in Shertoigenbosch, Henrick Kuijst Gerartssen ende Willem die Borchgreve.
  17. 27 nov. 1549.
Dorsaal:
  1. Transport ende contract blijct in libro Achelen, secretaris in date den 19 maij 1553, In Libro Achel LII beginnende wij Borchgreff ende Bartholomeus Loeff. (Vander Weeghe)
  2. Nu Die Carthouwe,
  3. numero 32, folio 32.
Nummer: 1696