1469 mei 7

des sonnendaechs nae des Heylichs Cruys dach Inventio

Ott van Driel en Andries Jacobs soin van Veltdriel, schepenen in Driel, oorkonden dat Goisswin Aelberts soin aan Willem van Nyewael Rolofs soin heeft verkocht voor 10 pont de goederen die genoemd worden in de akte waardoor deze akte is getransfigeerd.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is getransfigeerd door een akte van Sander Jacobs soin van Veltdriel en Henrick Brants soin, schepenen in Driel, gedateerd op 1468 april 6.
Nummer: 0708

1469 juni 28

Johannes de Arkel en Ghyselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Everardus de Boechout als wettig echtgenoot van Aleydis, weduwe van Ghyselbertus Brenthens en Aleydis, aan Katherina dochter van wijlen Ghyselbertus Brenthens, overgedragen heeft het vruchtgebruik in de helft van een erfcijns van 30 schelling, welke cijns Daniel vanden Loeck verschuldigd was aan Ghyselbertus en Johannes Sanders, broers, kinderen van wijlen Johannes Brenthens, uit een stuk land in de parochie Orthen tussen het erfgoed van Johannes Brenthens aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Neve aan de andere zijde, welk stuk land Daniel van Ghyselbertus en Johannes voor de genoemde cijns en verscheidene andere lasten verkregen had.
Dorsaal: Martinus de Amstel filius Henrici.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 0709

1469 juni 28

Johannes de Arkel, zoon van Petrus, en Ghyselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Everardus de Boechout, als wettige man van Aleydis, weduwe van Ghyselbertus Brenthens, en Aleydis aan Katherina, dochter van wijlen Ghyselbertus Brenthens, overgedragen had het vruchtgebruik van Aleydis in de helft van een erfcijns van 30 schelling, welke cijns Daniel vanden Loeck verschuldigd was aan Ghyselbertus en Johannes, broers, kinderen van wijlen Johannes, uit een stuk land in de parochie Orthen tussen het erfgoed van Johannes Brenthens aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Neve aan de andere zijde, welk stuk land Daniel van Ghyselbertus en Johannes voor die cijns en verscheidene andere lasten verkregen had. Katherina is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Martinus de Ampstel, zoon van wijlen Henricus, de helft van die cijns overgedragen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0710

1469 augustus 22

Acta ... in domo inhabitacionis mei ... retro conventum fratrum minorum in oppositum parvi Beginagii supra Dyesam

Notaris Franco de Langhel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Theodericus die Velkeneer, zoon van wijlen Symon die Velkeneer, anders genoemd de Dynther "die spelmeker", burger van de stad Den Bosch en Geertrudis, zijn wettige vrouw, die het volgende bepaald hebben:
  1. Zij hebben vermaakt aan de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 x na hun beider dood 1 stuiver.
  2. Zij hebben vermaakt aan de kerkfabriek van de Sint-Jan 1 maal 1 stuiver en een zilveren kist die na hun beider dood uitbetaald en overhandigd moeten worden.
  3. Zij hebben vermaakt aan ieder van de kapelaans van die kerk 1 maal 1 stuiver en ieder van de kosters 1 maal stuiver.
  4. Geertrudis heeft met toestemming van Theodericus vermaakt na hun beider dood aan de kerkfabriek van de Sint-Jan en de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch ieder de helft van een erfcijns van 7 £ uit het huis en erf waarin Theodericus die Cuyper woont in dat Coerenstraetken.
Met als getuigen: Henricus de Heldesem en Arnoldus de Zambeeck, "spelmeker", leken, burgers en Sanderus Pyeck, clericus de Batenborch, inwoner van de stad Den Bosch.
Dorsaal:
  1. Testament Dirckx Simons die Valkeneer et sue uxor van III½ £ payment in die Corenstraet, folio LVII (Van Uden),
  2. Cleyn Corenstraet, Cleyn Arck Noe, de helft van VII pont, de helft van VII pont, III½ pont,
  3. Numero 16 (Vander Weeghe),
  4. Folio 16 verso,
  5. Folio 27 verso.
Nummer: 1598

1469 oktober 19

Goeswinus vanden Hezeacker en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta Lambrechs, moeder-overste, Agatha Wouters, procuratrix, Weyndelmoedis Goessens en Margareta, dochter van wijlen Johannes Bathensoen, zusters van Orthen, wonend in het Sint-Andrieshuis tegenover het convent van Sint-Clara aan de Hinthamerstraat met de uitdrukkelijke toestemming van heer Petrus de Dinslaken, biechtvader van dit huis, aan Luytgardis, weduwe van Tyelmannus Pieckevet, overgedragen hebben een erfcijns van 6 £, welke Johannes de Mynghen verschuldigd was aan heer Thomas de Geffen, priester, zoon van wijlen Henricus de Geffen, uit een zekere hofstad in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van Nycolaus de Lyere aan een zijde en het erfgoed van wijlen heer Ghyselbertus de Bakel aan de andere zijde en die zich uitstrekt vanaf de openbare weg tot aan het kerkhof van de Sint-Jan, welke hofstad Johannes de Mynghen van heer Thomas voor die cijns en verscheidene andere lasten, die daaruit eerder betaald moesten worden, verkregen had en welke cijns heer Thomas in zijn testament aan de Zusters van Orthen vermaakt had.
Dorsaal: Vanden VI libras aen die fabryck van Sint-Jan.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0711

1469 december 4

Goeswinus vanden Hezeacker en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus de Hezewyck, zoon van wijlen Theodericus, voor bovengenoemde schepenen opgeëist heeft een gedurende de laatste 3 jaar niet betaalde erfpacht van een ½ mud rogge uit een stuk land, 12 lopenzaat groot, in de parochie Uden op de plaats Boekel in de hoeve "Die Esterste Hoeve", welke pacht Theodericus van Philippus, zijn broer, verkregen had.
Dorsaal: fabrica in Buscoducis.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0712

1469 december 13

Johannes Ghysselen, zoon van Johannes, en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van Denkinus Arts soen, aan Margareta, dochter van wijlen Johannes de Outhoesden, verkocht heeft een erfcijns van 2 rijnsgulden, de helft te betalen op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper en de andere helft op Kerstmis, waarvan de eerste betaling zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper uit een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, samen 14 hont groot, in de parochie Nuwelant op de plaats Die Nuwelantschestraet tussen het erfgoed van Johannes Spierinck, zoon van Emondus, aan een zijde en het erfgoed van Wolterus Emonts soen, Wynandus Jans soen en Johannes Willems soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf Die Nuwelantschestraet tot aan Den Hogenwech. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze cijns onmiddellijk na de dood van Margareta aan de verkoper, als hij nog leeft, en anders aan diens naaste erfgenamen, zal terugvallen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0713

1470 januari 18

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Nycolaus de Berckel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een notariële akte, geinstrumenteerd door notaris Johannes de Ponte, clericus van het bisdom Leodium, gedateerd op 1462 mei 29, gevidimeerd hebben.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop deze oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1597

1470 januari 19

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Engbertus, zoon van wijlen Arnoldus Lambrechs soen, aan Martinus de Amstel, zoon van wijlen Henricus, verkocht heeft een erfcijns van 4 £ uit het huis, erf, hof en achterhuis achter dat huis, erf en hof aan het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Petrus de Stapele aan een zijde en het erfgoed van Bernardus huedemeker aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het water dat daarachter stroomt.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: De akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0714

1470 januari 20

Acta ... in dicto opido de Buscoducis in domo habitacionis ipsius testatricis

Notaris Wilhelmus Spierinck, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert het testament van Catherina, weduwe van Willelmus de Erp, kleermaker, burger van Den Bosch, waarin zij het volgende heeft bepaald:
  1. De natuurlijke en wettige kinderen van Geerlacus, wettige zoon van Willelmus de Erp, zullen meteen na de dood van de erflaatster uit haar woonhuis in de Torenstraat kijgen 28 peters, welke de erflaatster hen gelegateerd heeft.
  2. Wolterus en Heylwigis, wettige kinderen van wijlen Godefridus Bot, zullen in plaats van Heylwig, de zus van hun grootmoeder, delen in de erfenis van alle roerende en onroerende goederen van Catherina.
Met als getuigen: Johannes Blicman, bontwerker, en Thomas Scheenaert, kleermaker, leken.
Dorsaal: Testamentum Katherine, relicta Wilhelmi de Erp, sartoris et II £ eo legavit fabrice.
Nummer: 1311

1470 februari 17

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Rodolphus Dicbier en Nicolaus de Berkel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus, zoon van wijlen Johannes Dorren, wettige weduwnaar van Katherina, dochter van wijlen Johannes Conincs, aan Katherina en Elizabeth, zussen, kinderen van Ghiselbertus en Katherina, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in:
  1. erfpacht van 12 mud rogge uit een erfpacht van 1 mud rogge uit het huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 6 lopenzaat groot, in de parochie Berlikem op de plaats Belver tussen de gemene gronden aan een zijde en het water dat daar stroomt aan de andere zijde, welke pacht van 1 mud rogge Ermgardis, dochter van wijlen Johannes Coninck, van Petrus Monick, zoon van wijlen Petrus Monick, gekocht had,
  2. erfpacht van 4 lopenzaat rogge uit een erfpacht van een ½ mud rogge uit een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 6 vatzaat groot, op de plaats Braecvenne tussen het erfgoed van Rutgerus, zoon van wijlen Henricus Lemkens aan een zijde en het erfgoed van Johannes Willems soen aan de andere zijde, welke pacht van een ½ mud rogge Ermgardis van Jacobus, zoon van wijlen Henricus Meeus soen, en van Johannes, zoon van wijlen Egidius van Ham, verkregen had.
Dorsaal: rector capelle in Middelrode.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0715

1470 februari 17

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Rodolphus Dicbier en Nicolaus de Berckel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina en Elizabeth, zussen, kinderen van wijlen Ghiselbertus, zoon van wijlen Johannes Dorren, aan magister Henricus Appels ten gunste van de rector van de Sint-Maria- en de Corneliuskapel in Myddelrode hadden overgedragen:
  1. een erfpacht van ½ mud rogge uit het huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst op de plaats Belver,
  2. een erfpacht van 4 lopen rogge uit een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst op de plaats Braecvenne.
Johannes, zoon van wijlen Andreas vander Bolst, wettige echtgenoot van Heilwig, dochter van Johannes Coninc, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft ten gunste van die rector afstand gedaan van deze pachten en van elk recht daarop.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0716

1470 april 5

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Nycolaus de Berkel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus de Esche, als wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van wijlen Wolterus Blocman, aan Johannes, zoon van wijlen Wolterus Huben, overgedragen heeft 1 bunder en 20 roeden broek in de parochie Oesterwijck op de plaats Udenhout op de plaats Reyt tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Arnoldus Houtappel aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Langerbeen aan de andere zijde, welke bunder en 20 roeden Theodericus, zoon van wijlen Wolterus Blockman, zoon van wijlen Theodericus Blockman, ten gunste van hem en van Mechteldis, zijn zus, van Wolterus, zijn vader, verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0717

1470 juni 14

Nycolaus de Berkel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Winricus Wijnken Willems, wettige weduwnaar van Elizabet, dochter van wijlen Goeswinus Buck, aan Goeswinus, zoon van Johannes en Elizabet, ten gunste van Winricus en Willelmus, broers, en Gertrudis en Hilla, zusters, kinderen van Johannes en Elizabet, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in een ½ morgen land in de parochie Lyttoyen op de plaats In Eliaes Hoeve tussen het erfgoed van Henricus Harmans aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Gerardus de Beerze aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Wolterus de Broechoven tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Constantinus Steynsken Steynssen.
Dorsaal: Hic deficit littera supportationis Johannes Kennepert.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0719

1470 juni 14

Nycolaus de Berkel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Winricus Wijnken Willems, wettige weduwnaar van Elizabeth, dochter van wijlen Goeswinus Buck, aan Goeswinus, zoon van Johannes en Elizabeth, ten gunste van hem, Winricus en Willelmus, broers, en Gertrudis en Hilla, zussen, kinderen van Johannes en Elizabeth, overgedragen had zijn vruchtgebruik in een ½ morgen land in de parochie Lyttoyen op de plaats In Eliaes Hoeve tussen het erfgoed van Henricus Harmans aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Gerardus de Beerze aan de andere zijde. Goeswinus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes Kanapart, zoon van wijlen Ludovicus, deze ½ morgen overgedragen met als lasten hierop het onderhoud van de Zegedijcken, sluizen, sloten en waterleidingen die op dat stuk land liggen en die er van rechtswege bij horen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0720

1470 juni 25

Nycolaus de Berkel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Nycolaus Coenen, aan Gerardus Huberman, natuurlijke zoon van wijlen Willelmus, verkocht heeft een erfcijns van 2 £ uit het huis en erf in de Torenstraat tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen magister Bernardus de Loen, aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth, dochter van wijlen Arnoldus die Leeuwe, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0721

1470 augustus 8

Acta ... in sacristia dicte ecclesie sancti Johannis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Geertrudis, dochter van wijlen Ghysbertus de Palude, weduwe van Bartholomeus Vos, zoon van wijlen Willelmus Mulier, aan Ghysbertus Haeck en Amelius de Boechem, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, heeft overgedragen:
  1. een erfcijns van 9 £, welke Lambertus Drinchellinc verschuldigd was aan Arnoldus, Jans zoen, de Cromvoert uit het huis, erf en hof met zijn afhankelijke goederen van wijlen Gerardus Vos aan de Vuchterstraat tussen het erfgoed van Johannes Vos aan een zijde en het erfgoed van wijlen Arnoldus Crauwell, later van Katherina, weduwe van Johannes de Vucht, de "Ghewantsnyder" en haar kinderen aan de andere zijde, en uit een zekere hof met zijn gebouwen aan de overzijde van het gemeenschappelijke water aldaar, welke cijns Willelmus Vos, Willems soen, van Arnoldus, Jans soen, van Cromvoert verkregen had,
  2. een erfcijns van 10 £ welke Henricus de Dommelen, zoon van wijlen Henricus de Dommelen, verschuldigd was aan Geertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, en aan Godefridus, zoon van wijlen Johannes Luppen, uit een huis, erf, en hof met zijn verplichtingen, afhankelijke goederen en rechten in het erfgoed van wijlen Johannes Straege naast de Jodenpoort tussen het erfgoed van Arnoldus, zoon van wijlen Godefridus, Jans soen, bakker, aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Petrus de Baesschot, aan de andere zijde,
  3. een erfcijns van 6 £ welke Godefridus, zoon van wijlen Johannes Rusen, verschuldigd was aan Johannes de Beecke, zoon van wijlen Willelmus de Beecke, uit 2 stukken land in de parochie Roesmaelen op de plaats Die Vliedert tussen het erfgoed van Aelbertus, Claes soen, aan een zijde en het erfgoed van de kinderen en erfgenamen van wijlen Willelmus Hels, welke cijns aan Bartholomeus Vos was overgedragen door Johannes de Beecke,
  4. een erfpacht van 1 mud rogge uit een stuk land, Dat Brederot, 1 mudzaat groot, in de parochie Haren op de plaats Belver tussen het erfgoed van Gerardus Coelemans aan een zijde en het erfgoed van Margareta, weduwe van Lambertus de Lucel, en haar kinderen aan de andere zijde, welke erfpacht verkocht was aan Bartholomeus Vos door Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Appels,
  5. de helft van een erfpacht van 1 mud rogge, welke pacht Bernardus, Goessens zoen, wonend in Geffen verschuldigd was uit zijn erfgoederen aldaar,
  6. de helft van een erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere hoeve in de parochie Strype op de plaats Welpschoet tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Arnoldus Heilwigen aan een zijde en het erfgoed van Everardus, zoon van wijlen Lucas Smeets, aan de andere zijde en uit alle afhankelijke goederen van die hoeve, welke pacht Bartholomeus Vos, van Henricus, zoon van wijlen Lucas Smeets, gekocht had,
  7. de helft van een erfpacht van 1 mud rogge, welke pacht Jacobus, zoon van wijlen Willelmus, Deenskens soen, verschuldigd was aan Theodericus die Weker, zoon van wijlen Theodericus die Weker, uit een stuk land, Die Borchacker, in de parochie Bucstel op de plaats Lutterlyemde tussen het erfgoed dat vroeger was van de Heer van Bucstel aan een zijde en de Dommell aan de andere zijde en uit het recht genoemd "een halff pont groet" dat bij dat stuk land hoort op de gemene gronden, welke pacht Bartholomeus Vos van Hubertus, zoon van Paulus, Geverts soen, verkregen had,
  8. de helft van een erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere beemd Strepdonck op de plaats Lennenshoevel, een zekere akker, Die Huysacker, uit een zekere beemd, Die Ryt, welke pacht Willelmus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, van Willelmus vanden Pettelair, zoon van wijlen Willelmus vanden Pettelair, gekocht had,
van welke andere pachten de de helft na het overlijden van Geertrudis vererft aan de erfgenamen van Bartholomeus Vos. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de meesters van de kerkfabriek meteen na de dood van Geertrudis zullen overdragen aan Johannes, zoon van wijlen Bartholomeus Vinckevoert de helft van die cijnzen, de helft van van 1 mud rogge, en de helft van de helft van de overige pachten en Johannes, zover zij kunnen machtiging geven als zij daartoe verzocht worden en ook aan zekere Christianus, zoon van wijlen Johannes, Laureyns soen, 20 peters betalen. Met als getuigen: Henricus de Breede, priester, Nycolaus de Berkel, schepen, en Gerardus de Palude, burgers van de stad Buscoducis.
Dorsaal:
  1. Sadelstraet 10 ponden payments uuyt het Schaep tegen over de groote waghe, mumero 57. (Vander Weeghe)
  2. folio 56.
  3. folio 44 verso.
  4. folio 80.
Nummer: 1599

1470 september 26

Goeswinus vanden Hezeacker en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Luytgardis, weduwe van Tylmannus Pyckevet, aan magister Willelmus de Busco ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 6 £, welke Johannes de Myngen verschuldigd was aan heer Thomas de Geffen, priester, zoon van wijlen Henricus de Geffen, uit een zekere hofstad in de Hijnthamerstraat tussen het erfgoed van Nycolaus de Lyere aan een zijde en het erfgoed van heer Ghiselbertus de Bakel aan de andere zijde, welke cijns Luytgardis van de zusters Margareta Lambrechs, moeder-overste, Agatha Wouters, procuratrix, Weyndelmoedis Goessens en Margareta, dochter van wijlen Johannes Bathensoen, zusters van Orthen van het Sint-Andreashuis tegenover het clarissenklooster aan de Hijnthamerstraat verkregen had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0722

1470 oktober 26

Amelius de Boechem en Johannes Witmery, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus en Zegerus, broers, kinderen van wijlen Egidius, zoon van wijlen Egidius Willems soen, Gerardus Weygerganc, zoon van wijlen Gerardus, wettige echtgenoot van Richmoedis, magister Arnoldus de Os, zoon van Theodericus, chirurg en wettige echtgenoot van Bela, en Henricus vanden Hoevel, zoon van Petrus vanden Hoevel, wettige echtgenoot van Elizabeth, dochters van eerstgenoemde Egidius, aan Franco de Langel ten gunste van Rodolphus, zoon van wijlen Henricus Emonts soen, overgedragen hebben een stuk landbouwgrond, 4 lopenzaat groot, in de parochie Ghestel bij Heerlaer op de plaats Die Hoechstraet tussen het erfgoed van Emondus, zoon van wijlen Henricus Emonts soen, aan een zijde en het erfgoed van Beatrix, weduwe van Egidius Voegels, aan de andere zijde, welk stuk land de eerstgenoemde Egidius van Emondus, zoon van wijlen Henricus Emonts soen, verkregen had.
Dorsaal: (ge it ?) van (ge ?) quaden (a ?).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0723

1471 februari 15

Anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo

Amelius de Boechem en Johannes Witmery, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Yda, weduwe van Reynerus de Vucht, kramer, daartoe gemachtigd door het testament van Reynerus, aan Franco de Langhel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 3 £, welke cijns Arnoldus de Vucht, zoon van wijlen Arnoldus van Vucht, verschuldigd was aan Reynerus uit een zekere hofstad in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Leonius de Erpe en uit het erfgoed van Lambertus Buc, voller, welke hofstad Arnoldus van Vucht van Reynerus de Vucht, als wettige echtgenoot van Yda, voor die cijns en verscheidene andere lasten verkregen had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze cijns onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Dorsaal: Nu kerchof.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0724

1471 maart 8

anno Dornini millesimo quadringentesimo septuagesimo

Gerardus de Vladeracken en Amelius de Boechem, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Theodericus de Heezewyck, aan Franco de Langhel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfpacht van ½ mudzaat rogge met alle achterstallige pachten daaruit, uit een stuk land, 12 lopenzaat groot, in de parochie Uden op de plaats Op Boekel in de hoeve Die Esterste Hoeve tussen het erfgoed van Goeswinus Aerts soen aan een zijde en het erfgoed van Henricus Theeus soen aan de andere zijde, welke pacht de eerstgenoemde Theodericus van Philippus, zoon van wijlen Theodericus de Heezewyck, zijn broer, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze pacht onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0725

1471 april 24

Gerardus de Vladeracken en Willelmus de Ghent, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat de rechter in Buscoducis, namens de hertog van Brabant op verzoek van Henricus, zoon van wijlen Petrus de Hildesem, en van Henricus de Langhe, zoon van wijlen Johannes, de volgende erfgoederen heeft verdeeld:
  1. een stuk weiland binnen de vrijheid van de stad Den Bosch buiten die Bazeldonx poirt vanaf dat gedeelte van het convent van de Porta Celi tussen de Nuwendijc aan een zijde en de Vrouwe Groys Camp en het erfgoed van Gerardus de Meerlair aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf een zekere dijk van Gerardus de Meerlair tot aan het erfgoed van Henricus Gheck,
  2. een zeker stukje beemd, Die Leede, tussen het erfgoed van Henricus de Arkel, de Zusters van Orthen, Marselius de Ekart en Willelmus Donck aan een zijde en de Vrouwe Groys Camp en het erfgoed van Gerardus de Meerlair aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen Henricus Sanders de Os, tot aan het erfgoed van diegenen Vander Merendonck,
door welke deling het voorste deel van dat stuk weiland, namelijk dat deel dat ligt naar de stad toe en zich uitstrekt vanaf die dijk van Gerardus de Meerlaer achterwaarts tot aan de derde en laatste sloot, genoemd "Den Dorden Dweersgrave" in diezelfde wei gelegen samen met de helft van die sloot samen met de verplichting van de helft van een erfcijns van 12 £ aan Jutta, weduwe van Godefridus Brugmans, en haar kinderen, wordt afgestaan. De overige helft of het tweede deel en het achterste deel van die wei, namelijk die helft welke zich uitstrekt vanaf de hiervoor genoemde helft tot aan het erfgoed van die Vander Merendonc samen met de overige helft van die sloot, bovendien dat hele stuk beemd Die Leede met de verplichting om de overige helft van de erfcijns van 12 £ te betalen aan Henricus, zoon van wijlen Petrus de Hildesem, en aan Henricus die Langhe wordt afgestaan. De verdeling heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
  1. Henricus en Henricus zullen voor een helft en Jutta en haar kinderen voor de andere helft zullen die sloot Den Dwers Grave onderhouden.
  2. Beide partijen zullen de helft van die erfcijns van 12 £ betalen.
  3. Als er nog lasten op deze stukken grond gevonden worden zullen ze deze ieder voor de helft dragen.
  4. Om de verdeling gelijk te maken zullen degenen die het eerste stuk krijgen aan de eigenaars van het tweede stuk 10 rijnsgulden betalen binnen het jaar waarop deze akte is opgesteld.
Dorsaal: Dit is van het stuc lant buiten Sint Tonis port genaemt die (Priem ?).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1312

1471 mei 25

Gerardus de Vladeracken en Willelmus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus de Deyl, zoon van wijlen Nicolaus de Deyl en van Margareta, diens vrouw, dochter van wijlen Godefridus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen het vierde deel, het hele deel en alle rechten die hij bezat door de dood van Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, in een erfpacht van 1 mud rogge uit een stuk landbouwgrond, Dat Brederot, 1 mudzaat groot, in de parochie Haren op de plaats Belver tussen het erfgoed van Gerardus Colemans aan een zijde en het erfgoed van Margareta, weduwe van Lambertus de Lucel, en haar kinderen aan de andere zijde, welke pacht Bartholomeus Vos van Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Appels, gekocht had.
Dorsaal:
  1. Haren By Oisterwijck een mud roggen,
  2. Numero 68,
  3. folio 12,
  4. Legger Rogpagten Red. met 5 g(ulden ?)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0726

1471 mei 25

Gerardus de Vladeracken en Willelmus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus de Deyl, zoon van wijlen Nycolaus de Deyl en van Margareta, dochter van wijlen Godefridus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen het vierde deel, alle deel en alle rechten die hij bezat na de dood van Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, in een erfcijns van 6 £, welke cijns Godefridus, zoon van wijlen Johannes Ruzen, verschuldigd was aan Johannes de Beke, zoon van wijlen Wellinus de Beke, uit 2 morgen land in de parochie Roesmalen op de plaats Die Vlyedert tussen het erfgoed van Aelbertus Claes soen aan een zijde en het erfgoed van de kinderen en erfgenamen van wijlen Willelmus Hels aan de andere zijde, welke cijns Bartholomeus Vos van Johannes de Beke verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0727

1471 mei 25

Gerardus de Vladeracken en Willelmus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus de Deyl, zoon van wijlen Nycolaus de Deyl en van wijlen Margareta, dochter van wijlen Godefridus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen het vierde deel, het gehele deel en alle rechten die hij bezat na de dood van Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, zoon van wijlen Willelmus Vos, in een erfcijns van 10 £, welke cijns Henricus de Dommelen verschuldigd was aan Gertrudis en Godefridus, zoon van wijlen Johannes Luppen, uit een huis, erf, hof, afhankelijke goederen en alle rechten in het erfgoed van wijlen Johannes Strage naast de Jodenpoort tussen het erfgoed van Arnoldus, zoon van wijlen Godefridus Jans soen, bakker, aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Petrus de Baesschot, aan de andere zijde, welk huis, erf en hof met zijn afhankelijke goederen en rechten Henricus de Dommelen van Johannes en Luppertus, broers, kinderen van wijlen Theodericus die Leeuwe, voor die cijns en verscheidene andere lasten verkregen had. Op dit vierde deel van de erfcijns rust het vruchtgebruik dat Gertrudis in deze goederen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1313

1471 augustus 13

Johannes Witmery en Gerardus de Eyck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Leonius de Deyl, zoon van Godefridus de Deyl, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen alle roerende en onroerende goederen die hij en Agnes, zijn zus, dochter van Godefridus, door de dood van Willelmus en Bartholomeus Vos, oudere broers, en van wijlen Willelmus en Bartholomeus Vos, broers, kinderen van wijlen Godefridus Lippen, die seyssemeker, geërfd hadden en door de dood van Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, zullen erven.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0728

1471 augustus 15

Acta ... in domo habitacionis dicti domini Gerardi Hyen in vico fullonum

Notaris Goeswinus Pauli, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert het testament van Elizabeth Hughen, dochter van wijlen Andreas Hoernken, begijn in het Groot Begijnhof in Den Bosch, had gemaakt waarin zij had vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert 1 maal 1 oude groot die na haar dood betaald moest worden,
  2. de erflaatster verklaart op een eerder tijstip een fundatie van 2 missen gesticht te hebben, welke gelezen moesten worden door heer Gaerardus Hyen, zijn leven lang op een plaats naar zijn goeddunken en daarvoor in een openbare akte goederen aangewezen te hebben. Zij heeft nu aan die fundatie van 2 missen toegevoegd een erfpacht van 1 mud rogge uit 4 en 5 mud rogge uit zekere goederen en erfgoederen in de parochie Scijndel,
  3. zij heeft aan Henricus Cock, haar neef, (nepos) vermaakt een erfpacht van 1 mud rogge uit die erfpachten van 4 en 5 mud rogge.
Met als getuigen: heer Rumoldus Savelberchs, zoon van wijlen Wolterus Savelberchs, priester in de Sint-Jan, die een eeuwig beneficie heeft, en Rudolphus, zoon van wijlen Amelius, steenhouwer, burgers van die stad.
N.B. Dit extract is opgenomen in een akte van notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, gedateerd op 1473 mei 26.
Nummer: 1795

1471 augustus 19

Willelmus Monix en Gerardus de Eyck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Willelmus Jans soen, aan magister Willelmus de Busco ten gunste van Arnoildus, zoon van wijlen Johannes Arts soen, verkocht heeft een erfcijns van 6 £ uit:
  1. 2 huizen, erven, hoven en 7 kamers die daar achter liggen op het einde van de Hynthamerstraat buiten de Pynappelspoirt tussen het water dat daar stroomt aan een zijde en een einde en het erfgoed van Johannes die Keyser aan de andere zijde, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan de openbare weg,
  2. een zekere hoeve van dezelfde Willelmus in de parochie Hees op de plaats Op Zochel en uit alle rechten en afhankelijke goederen van die hoeve, welke hoeve met die afhankelijke goederen ligt tussen het erfgoed Die Gemeyn Raect aan een zijde en Dat Zochelsche Steeghsken aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes Meeus soen tot aan de gemene gronden van Geffen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0729

1471 oktober 26

Theodericus die Borchgreve en Petrus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius de Uden aan Willelmus Monix verkocht heeft een erfcijns van 6 rijnsgulden, waarvan de 1e helft op Maria-Lichtmis betaald moet worden en de andere helft op het feest van de Zalige Jacobus, apostel, en waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis. Deze cijns wordt geheven uit:
  1. hoeve van de verkoper in de parochie Os op de plaats Op Osser Schayeck,
  2. de helft van de Peymanshoeve in de parochie Goerle die de verkoper nu bezit,
  3. het gehele deel en alle rechten die de verkoper bezit door de dood van Johannes vander Dussen in de andere helft van deze tweede hoeve,
  4. gronden, beemden, weiden en overige afhankelijke goederen van beide hoeven.
Dorsaal: Desen brieff hoort tot de rente van 6.18.0, folio 91 verso.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0730

1472 februari 14

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo

Theodericus die Borchgreve en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Margareta, weduwe van magister Gerardus de Vladeracken, doctor in de rechten, aan Jacobus en Johannes, broers, kinderen van haar en van Gerardus, heeft overgedragen haar vruchtgebruik in de helft van een morgen grond in de parochie Roesmalen op de plaats In Die Vlierde tussen het erfgoed van Vrouwe Demoedis, weduwe van Johannes de Best, en haar kinderen, aan een zijde en het erfgoed van Johannes Pels en het erfgoed van de kinderen van wijlen Theodericus vanden Hoevel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van het huis Ter Eyndonck en de genoemde Johannes Pels tot aan het openbare pad.
Dorsaal: fabrica in Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0731

1472 februari 14

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo

Theodericus die Borchgreve en Johannes Pynappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Margareta, weduwe van magister Gerardus de Vladeracken, doctor in de rechten, aan Jacobus en Johannes, broers, kinderen van haar en Gerardus, had overgedragen haar vruchtgebruik in de helft van een morgen grond in de parochie Roesmalen In Die Vlierde tussen het erfgoed van Vrouwe Demoedis, weduwe van Johannes de Best, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Pels en het erfgoed van de kinderen van wijlen Theodericus vanden Hoevel aan de andere zijde. Jacobus en Johannes zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan magister Henricus Peregrini ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan die helft overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0732

1472 februari 14

anno Domini millesirno quadringentesimo septuagesimo primo

Theodericus die Borchgreve en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus de Best aan magister Henricus Peregrini ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft de helft van een morgen grond in de parochie Roesmalen In Die Vlierde tussen het erfgoed van Vrouwe Demoedis, weduwe van Joahnnes de Best, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Pels en het erfgoed van de kinderen van wijlen Theodericus vanden Hoevel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van het huis Ter Eyendonck en de genoemde Joahnnes Pels tot aan het openbare pad.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0733

1472 februari 26

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo

Petrus Pels en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Reymboldus de Os, zoon van Johannes, aan Petrus van Stapelen, Henricus Stoeck, zoon van wijlen Nycolaus, Hermannus, zoon van wijlen Johannes de Bochoven en aan Johannes vander Aa, timmerman, zoon van wijlen Petrus, overgedragen heeft een huis, erf en hof in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Mechtildis, weduwe van Lambertus de Tephelen, aan een zijde en het erfgoed van Johannes Brenthens aan de andere zijde, welk huis, erf en hof Reymboldus de Os ten gunste van hemzelf en van Godefridus vanden Broeck, zoon van wijlen Godefiridus, van Martinus, zoon van wijlen Petrus Peters soen, verkregen had.
Dorsaal: Item dit is den brief vanden VI cameren die ?
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 0734

1472 april 6

Petrus Pels en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus de Hedel, zoon van wijlen Johannes de Hedel, wettige echtgenoot van Cristina, weduwe van Willelmus Mijs, kleermaker, en Cristina aan magister Willelmus de Busco ten gunste van de fabriek van de Sint-Petruskapel hebben overgedragen:
  1. huis, erf en hof die vroeger van Theodericus Rovers, zoon van wijlen Jacobus Rovers, waren in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Franco Cnoep aan een zijde en het erfgoed van Nycolaus de Beke aan de andere zijde, welk huis, erf en hof Willelmus Mijs van Adam Ghysselen, Johannes de Beerze, bontwerker, Tyelmannus Goyarts soen van Oventken, Arnoldus vanden Steen en Rodolphus de Meerlair, armenmeesters over de Geerlingsbrug, vuerrneesteren genoemd, en als meesters van het Sint-Dympnagasthuis, verkregen had,
  2. een cijns van 2 £ uit dit huis, erf en hof welke Petrus de Hedel, zoon van wijlen Johannes de Hedel, van Margareta Lambrechts, moeder-overste, Agatha, dochter van wijlen Wolterus Meynarts, procuratrix, Weyndelmoedis, dochter van wijlen Zegerus Goeswijns, en Margareta, dochter van wijlen Johannes Bathen soen, zusters van Orthen, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0735

1472 april 20

Adam die Lu en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, Johannes en Emondus, broers, Luytgardis en Heylwigis, zussen, kinderen van wijlen Emondus, zoon van wijlen Gerardus Kyemt, Aleydis, dochter van wijlen Henricus Artz soen en van wijlen Elizabeth, zijn vrouw, dochter van Gerardus Kyemt, Wolterus, zoon van wijlen Egidius Lambrechts soen, wettige echtgenoot van Hillegondis, Reymboldus, zoon van wijlen Ambrosius Goedens soen, wettige echtgenoot van Margareta, namelijk dezelfde Reymboldus, die zowel voor zichzelf als voor Gerardus, zoon van Henricus Artz soen en van Elisabeth, echtgenoten, en Thomas, zoon van wijlen Ghiselbertus Maes soen, zoon van wijlen Ghiselbertus Maes soen, zoon van wijlen Ghiselbertus en van wijlen Margareta, zijn echtgenote, dochter van Gerardus Kyemt, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hebben de helft die zij bezaten in een huis, erf en stukje erfgoed dat daarachter aan het einde aangrenst achter de toren van de Sint-Jan aan een zijde en een einde en het erfgoed van Johannes de Audenhoven aan de andere zijde, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan de openbare weg, belast met de helft van een erfcijns van 6 £ en 10 schelling aan diverse (niet gespecificeerde) personen die op dat hele erfgoed rust. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze helft onderworpen blijft aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0736

1472 september 4

Willelmus de Bochoven en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat de Heren Amelius en Reynerus, broers, kinderen van wijlen Amelius vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel, en Johannes de Ham, wettige echtgenoot van Beatrix, dochter van wijlen Amelius, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen 1 morgen land uit de 1000 morgen land gemene gronden van de stad Den Bosch op de plaats In Die Vliedert tussen het erfgoed van heer Theodericus Snoeck, priester, aan een zijde en het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan de andere zijde, welke morgen wijlen Amelius vanden Hoevel van Jacobus, zoon van wijlen Egidius die Snijder, verkregen had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze morgen onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Dorsaal: 1 morgen lants Roesmalen (Van Uden).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0737

1472 september 4

Willelmus de Bochoven en Johannes Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Heer Amelius en Reynerus, broers, kinderen van Amelius vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel, en Johannes de Ham, wettige echtgenoot van Beatrix, dochter van Amelius, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen de helft van een zekere kamp in de parochie Nuwelant in Die Corthoeven tussen het erfgoed van Godefridus, zoon van wijlen Godefridus de Erpe, aan een zijde en het erfgoed van Ghiselbertus de Spina aan de andere zijde, welke helft Amelius vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus, van Luytgardis, weduwe van Lambertus vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel, broer van Jacobus vanden Hoevel indertijd nog niet geprofest kloosterling van het convent Porta Celi, verkregen had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze helft onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0738

1472 oktober 30

Jacobus de Vladeracken en Godefridus die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat magister Matheus de Rijcartsfoert, doctor in de theologie, prior, en de fraters Arnoldus de Hees en Symon de Oesterhout, conventuelen van het convent der Predikbroeders in Den Bosch, uit naam van dat convent aan Franco de Langel overgedragen hebben ten gunste van:
  1. de kerkfabriek van de Sint-Jan,
  2. de Lieve-Vrouwe-Broederschap in die kerk,
  3. de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  4. het Grootziekengasthuis in Den Bosch,
een erfcijns van 40 schelling uit een huis, erf en hof die vroeger van Johannes Pels, zoon van wijlen Gerardus Pels, waren op de plaats Den Audenhuls, welke cijns wijlen Oda vanden Wege in haar testament aan dat convent vermaakt had.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0739

1472 oktober 31

Arnoldus de Campen en Godefridus die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Laurencius de Andel, wettige echtgenoot van Katherina, dochter van wijlen Nycolaus Vleminx, aan Johannes de Rode, zoon van wijlen Johannes, verkocht heeft een erfcijns van 3 £ uit het huis, erf en hof in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Egidius Knoep aan een zijde en het erfgoed van Marcelius vander Borch aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het openbare water dat daar stroomt.
Dorsaal: ? (Luydick ?).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0740

1473 januari 4

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo

Jacobus de Vladeracken en Godefridus die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hadewigis, weduwe van Johannes Joesten, aan Theodericus vander Elst, zoon van wijlen Theodericus, verkocht heeft een erfcijns van 30 schelling uit het huis, erf en hof Hadewigis in de Verwerstraat tussen het erfgoed van Petrus Jordens soen aan een zijde en het erfgoed van Katherina Keelbrekers aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Elizabeth, weduwe van Johannes die brouwer, en waarvan de eerste betaling zal zijn op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper.
Dorsaal: Set te boeck Symon Bacx als gemechticht vander fabryken Sint Jans inden Bosch expedit (?)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0741

1473 januari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo

Symon de Gheel en Godefridus die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Maren, zoon van wijlen Rodolphus de Haren, aan Ghiselbertus Haeck en Amelius de Boechem ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 1 rijnsgulden, en alle achterstallige bedragen uit die cijns, uit een huis, erf en hof in de parochie Bucstel binnen de bruggen nabij Die Langestraet tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen heer Lambertus de Woenssel, priester, aan een zijde en het erfgoed van Guedeldis, weduwe van Willelmus die Joede, en haar kinderen en het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Boxtel aan de andere zijde, welke cijns Rodolphus van Katharina, weduwe van Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Robbertus die Joede, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze cijns onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0742

1473 januari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo

Godefridus die Lu en Hermannus Coenen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus, zoon van wijlen Godefridus Bott, zoon van wijlen Wolterus, en Willelmus, zoon van wijlen Stephanus Want, steenhouwer, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van Godefridus Bott, Engbertus en Johannes, broers, kinderen van Henricus Keymp, bakker, en Willelmus Nouwen, kleermaker, zoon van wijlen Jacobus, wettige echtgenoot van, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van Henricus Keymp, aan Johannes Keymp, glazenier, natuurlijke zoon van heer Goeswinus Keymp, kanunnik van de Sint-Jan, overgedragen hebben de helft die zij bezaten in een huis en erf dat aan Zebertus, zoon van wijlen Johannes die Grove, en aan Johannes, zoon van wijlen Johannes van Over Aa, toebehoorde in een zeker straatje naast het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Vreza Snoex aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth Bett de Bucstel aan de andere zijde, welk huis en erf Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goeswijns, van Zebertus en Johannes, zoon van wijlen Johannes van Over Aa, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat uit dit stukje erfgoed aan Thomas, zoon van wijlen Willelmus Lanttmeter, een stukje rond, 14 voet lang en 5½ voet breed, voorbehouden blijft welk Thomas van Willelmus eerder verkregen had. Wolterus, Willelmus, Engbertus, Johannes en Willelmus Nouwen hebben aan Johannes Keymp beloofd dat als van rechtswege blijkt dat uit dit hele huis en erf meer betaald moet worden dan een erfcijns van 7 £ (aan niet gespecificeerde personen of instellingen) zij de helft hiervan voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0743

1473 januari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo

Godefridus die Lu en Hermannus Coenen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Gerlacus, zoon van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goessens, aan Johannes Keymp, glazenier, natuurlijke zoon van heer Goeswinus Keymp, kanunnik van de Sint-Jan, overgedragen heeft zijn helft in een huis en erf, die aan Zebertus, zoon van wijlen Johannes die Greve, en Johannes, zoon van wijlen Johannes van Over Aa, toebehoorde in het straatje dat loopt naast het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Vreza Snoex aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth Bett de Bucstel aan de andere zijde, welk huis en erf Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goeswijns, van Zebertus en Johannes, zoon van wijlen Johannes van Over Aa, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat uit dit stukje erfgoed aan Thomas, zoon van wijlen Willelmus Lanttmeter, een stukje grond, 14 voet lang en 5½ voet breed, voorbehouden blijft, welk Thomas eerder van Willelmus verkregen had. Henricus heeft beloofd dat als van rechtswege blijkt dat uit dit huis meer betaald moet worden dan een erfcijns tot een totaal van 7 £ hij hiervan de helft zal betalen. Op deze helft rust een erfcijns (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) van 3 £ die Willelmus daaruit eerder verkocht had.
Zegels: linkerzegel licht bechadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0744

1473 januari 21

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo

Arnoldus de Campen en Godefridus die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Henricus Wouters soen, wettige weduwnaar van Elizabeth, dochter van wijlen Henricus vanden Gasthuys, Henricus, Wolterus en Beynerus, broers, Katherina en Elizabeth, zusters, kinderen van Petrus en Elizabeth, Engbertus, zoon van wijlen Cristianus Engbertus soen, wettige echtgenoot van Beatrix, en Daniel, zoon van wijlen Johannes de Beerlikem, wettige echtgenoot van Yda, dochters van Petrus en Elizabeth, aan magister Henricus Peregrini ten gunste van de rector van de kapel in Middelrode hebben overgedragen 1/5 deel dat aan hen toebehoorde in een stuk land, deels akker, deels wei, 4 lopenzaat groot, in de parochie Beerlikem op de plaats Middelrode tussen het erfgoed van Johannes Spierinck aan een zijde en het erfgoed van de kapel van Middelrode aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van de abt van Berne, belast met de betaling van een kwart wijn aan de kerk van Beerlikem en een erfcijns van 5 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling). De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat dit vijfde deel onderworpen zal zijn van het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Dorsaal: Van 4 lopensaet lants sommige ackerlant, sommige weylLant by het (? s) Gemert.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0745

1473 januari 23

int jaer ons Heren dusent vierhondert tweende tseventich

Scepenen, Geswoeren Raidslude diemen noemt ledige lude, dekenen vanden ambachten een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van Shertogenbosch, oorkonden dat zij aan Berthen Kemerlincs onder nader gespecificeerde voorwaarden verkocht hebben een lijfrente van 18 rijnsgulden.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1794

1473 maart 4

Acta ... in domo habitacionis eiusdem donatoris retro vicum Hinthamensem

Notaris Goswinus de Lyenden, clericus van het bisdom Traiectum, instrumenteert dat Johannes Kanapairt, burger van Buscoducis, voor heer Wilhelmus Spierinck, als openbaar notaris, en voor sommige getuigen een testament had laten maken, waarbij misbruiken zijn ingeslopen en dat hij herroepen heeft. Met als getuigen Theodericus vander Stegen, clericus van het bisdom Colonium, Godefridus, bijgenaamd Witmery, en Remboldus de Oss, burgers van die stad.
Nummer: 1600

1473 maart 4

  1. Quod anno a Nativitate Eiusdem
  2. Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio ... mensis vero martij ...
  3. constitutus
  4. Johannes Kanapairt, opidanus opidi de Buscoducis ...
  5. exposuit et dixit se coram
  6. domino Wilhelmo Spierinck tamquam notario publico et certis personis testibus ad hoc vocatis ... per modum testamenti
  7. ... ad faciendum restitutionem rerum et bonorum per et eum in diversis locis a pluribus personis sibi expo-
  8. nenti nunc inggnitis diversis vicibus et modis varijs fraude et inuste ablatarum quam plura et diversa fecisse et ordinasse
  9. legata et relicta pia locis spiritualibus atque pauperibus in locis pluribus et diversis in quibus fraudatores et iniustas rerum ali-
  10. enarum commiserit ablationes. Atque postmodum a literatis et peritis se instructum iniuste ab eo ablatari rerum absque moram vita sua
  11. se teneri facere retitutionem sibi possibilem. Ea propter pure simpliciter pie et irrevocabihiter donatione inter vivos dicta in remedium
  12. salutem anime sue ad faciendum ... dedit et donavit dictis
  13. locis spiritualibus et pauperibus singulis quibus ut predixit testamentaliter ...
  14. videlicet ... terras, census pactiones et redditus annuos et perpetuos ...
  15. Transferens in
  16. ipsa locum spiritualia et pauperes hininde de ? et actionem sibi donatori in rebus danatis quomodolibet conpetentem nil iuris vel actionis
  17. sibi donatori vel heredibus retinendo dictasque eisdem donatorijs hincinde potestatem plenariam ...
  18. Atque ipsas donationes ex causa ingratitudinis vel pro eo quam summam quingentorum
  19. aureorum excedant aut alia quacumque non revocare nec eis aliquomodo auxilio ve iuris canonici aut civihis contrafacere ...
  20. Acta fue-
  21. runt hec in domo habitacionis eiusdem donatoris retro vicum Hinthamensem ...
  22. Presentibus ibidem ... Theoderico vander Stegen
  23. clerico Coloniensis dyocesis, Godefrido con cognominato Witmery et Remboldo de Oss, opidanis dicti opidi ...
  24. CONSEQUENTER eiusdem anno ... mensis vero aprilis
  25. die decima ...
  26. personaliter constituti
  27. ... Ghijsberto Haeck, magistro ... fabrice parochialis ... ecclesie sancti
  28. Johannis ... ex una necnon Arnolda Johannis Bekensoen, famula domes-
  29. tica Johannis Kanepairt ... ex alia partibus iamdicta Arnolda nomine et ex parte dicti antedicti Johannis Kanepairt pro
  30. adimpletione testamenti ... eiusdem in ea parte qua pie dedit ... antefate fabrice c.a.
  31. et perpetuum 2 scudatorum ex her. ... in Littoyen ... atque dimidium iuger terre in eodem
  32. loco ... iuxta eiusdem testamenti ... tenorem ac pro consummatione donationis pure simpliciter irrevo-
  33. cabilis et pie eiusdem Johannis suprascripte dedit ... prefato Ghysberto ...
  34. Acta ...
  35. hec in camera conputatoria pretacte fabrice apud operarum vulgo dictum die loodse ...
  36. Presentibus ibidem Michaele Bondayel et Egidio Henrici Moens, lapicidis
  37. DEINDE eiusdem anno ... mense ... mensis
  38. vero aprilis die decima sexta ...
  39. personaliter constitutus ... Johannes Kanapairt ... dixit ...
  40. se suprafate Arnoldo, sue famule domestice mandasse et iussisse ... pro adimpletione et ro-
  41. boratione eius testamenti ... legatorumque piorum etiam sibi Arnolde in illo seu illa atque pro consumatione dona-
  42. tionum simplicium purarum et piarum de rebus per eum legatis etiam post idem suum testamentum ... pro resti-
  43. tutione iniuste ablatorum solutione quam debitorum suorum factorum ... litteras, scripturas ...
  44. ad easdem res pie legatas ... traderet ... personis ad quas
  45. illos et illa recipere spectaret et conservare etiam ut ipsa Arnolda reciperet ... litteras sive instrumenta ...
  46. ad legatum ... sibi Arnolde per ipsum Johannem Kanapairt factum ... Ac ideo si eadem Arnolda huiusmodi
  47. sibi mandatum factum executa fuisset rem sibi Johanni gratam fecisset. Quod si ad tradendas et consignandas ex iuribus litteris, cartis
  48. ... huiusmodi restarent aliqua vellet et mandaret illas et illa per eandem Arnoldam dari
  49. consignari et dimitti personis ad quas eas et ea recipere et conservare spectaret atque testamentum ... dona-
  50. tionesque eius pretactas in vita sua adimpleri et consumari pro solutione et restitutione suorum debitorum et iniuste ablatorum
  51. ... Acta ... in domo habitacionis sepedicti Johannis Kanapaert retro
  52. Hintemerstrate ...
  53. Presentibus ... Theodrico connogminato die Hoessche et Mercelio Johannis Symonis. opidanis dicti opidi ...
  54. Et ego Goswinus de Lyenden, clericus Traiectensis diocesis ...
  55. notarius ...
Dorsaal:
  1. pro fabrica ecclesie sancti Johannis in Buscoducis van II aulde scilden en van 1 mergen lants in Litoyen, folio (CXVI ?) (Van Uden),
  2. Litoijen II aude schilden ende een halven mergen lants vercoght anno 1458 (sic !) Numero 32. (Vander Weeghe),
  3. folio 109,
  4. folio 92 verso.
Nummer: 1600

1473 april 12

Acta ... in camera conputatoria pretacte fabrice apud operarum vulgo dictum "die loodse"

Arnolda Johannis, Bekensoen, dienstbode van Johannes Kanapairt heeft namens deze laatste om een belofte uit diens testament te vervullen aan Ghijsbertus Haeck, meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan die fabriek geschonken een erfcijns van 2 schilden uit (niet nader gespecificeerde) erfgoederen in Littoyen en uit een halve morgen grond op dezelfde plaats. Met als getuigen: Michael Bondayel en Egidius Henrici Moens, steenhouwers.
Nummer: 1756

1473 april 12

  1. ... Quod anno a Nativitate Eiusdem
  2. millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio ... mensis marcij die vero secunda ...
  3. personaliter constitutus ...
  4. Johannes ... dictus Kennepaert, filius quondam Ludovici, opidanis opidi de Buscoducis ...
  5. primo ... legavit fabrice sancti
  6. Lamberti Leodiensis unum florenum bavariensium semel post eius obitum ... dandum ... Pretermissis quidem alijs legatis in
  7. integro ... testamento ... asseruit Catherinam, suam uxorem leg.in suo testamento ...
  8. de bonis suis omnibus et singulis ... cum consensu ... dicti Johannis, sui mariti, ibidem propter hoc personaliter
  9. presentum facto seu facta legasse et reliquisse ipso Johanni, suo marito, a. et h.p. 20 modiorum sil. ...
  10. ex omnibus et singulis suis bonis mobilibus et immobilibus ...
  11. ab eodem Johanni, suo marito, statim post obitum ipsius testatricis hab. et poss. ... dans eadem testatrix
  12. dicto Johanni, suo marito, plenam et liberam potestatem supradictam paccionem vendendum, alienandum, supportandum et resignandum ac firmam emptoribus
  13. inde faciendum ac ipsa testatrix in rerum natura existeret contradictione quorumcumque hincinde heredum non obstante prout in quodam publico instrumento
  14. desuper edito et confecto lacius continebatur. In cuiusquidem testamenti ... vigore ipse Johannes testator utendo potestatem ...
  15. inibi sibi attributa pretacta subinxit se vendendisse et alienasse de et ex bonis uxoris sue pretactem valorem 13 modiorum sil.
  16. cum dimidio annorum et perpetuorum dumtaxat. Et quod propterea sibi adhuc superest potestas ... vendendum et alienandum dispocionemque sex et
  17. dimidium modij sil. annuos et perpetuos iuxta tenorem testamenti pretacti. Ac ideo ipse testator utendo amplius potestatem suam huiusmodi Mense
  18. Sancti Spiritus ville de Oirscot ... legavit unum modium sil. h.p. et
  19. mensure prefatorum ... ex omnibus ... bonis quondam sue uxoris pretactis et per rectores Mense Sancti Spiritus
  20. antefatem post obitum ipsius testatoris in die anniversarij ipsius ... pauperibus distrubuendum. Item uiterius utendo potestatem suam
  21. .. ipse testator ... in diversis locis sibi propter lapsum temporis incognitis facit sex legata pia que sequitur primo conventui
  22. carthusiensium in Vucht unum modium sil. ... a. et p. Intem conventui Cruciferorum in Buscoducis
  23. tantumidem. Item Mense Sancti Spiritus in eodem opido de B.D. pro per eum eidem Mense ... Item pauperibus
  24. in fine vici Hinthamensi ... (cuimdem ?) Item fabrice cappelle sancti Jacobi in eodem opido (tuncdem?) Item
  25. fabrice cappelle sanctorum Petri et Pauli apostolorum ... ½ mod. a. et p.
  26. ... legavit ... ad et supra bona sue uxoris ...
  27. Acta sunt in domo habitacionis ipsius testatoris in quodam viculo iuxta vivum Hinthamensem
  28. ... presentibus ibidem ...
  29. Reymboldo de Os, Symone vanden Groten Ecker et Theoderico ... die Hoesch ... opidi de B.D.
  30. opidanis ... DEINDE ... eisdem anno ...
  31. mensis aprilis die duodecima ...
  32. personaliter constitutus suprafatus Johannes Kennepert
  33. testator insistendo ut asserebat testamento ... ac ut illud seu illa adimpleatur
  34. disposuit et ordinavit quod si per quam et quas personam aut personas cuiscumque status, gradus,
  35. ordinis, vel condicionis existat vel existant de facto vel de iure eidem testamento ... in toto
  36. vel in aliqua eius parte contraveniri vel confieri contingat in illum eventum omnes legatarij in integro testamento
  37. ipsius testatoris descripti simul ac communibus suis expensis tenebuntur defensionem et tinctionem eiusdem testamenti ...
  38. subire. Quod si aliquis vel aliqui hulusmodi legatorium talem defensionem ... subire
  39. expensasque ad hoc pro parte aut partibus eum aut eos contingente aut contingentibus contribuere quod absit recusaverit ...
  40. Eo casu huiusmodi recusantem aut recusantes prout casus evenerit ob ad legato aut legatis
  41. pio aut pijs aut eius facto aut factis privavit atque legatario ... huiusmodi dispocioni et ordinacioni
  42. parenti aut parentibus eidem legatum aut eadem legata privacioni subiacens aut subiacentes pie ... legavit. Super
  43. quibus omnibus et singulis ipse Johannes testator ad opus quorum interest seu interesse poterit quovismodo in futurum
  44. ... Acta sunt hec in domo habitacionis ipsius testatoris pretacta. Presentibus
  45. ibidem ... Reymboldo de Os et Theoderico die Hoesch, ...
  46. Et ego Willelmus Spierinck, presbyter Leodiensis diocesis ...
  47. notarius ...
Nummer: 1756

1473 april 16

Acta ... in domo habitacionis Johannis Kanapaert retro Hintemerstrate

Met als getuigen: Theodericus, bijgenaamd die Hoessche en Mercelius Johannis Symonis, burgers van die stad.
Dorsaal:
  1. pro fabrica ecclesie sancti Johannis in Buscoducis van II aulde scilden en van 1 mergen lants in Litoyen, folio (CXVI ?) (Van Uden).
  2. Litoijen II aude schilden ende een halven mergen lants vercoght anno 1458 (sic !) Numero 32 (Vander Weeghe).
  3. folio 109.
  4. folio 92 verso.
Nummer: ?

1473 april 16

  1. ... Quod Anno a Nativitate Eiusdem
  2. millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio ... mesis marcij die ... secunda ...
  3. personaliter ... constitutus ...
  4. Johnnes ... Kennepaert, filius quondam Ludovici, opidanus opidi de Buscoducis ...
  5. primo dedit ... fabrice sancti
  6. Lamberti Leodiensii unum florenum bavariensium post eius obitum per suos executores dandos ... Pretermissis quidem alijs legatis in
  7. integro amplius testatoris testamento ... Johannes testator asseruit Catherinam suam uxorem legitimam in suo testamento ...
  8. de bonis suis omnibus ... et cum consensu ... dicti Johannis ... propter hoc personaliter
  9. predictis facto ... legasse et reliquisse ipso Johanni, suo marito, a. et h.p. vigingti modiorum sil. ...
  10. ex omnibus et singulis bonis mobilibus et immobilibus ...
  11. ab eodem Johanne ... statim post obitum ipsius testatricis hab. eb poss. ... dans eadem testabrix
  12. dicto Johanni ... plenam et liberam pobestatem supradictam pactionem vendendum ... ac firmam emptoribus
  13. inde faciendum ac si ipsa testatrix in rerum natura existeret contradictione quorumcumque hincinde heredum non obstante ...
  14. In cuiusquidem testamenti seu uitime voluntabis vigore ipse Johannes testator utendo potestatem ...
  15. subiunxit se vendidisse ... ex bonis uxoris sue ... valorem 13 modiorum sil.
  16. cum dimidio annorum et perpetuorum dumtaxat. Et quod propterea sibi adhuc superest potestas ... vendendi ... sex et
  17. dimidium modij sil. a. et p. iuxta tenorem testamenti pretacti. Ac ideo ipse testator utendo amplius potestatem sua huiusmodi Mense
  18. Sancti Spiritus ville de Oirscot ... legavit unum modium sil. h.p. et
  19. ... ex omnibus et singulis bonis quondam sue uxoris ... et per rectores Mense Sancti Spiritus
  20. antefate post obitum ipsius testatoris in die anniversarij ipsius habendum levandum et pauperibus distribuendum. Item ulterius utendo potestate ...
  21. fecit 6 legata pia que sequitur primo conventui
  22. Carthusiensium in Vucht unum modium sil. a. et p. Item conventui Cruciferorum in Buscoducis
  23. tantumidem. Item Mense Sancti Spiritus in eodem opido de B.D. ... tantumidem. Item pauperibus
  24. in fine vici Hinthamensi ... tantumidem. Item fabrice cappelle sancti Jacobi in eodem opido ... Item
  25. fabrice cappelle sanctorum Petri et Pauli apostolorum ... ½ modium a. et p.
  26. dedit legavit ad et supra bona sue uxoris ...
  27. Acta fuerunt hec in dicto opido de Buscoducis in domo habitacionis ipsius testatoris in quodam viculo iuxta vicum Hinthamensem
  28. ... Presentibus ibidem ... Reymboldo de Os, Symone vanden Groten Ecker et Theoderico ... die Hoesch, sepedicti opidi
  29. opidanis ... DEINDE ... eisdem anno ...
  30. mensis vero aprilis die duodecima ...
  31. constitutus suprafatus Johannes Kennepaert
  32. testator insistendo ut asserebat testamento ... sue prescripte aut ut illud seu illa omnino adimpleatur
  33. viresquod eb effectum sorciatur disposuit et ordinavit quod si per quam et quas personam aut personas cuiuscumque status, gradus,
  34. ... existat ... de facto vel de iure eidem testamento ... in toto
  35. vel in aliqua eius parte contraveniri vel confieri contingat in illum eventum omnes legatarij in integro testamento
  36. ipsius testatoris descripti simul ac communibus suis expensis tenebuntur defensionem et evictionem eiusdem testamenti
  37. ... subire. Quod si aliquis vel aliqui huiusmodi legatatorium talem defensionem eb evictionem subire
  38. expensasque ad hoc pro parte aut partibus eum aut eos contingente aut contingentibus contribuere quod absit recusaverit
  39. ... Eo casu huiusmodi recusantem aut recusantes prout casus evenerit ob id legato aut legatis
  40. pio ... ei aut eis facto ... privavit atque legatario aut legatarijs huiusmodi dispocionem ...
  41. parenti aut parentibus eidem legatum aut eadem legata privacioni subiacens ... pie ... legavit ...
  42. Acta sunt hec in domo habitacionis ipsius testatoris ... presentibus
  43. ... Reymboldo de Os et Theodrico die Hoesch prefatis ...
  44. Et ego Wilhelmus Spierinck presbyter Leodiensis diocesis ...
  45. notarius ...
Nummer: ?

1473 mei 20

Acta ... hec ante portam domus inhabitationis mei notarij

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, maakt op verzoek van de officiaal van Leodium, gedateerd 1460 september 11, een officiële akte van het testament van wijlen Goeswinus, zoon van wijlen Goeswinus Willemssoen vander IJnden, burger van Den Bosch, dat hij in aanwezigheid en met toestemming van Catherina, zijn vrouw, gemaakt had en waarvan notaris Gerardus de Grotell op 1453 april 28 een protocol had gemaakt en waarvan deze geen grosse heeft kunnen maken door zijn dood. De officiaal heeft op zijn beurt dit verzoek aan Johannes Amelrici de Buscoducis gedaan op verzoek van de meesters van de Tafel van de Heilige Geest in Erp. Met als getuigen: Adrianus Bertoldi, priester in de Sint-Jan en beneficiant en Arnoldus de Andel, glazenier.
Dorsaal: ut in registro de expositum XXIII januarij 1500. (Van Uden?)
N.B.: Aantekening in marge: Deze C gauwen Ryders zyn betaelt prout in prothocollo secretariorum de dato XXIX januarij XVc. (Van Uden).
Zie voor de inhoud van het testament de datum waarop het oorspronkelijk gemaakt werd.
Nummer: 1583

1473 mei 26

Acta ... ante portam conventus fratrum minorum in dicto opido Busciducensis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, maakt op verzoek van de officiaal van Leodium, gedateerd op 30 maart 1473, die daartoe weer een verzoek had gekregen van Henricus Cock, burger van de stad Den Bosch, een extract uit het testament dat Elizabeth Huygen, dochter van wijlen Andreas Hoernken, begijn van het Groot Begijnhof in die stad, had gemaakt en waarvan wijlen heer Goeswinus Pauli, notaris en priester van het bisdom Leodium, een protocol had opgesteld op 15 augustus 1471. Met als getuigen: Henricus de Berze en Johannes Groot, kanunniken van de Sint-Jan.
N.B.: Zie voor de inhoud van dat extract de datum waarop notaris Goeswinus Pauli het in zijn protocol heeft geregistreerd.
Nummer: 1795

1473 juli 1

Theodericus de Os en Symon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Cock, zoon van wijlen Arnoldus, aan Herbertus Hals, zoon van wijlen Rodolphus, heeft overgedragen 1 mud rogge uit zijn erfpacht van 5 mud rogge, welke pacht van 5 mud Johannes Rijcaerts soen verschuldigd was aan Gerardus Witmery voor de duur van diens leven en na diens dood aan Petrus, Gerardus, Johannes, Hermannus en Lambertus, kinderen van Gerardus uit:
  1. 13 stukken land in de parochie Scynle op de volgende plaatsen:
    1. achter het erfgoed van Hilla Gerongs,
    2. op de plaats gewoonlijk genoemd Die Aude IJndscat,
    3. op de plaats Te Lacker,
    4. voor de plaats Die Beemde,
    5. op die plaats Die Beemde,
    6. tussen het erfgoed van Jacobus Coptiten aan een zijde en de gemeenschappelijke beemden aan de andere zijde,
    7. op de plaats gewoonlijk genoemd Hulsacker,
    8. achter de tuin van de buren aldaar,
    9. op de plaats Die Braken,
    10. naast de plaats Meyhoevel,
    11. elkfde stuk wordt Die doet genoemd,
    12. naast de genoemde plaats Meyhoevel,
    13. op de plaats Die Stoelen,
  2. huis, hof en akker,
  3. een bunder beemd,
welke erfgoederen Johannes Rijcaerts soen vander Voert van Gerardus voor die erfpacht van 5 mud rogge en enkele andere lasten verkregen had en welke erfpacht van 1 mud rogge Elizabeth Huygen, dochter van wijlen Andreas Hoernkens aan Henricus, haar (kleinzoon, neef ?) (nepos) vermaakt had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0746

1473 oktober 8

Gerardus Kuyst en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Everardus, Jans soen, en Severinus, zoon van wijlen Severinus Boyens, echtgenoot van Mechteldis, dochter van Everardus, aan Henricus die Wyze, zoon van wijlen Nycolaus, bontwerker, overgedragen hebben een erfcijns van 20 schelling uit 2 kamers die vroeger eigendom waren van Petrus, zoon van wijlen Zebertus die Droechscheerre, achter de Tobrug tussen het erfgoed van Maria, weduwe van Willelmus vanden Yevelaer, aan een zijde en het erfgoed van Heymericus, zoon van Petrus, aan de andere zijde, welke cijns Henricus, Elizabeth en Mechteldis, kinderen van Everardus, van Willelmus Vos, zoon van wijlen Henricus Vos, als echtgenoot van Elizabeth, weduwe van Johannes Moll, zoon van wijlen Martinus Aleyten en genoemde Elizabeth, verkregen hadden.
Dorsaal: Dit syn die brieve van enen libra after die Tolbrugge voer Lys van Brabant.
Zegels: beide licht bechadigd.
Nummer: 0747

1473 december 7

Willelmus Steenwech en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Buck en Aleydis, zijn zus, kinderen van Johannes Buck, aan Franco de Langel hebben overgedragen ten gunste van:
  1. de kerkfabriek van de Sint-Jan,
  2. het klooster van de Minderbroeders,
  3. het klooster van de Kruisbroeders,
  4. de armen van het Grootziekengasthuis,
aan iedere begunstigde 1/4 deel van:
  1. huis, erf, hof en achterhuis achter de Tolbrug tussen het erfgoed van Nycolaus Huben aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus de Loen aan de andere zijde,
  2. een erfcijns van 3½ goudgulden, arnemsche gulden, welke cijns Rutgerus Bove, zoon van wijlen Arnoldus, aan Hermannus Ledydecker, zoon van wijlen Hermannus Leydecker, verschuldigd was,
welk huis, erf, hof, achterhuis en cijns Johannes Buck en Heylwig, zijn zus, kinderen van wijlen Johannes Buck, ten gunste van henzelf en van Willelmus, hun broer, van Willelmus de Tephelen, zoon van wijlen Arnoldus, Arnoldus en Jutta, zijn kinderen, verkregen hadden. Aan de overdracht zijn dp de volgende voorwaarden verbonden:
  1. de overdracht zal plaatshebben na de dood van zowel Willelmus als Aleydis,
  2. Heilwig, vroeger dienstmaagd van genoemde wijlen Rutgerus Bove, mag overeenkomstig de inhoud van de mee overgedragen akten haar kamer in dat huis houden,
  3. dit huis en deze cijns zullen onderworpen zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Dorsaal: achter die Tolbrug ? husinge Jan Boc ? datur magistro Gofrido Hals.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0748

1473 december 29

Gerardus Kuyst en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus Haeck en Amelius de Boechem, als kerkmeesters van de Sint-Jan, voor bovengenoemde schepenen opgeëist hebben alle inkomsten, cijnzen en pachten die de afgelopen 3 jaar niet betaald zijn.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0749

1473 december 29

Gerardus Kuyst en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus Haeck en Amelius de Boechem, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, voor bovengenoemde schepenen opgeëist hebben een erfcijns van 100 goudgulden, Hollands geld, welke Willelmus de Ghent, Heer van Ryxtel, hen de afgelopen 3 jaar niet betaald heeft.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0750

1474 januari 19

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio

Johannes Loenman, zoon van Johannes, en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus Roevers, zoon van wijlen Johannes, aan Johannes vander Rennen, zoon van wijlen Henricus, beloofd heeft te betalen 40 rijnsgulden op de eerstvolgende zondag Letare Jeruzalem.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0751

1474 april 12

dinstag nehst nach dem heyligen Ostertage

Syffert Sybolt en Johann Pyrne, rechters in Frankfurt, oorkonden dat Godhart Fochs, burger in Leipzig, Wilhelm Bick, burger in Den Bosch, gemachtigd heeft om in zijn naam goederen binnen de vrijheid van Den Bosch, die Godhart, als naaste erfgenaam geërfd heeft, en die hij persoonlijk niet kan aanvaarden, te aanvaarden.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0752

1474 mei 13

  1. Charles ... duo de Bourgoingne ... de Brabant ...
  2. au premier notre huissier sergent Darmes ou autre notre officier qui sur ce-
  3. tia Requis salut. Receu avons humble supllication de nos bien amez les doyen et chapitre de leglise de Sainte Katherine Deyndove en notre mairye de Boisleduc et les legatairs executeurs
  4. du testament de feu Messieur Girard de Ghestele, a son vivant chanoynne de la dite eglise pour autant que (ac hm ?) deulx peut jonchier. Contenant que ja soit que ledit feu Messieur Girard
  5. qui pius nagaires est ale de vie atrespas ait avant icellui son trespas dispose et ordonne par sondit testament ses biens estre distribuez en diverses manieres. Et que pour avoir icellui
  6. testament accomply et mis a execucion dene lesdits executeurs doyent avoir en leurs mains et puissance les biens demeurez de la succession dudit feu messire Girard. Neantmoins (un ?) nomme
  7. Evrart Eeercke qui estoit en la maison dudit feu messir Girard a leure de son trespas a substraict prins eb emporte tot largent comptant ensemble la plupart des joyaulx et catelz
  8. demeurez par le trespas. En telle maniere que lesdits executeurs nont peu ne peuvent accomplir la voulente dudit testateur ainsi quilez le desirent. Et afin que ledit Evrart Eercke
  9. qui est homme lay Marie et demeurant audit lieu Deyndove ne feust par la justice laye contrainct a la restucion des choses (desserd ?) ainsi par lui prises et emportees. Il qui
  10. sestoit autreffois fait estudiant de Louvain pour art moyen vexer ancinnes bonnes gens Ja soit quil neust en dix ans paravant fait residence audit Louvain se retrayt audit lieu de
  11. Louvain tantost apres et quil ot ainsi que dit est substrait et emporte lesdits biens. Eb sur et que vuy nomme Woultre Ketele lui desdits executeurs et legataires avoit nagaires par
  12. charge et ordonne de tous lesdits suppliants obtenu certaines autres noz lettres patentes et par vertu dicelles faut faire commandement depar nous audit Evrart de rapporter et remettre
  13. en ladite maison dudit feu messire Girard es mains desdits executeurs tous lesdits biens ainsi par lui substrais eb emportez icellui Evrart Eecke sestrait pardeners le conservabeur des privileges
  14. de notre fille (hunnerste ?) dudit Louvain et illec a tellement subtile eb pratique que par force de menasses faictes audit Woutre icellui Woutre qui est simple homme a este contraint
  15. de renuncer à charge quil avoit acceptee de lexecucion desserdits et de iurer de rompre et casser nosdits lettres patentes sans jamais en vertu dicelles faire se (ancinne ?) poursuyte sur ne alencontre
  16. dudit Evrart au moyen dequoy icellui Woutre na ose montrer ausdit doyen et chapitre ne a ses executions et collegataires supplians icelles nos lettres patentes per lui obtenues
  17. comme dit est. Qui est ou tresgrant interst preiudice et dommaige desdits supplians et on contempt et meprisement de notre haulteur et seigneurie. Et plus stroit se par nous ne
  18. leur estoit sur et pourveu de remede convenables et de iustice. Sicomme ils dient dont attendu ce que dit est et ils nous ont tres humblement supplie et requis. Pour ce est II
  19. que nous ces choses considerees vous mandons en commettant se mestier est par ces presentes que sil vous appert a souffisance de ce que dit est en ce cas ala requeste desdits supllians
  20. faictes expres commandement depar nous audit Evrart Eercke que tous lesdits demers catelz joyaulx et autres biens meubles quelxconques ainsi par lui prins et emportez. Il rapporte
  21. et remette en la maison dudit feu testateur et es mains et puissance desdits executeurs pour par eulx mettre ledit testament a execucion dene selon sa forme et teneur ainsi que icellui
  22. testateur la vouluet ordonne et quilz sont tenuz de faire. Et en cas Doppen ressuz contredit ou delay. A(diornez ?) les opposans reffusans contredisans ou delayans à
  23. comparoir acertain et competent (?) pardenant nos ainez et feaulx les president et autres gens de notre conseil en Brabant pour dire et debatre les causes de leursdit opposition, reffuz, contredit ou
  24. delay respondant audit suppliant ou aleur procureur pour eulx de et sur les choses desserdits leurs circonstances et deppendences lors à declarer plusaplam se mestier est proceder et aler avant evoultre
  25. selon raison. En certiffiant souffisamment lesdits president et gens de notre conseil en Brabant de tout ce que fait en aurez ausquelx nous mandons que sur tout entre
  26. lesdites parties icelles oyes. Ilz facent et administrent sommerement et deplain de jour à autre et sans long proces bon et brief droit raison et acomplissement de justice. Et sur telles
  27. requestes que lesdits suppliants voludront se pardenant eulx afin de provision pourvoyent parties oyes provision selon quilz
  28. la matiere disposee et quil appartiendra par raison. Et au surplus sinforment ou facent informer des abuz et excez dont desser est faicte mention et sil leur en appert
  29. tant que pour souffire. En ce cas applez notre procureur et autres qui pour et feront a appeler procedent ao facent proceder alencontre des coulpables soit par adiournement personnel
  30. et apeine ou autrement selon quilz trouveront que par raison faire se deura. Car ainsi nous plaist il estre fait. Non obstant quelxcon cques lettres subreptices impetrees ou
  31. à impetrer ace contraires. Donne en notre viiie de Malines le XIII jour de may Lan de grace mil quatre cens soixante et quatorze.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1601

1474 mei 27

Johannes de Erpe, zoon van Arnoldus, en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, weduwe van Theodericus, zoon van wijlen Petrus Polslouwers, gemachtigd door het testament van Theodericus, aan Everardus, zoon van wijlen Aelbertus de Vucht, in erfcijns heeft gegeven een huis en erf in de Vuchterstraat tussen het erfgoed van wijlen Henricus de Boert aan een zijde en het erfgoed van Stephanus de Beerze aan de andere zijde, tegen de oude (niet gespecificeerde lasten en cijnzen) die daar eerder van rechtswege uit betaald moesten worden en voor een erfcijns van 5 pond, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar. Theodericus, zoon van wijlen Petrus Polslouwers, had dit huis en erf van Arnoldus, zoon van wijlen Lucas, zoon van wijlen Gerardus de Doernen, verkregen.
Dorsaal:
  1. (traditur ?) Aelberto Kethelere ?,
  2. Eyndhout Swat et Loeff,
  3. fabrica vijff libras payments opten Vuchterendijck.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0753

1474 juni 21

Gerardus Kuyst en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Matheus en Wijtmannus, broers, en Goedeldis, hun zus, kinderen van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes Pylokers, aan Henricus de Dunne, zoon van wijlen Arnoldus de Dunne, overgedragen hebben 3/5 deel en elk deel en alle rechten die bezaten in:
  1. huis, erf, hof en erfgoederen die eraan grenzen, 5 lopenzaat groot in de parochie Tylborch op de plaats Die Broeckzijde tussen de gemeenschappelijke akkers, Die Lovensacker, aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuk wei, 3 lopenzaat groot, aldaar tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Henricus Obrechs aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  3. stukje grond die Oesterlinge aldaar in de akkers die Lovensacker aan beide zijden tussen het erfgoed van Willelmus Melijs,
welke voornoemde erfgoedereb Arnoldus, zoon van wijlen Johannes Pijlikers van Henricus, Wolterus, Johannes senior, Johannes junior, broers, en Katherina, hun zus, kinderen van wijlen Reynerus Pottey, in pacht verkregen had. Op deze stukken grond rusten de verplichtingen die in de mee overgedragen akten vermeld worden en de beloften die Henricus vandaag aan Matheus, Wijtmannus en Goedeldis gedaan heeft.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: was in lias verbonden met 1389 april; 1407 juni; 1445 juli 1; 1504 augustus (14 ?); 1505 februari 13; 1515 januari 29; 1552 januari 30; 1555 februari 11; 1557 november 27.
Nummer: 0754

1474 september 2

Johannes Loenman, zoon van Johannes, Johannes de Erpe, zoon van ArnolduS, Willelmus Steenwech, Gerardus Kuyst en Jacobus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Bredebaert, gemachtigd door een uitspraak van schepenen in Buscoducis, tot het erfgoed dat vroeger was van Martinus de Kessel en Henricus Kock, later van de Bonifanten, later van Reynera, weduwe van Franco Knoep, aan het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Rodolphus Venne aan een zijde en het erfgoed van de fabriek van de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de Diese wegens het in gebreke blijven van een betaling van erfcijnzen van 12 en 15 schelling (die niet geïdentificeerde personen verschuldigd waren) aan de deken en het kapittel in Den Bosch. Vervolgens had Henricus Bredebaert aan Nycolaus de Lymborch deze inbezitstelling geheel overgedragen. Vervolgens heeft Nycolaus de Lymborch aan Johannes Knoep, zoon van wijlen Franco, dit erfgoed verkocht.
Zegels: 1e en 2e zegel licht beschadigd, 3e zegel zwaar beschadigd, 4e en 5e zegel licht beschadigd.
Nummer: 0755

1475 augustus 4

Ghiselbertus Haeck en Amelius de Boechem, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Jacobus Lambrechz soen en van wijlen Gerburga, diens echtgenote, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ uit het huis en erf met zijn afhankelijke goederen in de straat die loopt van het kerkhof van de Sint-Jan naar de Weverhuls op de hoek aldaar tussen het erfgoed van heer Bartholomeus die Cromme, priester, aan een zijde en een einde en de openbare wegen aan de andere zijde en het overige einde, welke cijns Petrus Mostart, zoon van wijlen Nycholaus, verschuldigd was aan Geerburgis, weduwe van Willelmus de Spoerdonck, zoon van wijlen Theodericus. Johannes heeft bovendien beloofd dat als blijkt dat er meer betaald moet worden uit dit huis en erf dan een erfcijns van 5 £ hij dit voor zijn rekening zal nemen. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze cijns onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Dorsaal:
  1. 3 libras Papenhuls folio VIII (Van Uden),
  2. 3 libras pagts 't convent van Swerte susteren. (Vander Weeghe),
  3. Numero 46,
  4. folio 49,
  5. folio 38,
  6. folio 69.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0756

1475 oktober 18

Johannes de Ham en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes vander Rennen, zoon van wijlen Henricus, aan Ghyselbertus Haeck ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan overgedragen heeft 40 goudgulden, rijnsgulden, die Jacobus Rovers, zoon van wijlen Johannes, hem verschuldigd was.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0757

1475 december 23

  1. Charles ... duc de Bourgoingne ... de Brabant ...
  2. A tous ceulx qui ces presentes lettres verront salut. Comme presens (antem temple ?)
  3. (tura ?) certain proces et different ce soit meut par devant noz amez et feaulx les president et gens de notre chambre de conseil en Brabant entre Gauthier de Kethelaire en nom et comme executeur
  4. du testament de feu Gerard de Ghestelle, en son vivant presbytre et chanoine de Eyndoven, demandeur d'une part et Evrard Diericxzone deffendeur dautre. Sur ce que ledit demandeur disoit
  5. et maintenoit. Comment ledit feu Seigneur Girard avant qu'il termina vie ... avoit fait son testament et ordonnance de dairemeur volente par lequel il disposa daucuns de ses biens
  6. tant pour le salut de son ame que autrement ainsi que bon lui avoit semblé pour lequel son testament mettre a execucion. Il avoit esleu et choisi pour executeurs dicellui assavoir
  7. Henry Happen, Henry Coenen et ledit demandeur ausquelz et (ehun ?) deulx il avoit donne plain pouvoir et auctoricte de entre meur, fournir et accomplir icellui son testament en mettant
  8. a ceste fin en leurs mains tous ses biens mouvants et non mouvants et quelque part quils feussent gisans. Disoit enoultre que brief apres icellui feu Seigneur Gerard approuva et ratiffia sondit
  9. testament et en icellui ampliant avoit par un certain codicille ordonne et emores dispose daucuns autres ses biens voulant que ses et dairemere ordonnances et volentez
  10. feussent une mesme ordonnance disoit aussi ledit demandeur que tantost apres que ledit feu Seigneur Gerard estoit termine vie par trespas. Icellui demandeur et les autres executeurs
  11. de ? sserd ? en ensinuant ladite ordonnance dudit feu seigneur Girard avent fait inventorier tous les biens quils avient trouvez en la maison dicellui feu et trouverent que pluseurs biens
  12. meubles delaissez par ledit feu Seigneur Gerard et lesquelz il avoit donnez et disposez en aulmosue a pluseurs personnes avoient este privez et emportez par ledit deffendeur hors de la maison dudit
  13. feu Seigneur Gerard tellement que obstant ce ils ne povoient accomplir ne fournir ledit testament. Et combien que lesdit executeurs (messinement ?) ledit demandeur eust donne acongnoistre
  14. audit deffendeur ce que dit est en le requerant que tous les biens par lui prins et emportez il voulsist rapporter et remettre ou lieu et place Laon. Il les avoit prins Toutefuois
  15. il avoit de ee faire este refusant pour laquelle cause ledit demandeur on nom que desser eust remonstre ce que dit est ausdit president et gens de notre conseil en Brabant
  16. Sur quoy ilz lui octroyerent certainnes lettres patentes. En vertu desquelles commandement eust este fait audit deffendeur quil rapportast et remest es mains dudit demandeur
  17. endit nom tous les biens par lui ainsi princs et emprtez hors de ladite maison dudit feu seigneur Gerard et diceulx laissast accomplir et fournir le testament et ordonnance de davremer
  18. volente dicellui feu seigneur Gerard a quoy ledit deffendeur se fust opposse et pour dire les causes de son opposition pour lui avoit este assigne a comparoir en notredit conseil en Brabant
  19. auquel pour ou autre deuement entretenu dicellui delapart dudit demandeur en ramenant a fait ce que dit est eust este conclu affin que ledit deffendeur feust condempne
  20. et antrainct alui bailleur et rapporter tous telz meubles et autres biens quil avoit prins et emportez et apprehendez apres le trespas dicellui feu Seigneur Girard pour diceulx accomplir
  21. et fournir ledit testament et ordonnance de daremere volente et afin de despens en cas de proces. A quoy delapart dudit deffendeur eust este soustenu au contraire
  22. disant entre autres choses Comment vray estoit que ledit feu Seigneur Girard avoit fait son testament et pour icellui executer nomme et choisi ledit demandeur et autres personnes
  23. des (?) nominees. Et beant par ledit demandeur que lesdits autres executeurs se excuserent de mettre aexecucion ledit testament avoit requis et depute ledit deffendeur pour qy ?
  24. a faire ladite execucion. Ce que ledit deffendeur a sa requeste avoit fait et reconnue et receu les debtes et en paye les legataires disoit aussi ledit deffendeur que ladite
  25. execucion accomplir lui ? estoit plus prouchain hoir et heritier dudit feu Seigneur Girard avoit apprehende tous les biens demouraent oultre et pardessus ledit testament accompli lesquelz
  26. lui appartenoient et a nul autre. Concluant partant affin que lesdites lettres obtenues par ledit demandeur feussent dittes et declairees subreptices et obreptices et comme mal
  27. impetrees et affin dabsolucion et de despens en cas de proces. Et par ledit demandeur eust este repliquez au contraire et dit quil povoit bien estre que audit deffendeur Il
  28. avoit donne charge pour (recou ? ez) et faire venir eux les debtes dudit feu Seigneur Girard et den faire bon et leal compte mais jamais ne lui avoit donne charge de ?
  29. ingerer entremettre ou avancez de faire lexecucion dudit testament aussi ce navoit point este en luy quant ores il eust voulu ? non de y substituer (un ?) autre. Et quant
  30. ores il le eust peu et deu faire toutefuois icellui testament nestoit point accompli par ledit deffendeur mais demourererent (e ? es) a payer certains dons et legatz continuz ondit
  31. testament et codicelle. Et par ledit deffendeur y eust ete duplique persistant en sesdits fins et conclusions et que ledit testament estoit accompli. Lesquelles parties ainsi
  32. oyes par lesdits de notre conseil en Brabant eus este ordonne et apportie que ledit deffendeur seroit apparoir par comptes ou autrement que ledit testament feust fourni et accompli
  33. et ce pardevant certains ? s y accesseroient ordonnez en presente dudit demandeur et des autres executeurs des ... pour par icellui demandeur y bailleur autredtz et par ledit deffendeur
  34. saluacions au contraire. Aquoy lesdites parties eussent fourny et renonce et conclu en cause et eust ledit proces este ven. par lesdits du conseil en Brabant. Lesquelz par leur sentence
  35. et pour droit dirent et declairerent que ledit deffendeur seroit tenu de restituer ... dudit demandeur ou nom que desser tous les biens par lui
  36. avoient este ... apprehendez ...
  37. et le condempnerent es despens faiz par ledit demandeur en ceste instance. En enoultre pour et que par ledit proces estoit apparu
  38. que certains legaiz faizpar icellui deffunct et declairez ondit testament et codicille estoient desia payez et acquitez par ledit deffendeur icelix de notre conseil declairerent ? ce
  39. quil avoit paie tiendroit lieu et seroit defalque de la restitution desdits biens en baillant audit demandeur quittante souffise dudit paiement pour soy en aydes en ses amptes
  40. Laon et ainsi qu'il appartiendra en restituant audit deffendeur son action si avant qu'il vouldrat argner ledit codicille de revocacion pour icelle intenter lion et ainsi ? bon
  41. lui sembieroit de laquelle sentence dledit deffendeur se ? sentant (greve ?) en eust ete appelle a notre court de parlement a Malines releve et execute et y fait adion ? lesdits
  42. de conseil en Branbant appelez acertain (?) et intimez (?) jour audit demandeur. Et au jour (suivant ?) comparait en notre dit court lesdites partjes. Apres ce que delapart
  43. dudit appellant eussent este declairez les tors et griefs de son appellacion. Et que delapart dudit intimez eust este soustenu au contraire concluans hincinde tout
  44. pertinement en matiere dappel et affin de despenses ? sentans que le proces desdites parties lequel estoit proces par estroipt feust pour tel receu ? et jugie ?
  45. mal par notre dcourt de consentement dicelles parties en dit proces eust este receu comme proces par estroict pour le juge an ? vel male. Et ordonne audit conseil ?
  46. faire apporter en notre (dit ?)court endedens certaines ? pour ce prefix pour laquelle chose faire pluseurs et divers delayz eussent este accordez et ? appelant
  47. et dairementreur un ? intimacion icellui appelant ne le feist apporter en (de le jour pour et les seront
  48. auquel appointement na ansse este senten appelant par quoy delapart dudit intime pour et comparant par pluseurs ?
  49. este (re quars droit lui estre fait sur icelle. Savoir faisons que veu et visite par notre avantdite court la desserdite sentence
  50. et queu fait avoir et considerer en ceste partie et si peult et doit mouvoir Icelle a par arrest et pour droit dit et declarre dit et ?
  51. notre conseil en Brabant aeste bien jugie et mal appele par ledit appellant (lamendra ?) et paiera despens le taux a notre descourt
  52. Nous avons mettre notre seel acces presentes. Donne en notre dit court de Parlement a Malines. Le XXIII jour de decembre 1475.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1852

1476 januari 10

int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tseventich

Scepenen, geswoeren raidslude, die men noemt ledige lude, dekenen van de ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van sHertogenbosch hebben in naam van die stad aan Margriet, dochter van wijlen Jan van Authoesden, verkocht onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijfrente van 2 rijnsche gulden.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1798

1476 januari 11

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto

Johannes vanden Ham en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van Willelmus Celen soen, aan Jacobus, zoon van wijlen Henricus Sanders soen de Os, verkocht heeft een erfcijns van 4 £ uit:
  1. een huis, erf en hof van de verkoper op het einde van de Hinthamerstraat over de Geerlingsbrug tussen het erfgoed van Henricus de Zanthem, kuiper, aan een zijde en het erfgoed van Henricus de Oyen, zoon van wijlen Zebertus, aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het gemeenschappelijke water dat op die plaats stroomt,
  2. 2 kamers en hun grond van dezelfde verkoper in een zeker straatje dat loopt van de genoemde straat naar het genoemde water, aan beide zijden tussen het erfgoed van Henricus de Oyen, zich uitstrekkend vanaf het voornoemde straatje tot aan het erfgoed van de verkoper.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0758

1476 februari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto

Johannes de Ham en Johannes de Os, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Knoep, zoon van wijlen Franco Knoep, aan Franco de Langel ten gunste van de hogedeken, de dekens, de wasmeesters en de gewone leden van het Sint-Jorisgilde overgedragen heeft het erfgoed dat vroeger was van Martinus de Kessel en Henricus Kock, later van de Bonifanten, daarna van Reynera, weduwe van Franco Knoep, op het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Rodolphus Benne aan een zijde en het erfgoed van de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan de andere zijde, welk erfgoed Johannes Knoep door een uitspraak van schepenen in Buscoducis, van Nycolaus de Lymborch gekocht had. Johannes Knoep heeft bovendien beloofd dat als blijkt dat er uit dit erfgoed meer betaald moet worden dan de grondcijns, een erfcijns van 27 schelling aan het kapittel van Den Bosch en een erfcijns van 37 schelling aan de Bonifanten, hij dit voor zijn rekening zal nemen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0759

1476 februari 10

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto

Henricus de Uden en Johannes de Os, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Andel, natuurlijke zoon van wijlen heer Johannes de Andel, priester, cantor en kanunnik van de Sint-Jan, en Henricus die Gruyter, wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van wijlen heer Johannes, aan magister Willelmus de Busco ten gunste van Johannes Heer, zoon van wijlen Godefridus, slager, overgededragen hebben een erfcijns van 40 schelling tournooise groten uit het huis en erf van Philippus de Vucht, kleermaker, in welk huis Philippus woonde, op de Markt tussen het erfgoed van wijlen Truda Gasteldonc en het erfgoed van Arnoldus de Walwijc, goudsmid, welke cijns Johannes Pijnappel van Philippus de Vucht gekocht had.
Dorsaal: Dit syn die brieve vanden twe pont audts uuyt myns huyse aen die Botermerct.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0760

1476 maart 26

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto

Johannes de Craendonc, zoon van Ludovicus, Johannes de Ham, Johannes de Os en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Symon Volcardus de Amsterdam door een uitspraak van schepenen in Buscoducis in het bezit werd gesteld van:
  1. huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 3 lopenzaat groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats, Die Lytsche straet, tussen het erfgoed dat aan het Sint-Jacobusaltaar van Dungen toebehoort aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Vucht aan de andere zijde,
  2. huis, erf, hof en stuk land daaraan grenzend, 6 lopenzaat groot, aldaar op de plaats Deyckendonc, tussen het erfgoed van Matheus de Haenwyck aan een zijde en het erfgoed van Willelmus vander Heyden aan de andere zijde,
wegens het in gebreke blijven van een betaling van een erfcijns van 2 £, welke cijns Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan van Johannes, zoon van wijlen Raso Jans soen, gekocht had zoals blijkt uit een akte van schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1456 januari 8. (anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto) Vervolgens had Symon deze inbezitstelling overgedragen aan Henricus Bredebaert en deze heeft aan Symon ten gunste van de kerkfabriek deze goederen verkocht op voorwaarde dat ze onderworpen zullen blijven samen met de andere wereldlijke goederen aan het land- en burenrecht.
Dorsaal:
  1. Fiat vidimus de ista litera et traditur Symoni de Gheel et Henrico de Uden tamquam magistris fabrice ecclesie sancti Johannis Evangeliste in Buscoducis qui prout sub obligatione omnium bonorum dicte fabrice tradere magistro Nycolao Kuyst ad opus Francisci filij quondam Petri filii quondam Johannis Vuchts ? per incendium ut in forma te Bochoven ? camp ? (Van Uden).
  2. Deze twee ponden payments syn den negende decembris anno vijftienhonderd vijfentnegentich aen handen der heeren kerkmeesteren gelost ende afgequeten (Vander Weeghe).
Zegels: 1e en 3e licht beschadigd, 2e en 4e zwaar beschadigd.
Nummer: 0761

1476 oktober 3

Ghiselbertus Pels en Johannes de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Jacobus de Hagevoert, als wettige echtgenoot van Elisabeth, dochter van wijlen Johannes de Gemart, aan Petrus de Lancvelt, zoon van wijlen Godefridus de Lancvelt, overgedragen heeft:
  1. een zeker huis met zijn poort en grond,
  2. zeker ander huisje met zijn grond en mesthoop en een zekere grote paal tussen het huis en de voorraadschuur en het achterste erfgoed aldaar, vanaf die paal tot aan de plaats Den Moeshoff,
  3. alle afhankelijkheden van de voornoemde goederen, die Jacobus voor schepenen van Gemert bij een erfdeling tussen hem en Margareta, dochter van Johannes de Gemart, onlangs verkregen had.
Jacobus heeft beloofd dat als blijkt dat uit het hele erfgoed of uit een gedeelte daarvan, dat nu aan Petrus overgedragen wordt, meer betaald moet worden dan een erfpacht van 1 mud rogge, Gemertse maat, een erfcijns van 2 gouden penningen, Hollantse guldens, hij dit voor zijn rekening zal nemen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0762

1476 oktober 23

Johannes Waerloes, zoon van Johannes, en Ghiselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Johannes vanden Broeck, aan Tielmannus, zoon van wijlen Johannes Henrix soen, verkocht heeft een erfpacht van 3½ £ uit het huis en erf achter het klooster van de Minderbroeders naast de Abtsbrug tussen het erfgoed van Luytgardis, weduwe van Willelmus Hoernken, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Goeswinus Joncker aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Luytgardis en haar kinderen.
Dorsaal:
  1. fabrica 3½ £ achter de Minrebruederen,
  2. set te boeck Jan vander Meer,
  3. 3½ £ Claes ?
  4. Balen Campe et Erpe ?
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0763

1476 november 5

Henrick van Doerven, richter tussen Maze ende Wale, en Heymenick van Meeckeren Goerts soen en Jan van Berchuysen, gerichtslude, ende anders veel goeder lude oorkonden dat Genefaes van Boemel, koster van Wamel, verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan van Goch ten gunste van de abdis en het convent van Clarevelt in het kerspel Wamel 4 coresuster, rijnsgulden, en nog 8 rijnsgulden, van welke beide bedragen de eerste betalingstermijn zal zijn het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper uit een stuk erfgoed in het gericht Wamel, Den Veldwychschen Kamp, 8 morgen groot, naast de erfgoederen van Genefaes, Henrick Segers soen en Jan Spaen. En als Genefaes of zijn erfgenamen deze bedragen niet betalen kunnen de abdis, het convent of hun vertegenwoordiger de verschuldigde bedragen opeisen bij de richter tussen Maze ende Wale op alle roerende en onroerende goederen van Genefaes van Boemel.
Dorsaal: Vanden Bovenhovel.
Zegels: 1e en 3e zegel ontbreken, 2e zegel fragment.
Nummer: 0764

1476 november 23

Henricus de Kessel en Ghiselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat magister Hubertus, zoon van Henricus Celen de Helmont, aan magister Godefridus de Campo, kannunnik in Den Bosch, beloofd heeft te betalen 40 en 50 goudgulden, rijnsgulden, op het eerstvolgende feest van Fasen.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0765

1477 januari 24

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo sexto

Johannes Steenwech en Johannes de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, natuurlijke zoon van wijlen Willelmus Hubermans, als weduwnaar van Margareta, dochter van wijlen Rutgerus vander Ameyden, aan Johannes, zoon van wijlen Rutgerus vander Ameyden, Hubertus, zoon van wijlen Hubertus vanden Loeck, en Petrus, zoon van wijlen Johannes Peters, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in een erfcijns van 2 £ uit het huis en erf in de Torenstraat tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen magister Bernardus de Loen, aan een zijde en het erfgoed van Elisabeth, dochter van wijlen Arnoldus die Leeuwe, aan de andere zijde, welke cijns Gerardus van Johannes, zoon van Nycolaus Coenen, gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0766

1477 januari 24

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo sexto

Johannes Steenwech en Johannes de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, natuurlijke zoon van wijlen Willelmus Huberman aan Johannes, zoon van wijlen Rutgerus vanden Ameyden, Hubertus, zoon van wijlen Hubertus vanden Loeck, en Petrus, zoon van wijlen Johannes Peters soen, had overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfcijns van 2 £ uit het huis en erf in de Torenstraat tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen magister Bernardus de Loen, aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth, dochter van wijlen Arnoldus die Leeuwe, aan de andere zijde. Johannes, Hubertus en Petrus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Gerardus deze cijns overgedragen.
Dorsaal: Diese rente is gequeeten bijden rentmeesters anno XXXIX.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0767

1477 januari 26

des anderen dach nae sunte Pauwels dach Conversio

Aert Aert Egenssoin soin en Ghysbert Hack, schepenen in Driel, oorkonden dat eerstgenoemde aan Jan vander Stege verkocht heeft voor 25 £ 2 hont land, deel uitmakend van 13 hont, in het gericht Horwinen in de Esserwey tussen het erfgoed van Jan vander Stege en de gemene dijk rondom gelegen op voorwaarde dat als dit land van Jan vander Stege verbeurd verklaard wordt Aert Aert Egenssoin soin aan Jan vander Stege binnen een half jaar na die verbeurdverklaring 7 rijnsgulden zal geven.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0768

1477 februari 20

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo sexto

Johannes Steenwech en Henricus de Kessel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat de fraters Macharius Loenman, prior, Baudewinus de Nedervenne, supprior, Symon de Oesterhout, procurator, en Henricus de Beerlikem, conventueel van het convent der Predikheren in Den Bosch, aan Johannes Kempe, natuurlijke zoon van heer Goeswinus Kempe, priester en kanunnik in Den Bosch, overgedragen hebben een erfcijns van 24 schelling uit een huis in de Torenstraet, dat nu bekend staat aan Johannes Kempe toe te behoren en dat ligt tussen het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan aan een zijde en het erfgoed van Adrianus de Mulsen en Mechteldis Maes aan de andere zijde, en dat zich uitstrekt vanaf het erfgoed van Johannes Blickman tot aan de voornoemde straat, welke cijns Heylwig Brenthen dat convent in haar testament vermaakt had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0769

1477 februari 20

den twintichsten dach in februario int jair ons Heeren dusent vierhondert tseventich ende sess

Broeder Macharius Loenman, prior, Bouwen van Nedervenne, supprior, Symon van Oesterhout, procurator, en Henrick van Berlichum, conventualen van het convent der Preker in tSertogenbosch, oorkonden dat zij en het gehele convent aan Jan Kemp, natuurlijke zoon van heer Goessen Kemp, priester en kannunnik in Den Bosch, verkocht hebben een erfcijns van 24 schelling uit het huis in de Torenstraet tussen het erfgoed van de Sint-Jan aan een zijde en het erfgoed van Adriaen van Malsen en Mechteld Maes aan de andere zijde en vanaf het erfgoed van Jan Blickman tot aan de openbare weg, welke cijns Heylwig Brenthens in haar testament aan dit convent uit haar huis had nagelaten en welk huis nu aan Jan Kemp toebehoort.
Dorsaal: Bosch van (?) huys in die Thoerenstraet dat Jan Kemp der kercke vercocht. (Van Uden)
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1315

1477 mei 11

op sunte Pancrasavont

Egen Egens soen en Ott van Driel, schepenen in Driel, oorkonden dat Adaem Borchs soen aan Jan vander Stege verkocht heeft voor 50 goudgulden 1 morgen in het gericht van Horwijnen tussen het erfgoed van de erfgenamen van Peter die Becker aan een zijde en dat van Jan vander Stege aan de andere zijde met een einde zuidwaarts tot aan de Gemeyn Stege en met het andere einde tot aan het erfgoed van Heynrick Egens soen met als last het onderhoud van een stuk dijk dat daarbij hoort. Vervolgens heeft Jan vander Stege aan Adaem Borchs soin dit land gegeven tegen betaling van een cijns van 1 rijnsgulden of gelijkvoorwaardige valuta, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Pinksteren na het verstrijken van 1 jaar. Er is bepaald dat indien Adaem deze cijns niet op tijd betaalt hij voor elke week dat hij te laat is 1 aude butken verschuldigd is.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0770

1477 juli 16

Acta ... in domo habitacionis sue vulgariter Rodenburch nuncupata iuxta forum

Notaris Sanderus Pijeck de Batenborch, clericus van het bisdom Colonium, instrumenteert een extract uit het testament van Theodericus de Berze, raad en burger van Den Bosch, en van Katherina, zijn wettige echtgenote, dochter van wijlen Willelmus van der Sluysen, waarin zij vermaakt hebben aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 stuiver die na de dood van de eerststervende betaald moet worden,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan na hun beider dood hun kamp, 4 morgen groot, in de heerlijkheid Kessel bij Maren Int Voergebruect op voorwaarde dat de kinderen en erfgenamen van beide erflaters deze kamp binnen de termijn van 5 jaar na de dood van de langstlevende erflater kunnen kwijten met de som van 100 peters ineens in contant geld en als de erflaters of de langstlevende van hen beiden hun goederen verkopen of veranderingen aanbrengen in hun testament blijft deze gift aan de Sint-Jan van kracht.
Met als getuigen: Wolterus de Berze, Aelbertus Godescalx, Heylwig, Leonij en Mechteldis de Orthen.
Nummer: 1603

1477 augustus 6

Willelmus Pijckevet en Ghiselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Paeuweter, zoon van wijlen Arnoldus Paeuweter, zoon van wijlen Henricus, aan Arnoldus, zoon van Gerardus, zoon van wijlen Peregrinus de Driel, en aan Luytgardis, diens vrouw, dochter van Henricus, als bruidsschat overgedragen heeft:
  1. een erfcijns van 6 £, welke Arnoldus Paeuweter, zoon van wijlen Henricus, van Gerardus Boden, zoon van wijlen Godefridus Boden de Heerlaer, verkregen had uit:
    1. huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed buiten de stadsmuren van Den Bosch tussen het erfgoed van Theodericus die Lu aan een zijde en het openbare pad aan de andere zijde,
    2. een zekere beemd, 3 morgen groot, in de parochie Ghestel bij Heerlaer op de plaats Heerlaer tussen het erfgoed van Jacobus vanden Wyel aan een zijde en het erfgoed dat vroeger was van Daniel vander Heyden, later van Zebertus vanden Zande, aan de andere zijde,
  2. een erfcijns van 17 £, welke Marselius de Heerlaer, zoon van Johannes de Heerlaer, verschuldigd was aan Gerardus, zoon van wijlen Godefridus Boden de Heerlaer, uit:
    1. verscheidene (niet nader gespecificeerde) erfgoederen,
    2. een zekere beemd, 3 dagen hooien groot, op de plaats Int Gestelsche Bosch tussen het erfgoed van Willelmus de Beke aan een zijde en het erfgoed Die Gemeyn Bleken aan de andere zijde.
Dorsaal: Gerardus vander Lulsdonck.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0771

1477 augustus 25

Johannes Waerloes, zoon van Johannes, en Henricus de Kessel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van Gerardus, zoon van wijlen Peregrinus de Driel, als wettige echtgenoot van Luytgardis, dochter van Henricus Paeuweter, zoon van wijlen Arnoldus Paeuweter, overgedragen heeft:
  1. een erfcijns van 6 £ uit:
    1. huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed buiten de stadsmuren van Den Bosch tussen het erfgoed van Theodericus die Lu aan een zijde en het openbare pad aan de andere zijde,
    2. zekere beemd, 3 morgen groot, in de parochie Ghestel bij Heerlaer op de plaats Heerlaer tussen het erfgoed van Jacobus vanden Wyel aan een zijde en het erfgoed dat vroeger was van Daniel vander Heyden, later van Zebertus vanden Zande, aan de andere zijde,
    welke cijns van 6 £ Arnoldus bij zijn huwelijk met Luytgardis van Henricus Paeuweter als bruidsschat verkregen had.
  2. een erfcijns van 17 £, welke Marselius de Heerlaer, zoon van wijlen Johannes de Heerlaer, verschuldigd was aan Gerardus, zoon van wijlen Godefridus Boden de Heerlaer, uit:
    1. verscheidene (niet nader gespecificeerde) erfgoederen,
    2. zekere wei, 3 dagen hooien groot, op de plaats Int Gestelsche Bosch tussen het erfgoed van Wïllelmus de Beke aan een zijde en het erfgoed Die Gemeyn Bleken aan de andere zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0772

1477 september 24

Jan die Heerde en Peter Ghysbrechssone, schepenen in Tilborch en Goorle, oorkonden dat Jan Namerlyc, zoon van wijlen Jan Back van Broechoven, aan Henrick van Duune verkocht heeft een stuk land, 3½ lopenzaat en 8 roeden groot, in de parochie Tilborch In de Commerstrathe tussen het erfgoed van Henric, zoon van wijlen Aert van Dune, aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, met een einde hodende en met het andere einde aan het erfgoed van Jan, met als verplichting het onderhoud van de stijl van een hek dat daartoe behoort.
Dorsaal: Dyt is van Jan (Govessens ?) acker tot Tilboerch.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0773

1477 oktober 22

op sunte Soeveryns avont

Eghen Eegenssoen, Aryen vanden Over, Johan van Hoesden, (ge ? an) scoen, gezworen heimraden in de (Bommelerwairt ?) oorkonden in naam van de hertog van Gelre dat Willem van Willem van Hoesse, priester en kanunnik in Rossem, en Gerit Olly voor hen gekomen zijn en een onderlinge deling gemaakt hebben zodat Willem van Hoesse 7 hont en 20 roeden land heeft in het gericht Herwijnen
Zegels: 1e, 3e en 4e licht beschadigd, 2e fragment.
N.B.: Deze akte is ook met speciale lamp niet helemaal leesbaar.
Nummer: 1316

1477 november 5

Acta ... in quadam domo vulgariter dicta In die Zaghe iuxta opidum pretactum de Buscoducis

Notaris Johannes Kerberch de Erffordia, clericus van het bisdom Moguntiacum, instrumenteert dat Arnoldus, wettige zoon van Arnoldus die Wollewever, aan de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft geschonken 1 mud rogge, die hij bij de dood van zijn ouders geërfd had, uit 2 stukken landbouwgrond, 6 lopenzaat groot, in de parochie Vucht op de plaats Cromfort aan beide zijden naast de erfgoederen van Wolterus Dystelberch en met de einden tot aan het water dat daar achter stroomt en de openbare weg, welke mud Wolterus aan Arnoldus verschuldigd is. Arnoldus heeft aan de kerkmeesters alle volmacht gegeven om deze mud te verkopen en te vervreemden. Met als getuigen: Symon de Dunghen, clericus, Paulus, zoon van Stephanus, bontwerker, en Johannes, zoon van Henricus Stephanus, bontwerker.
Dorsaal:
  1. 154 verso 65 (Vander Weeghe),
  2. folio 79, verso rogpagten.
Nummer: 1604

1477 september 8

Notaris Godefris Hels had op 1462 maart 16 geïnstrumenteerd, dat Beatrix ten behoeve van een wekelijkse mis op het Sint-Willibrordusaltaar in de begijnenkerk, die door heer Thomas Zybertus, priester, en na diens dood door de rector van dat altaar gelezen moest worden, inkomsten, tot een bedrag van 14 pond, gelegateerd, op voorwaarde echter, dat heer Thomas van deze 14 pond, zolang de erflaatster leefde, slechts 8 pond zou krijgen. Daarom heeft de erflaatster ten behoeve van de genoemde mis op het Willibrordusaltaar een erfcijns van 6 pond (die niet gespecificeerde persoon of instelling haar verschuldigd was) uit het huis, erf en hof op de Papenhuls van heer Henricus de Macharen, gebenificeerde in de Sint-Jan. Met als getuigen: Anthonus de Palude en Thomas Zybertus voornoemde priesters.
Dorsaal: clausula ex testamento Beatricis van Grunswenne baghine super assignatatis libraris in augmentum fundationis altaris sancti Willibrordi in ecclesia beginarum.
Nummer: 1605

1477 september 9

Acta in domo testatricis (beide keren)

Notaris Gherardus de Beest, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat Beatrix de Griensven, begijn van het Groot Begijnenhof in Den Bosch, in haar testament heeft vermaakt aan:
  1. de fabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 stuiver, die eenmaal na haar dood gegeven moet worden;
  2. de nieuwe Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan 4½ stuiver;
  3. de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw en de Heilige Johannes Evangelist, patroon van dezelfde kerk elk evenveel dat als het voorgaande eenmaal betaald moet worden;
  4. de armen 2 gouden pers, die eenmaal in witte broden na haar doode uitgedeeld moeten worden;
Met als getuigen: heer Anthonius de Palude, priester gebeneficieerde in de begijnenkerk, en Stephanus de Lymo, clerus van het bisdom Luik.
Nummer: 1605

1477 september 9; 1477 december 8; 1462 maart 16

  1. In nomine Domini. Amen. Per hoc presens publicum instrumentum cunctis pateat evidenter, quod anno a
  2. nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo, indictione decima, mensis septembris
  3. die nona, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri, domini Sixti, divina providentia pae quarti,
  4. anno septimo, in mei notarii publici testiumque infrascriptorum, ad hoc vocatorum specialiter et rogatorum,
  5. presencia personaliter constituta provida et honesta matrona Beatrix de Griensven, beghina Maioris-
  6. Curie-Beginarum in Buscoducis, Leodiensis diocesis, que, licet corpore debilis, sana tamen mente et bone
  7. distinctionis, ratione et intellectu vigens, sensuumque suorum, prout cuilibet ipsam intuenti et audienti clare
  8. potuit apparere, per Dei gratiam per omnia bene compos, existens attendens et diligenter considerans fragilem
  9. humane condicionis naturam, mortem que esse certam, hora autem eiusdem nihil incertius existere, cupiens igitur
  10. sibi contra inevitabilem mortis adventum salubriter providere, ne mors, que neminem parcit, ipsam ab hoc
  11. seculo rapiat improvisam seu minus bene paratam, suum de bonis suis et rebus universis et singulis, sibi a Deo
  12. omnipotenti super hanc terram collatis et concessis, fecit et condidit testamentum seu suam ultimam et extremam ordinationem.
  13. Voluit in primis enim animam suam, dum eam ab hac luce imigrare contingerit, in manus Dei altissimi, sui
  14. Creatoris, glorioseque virginis Marie, sue benigne genetricis, humiliter et devote commendavit, ordinans et
  15. desiderans, quod omnia debita sua unacum expensis suarum exequiarum atque iniuste seu male acquisita
  16. et forestantia, saltem legitimis documentis probabilia, de prompcioribus suis bonis persolvantur, emendentur ac realiter
  17. et cum effectu restitu ntur. Insuper pro suis vagis et forsan iniuste acquisitis bonis legavit
  18. fabrice venerabilis ecclesie Sancti Lamberti Leodiensis unum stuferum album, monete ducis Bourgoensis, semel post eius
  19. obitum dandum. Item legavit Nostre-Domine-Nove in ecclesia Sancti Johannis Evangeliste dicti opidi Busciducensis
  20. quatuor et dimidium similes stuferos semel ut premittitur persolvendos. Item legavit Fraternitati beate
  21. Marie virginis et Sancto Johanni Evangeliste, patrono suo, in eadem ecclesia, cuilibet totidem ut prefertur semel
  22. exsolvendos. Item legavit pauperibus duos petros aureos semel in albis panibus post eius obitum distribuendis.
  23. Super quibus, unacum aliis in originali suo testamento ordinatis, ipsa testatrix sibi a me notario publico
  24. subscripto unum vel plura, publicum seu publica sibi peciit instrumentum seu instrumenta. Acta fuerunt hec in opido de
  25. Buscoducis pretacto, in domo dicte testatricis in dicta Curia Beginarum situata, sub anno, indictione, mense
  26. die et pontificatu quibus supra, presentibus ibidem honestis viris et discretis, domino Anthonio de Palude presbytero
  27. in dicta ecclesia beginarum beneficiato, et Stephano de Lymo, clerico Leodiensis diocesis, testibus fidedignis ad premissa
  28. vocatis specialiter et rogatis. Deinde, eisdem anno, indictione et pontificatu, mensis tamen
  29. decembris die octava, memorata testatrix, inter cetera eotunc coram me notario subscripto
  30. ordinata, asseruit, se olim coram magistro Godefrido Hels, imperiali auctoritate venerabilisque curie Leodiensis
  31. notario jurato, certis quoque testibus ad hoc vocatis et rogatis, in quodam testamento de data anni sexagesimi
  32. secundi, mensis martii diei sextedecime protunc edito, inter cetera inibi contenta, in augmentum
  33. divini cultus, ad opus unius misse in altari Sancti Willibrordi, in dicta ecclesia beginarum situato
  34. quoad secundam eius fundacionem, per dominum Thomam Zyberti presbyterum, quamdiu vixerit in humanis et
  35. post eius decessum per rectorem eiusdem altaris et secunde fundacionis pro tempore existentem
  36. septimanatim celebrande, certos census seu redditus hereditarios, ad summam quatuordecim librarum communis pagamenti ascendentem, assignasse, tali scilicet cum condicione, quod ipse dominus Thomas
  37. de huiusmodi quatuordecim libris, quamdiu ipsa testatrix vitam duxerit in humanis, nisi octo annuatim
  38. reciperet libras, de quibus eidem, ut asseruit, assignacionem protunc fecerat sufficientem. Sed ex quo ipsa
  39. testatrix prefato domino Thome et post ipsum dicti altaris quoad secundam eius fundacionem pro tempore
  40. rectori de reliquis libris dictarum quatuordecim librarum sufficientem nondum fecerat assignacionen.
  41. Sic ipsa testatrix huiusmodi sex libras hereditarii census, quas se solvendas habere dicebat in
  42. Buscoducis ex domo, area et orto domini Henrici de Macharen, in ecclesia Sancti Johannis Evangeliste
  43. dicti opidi Busciducensis beneficiati, ad locum communiter dictum Opten Papenhuls, situatis, juxta continentia
  44. litterarum scabinalium desuper, ut dicebat, consiptarum, unacum octo libris dicti census antedictis in augmentum
  45. divini cultus ad opus dicte misse in dicto altari Sancti Willibrordi quoad secundam eius fundacionem
  46. per dominum Thomam et rectorem antedictos septimanatim ut prefertur celebrande, omnibus melioribus modo
  47. via, jure, causa et forma quibus id melius, securius et efficacius scivit, potuit et debuit, scit, potest
  48. et debet eisdem domino Thome, rectorique pro tempore dicti altaris fundacionis secunde antedicte, pure et simpliciter
  49. propter Deum, pro sue suorumque parentum animarum salute, legavit, donavit, assignavit, legatque, donat
  50. et assignat per presentes, ab eodem domino Thoma et post ipsum dicti altaris secunde fundacionis
  51. pro tempore rectore huiusmodi octo et sex libras, ad dictam summam quatuordecim librarum dicti census
  52. hereditarii ascendentem, unacum omnibus et singulis litteris, instrumentis et scripturis desuper mencionem facientibus
  53. ad statim post obitum dicte testatricis pro onere dicte misse in dicto altari modo prescripto septimanatim
  54. celebrande, apprehendas, manutenendas et jure hereditario possidendas. De et super quibus omnibus
  55. et singulis premissis prefata testatrix sibi a me notario publico subscripto unum vel plura, publicum
  56. seu publica sibi peciit instrumentum seu instrumenta. Acta fuerunt hec in dicto opido Busciducensis in domo
  57. habitacionis testatricis antedicte, in dicta Curia beginarum situata, sub anno, indictione, mense,
  58. die et pontificatu jam prescriptis, presentibus ibidem honestis viris et discretis dominis Anthonio
  59. de Palude et Thoma Zyberti presbyteris antedictis, testibus fidedignis ad premissa vocatis
  60. specialiter et rogatis.
  1. Et ego, Gherardus de Beest, clericus
  2. Leodiensis diocesis, publicus imperiali auctoritate
  3. et venerabilis curie Leodiensis notarius
  4. juratus, quia predictis ordinatione testa-
  5. mentaria et extreme voluntatis omnibusque
  6. aliis et singulis premissis, dum sicut
  7. prernittitur fierent et agerentur unacum
  8. prenominatis testibus presens interfui eaque omnia
  9. in singula sic fieri vidi et audivi, idcirco
  10. presens publicum instrumentum, manu aliena tamen
  11. fideliter scriptum, exinde confeci et in hanc formam
  12. publicam redegi, signoque et nomine meis
  13. solitis et consuetis subscripsi et signavi in fidem
  14. et testimonium omnium et singulorum premissorum
  15. rogatus pariter et requisitus.
Gherardus de Beest
Dorsaal: Clausula ex testamento Beatricis van Grunswenne baghine super assignatatis libris in augmentum fundationis altaris Sancti Willibrordi in ecclesia beginarum. sex libre. Op den Papenhuls.
Nummer: 1605

1478 april 1

Scepenen, geswoiren raidslude die men noemt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van Shertogenbosch oorkonden dat zij in naam van die stad aan Berthen Kemerlinx onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijftrente van 6 rijnsgulden verkocht hebben.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1606

1478 mei 9

Adam die Lu en Gerardus Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus Leynen, zoon van Johannes Leynen, aan Luytgardis, dochter van wijlen Gerlacus de Goerle, beloofd heeft te betalen een erfpacht van 2 mud rogge, Eindhovense maat, uit:
  1. huis, erf en hof in de stad Eyndoven in de Kerkstraat tussen de gracht Den Vestgrave aan een zijde en een einde en het erfgoed van Woltherus Anthonis soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan de voornoemde weg,
  2. huis, erf, hof en voorraadschuur met zijn grond aldaar op de Markt tussen het erfgoed van Cornelis Baus aan een zijde en het erfgoed van Gerardus vanden Schoot aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Markt tot aan de Afterstraet,
  3. zekere kamp, 3 lopenzaat groot, in de parochie Woenssel op de plaats Strathem tussen het erfgoed van Henricus Peters soen aan een zijde en het erfgoed van heer Johannes Maes soen, priester, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Petrus de Rode tot aan het erfgoed van de kinderen van wijlen Theodericus Karpers.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0774

1478 mei 9

Acta ... in domo habitacionis mei ... in die Tolbrugstraet

Notaris Godefridus Hels de Buscoducis, clericus van het bisom Leodium, maakt op verzoek van de officiaal van Leodium, gedateerd op 1453 augustus 28, die op zijn beurt een verzoek heeft gehad van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan en de Sint-Corneliuskapel in Den Bosch, een grosse van het testament van Bela, wettige vrouw van wijlen Willelmus vanden Kerchoff, waarvan heer Hermannus ten Kolcke, priester en notaris, op 1447 juli 15 het protocol gemaakt had en die door zijn dood geen grosse heeft kunnen maken. Met als getuigen: Peregrinus de Dryell en Ghysbertus de Roy, clerici van het bisdom Leodium.
N.B.: Zie voor de inhoud van het testament van Bela de datum waarop het protocol werd opgesteld.
Nummer: 1799

1478 juni 8

Goeswinus de Beeck en Martinus de Rode, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Smissel, zoon van wijlen Jacobus Smissel, aan Arnoldus, zoon van wijlen Arnoldus Reyners soen, heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ en 10 schelling uit een hofstad met zijn gebouwen, 16 voet lang, achter de toren van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Arnoldus Rover vander Poerten aan een zijde en het erfgoed van Gybo, zoon van wijlen Gerardus die Bruyn, steenhouwer, aan de andere zijde, welke hofstad met zijn gebouwen Gybo van Arnoldus voor die cijns en verscheidene andere (niet gespecificeerde) lasten die daaruit betaald moesten worden, verkregen had, welke cijns Jacobus Smissel, zoon van wijlen Jacobus Smissel, van Arnoldus Rover vander Poerten verkregen had en van welke cijns Henricus Smissel de helft die aan Johannes Smissel, zijn broer, toebehoorde verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0775

1478 juli 11

Goeswinus de Beeck en Adam die Lu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elizabeth, weduwe van Theodericus Claes soen, en Rutgerus, haar zoon, aan magister Henricus Peregrini ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen alle gewassen en vruchten die dit jaar staan op de helft van de hoeve Te Loe in de parochie Roede op de plaats Neysel.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0776

1479 april 1

int jaer ons Heeren dusent vierhondert acht ende tseventich voir Paesschen

Scepenen, geswoeren raidslude diemen noemp ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van Shertogenbosch oorkonden dat zij namens die stad aan Margriet, natuurlijke dochter van Jan van Authuesden, verkocht hebben onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijfrente van 3 rynsgulden en 3 Brabantse groten of de identieke waarde daarvan in andere valuta.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1801

1479 mei 26

Christianus Becker en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Engbertus, zoon van wijlen Ghiselbertus die Zegher, aan Henricus, zoon van Johannes Butkens, molenaar, verkocht heeft een erfcijns van 2 £ uit het huis, erf, hof en de aangrenzende erfgoederen in de Sint-Lambertusparochie in Vucht tegenover het karthuizerklooster tussen het erfgoed van Henricus Sloetmeker aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Plattijnhouwer Arts soen aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Arnoldus die Molnere.
Dorsaal:
  1. ? Meester Henricken vander Velden priester,
  2. 132 verso,
  3. Numero 95 (Vander Weeghe),
  4. Vucht 4 £.
Nummer: 0777

1479 juni 22

Gerardus Symonis en Hubertus Monic, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, weduwe van Rodolphus die Bever, dochter van wijlen Hector Speciers, apotheker, aan Rodolphus die Bever, haar zoon, overgedragen had haar vruchtgebruik in een huis en erf met alle afhankelijke goederen en rechten aan de Markt tussen het erfgoed van Wolterus vanden Rullen, apotheker, aan een zijde en het erfgoed van Katherina en de erfgenamen van Hector aan de andere zijde. Rodolphus die Bever is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes, zoon van wijlen Henricus de Ampstel, dit huis en erf met zijn afhankelijke goederen en rechten overgedragen tegen betaling van de grondcijns en een erfcijns van 15 £ aan Katherina op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken van een jaar.
Dorsaal:
  1. XV £ supra forum folio 49 (Van Uden),
  2. Numero 35,
  3. Mathys Heyn Bogart,
  4. Lecta coram scabinis sub ... Decker den lestleden desen 19 julij 1658,
  5. (Eeersten ?) 1658
  6. Lecta coram dominis scabinis (efand) van handen et ? desen 25 junij (166 ?)
  7. Joost (Canters ?)
  8. ? Gysselen
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0778

1479 juli 31

Symon de Gheel en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, weduwe van Rycwinus Vullinck, beloofd heeft te betalen aan de broeders Johannes de Gestel, gardiaan van het convent der Minderbroeders, Johannes de Cluus, prior van de Kruisbroeders, als executeurs van het testament van wijlen Luytgardis, weduwe van Johannes de Doesborch, 3½ £, 24½ gouden peters en 18 stuivers vanaf het het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar.
Dorsaal: pro fabrica Sancti Johannis Evangeliste et mense Sancti Spiritus.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0779

1479 november 12

Scepenen, geswoeren raidslude diemen noempt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende allen die ghemeyn stat van Shertogenbosch oorkonden dat zij namens die stad verkocht hebben aan Katheryne, wettige dochter van wijlen Art Gerits soen van Vladeracken, wettige vrouw van Dirk van Bosicum, verkocht hebben onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijfrente van 8 rynssche gulden en 3 Brabantse groten of de waarde daarvan in andere valuta.
Dorsaal: Katherine weduwe Ygrams van Achel heeft fabrice istius ecclesie beset den afterstel van desen renten tafter staende van 4 jaeren verscheenen ? eer die VI ? aen ?
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1607

1479 december 28

Scepenen, Geswoeren, Raidslude die men noemt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen en alle die gemeyn stat van Shertogenbosch, oorkonden dat zij aan Kathelyne, wettige dochter van wijlen Arnt Geritssoen van Vladeracken, wettige vrouw van Dirx van Bosecum en aan Willem van Bosecum, zoon van wijlen Wouter van Bosecum, onder nader gespecificeerde voorwaarden verkocht hebben een lijfrente van 8 rynsgulden. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat zij deze lijfrente altijd mogen terugkopen waarbij voor elk van die guldens 10 guldens betaald moet worden, de rente van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen van die lijfrente.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1802

1480 januari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo nono

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Goeswinus vanden Hezeacker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Amelius de Boechem, als voogd en meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, voor bovengenoemde schepenen heeft opgeëist alle cijnzen, inkomsten en pachten die door welke personen dan ook de afgelopen 3 jaar niet zijn betaald.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0782

1480 februari 9

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo nono

Henricus, zoon van Godefridus de Hedel, en Arnoldus Rover Boest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Berze, als wettige man van Elizabeth, dochter van wijlen Lambertus Peters soen, bakker, verkocht heeft aan Margareta, dochter van wijlen Petrus Kyevit, een erfcijns van 5 £ uit een hofstad, hof en aangrenzende erfgoederen van de verkoper in de parochie Grootlitt tussen het erfgoed van Jutta, weduwe van wijlen Petrus de Heze, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Marcelius, zoon van wijlen Arnoldus Peters soen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Willelmus de Beest tot aan de openbare weg.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0783

1480 februari 11

anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo nono

Godefridus Dicbier en Herbertus Hals, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, wettige zoon van Arnoldus die Wollewever, aan de kerkfabriek van de Sint-Jan geschonken had als pure aalmoes een erfpacht van 1 mud rogge, die hij bij de dood van zijn ouders geërfd had, uit 2 stukken land, 6 lopenzaat groot, in de parochie Vucht op de plaats Cromvoert aan beide zijden naast het erfgoed van Wolterus Dysterberch. Arnoldus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft ter vergroting van de zekerheid aan magister Willelmus de Busco ten gunste van de kerkfabriek die mud rogge overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Er wordt in deze akte niet gespecificeerd in welke parochie deze stukken land liggen.
Nummer: 0784

1480 maart 11

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

De deken en het kapittel van de Sint-Jan oorkonden dat zij aan Johannes Keymp, glazenier, voor een niet gespecificeerd bedrag verkocht hebben een erfcijns van 5 schelling uit een zeker erfgoed dat was van Johannes, timmerman, vervolgens van Wilhelmus, zoon van Henricus Goessenssoen de Erp, kleermaker, nu echter van Johannes Keymp.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 0785

1480 maart 24

Actis in domo mei notarij ... in vico Piperum ...

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Vrouwe Heylwig, dochter van wijlen Daniel Roosmont, en weduwe van Arnoldus Berwout, zoon van wijlen Godefridus, ter gelegenheid van de viering van 3 wekelijkse missen, te lezen door de priesters van het Sint-Gregoriushuis in de Hinthamerstraat, voor haar zieleheil, dat van wijlen Arnoldus, haar ouders en haar weldoeners op het altaar van de nieuwe Maria in de kapel bij de toren van de Sint-Jan, waarvoor de meesters van de kerkfabriek versieringen, brood, wijn, licht en andere misbenodigdheden zullen leveren, aan Amelius van Boechem, Gerardus Sanders en Nicolaus Johannis, Kerkmeesters van de Sint-Jan heeft gedoteerd:
  1. een erfcijns van 6 £ uit het huis en erf dat aan Metta, dochter van wijlen Johannes Bruyt toebehoorde in de Colperstraet tussen het huis van Johannes die Leeuwe, wandsnijder, en het huis van Theodericus de Ruremunde, welke cijns Johannes die Meester, zoon van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Willelmus, verschuldigd was uit al zijn goederen aan wijlen Godescalcus Roosmont, een oom van moeder's zijde van Vrouwe Heylwig, en welke cijns Daniel Roosmont verkregen had van wijlen Godescalcus Roosmont en die Vrouwe Heylwig geërfd had.
  2. een cijns van 48 schelling, tournooise groten, welke Johannes Peterman verschuldigd was aan Metta, dochter van Johannes die Bruyt, broer van wijlen Ghiselbertus Bruyt, uit het voorgaande huis en erf.
Met als getuigen: magister Hermannus Pieck, viceplebaan, heer Johannes de Ponte de Heyst, en Henricus, zoon van Herbertus Brants, priesters van de genoemde kerk.
Dorsaal:
  1. folio XIX, VI £ Verwerstraet (Van Uden),
  2. is nu genoempt de Verwerstraet (Vander Weeghe),
  3. 78.
Nummer: 1317

1480 juni 14

Goyaert Dicbier en Herbert Hals, schepenen in Shertogenbosch, oorkondes dat meester Adolff van Eyck, zoon van wijlen Goyaert, aan Dirck vander Aa, als heyliggeestmeester en rector van de Tafel van de Heilige Geest in Shertogenbosch, heeft overgedragen:
  1. een erfpacht van 4 mud rogge uit de watermolen van Jan van Erpe in de parochie van sunte Oden Rode en uit de afhankelijke goederen en rechten van die molen, welke erfpacht meester Adolff van Roeloff, zoon van wijlen Jacob van Hall, verkregen had,
  2. een erfcijns van 8 £ en 15 schelling,
  3. een erfpacht van 14 zester rogge, welke cijns en pacht Jan Rutgers soen van Ardenborch verschuldigd was aan Mechteld, dochter van wijlen Gheel, en na haar dood aan Willem van Ghiessen, zoon van Franck van Ghiessen uit:
    1. een hofstad met tijmmeningen in de Vuchterstraet tussen het erfgoed van Goyaertke, weduwe van Peter Wijtmeri, en haar kinderen aan een zijde en tussen het erfgoed van Agnees, weduwe van Henrik van Best, en haar kinderen aan de andere zijde,
    2. huis, erf en hof aldaar over die Dyese tussen het erfgoed van Goyaertken en haar kinderen aan een zijde en tussen het erfgoed van het huis van Postel aan de andere zijde,
    3. de helft van een houten brug aldaar,
    welke cijns en pacht meester Adolff van Henrick, zoon van wijlen Jan Lodowycs, verkregen had.
De overdracht heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
  1. De rectoren van de Tafel van de Heilige Geest mogen de voornoemde pachten en cijns niet verkopen of vervreemden.
  2. De rectoren van de Tafel zullen verplicht zijn om een bedeling te houden na de dood van heer Adolff en de uit te delen broden zullen zo groot zijn als de opbrengsten van de pachten en cijnzen het toelaten.
  3. De bedeling zal plaatsvinden op dinsdag na de eerste zondag in de Advent, voor zover de Tafel op die dag geen andere bedeling namens een andere persoon houdt en als dit wel het geval is zal de bedeling gehouden worden op een andere dag als er geen bedeling plaatsvindt.
  4. De meester van de Helige Geest zal verplicht zijn om de gasthuismeester van het Groote Gasthuys en de oudste kerkmeester van de Sint-Jan daags te voren in te lichten dat de volgende dag de bedeling zal plaatshebben en hij moet hun advies inwinnen over de grootte van de uit te delen broden. Beiden zullen toezicht houden op de bedeling en op de dag van de bedeling eten en drinken met de Heilige Geestmeester in de Heilige Geest, waarvoor van die 8 £ en 15 schelling 1 £ afgetrokken zal worden.
  5. De klerk van de Tafel van de Heilige Geest zal van die 8 £ en 15 schelling 5 schelling krijgen voorzijn arbeid bij de bedeling en het innen van de pachten en de cijns.
  6. Als de Heilige Geestmeesters in gebreke blijven bij deze bedeling zullen dat gasthuis en de kerkfabriek ieder de helft van de opebrengsten van de pachten en cijns naar zich toetrekken en zal een helft van de opbrengst bedeeld worden ten gunste van de armen van dat gasthuis, de andere helft ten gunste van de armen van de kerkfabriek.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1609

1480 augustus 31

Acta ... in domo habitacionis sue in vico Vuchtensi

Notaris Sanderus Pyeck de Batenborch, clericus van het bisdom Colonium, oorkondt dat Johannes de Lyth, timmerman, burger van de stad Den Bosch, in aanwezigheid en met uitdrukkelijke toestemming van Heylwig, zijn wettige echtgenote, weduwe van Jacobus de Brede, zijn testament gemaakt heeft en daarin bepaald heeft dat al zijn schulden samen met de uitgaven voor zijn begrafenis en de goederen die hij ten onrechte verworven heeft (en voor zover dit aan de hand van documenten aangetoond kan worden ?) teruggegeven moeten worden. Verder heeft hij vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 stuiver die eenmaal na de dood van hem en zijn vrouw beiden gegeven moet worden;
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan 7 stuivers die eenmaal (?) gegeven moet worden;
  3. het convent van de Kruisbroeders in Den Bosch 9 peters, 18 stuivers (pro quolibet petrorum huismodi computandum) gaande uit zijn hierna genoemde hoeve die eenmaal in hun geheel gegeven moeten worden;
  4. het convent van de Cisterciënsers in Hoesden 3 van die peters die eenmaal in hun geheel gegeven moeten worden;
  5. Hillegundis, zijn natuurlijke dochter en van Engela Raymekers de Oesterwyck, en de wettige kinderen van dezelfde Hillegundis, zijn huis en erf in de Putstraet tussen het erfgoed van Alardus, smid, aan een zijde en het erfgoed van Theodericus de Vladeracken, anders genoemd vander Elst, kramer, aan de andere zijde, meteen na de dood van hem en Heylwig, zijn vrouw;
  6. Belya, zijn (?) nepti, wettige echtgenote van Johannes de Lotthem, kleermaker, en hun wettige kinderen, een halve mutzaad rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op Maria-Lichtmis dat volgt meteen op het overlijden van de overlevende van een van hen beiden (obitum superstitis ex eis), gaande uit zijn hoeve in de parochie Roesmalen op de plaats Heze tussen het erfgoed van Elizabeth Hagemans en haar kinderen en erfgenamen aan een zijde en het erfgoed van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw in Den Bosch en kinderen of erfgenamen van wijlen Rodolphus vander Hagen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemeenschappelijke waterleiding tot aan de plaats "totten gemeynen duynen", of in plaats van die pacht de som van 20 eerder genoemde peters die eenmaal in hun geheel gegeven moeten worden;
  7. Arnoldus, zoon van wijlen Arnoldus Claessoen, bakker, zijn (? nepos,) diens wettige kinderen en die van Bertha, zijn wettige vrouw, en voornoemde Hillegundis, zijn natuurlijke dochter, en haar wettige kinderen elk de helft van de voornoemde hoeve meteen na de dood van de erflater en Heilwig, zijn vrouw;
  8. Nicolaus Aertssoen, broer van genoemde Arnoldus, bakker, zijn (? nepos) eenmaal 5 gelijke peters en 1 oude groot;
  9. zijn overige erfgenamen 1 oude groot die hen eenmaal gegeven moet worden (in quantum habere pecierint).
Bovendien wil de erflater dat Heylwig, zijn wettige vrouw, de vrije beschikkng krijgt over al zijn roerende goederen. Met als getuigen: Theodericus Pryem, schoenmaker, zoon van wijlen Wolterus, en Henricus, zijn wettige zoon.
Dorsaal: dese brieven salmen leveren Hubert (?) Janssen coeper vanden hoefken (van Uden)
Nummer: 1610

1480 december 14

Ghiselbertus Haeck en Henricus de Beirck, schepenen in Buscoducus, oorkonden dat Udo, zoon van wijlen Johannes Kempen, aan Coenrardus de Venne, zoon van wijlen Coenrardus, verkocht heeft een erfpacht van 2 zester rogge uit het huis, hof en hofstad in de stad Megen in de straat die loopt naar de Maas tussen het erfgoed van Arnoldus Hoyckman aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Robben aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de gemeenschappelijke dijk.
Dorsaal: 2 sesters rogs in Megen vercocht Coenraden vanden Ven Megen (?) gratur qui ad fabricam.
Zegel: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0786

1480 december 20

Johannes de Ham en Willelmus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rutgerus, zoon van wijlen Rutgerus Jacobs soen, Keelbreker, wettige weduwnaar van Heilwig, dochter van wijlen Gerardus Sporkens, aan Rutgerus en Gerardus, broers, en Margareta, hun zus, kinderen van Rutgerus en Heilwig, ten gunste van hen en van Jacobus, hun broer, Elizabeth, Geertrudis en Margareta, hun jongere zussen, kinderen van Rutgerus en Heilwig, overgedragen heeft het vruchtgebruik dat hem toekwam in de helft van een beemd, Balsbeemt, 1 morgen groot, in de parochie Beerlikem op de plaats Middelroede tussen het erfgoed van Johannes Spierinc aan een zijde en het erfgoed van het convent van Berne aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Maria, weduwe van Petrus die Mollenere, en haar kinderen tot aan de gemeenschappelijke akkers aldaar, welke helft elk jaar wordt opgedeeld, met de overige helft van die beemd, die aan de rector van de Maria- en Corneliuskapel in de parochie Beerlikem op de plaats Middelroede toebehoort.
Dorsaal:
  1. rector capelle in Middelrode,
  2. het hoyveldeken tot Middelroij aent Hecken.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0787

Archief St. Jan van Den Bosch 1480 december 20

  1. Rutgerus, filius quondam Rutgeri Jacopssoen dicti Keelbreker, relictus legitimus, ut
  2. dicebat, quondam Heilwigis sue uxoris, filie quondam Gerardi dicti Sporkens, usufructum
  3. sibi, ut dicebat, competentem in medietate prati dicto Balsbeemt, unum jugerum terre vel circiter
  4. continente, sito in parochia de Beerlikem, ad locum dictum Middelroede, inter hereditatem
  5. Johannis dicti Spierinc ex uno latere, et inter hereditatem conventus de Berna ex alio latere,
  6. tendente ab hereditate Marie, relicte quondam Petri die mollenere, et suorum liberorum,
  7. ad communes agris ibidem, que quidam medietas annuatim dividitur, quod exponitur rijdt,
  8. erga reliquam medietatem eiusdem prati, ad rectorem pro tempore capelle sanctorum Marie
  9. virginis et Cornelii martiris, site in parochia de Beerlikem ad locum dictum Middelroede,
  10. spectantem, ut dicebat, legitime supportavit Rutgero et Gerardo fratribus et Margerete
  11. eorum sorori, liberis Rutgeri et quondam Heilwigis predictorum, ad opus eorum et ad opus
  12. Jacobi eorum fratris, Elizabeth, Geertrudis et Margarete, juniorum eorum sororum, liberorum
  13. eorumdem Rutgeri et quondam Heilwigis conjuguni predictorum, simul cum jure sibi, ut dicebat,
  14. competente in quibuscumque litteris, mentionem inde facientibus, et effestucando resignavit
  15. modo in talibus consueto, promittens primodictus Rutgerus, ut debitor principalis,
  16. super se et bona sua omnia, ab eo ad presens habita ac imposterum ab eo habenda et
  17. acquirenda, quod ipse huiusmodi supportacionem et resignationem ratas et firmas per-
  18. petue sine contradictione observabit, et quod ipse omnes obligationem et impeticionem
  19. ex parte sui in dicto prato existentes, prefatis suis liberis deponet omnino. Testes
  20. interfuerunt scabini in Buscoducis Johannes de Ham et Willelmus Monix. Datum vicesima
  21. die mensis decembris, anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo.
Dorsaal: rector capelle in Middelrode het hoyveldeken tot Middelroy aent hecken
Nummer: 0787