1362 juli 18
feria secunda post diem beate Margarete virginis
Willelmus Vrancke en Arnoldus Berwout, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Theodericus Loef, zoon van wijlen Theodericus Loef, wolwever, aan Johannes de Globo, clericus, ten gunste van Gerardus Wisselleer verkocht heeft een erfcijns van 26 schelling en 8 penningen uit het huis en erf van Symon, voller,
achter de Colperstraet aan de overzijde van het water dat daar stroomt tussen het erfgoed van heer Woltherus de Kuyc, priester, aan een zijde en het erfgoed van de broeders van de Derde Orde, gewoonlijk "bagghaerde" genoemd aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Dyse achterwaarts tot aan een zeker erfgoed, gewoonlijk "die Mortel" genoemd, met als lasten uit dat huis en hof:
- de cijns aan de hertog,
- een erfcijns van 40 schelling aan andere (niet gespecificeerde)
personen, die daar eerder uit betaald moesten worden.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0077
1362 augustus 31
feria quarta post diem Decollationis beati Johannis Baptister
Willelmus Vrancke en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Ghibo Loef, zoon van wijlen Ghibo Loef, wolwever, aan Gerardus Wisselleer verkocht heeft een erfcijns van 26 schelling en 8 penningen, welke Symon, zoon van wijlen Symon, voller, Ghibo verschuldigd is uit het hele huis, erf en alle rechten in de
Colperstraet tussen het erfgoed van de Bogarden aan een zijde en en het erfgoed van heer Woitherus de Kuyc, priester, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Diese tot aan het erfgoed van wijlen Johannes de Hellu, welk huis en rechten Symon van Ghibo voor die cijns verkregen had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0078
1362 september 22
feria quinta post festum beati Mathei Apostoli et Ewangeliste
Arnoldus Berwout en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Petrus Coman, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van wijlen Theodericus Loef, wolwever, en Heylwig, aan Gerardus Wisselleer verkocht hebben een erfcijns van 26 schelling en 8 penningen, welke Symon, voller, zoon van wijlen Symon, voller, hen verschuldigd is uit het derde deel van het huis en erf van wijlen Bertha, weduwe van Conrardus, voller, in de
Colperstraet tussen het erfgoed van de Bogarden aan een zijde en het erfgoed van heer Woltherus de Cuke, priester, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Diese tot aan het erfgoed van wijlen Johannes de Hellu.
Dorsaal: An Symkens Loefs dochter.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0079
1363 januari 20
Acta ... ? Ottonis de Bilseman
Notaris Johannes Leydecker de Buscho Ducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat heer Hermannus Loze, procurator en ontvanger van de investiet en de kapelaans van de Sint-Jan, in hun naam aan Henricus de Aggere, meester van die kerkfabriek, ten gunste van dezelfde kerk, als een geschenk onder levenden heeft gegeven een erfcijns van 8 schelling, welke Hadewig, vroeger genoemd des Persoens, in haar testament die kerk vermaakt had, die betaald moest worden uit een zeker erfgoed van wijlen Marscalc de Oerscot in het dorp
Oerscot.
Met als getuigen: Gerardus de Meelman en Wellinus Scilder.
N.B.: Het charter is beschadigd en de tekst is niet volledig.
Nummer: 0080
1363 juli 3
feria secunda post festum beatorum Petri et Pauli apostolorum
Ghiselbertus de Spina en Henricus de Kessel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Andreas, zoon van Johannes vanden Noddenvelt, aan Arnoldus, zoon van wijlen Lambertus de Enghelant, beloofd heeft te betalen een erfcijns van 20 schelling uit:
- huis en hof in de parochie Berlikem op de plaats Middelrode aan de overzijde van de brug tussen de openbare weg aan een zijde en het water aan de andere zijde,
- alle afhankelijke goederen van dat huis en hof,
- lopenzaten land aldaar aan de overzijde van de openbare weg tegenover het voornoemde huis en hof tussen het erfgoed van Henricus Keelbreker aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
- lopenzaten land aldaar op de plaats Dat Rotte, nu tussen het erfgoed van Godefridus Zeberti aan een zijde en de Openbare weg aan de andere zijde,
Welke erfgoederen Andreas van Arnoldus voor de cijnzen die daar jaarlijks eerder uit betaald moesten worden en die cijns van 20 schelling verkregen had.
Dorsaal: folio XXVI.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0081
1363 november 3
in die beati Huberti episcopi
Henricus de Uden en Petrus Steenwech, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van wijlen Lamberthus de Enghelant, aan Gerardus Wisselere overgedragen heeft een erfcijns van 20 schelling,
welke Andreas, zoon van Johannes vanden Noddenvelt, hem verschuldigd is uit:
- huis en hof in de parochie Berlikem op de plaats Middelrode over de brug tussen de openbare weg aan een zijde en het water aan de andere zijde,
- alle afhankelijke goederen van dat huis en die hof,
- lopenzaten land aan de overzijde van de weg tegenover dat huis en hof tussen het erfgoed van Henricus Keelbreker aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
- lopenzaten land aldaar op de plaats Dat Rotte tussen het erfgoed van Godefridus Zeberti aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde.
Dorsaal: Andries van Noddeven XX solidi.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0082
1364 januari 30
Acta ... in choro (dicti conventus ?)
Notaris Mathias Scilder de Buschoducis, instrumenteert dat Henricus Loze, als executeur van Elisabet, vrouw van wijlen Ywanus de Gravia, aan frater Theodericus Garstman, gardiaan van de Minderbroeders in Den Bosch, ten gunste van het eeuwig durend bezit door de fraters, heeft gegeven als een geschenk onder levenden een erfcijns van 40 schelling (uit niet gespecificeerde goederen), welke Elisabet in haar testament aan die fraters vermaakt had. Met als getuigen Gerardus Vosse, Thomas Valants en Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia.
N.B.: Het charter is beschadigd en de tekst is niet volledig.
Nummer: 0083
1364 maart 18
Acta ... in choro ... sancti Johannis ...
Notaris Mathias Scilder de Buschoducis maakt op verzoek van Adam de Neysel, burger in Den Bosch, ten gunste van het convent van Neysel in de Hynthamerstraat een authentiek afschrift van enkele clausules van het testament dat hij had geïnstrumenteerd van Henricus, zoon van wijlen Johannes de Buedel, en Gertrudis, diens wettige bedgenote, waarin de erflaters aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch vermaakt hadden 2 mud rogge, Oerlese maat, uit goederen welke zij geërfd hadden van Johannes Averfelt, vader van Gertrudis, op voorwaarde echter dat Henricus binnen 1 jaar na dato deze 2 mud aanwijst en ze voldoende onderpand geeft en dat de Tafel van deze 2 mud er 1 aan het convent geeft. Met als getuigen de heren Gerardus Vosse en Egidius de Scatera junior, priesters.
Nummer: 0085
1364 juli 24
op Sente Jacobs avond des apostels
Schepenen, gezworen rentmeesters, dekens van de ambachten, een deel der goeder knapen en de stad tShertoeghenbosssche oorkonden dat zij aan de Sint-Jan gegeven hebben 2 kampen met de weteringen die bij die kampen horen:
- de eerste kamp is gelegen Op Die Loefoert, 11 morgen groot, tussen het erfgoed van Merten Hels aan een zijde en de openbare weg die van Berlikom komt aan de andere zijde,
- de tweede kamp is gelegen Achter Die Loefoert, 8 morgen groot, tussen het erfgoed van Jan Kersmekers aan een zijde en ie weg aan de andere zijde.
Dorsaal: VIII libras meester Marten Moins.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0086
1364 augustus 17
sabbato post festum Assumptionis Beate Marie Virginis
Henricus de Uden en Petrus Steenwech, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Amstel, natuurlijke zoon van wijlen Heer Gerardus de Amstel, aan Nycolaus Wyse gegeven heeft een huis en erf van 21 voet min 1 duim binnen zijn dakdrup en 65 voet lang, welk huis en erf waren van wijlen Ludingus de Aggere en liggen
aan de straat die loopt naast het erfgoed van de Heer van Bucstel tussen een zekere weg die aan het stenen huis van Ludingus toebehoorde aan een zijde en de openbare gracht aan de andere zijde tegen betaling van een erfcijns van 4 £ en 10 schelling aan Johannes op voorwaarde dat Nycolaus de genoemde weg die naast zijn huis loopt vrij mag gebruiken.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Nycolaus Loenman en Godescalscus Roesmont, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1424 oktober 21.
Nummer: 1545
1364 september 12
Acta ... in domo inhabitacionis ... domicelle Elyzabeth
Johannes Leydecker de Buscho Ducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Vrouwe Eliizabeth de Zon, dochter van wijlen Johannes de Zon, burgeres in Den Bosch, met Marcilius vanden Werve, haar voogd, aan Tyelmannus de Mulsen, clericus van dat diocees, verkocht heeft haar huis en erf met alle afhankelijke goederen
aan de overzijde van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Johannes de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van Johannes, vroeger genoemd de Mechlen, aan de andere zijde, welk huis en erf aan Arnoldus, vroeger vander Stoven genoemd, behoord had en welk huis en erf Elysabeth van Katherina, dochter van wijlen Henricus de Wetten, kleermaker, en andere (niet gespecificeerde) personen gekocht had, met als last 20 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling). Met als getuigen heer Johannes de Neynsel, ? van Woencel et Goeswinus Proesst, burger in Buscoducis.
Dorsaal: Her pauwels borchaerts huys ende erve op der weverhuls metten enen eynde en metten anderen eynde aen den kerchof.
Nummer: 1187
1365 januari 29
feria quarta post diem Conversionis beati Pauli apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo quarto
Johannes de Derentheren en Ghiselbertus de Vlochoven, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Poeldonc, aan Gerardus Wissellere beloofd heeft te betalen een erfcijns van 3 £ uit 7½ hont land
bij de molen van Enghelant tussen het erfgoed van het clarissenklooster in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Herbertus Poeldonc aan de andere zijde en dat Johannes aan Gerardus als onderpand had aangewezen een zekere hof tussen die 7½ hont aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Hyntham aan de andere zijde, welke hof Johannes van Herbertus, zijn broer, verkregen had.
Dorsaal: bij dengellantsche moelen 3 libras folio XXX (Van Uden ?)
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0087
1365 maart 22
sabbato post dominicam qua cantatur Oculi, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo quarto
Ghiselbertus de Vlochoven en Johannes de Zidewinden, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Ghiselbertus, zoon van wijlen Arnoldus de Gheyinc, aan Elisabeth de Zonne, dochter van wijlen Johannes de Zonne, vrij overgedragen heeft de helft die hij bezat in een huis en erf, dat was van wijlen Mechtildis vander Stoven,
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Johannes de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van Beatrix de Mechelen aan de andere zijde, welke helft Arnoldus aan Ghiselbertus in zijn testament vermaakt had.
Dorsaal: Her Pouwel Borchaerts erve.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0088
1365 oktober 30
feria quinta post festum beatorum Symonis et Jude apostolorum
Godescalcus de Bladel en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Johannes de Mierde, aan Arnoldus de Wijchen verkocht heeft zijn huis en erf met alle afhankelijke goederen in de
Hynthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Gerardus de Zanbeke aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde met als lasten:
- de cijns aan de hertog,
- 3 £ en 10 schelling aan andere (niet gespecificeerde) personen,
die daar eerder uit betaald moesten worden.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0089
1365 december 22
feria secunda post festum beati Thome apostoli
Godescalcus de Bladel en Arnoldus Stamelaert de Penu, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Arnoldus Sceydemaker aan Henricus, zoon van wijlen Thomas de Giffen verkocht heeft zijn helft, van een huis en erf in de
Hynthamerstraat en welke helft was van Luyta de Lyt. Dit huis en erf liggen tussen het erfgoed van de kinderen van Gerardus de Zanbeke aan een zijde en het erfgoed van Gertrudis, dochter van wijlen Goessuinus Passynant aan de andere zijde. Zijn helft ligt opzij in de richting van de kinderen van Gerardus. Elysabeth Vloeghels bezit op dit moment de andere helft. Er rusten op de nu verkochte helft de cijns aan de hertog en 30 schelling aan (niet gespecificeerde) personen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0090
1366 april 27
Acta ... in domo inhabitacionis mei ... in camera inferiori
Notaris Johannes Leydecker de Buscho Ducis, clericus van het bisdom Leodium, oorkondt dat Roverus de Ouden, burger van Den Bosch, in zijn testament de volgende legaten heeft gemaakt:
- de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 40 schellingen in gerede goederen,
- de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 20 schelling uit al zijn erfgoederen, waarbij hij zij graf heeft gekozen,
- de fabriek van de kerk van de begijnen in Den Bosch een maal 20 schelling in gerede goederen,
- de Predikheren aldaar een maal 20 schelling in gerede goederen,
- de Minderbroeders aldaar een maal 20 schelling in gerede goederen,
- de Tafel van de Heilige Geest aldaar ten gunste van de refter een maal 20 schelling in gerede goederen.
Met als getuigen: Johannes Haveloes en Phylippus Heerden, burgers in en Bosch, Katherina, vrouw van Arnoldus Moddart en Mechtildis, vrouw van Johannes Vlasman, van het bisdom Leodium.
Nummer: 1188
1366 juli 16
feria quinta post festum beate Margarete virginis
Godescalcus de Bladel en Arnoldus Stamelart de Penu, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Sapientia Peyns, weduwe van Theodericus Roesken, Mechtildis, haar dochter, en Jacobus, zoon van Sapientia en Theodericus, aan Gerardus Wisselaer verkocht hebben een erfcijns van 20 schelling uit het huis, erf en alle afhankelijke goederen waarin Gerardus woonde en stierf
op de hoek van een zeker straatje lopend langs dat huis en erf tot aan de Kerkstraat tussen het erfgoed van Johannes de Winkendonc aan een zijde en het erfgoed van Paulus, kandelaarmaker, aan de andere zijde, welk huis, erf en afhankelijke goederen belast zijn met een erfcijns van 4 £, die daar eerder uit betaald moest worden aan andere (niet gespecificeerde) personen.
Dorsaal:
- Sapientia dicta Peyns de xx solidis nu Aert Ygheram.
- folio 34 Colperstraet xx schelling.
- (Luyc o ?) limeus et Horenbach. Lecta 18 maij 1602.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0091
1366 september 19
sabbato post diem beati Lamberti martiris
Heer Henricus de Mordrecht, ridder, en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Vucht, zoon van wijlen Arnoldus de Vucht, en Arnoldus, zijn zoon, aan Everardus, zoon van wijlen Gheselbertus Bucs de Gheffen, verkocht hebben hun huis en erf in de
Hinthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Walterus Leyten zoen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Fien zoen, kleermaker, aan de andere zijde, welk huis en erf Johannes bij de dood van zijn ouders geërfd had met als last 4 £ en 10 schelling die daar eerder uit (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) betaald moest worden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0092
1367 januari 26
Acta ... in domo habitacionis coniugum sepedictorum
Notaris Theodericus Mathei Gheghel de Buschoducis, instrumenteert dat Gerardus Wisseleer en Elizabet, zijn wettige echtgenote, aan Adam de Neynsel en Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan ten gunste van die kerk gegeven hebben de hierna volgende erfcijnzen, die oplopen tot een totaalbedrag van 16 £ met alle rechten die daaraan verbonden zijn
nader gespecificeerd als volgt:
- een erfcijns van 4 £ uit het huis en erf in de Colperstrate tussen het erfgoed van de bogarden aan een zijde en het erfgoed van heer Woltherus de Cuke, priester, aan de andere zijde, welke cijns Gerardus van Theodericus Loef, zoon van wijlen Theodericus Loef, Ghibo, ook genoemd Loef, zoon van wijlen Theodericus Loef, en van Petrus Coman, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van genoemde Theodericus, en van Heylwig, verkregen had,
- een erfcijns van 3 £ die Johannes, zoon van Arnoldus Poeldonc, aan Gerardus verschuldigd is uit 7½ hont bij de molen van Enghelant tussen het erfgoed van de monialen van de orde van Sint-Clara aan een zijde en het erfgoed van Herbertus Poeldonc aan de andere zijde,
- een cijns van 40 schelling uit de helft van een zeker huis en erf in een zeker straatje lopend van de Kerkstraat naar de Colperstrate naast het erfgoed van Johannes Crulle aan een zijde en het erfgoed en huis en erf van Theodericus Hollander aan de andere zijde en uit 8 hont lant in de parochie Maren op de plaats Jordens Ghere, welke cijns Gerardus Wisseleer, anders genoemd Coster, zoon van van wijlen Brawe, van Henricus de Hedel, zoon van wijlen Johannes de Hedel, gekocht had,
- een erfcijns van 20 schelling die Theodericus Posteel aan Gerardus verkocht had uit een onbebouwd stuk grond van Theodericus over de Visbrug tussen het huis van wijlen Johannes Coptiten en het huis en erf van Theodericus,
- een erfcijns van 20 schelling die Arnoldus, zoon van wijlen Lambertus de Enghelant uit in schepenakten gespecificeerde erfgoederen verkocht had,
- een erfcijns van 20 schelling die Sapientia Peyns, weduwe van Theodericus Rosekens, Mechtildis, haar dochter en Jacobus, zoon van Theodericus en Sapientia aan Gerardus verkocht hadden uit het huis en erf van Theodericus en Sapientia op de hoek van een zeker straatje lopend langs dat huis en erf naar de Kerkstraat naast het erfgoed van Paulus, kandelaarmaker,
- een erfcijns van 4 pond die Ghibo Penninc de Ghestel verschuldigd was uit een zekere kamp van Ghibo achter de plaats Wintmolenberch tussen het erfgoed van Reynerus de Berlam aan een zijde en het erfgoed van Gerardus aan de andere zijde.
De schenking heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
- de meesters van de kerkfabriek zijn verplicht elk jaar voor een bedrag van erfcijnzen tot een totaal van 10 £ schoenen te kopen voor armen binnen 4 dagen na Kerstmis na het advies van de Gerardus en Elizabet ingewonnen te hebben of een van hen beiden,
- zij zullen elk jaar een erfcijns van 20 schelling uit de voornoemde cijnzen aan de infirmerie van het Groot Begijnhof in Den Bosch moeten geven,
- zij zullen evenveel moeten geven aan het convent van de 13 armen dat door heer Henricus de Neynsel, priester, is opgericht en dat ligt in de Hynthamerstraat,
- zij zullen evenveel moeten geven aan het convent van de armen, opgericht door wijlen Anthonius Lumbardus bij de brug die loopt van het einde van de Hinthamerstraat naar het convent Portaceli,
- zij zullen evenveel moeten geven aan de vondelingen in Den Bosch,
- als er in de toekomst wat gebeurt met de onderpanden van de cijnzen zullen al de begunstigde instellingen recht hebben op de cijnzen naar de verhouding en het aandeel dat hen toekomt.
Met als getuigen: Johannes, zoon van Cristianus de Busco en Johannes de Winkendonc, kramer, burgers in Den Bosch.
Dorsaal:
- Numero 70
- Hoort tot folio 52 verso
- folio 108.
Zegel: (van de kerkfabriek) licht beschadigd.
Nummer: 1530
1367 februari 10
in die beate Scolastice virginis, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo sexto
Godefridus Sceyvel en Bodo de Tiela, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Mychael vander Vliedert de Heze, aan Walterus vander Sweenslaken, zoon van wijlen Walterus vander Sweenslaken de Erpe, verkocht heeft een erfpacht van 1 zester raapzaad en 7 cijnshoenderen uit 2 zesters roggegrond van de verkoper in de
parochie Ghestel bij Herlaer op de plaats Haenwyc tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Johannes Minere an de andere zijde en uit de gebouwen die op die 2 zesters staan, belast met een erfcijns van 41 schelling aan (een niet gespecificeerde persoon of instelling) die hieruit eerder betaald moest worden, en dat hierna de verkoper verklaard heeft dat hij met het betaalde bedrag van 18 £ voldaan is.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0093
1368 februari 19
sabbato post diem beati Valentini martiris, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo septimo
Ghiselbertus de Spina en Henricus Loze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius Coninc, slager, Tielkinus de Nederynen en Aleydis, weduwe van Nycolaus Reynbrant, aan Henricus vanden Borne gegeven hebben 2 stukken grond in de
parochie Roesmalen op de plaats Hynen:
- het eerste ligt tussen het erfgoed van het Clarissenklooster in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Thomas de Hynen aan de andere zijde,
- het tweede ligt tussen het erfgoed van Walterus de Vucht aan een zijde en het eerstgenoemde stuk en het erfgoed van het Clarissenklooster aan de andere zijde en strekt zich met een einde uit tot aan het erfgoed van Henricus,
voor een erfpacht van een 1½ mud rogge, waarvan 3/4 deel aan Marcelius en Tielkinus betaald moet worden en 1/4 deel aan Aleydis en voor de grondcijns aan de hertog.
Dorsaal:
- Stijn van Kessel Hijnen (mol ?)
- Dessen briev na te sien off geen 1½ mud rog is uyt onderpanden tot Rosmalen toebehoort hebben Gerard van Runde, folio 27.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 0094
1368 februari 24
in vigilia beati Mathye apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo septimo
Ghiselbertus de Spina en Nycholaus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Johannes Berthenzoen, en Elyas, zoon van wijlen Willelmus Elyas, aan Theodericus vander Voerst verkocht hebben een huis en erf met een kamer van dat huis en erf opzij eraan grenzend op de hoek van de
Kerkstraat tussen die straat en het erfgoed van Arnoldus Nonde, handschoenmaker, welk huis en erf met kamer Johannes in cijns verkregen had van Theodericus Leydecker voor 30 schelling die daar eerder uit betaald moesten worden en voor 40 schelling aan Theodericus, van welk huis, erf en kamer Petrus een helft bij de dood van Johannes, zijn broer, geërfd had en Elyas de overige helft bij de dood van Willelmus, zijn vader, geërfd had.
Agnes, weduwe van Johannes is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Theodericus overgedragen het vruchtgebruik en alle rechten die zij heeft in de helft die Petrus aan Theodericus verkocht had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0095
1368 maart 10
feria sexta post dominicam qua cantatur Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo septimo
Wellinus de Neysel en Nycholaus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Godefridus vander Straten, wettige echtgenoot van Elizabeth, dochter van wijlen Henricus, zoon van Theodericus, aan Johannes, zoon van wijlen Arnoldus, genaamd Zegher de Crumvort, verkocht heeft het vierde deel dat Elizabeth bezat in een huis en erf dat was van wijlen Ghibo Heesbent aan de
Vuchterdijk tussen het erfgoed van Henricus vanden Lande aan een zijde en het erfgoed dat van Petrus Didinc was aan de andere zijde, welk vierde deel Petrus en Elizabeth bij de dood van Margareta, vrouw van Ghibo, geërfd hadden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0096
1368 maart 29
feria quarta post dominicam qua cantatur Iudica, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo septimo
Ghiselbertus de Spina, Ghiselbertus Lysscap, Henricus Loze, Wellinus de Neysel, Johannes, zoon van Baudewinus, en Nycholaus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petronella, genaamd Nella, weduwe van Nycholaus vander Stairen, in het bezit werd gesteld door een uitspraak van schepenen in Buscoducis van de helft van een huis en erf in de
Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Goessuinus Passy aan een zijde en het erfgoed van Gerardus de Zanbeke, kleermaker, aan de andere zijde omdat een (niet gespecificeerde) persoon in gebreke was gebleven bij de betaling van een cijns aan Petronella uit die helft en dat Adam de Mierde, clericus in deze zaak gemachtigd werd en dat vervolgens Adam aan Ghiselbertus de Best deze helft verkocht heeft met als last een erfcijns van 3 £ aan heer Henricus de Best, priester.
Zegels: le en 2e zegel fragment, 3e, 4e, 5e en 6e zegel licht beschadigd.
Nummer: 0097
1368 april 5
feria quarta post dominicam Palmarum, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo septimo
Ghiselbertus de Spina en Henricus Loze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghibo Hullinc de Hyntam, Amelius en Johannes, broer van Amelius, zonen van wijlen Johannes, zoon van Amelius, aan Willelmus Hels verkocht hebben een erfcijns van 3 £ en 5 schelling, welke Fredericus de Fine, "die olislegher", en Theodericus, zoon van wijlen Theodericus vanden Dyke, hen verschuldigd waren uit een stuk land op de plaats
Eyndehouts tussen het erfgoed van Petrus de Hyntam aan een zijde en het erfgoed van Tielkinus, zoon van wijlen Theodericus de Enghelant, aan de andere zijde.
Dorsaal: van 3 pond V schelling payments te Kersmisse uyt enen stuc lants tot Hyntham tot Eyndhouts daer 1 wyntmoelen aent eynd op steet toebehoerende Jacob Heinaertssoen vander Hazeldonc Jacob van Os Hein Valkenborch ende meerder anderen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0098
1368 mei 3
feria quarta post dominicam qua cantatur Jubilate, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo octavo
Ghiselbertus de Spina en Wellinus de Neysel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Bertha vander Hullen aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, overgedragen heeft het huis en erf dat vroeger was van Johannes Matmeker
bij het portiek (atrium)
van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Elizabeth de Os aan een zijde en het erfgoed dat was van Ghiselbertus Boden aan de andere zijde, welk huis en erf Berta van Elizabeth de Eymkerke verkregen had.
Dorsaal: ad amplificationem ecclesie
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0099
1368 december 14
feria quinta post diem beate Lucie virginis
Johannes de Zidewynden en Ghiselbertus Sceyvel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus Nycoel, zoon van wijlen Johannes Rutgherssoen, aan Adam de Neysel en aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan, heeft overgedragen een zeker huis en erf
bij het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed dat was van wijlen Elizabeth de Ghele aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus de Ghele aan de andere zijde, welk huis en erf Nycholaus bij de dood van Elizabeth de Os, moeder van wijlen Tielkinus, schrijver, geërfd had en dat belast is met een erfcijns van 15 schelling aan een (niet gespecificeerde persoon of instelling).
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0100
1369 januari 20
in die beati Sebastiani martiris, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo octavo
Goeswinus Steenwech en Johannes de Ghemert, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Theodericus Rover, zoon van wijlen Bollekinus de Os, aan Arnoldus de Waderle verkocht heeft een morgen in de
parochie Os op de plaats Beemden naast het erfgoed van Reymboldus Bolleken Vranckensoen en welke morgen Theodericus en Hilla, zijn vrouw, dochter van wijlen Lambertus vander Straten, door een erfdeling tussen Theodericus en zijn medeërfgenamen gekregen hadden.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 0101
1369 februari 26
feria secunda post dominicam qua cantatur Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo octavo
Johannes de Ghemert en Willelmus, zoon van Arnoldus Tielkini, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elizabeth, weduwe van Gerardus de Wisseleer, aan Adam de Neysel en aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan de volgende cijnzen met de achterstallige bedragen uit die cijnzen heeft overgedragen:
- een cijns van 26 schelling en 8 penning, welke Gerardus van Ghibo Loef, wolwever, gekocht had,
- een erfcijns van 20 schelling, welke Gerardus van Sapientia Peyns, weduwe van Theodericus Rooskens, van Mechtildis, haar dochter, en van Jacobus, zoon van Sapientia en Theodericus, gekocht had,
- een cijns van 26 schelling en 8 penning, welke Gerardus van Petrus Coman, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van wijlen Theodericus Loef, wolwever, gekocht had,
- een erfcijns van 20 schelling, welke Gerardus van Theodericus Posteel gekocht had,
- een erfcijns van 40 schelling, welke cijns Gerardus van Henricus de Hedel, zoon van Johannes de Hedel, gekocht had,
- een erfcijns van 26 schelling en 8 penning, welke Theodericus Loef, zoon van wijlen Theodericus Loef, aan Johannes de Globo ten gunste van Gerardus verkocht had,
- een erfcijns van 20 schelling, welke Arnoldus, zoon van wijlen Lambertus de Enghelant, aan Gerardus had overgedragen,
- een erfcijns van 3 £, welke Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Poeldonc, aan Gerardus verschuldigd was uit 7 hont nabij de molen van Enghelant,
- een erfcijns van 4 £, welke Ghibo Penninc de Ghestel aan Gerardus verschuldigd was uit een zekere kamp achter de Wymolenberch.
Dorsaal:
- Colperstraet opten hoeck van de Cruellenstraet XX schelling,
- Numero folio 34,
- Numero 15,
- folio 26 verso,
- folio 18 verso,
- Nieuw legger folio 61.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0102
1369 maart 1
feria quinta post dominicam qua cantatur Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo octavo
Arnoldus Dicbier en Ghiselbertus Sceyvel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes die Wert aan Everardus Bocke heeft overgedragen elk deel en alle rechten die hij had in een huis en erf in de
Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Johannes Fyen, kleermaker, aan een zijde en het erfgoed van wijlen Woltherus Leyten soen aan de andere zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0103
1369 maart 1
feria quinta post dominicam qua cantatur Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo octavo
Arnoldus Dicbier en Ghiselbertus Sceyvel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Rutgherus en Johannes, broers, kinderen van Henricus VerenLysensoen, aan Everardus Bocke verkocht hebben elk deel en alle rechten die zij hadden in een huis en erf in de
Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Johannes Fyensoen aan een zijde en het erfgoed van Woltherus Leyten soen aan de andere zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0104
1369 augustus 7
feria tercia post festum beati Petri ad Vincula
Johannes de Ghemert en Willelmus, zoon van Arnoldus Tielkini, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Theodericus Storme en Bela, zijn wettige vrouw, dochter van wijlen Godefridus de Arkel, aan magister Wolphardus, arts, verkocht hebben een erfcijns van 20 schelling uit hun huis en erf in de
Orthenstraat tussen het erfgoed van Willelmus Vrancke aan een zijde en het erfgoed van Henricus de Uden aan de andere zijde, welk huis en erf bezwaard zijn met 5 £ en 5 schelling aan (niet gespecificeerde personen of instellingen).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0105
1369 augustus 22
in octavis Assumptionis Beate Marie Virginisi
Johannes de Ghemert en Ghiselbertus Sceyvel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gloria, dochter van wijlen Ghibo Boden, aan Adam de Neynsel en Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen elk deel en alle rechten die zij had:
- huis en erf van Ghibo,
- onbebouwde hofstad naast dat huis en erf bij het kerkhof van de Sint-Jan tussen het kerkhof aan een zijde en het erfgoed dat was van heer Henricus Buc, priester, en dat nu aan de Sint-Jan toebehoort, aan de andere zijde.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze akte vormt een lias met die van 1371 mei 8
Nummer: 0109
1369 december 30
Acta ... in sacristia dextera partis chori in ecclesia beati Johannis
Notaris Theodericus Yper de Buschoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Adam de Neynsel een legaat van 6 mud rogge, uit goederen in de
parochies Arle en Ryxstel, die vroeger aan Heer Arnoldus de Heesbeen, ridder, toebehoord hadden, dat Heylwig, de wettige vrouw van Adam, aan de kinderen van wijlen Mechtildis, haar zuster, vermaakt had. Ook heeft hij herroepen alle legaten die Heylwig gemaakt heeft met onderpanden uit de hoeve waarop Adam tegenwoordig woont. Met als getuigen: heer Arnoldus de Ligno, kanunnik van de Sint-Jan, en Petrus Potghieter, priesters van Leodium.
Nummer: 0106
1370 februari 12
feria tertia post diem beate Agathe virginis, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo nono
Rodolphus Roesmont, Wolphardus de Ghyesen, Gerardus de Vladeracken, Johannes de Straten, Symon de Myrabello en Johannes de Erpe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus Croy, zoon van wijlen Croy, gemachtigd door heer Gerardus Croy, kanunnik in Den Bosch, zijn zoon, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis in het bezit werd gesteld van:
- het achtste deel van een zekere waard, gewoonlijk genoemd Die Maersche Ryswert,
- 4 hont aan de plaats Op Die Dynssche Steghe naast het erfgoed van Theodericus VerenLysensoen,
- 312 morgen aan de plaats Vrancmeren naast het erfgoed van Willelmus Vrancken,
omdat een (niet gespecificeerde persoon of instelling) in gebreke was gebleven bij de betaling van een cijns aan heer Gerardus. Heer Gerardus had vervolgens aan Johannes vander Dyesen deze goederen verkocht.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Willelmus Eelkini en Goeswinus Moedel de Lapidea Via, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1371 januari 29.
Nummer: 0108
1370 juli 6
in octavis beatorum Petri et Pauli apostolorum
Gerardus de Vladeracken en Symon de Myrabello, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Collart aan Johannes Zegher verkocht heeft het vierde deel van een huis en erf op de
Vuchterdijk tussen het erfgoed van wijlen Henricus vanden Lande aan een zijde en het erfgoed dat onlangs was van Petrus Ludinc aan de andere zijde, welk vierde deel bezwaard is met een erfcijns van 10 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling)
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0107
1371 januari 29
anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo, feria quinta post festum Conversionis beati Pauli apostoli
Willelmus Eelkini en Goeswinus Moedel de Lapidea Via, schepenen in Busceducis, oorkonden dat zij een akte van Rodolphus Roesmont, Wolphardus de Ghyesen, Gerardus de Vladeracken, Johannes de Straten, Symon de Myrabello en Johannes de Erpe, gedateerd op 1370 februari 12, (feria tercia post diem beate Agathe virginis, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo nono) gevidimeerd hebben.
Ghiselbertus Harinc is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij de gevidimeerde akte ten gunste van hemzelf en van Johannes vander Dyesen, zijn broer, in bewaring houdt en hij heeft beloofd deze akte aan Johannes te geven zo vaak als hij ze voor de uitoefening van zijn rechten nodig heeft, echter op voorwaarde dat als Johannes zijn recht gehaald heeft hij deze akte aan Ghiselbertus zal teruggeven.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop hij oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 0108
1371 februari 16
Acta ... in novo choro ecclesie memorate
Notaris Theodericus Yper de Buschoducis, clericus van het bisdom Leodium, maakt op verzoek van Adam de Neynsel, kerkmeester van de Sint-Jan, een authentiek afschrift van enkele clausules uit het testament van Cristina, vrouw van Daniel de Vladeracken, waarin zij heeft gelegateerd aan:
- de Sint-Jan een vast inkomen van 20 schelling,
- de investiet, deken en het kapittel een vast inkomen van 20 schelling, waarvoor zij een eeuwig jaargetijde voor haar moeten houden,
- de Predikheren in Den Bosch een jaarcijns van 20 schelling, waarvoor zij haar jaargetijde moeten houden,
- de Minderbroeders in Den Bosch een erfcijns van 20 schelling, waarvoor zij haar jaargetijde moeten houden.
Daniel zal deze bedragen betalen in gereed geld of aanwijzen op voldoende erfelijke goederen. Met als getuigen: Walterus de Cuke en Gerardus Vos, priesters en kanunniken van de Sint-Jan.
Dorsaal:
- folio LII XX solidis Merckt,
- Numero 37,
- folio 45 verso,
- folio 34,
- 1 £ payment uyten Buydel aende Merck,
- Corstyn wyf Danels van Vladeracken beset der kercken XX schelling ende dats Jan Daneels vayer ende moeder.
Nummer: 1189
1371 mei 8
feria quinta post dominicam qua cantatur Cantate
Willelmus Eelkini en Johannes, zoon van Truda, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Sassenberch, wettige echtgenoot van Jutta, dochter van wijlen Ghiselbertus Boeden, aan Adam de Neynsel en aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen elk deel en alle rechten van Jutta in een huis, erf en hof,
aan het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed dat was van Henricus Boc, priester, en dat nu aan die kerk toebehoort, aan een zijde en het kerkhof aan de andere zijde, en zich achterwaarts uitstrekt tot aan het erfgoed van Philippus Tuyn.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: Deze akte vormt een lias met die van 1369 augustus 22.
Nummer: 0109
1371 juni 19
feria quinta ante festum Nativitatis beati Johannis Baptiste
Jacobus Coptiten en Goessuinus Moedel de Lapidea Via, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Gerardus de Loenen, zoon van wijlen Gerardus Bijtbeen, Bertholdus, zoon van wijlen Arnoldus Ywijn de Hoesden, wettige echtgenoot van Elisabeth, dochter van wijlen Willelmus Cnoden, Johannes de Berlikem, bakker, wettige echtgenoot van Hilla, dochter van wijlen Thomas Loenen, Johannes Jacobssoen, wettige echtgenoot van Zalome, dochter van Thomas, Elisabeth en Heilwig, zussen, dochters van Thomas, aan Elisabeth, weduwe van Johannes Stercken, gegeven hebben hun huis in de
Orthenstraat tussen het erfgoed dat was van Reynerus Kul aan een zijde en het erfgoed van Willelmus de Ghewanden aan de andere zijde, tegen betaling van een erfcijns van 20 schelling, waarvan de eerste helft betaald wordt op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper en de andere helft op Kerstmis en waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Kerstmis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0110
1372 juni 14
Acta in atrio capelle sancte Crucis ante domum inhabitacionis dicti Johannis
Notaris Theodericus Mercini de Meghen van het bisdom Leodium instrumenteert dat Johannes de Os, houtzager, bekend heeft aan wijlen heer Theodericus de Yper, priester, verschuldigd te zijn een erfcijns van 10 schelling uit het huis en erf achter de voorhof (atrium) van de kapel van het Heilig Kruis tussen het erfgoed van Meghen, genoemd de Woesic, aan een zijde en het erfgoed van magister Hermannus de Swalmen aan de andere zijde, welke 10 schelling Johannes, eertijds genoemd de Berlikem, Theodericus Faelganc betaalde en welke 10 schelling heer Theodericus de Yper in zijn testament aan 2 van zijn bloedverwanten, genaamd Johannes, zonen van wijlen Petrus de Yper, vermaakt had en dat deze laatsten deze cijns aan Marcilius vander Haghen en Wendelmodis, diens vrouw, verkocht hebben. Met als getuigen: Theodericus de Loet, clericus, en Gerardus Vilt de Os.
Nummer: 0111
1372 september 6
feria secunda post festum beati Egidij abbatis
Arnoldus Stamelaert de Penu en Ghiselbertus Lisscap de jongere, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat magister Wolphardus de Ghiessen aan Adam de Neynsel en Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan bij wijze van ruil heeft overgedragen een erfcijns van 20 schelling met alle achterstallige bedragen uit die cijns uit een huis en erf in de
Orthenstraat tussen het erfgoed van Willelmus Vrancke aan een zijde en het erfgoed van Henricus de Uden aan de andere zijde, welke cijns Theodericus Storme en Bela, zijn wettige vrouw, dochter van wijlen Godefridus de Arkel, aan magister Wolphardus verkocht hadden, welke cijns geruild is tegen een erfcijns van 20 schelling uit een erfgoed op de Markt waarin magister Wolphardus tegenwoordig woont, welke cijns wijlen Johannes de Neynsel aan de kerkfabriek vermaakt had.
Dorsaal:
- XX schelling uuyt de Gulden Kan aen den Hoogen Steenwech.
- Numero 19.
- folio 35.
- folio 23 verso.
- Numero folio 44
- folio LIII.
- 20 schelling d'Orthen straet bij Thincartstraetken.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0112
1373 januari 22
in crastino beate Agnetis virginis, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo secundo
Johannes de Tula, Willelmus Coptiten, Theodericus, zoon van Bartholomeus, en Laurentius Boyen, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Mabelia, dochter van wijlen Arnoldus de Wychen, aan Arnoldus Duysche verkocht heeft haar huis en erf met alle afhankelijke goederen in de
Hynthamerstraat, welk huis en erf Mathias, zoon van wijlen Johannes de Mierde, aan Arnoldus de Wychen verkocht had.
Zegels: alle 4 licht beschadigd.
Nummer: 0113
1373 januari 22
in crastino beate Agnetis virginis, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo secundo
Johannes de Tula, Willelmus Coptiten, Theodericus, zoon van Bartholomeus, en Laurentius Boyen, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Roverus Udensoen gereed geld getoond heeft en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op een huis en erf in de
Hynthamerstraat, dat Mabelia, dochter van wijlen Arnoldus de Vychen, verkocht had aan Arnoldus Duysche en dat Arnoldus Duysche erkend heeft dat Roverus deze rechten had.
Zegels: le zegel ontbreekt, 2e zegel klein fragment, 3e zegel licht besschadigd, 4e zegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0114
1373 januari 22
in crastino beate Agnetis virginis, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo secundo
Johannes de Tula, Willelmus Coptiten, Theodericus, zoon van Bartholomeus, en Laurentius Boyen, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Roverus Uden soen gereed geld getoond had en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op een huis en erf in de
Hynthamerstraat dat Mabelia, dochter van wijlen Arnoldus de Wychen, aan Arnoldus Duyssche verkocht had en dat Arnoldus Duyssche deze rechten van Roverus erkend had. Roverus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Arnoldus Duyssche deze rechten overgedragen.
Zegels: le zegel ontbreekt, 2e, 3e en 4e zegel licht beschadigd.
Nummer: 0115
1373 februari 16
feria quarta post diem beati Valentini, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo secundo
Theodericus, zoon van Bartholomeus, en Laurentius Boyen, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Woltherus, zoon van wijlen Borchardus, steenhouwer, aan Johannes de Utricht ten gunste van Borchardus, broer van Woltherus, heeft overgedragen de helft van een huis en erf aan het einde van de
Hinthamerstraat tussen het erfgoed van Johannes de Loet aan een zijde en het erfgoed van Aleidis, dochter van Gerardus ?, aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 0116
1373 april 7
feria quinta post dominicam qua cantatur Iudica, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo secundo
Johannes de Tula en Laurentius Boyenm schepenen in Buscoducis, oorkonden dat dezelfde Johannes de Tula aan Franco Munter beloofd heeft te betalen een erfpacht van 3 mud rogge uit zijn goederen, gewoonlijk genoemd Ter IJnden in de
parochie Erpe en uit alle afhankelijkheden van die goederen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel klein fragment.
N.B.: Deze akte is gecancelleerd.
Nummer: 0117
1373 mei 5
feria quinta post dominicam qua cantatur Misericordia
Johannes de Bruheze en Willelmus Coptiten, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Borchardus, zoon van wijlen Borchardus, steenhouwer, aan Johannes Writer, zoon van Johannes Writer de Scynle, verkocht heeft het huis en erf in de
Hynthamerstraat met de daarbij horende paden dat was van Theodericus, vroeger genoemd Snoeke, tussen het erfgoed van Gerardus Valke aan een zijde en het erfgoed van Hadewig, weduwe van Johannes de Lyt, smid, aan de andere zijde, van welk huis en erf Borchardus een helft van Woltherus, zijn broer, verkregen had en de andere helft van zijn vader geërfd had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0118
1373 juni 2
Acta ... in habitatione ... venditoris
Notaris Adam de Mierd, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Arnoldus de Waderle, burger van Den Bosch, aan heer Theodericus de Waderle, priester en zijn zwager, verkocht heeft voor een niet gespecificeerde som een morgen morgen land in de
parochie Os op de plaats Beemden naast het erfgoed van Reymboldus Bolleken Vrancken soen, welke morgen Arnoldus van Theodericus Rover, zoon van wijlen Bollekinus de Os, gekocht had en dat hij erkend heeft deze som volledig gekregen te hebben. Met als getuigen: Theodericus Posteel en Theodericus de Zeelst uit dat bisdom Leodium.
Nummer: 0119
1373 augustus 12
feria sexta post festum beati Laurentij martiris
Willelmus Coptiten en Laurentius Boyen, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Mechtildis vanden Werve aan Johannes Raet verkocht heeft een huis en erf
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van heer Arnoldus Noyde, deken van de Sint-Jan, aan een zijde en het erfgoed van wijlen Arnoldus vander Horst aan de andere zijde, belast met:
- de cijns aan de hertog,
- een cijns van 40 schelling aan het Sint-Laurentiusaltaar in de Sint-Jan,
- een cijns van 5 schelling aan de Tafel van de Heilige Geest,
- een cijns van 23 schelling aan het leprozenhuis, gewoonlijk genoemd Ter Eyendonck,
- cijnzen van 4 pond (aan niet gespecificeerde personen of instellingen)
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0120
1374 oktober 27
Acta ... in habitatione quondam Engberti Ludinc de Aggere
Notaris Adam de Mierd de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Arnoldus Dicbier, ridder, waarin deze aan de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft vermaakt een erfcijns van 20 schelling uit het huis en erf met zijn afhankelijke goederen van de erflater
op de Markt tussen het lakenhuis en de vleeshal aan een zijde en het huis van Wellinus Scilder aan de andere zijde. Met als getuigen: ? de Lapidea Via en Johannes vanden Venne, anders genoemd Venneken.
Dorsaal:
- folio LI XX schelling aen die Merckt (Van Uden).
- testament Her Arnt Dicbier redders van XX schelling nu Tys Voghel by tfleeshuys.
- uyter gulde (flescho ?).
- Numero 41.
- folio 17.
N.B.: De akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1190
1374 december 14
in crastino beate Lucie virginis
Arnoldus Stamelaert de Spanct en Johannes de Dordrecht, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Ghiselbertus de Best aan Henricus de Geffen een huis en erf in de
Hynthamerstraat verkocht heeft dat Adam de Mierde aan Ghiselbertus krachtens een uitspraak van schepenen in Buschoducis verkocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0121
1375 maart 15
feria quinta post dominicam qua cantatur Invocavit, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo quarto
Arnoldus Stamelaert de Spanct en Johannes de Aggere, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Voet de Heze aan Everardus Boc beloofd heeft te betalen een erfcijns van 3 £ uit een zekere hofstad op het einde van de Hynthamerstraat
buiten de poort van wijlen Johannes Pinappel tussen het erfgoed van Johannes de Zon aan een zijde en het erfgoed van Elisabeth, dochter van Henricus de Berze aan de andere zijde, welke hofstad bezwaard is met:
- een cijns aan de hertog,
- een erfcijns van 5 schelling aan de priesters van de Sint-Jan.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0122
1375 maart 19
feria secunda post dominicam cantatur Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo quarto
Arnoldus Stamelaert de Spanct en Arnoldus de Beke, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes de Berlikem aan Alardus, zijn broer, verkocht heeft 2 kamers met hun grond aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan in de
Weverhuls tussen het kerkhof aan een zijde en een andere kamer van Johannes aan de andere zijde met een zekere hof achter de kamers die zich uitstrekt vanaf die kamers tot aan het erfgoed van wijlen magister Hermannus met als last een erfcijns (of erfcijnzen) van 40 schelling aan (niet gespecificeerde personen of instellingen). De verkoop heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
- Alardus mag achter de 2 kamers geen latrine laten bouwen, tenzij onder de keuken of binnen de wanden.
- Johannes zal achter zijn kamer geen erfgoed verkrijgen maar alleen het recht van dakdrup dat bij die kamer hoort.
- De tussenwand tussen hun kamers zal gemeenschappelijk eigendom zijn en zij zullen deze gelijkelijk onderhouden.
- Als een van hen beiden wil bouwen, zal hij dat op zijn eigen erfgoed doen maar de gebruikelijke en geschikte waterleiding moet echter tussen de beide erfgoederen blijven.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0123
1375 maart 19
- Johannes dictus de Berlikem duas cameras cum earum fundis ad se spectantes, sitas in Buschoducis ultra cymitherium ecclesie Sancti Johannis Ewangelistae
- ad vicum dictum Weverhuls, inter predictum cymitherium ex uno latere et inter aliam cameram dicti Johannis ibidem ex alio latere, cum quodam orto retro predictas duas ca-
- meras situato, tendente a dictis duabus cameris ad hereditatem quondam magistri Hermanni, ut dictus Johannes dicebat, annue et hereditarie vendidit
- Alardo suo fratri, ab eodem emptore jure hereditario possidendas et habendas, supportavit et effestucando resignavit modo in talibus consueto, promittens
- dictus Johannes venditor, ut debitor principalis super se et bona sua omnia, quod ipse dicto Alardo emptori de dictis duabus cameris cum earum fundis et orto
- ut dictum est venditis, debitam et iustam prestabit warandiam, et quod omnem obligacionem in premissis existentem, exceptis quadraginta solidis communis pagamenti
- annuatim exinde de jure solvendis ut dictus Johannes dicebat, prefato Alardo deponet omnino, additis condicionibus que sequuntur: primo videlicet, quod dictus Alardus
- retro predictas cameras nullam latrinam edificare faciet vel procurabit, nisi eandem latrinam sub tegmine et infra parietes situabit ac teget;
- hoc eciam addito, quod dictus Johannes retro predictam suam cameram ibidem consistentem nichil hereditatis obtinebit nisi solummodo stillicidium ad eandem cameram pertientem
- et consuetum; hoc eciam adiuncto, quod paries intersticialis consistens inter predictas duas cameras et inter reliquam cameram predictam predictorum Johannis et Alardi communis
- erit et permanebit, et quod ipsi Johannes et Alardus huiusmodi parietem inter se equaliter tenebunt et conservabunt. Et si aliquis dictorum Johannis et Alardi ab altero eorum
- edificare voluerit et tunc idem, volens ab altero edificare, edificium suum supra suam propriam hereditatem ponet et situari faciet, stillicidio camere consueto et
- apto ibidem inter predictas hereditates relicto, ut ipsi ex utraque parte recognoverunt. Testes interfuerunt scabini in Busschoducis, Arnoldus Stamelaert
- de Spanct et Arnoldus de Beke. Datum feria secunda post dominicam quando cantatur "Reminisceret' anno Domini 1374.
Nummer: 0123
1375 april 9
Actum ... in nostro conventu ... in loco capitulari
Frater Ghiselbertus de Huculem, gardiaan van het convent der Minderbroeders in Buscoducis, oorkondt dat het kapittel van dat convent aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, verkocht heeft een erfcijns van 40 schellingen, die als volgt is samengesteld:
- een erfcijns van 15 schelling uit het huis en erf van Georgius, genoemd Jorys Fullers aan de Oude Dieze,
- een erfcijns van 15 schelling uit het hele erfgoed van wijlen Arnoldus de Steren in de Maelstram,
- en 10 schelling uit de erfgoederen van Johannes Hanne de Bussche en Gerardinus, visser, over de Korenbrug,
welke cijns van 40 schelling Elizabeth, vrouw van wijlen Ywanus, van Johannes Tulnere verkregen had en die zij in haar testament aan ons vermaakt had en die Henricus Loze, als executor van Elizabeth, aan
frater Theodericus Gharstman, indertijd gardiaan van ons klooster, overgedragen had.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1191
1375 mei 11
feria sexta post dominicam qua cantatur Misericordia
Arnoldus Stamelaert de Spanct en Gerardus de Uden, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Raet aan Johannes Meelman verkocht heeft het huis en erf
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Arnoldus Noyde, deken van de Sint-Jan, aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus vander Horst, aan de andere zijde, welk huis en erf Mechtildis vanden Werve aan Johannes verkocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0124
1376 januari 9
feria tercia post festum Epyphanie Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo septuagesimo quinto
Gerardus de Berkel en Arnoldus Stamelaert de Spanct, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Martinus de Pipengael ten gunste van Petrus Candoven, Elisabeth, zijn zus, en Henricus (Wolf ?) afstand heeft gedaan van een erfcijns van 45 schelling en van al zijn rechten daarop, welke cijns als onderpanden heeft:
- een huis en erf van Johannes de Dordrecht, voller, welke Godefridus vander Donc verkocht had aan Johannes Cloet, zoon van wijlen Egidius de Pipengael,
- een morgen in ?, welke Elisabeth, dochter van wijlen Henricus Vync de Hyntham, verkocht had aan Johannes.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 0125
1376 januari 11
Acta ... supra forum ante domum habitacionis Ghevardi de Eyndoven
Notaris Mathias Scilder de Buschoducis, van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Heer Theodericus, zoon van wijlen Heer Johannes die Rover, ridder, verzekerde dat zijn vader in zijn testament aan de kerkfabriek van de Sint-Jan gelegateerd had een erfcijns van 20 schelling, waarvoor zijn vader nog geen erfgoed als onderpand aangewezen had en dat Heer Theodericus als erfgenaam van wijlen Heer Johannes, aan Franco de Ghestel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan die cijns heeft overgedragen, welke deel uitmaakt van een erfcijns van 14 £, die Heer Arnoldus de Roever, ridder, broer van wijlen Heer Johannes, aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch verschuldigd is uit een stenen huis en erf met zijn afhankelijke goederen,
bij de Markt naast het erfgoed van wijlen Theodericus, de apotheker. De Tafel zal uit die cijns van 14 £ 10 £ ontvangen en de fabriek zal de 20 schelling ontvangen uit de 4 £ die jaarlijks van die 14 £ overschiet. Met als getuigen: Arnoldus Nonden, deken van de Sint-Jan, Arnoldus de Ligno, kanunnik van dezelfde kerk, Heer Theodericus die Rover, ridder, Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, Johannes de Padbroec en Johannes vander After.
Dorsaal:
- XX schelling inde Ridderstraet opten hoeck ter bruggen waert (Vander Weeghe),
- Numero 53,
- folio 54,
- folio 42 verso,
- folio 76,
- Jan die Rover beset der kerken XX schelling ut die erffenisse Her Arts Rover in die Ridderstraet, folio XXXIIII. (Van Uden)
Nummer: 1192
1376 november 5
des wonsdaechs nae Senten-Hubrechtsendach
Arnt, her Gherytssoen van Meghen, schout in den Lande van Meghen, oorkondt dat voor hem en voor Reyner van Lit, Heyn Piec, als geherichtslude, en meer goeder lude in het gericht van Macharen gekomen is Bertout, her Gherytszoen van Megen was, die aan Jutte, Arns Sniders wijf was, heeft overgedragen:
- 2 hont lant in het gerichte van Macharen Opt Erventael naast het erfgoed van Jutte aan een zijde en het erfgoed van Justine aan de andere zijde,
- met een halve roede dijk in de scouwe van Macharen.
Zegel: fragment.
Nummer: 0126
1376 december 21
op sente Thomas dach apostel
Henric vanden Lair, Heymeric van Lennenshovel, Jan Gheenkens soen, Goessen van Halle, Arnout Coppelman, Arnout Luettensoen en Jhan Bekeman, schepenen in Boxtel, oorkonden dat Ghibe Miechiels soen en Michiel, zijn zoon, aan Gherairt, natuurlijke zoon van wijlen Heer Gherairts van Boxtel, verkocht hebben alle beemden die zij hebben langs de Dommel in
Mulsel en
Ghemonden met hun afhankelijkheden, met als last de hooitienden.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 0127
1377 april 2
feria quinta post festum Pasche
Leonius de Langvelt en Symon de Myrabello, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Wynricus Bubben soen aan Henricus, zijn broer, overgedragen heeft:
- 2 stukken land in de parochie Os op de plaats Oestervelt, waarvan het ene Scoer genoemd wordt en het tweede gelegen is naast de plaats Dat Doergat,
- de helft van de Pauwels Acker op de plaats Crusenbeemt,
- alle goederen die hij van Nycolaus, vroeger genoemd vanden Arennest, zijn schoonvader, bij een deling van een erfenins gekregen had.
Dorsaal:
- Wynne.
- Item Gheen (Bubben ?) van Os.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0128
1377 november 3
op sente Hubrechts dach
Hoef die Rydder, Antsem vanden Bleke, Jan vander Voert, Didderic (Spoke ?), Jan Zantvoert en Heymeric Heynen Skyns soen, schepenen in Aerle, oorkonden dat Didderic van Ghemert aan Didderic Kyvit verpacht heeft zijn goed Op Dunghe met land, beemden, huizen en alle afhankelijkheden in de
parochie Beke met een zijde langs de lange beemden en met de andere zijde langs de gemene gronden voor:
- een cijns aan de Heer,
- tien oude schilden aan Didderic van Ghemert.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 0129
1377 december 9
feria quarta post festum Conceptionis Beate Marie Virginis
Laurentius Boyen en Arnoldus de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Zonne, zoon van wijlen Johannes vanden Werva, aan Marcelius, zijn broer, had overgedragen het vierde deel van alle goederen die hij bij de dood van Heylwig, tante van moeder's zijde, vrouw van wijlen Adam de Neynsel, geërfd had en die hij na de dood van Adam de Neynsel daadwerkelijk verworven had, en dat vervolgens Machtildis, zus van Marcelius, afstand had gedaan van dat vierde deel. Marcelius de Zonne is nu echter voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch overgedragen een erfpacht van 1½ mud rogge, die deel uitmaakt van een erfpacht van 8 mud rogge, welke (niet gespecificeerde personen of instellingen) aan Adam en Heylwig verschuldigd waren uit verscheidene goederen in
Ryxstel.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0130
1377 december 9
feria quarta post festum Conceptionis Beate Marie Virginis
Laurentius Boyen en Arnoldus de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius de Zonne aan Theodericus, zoon van wijlen Ywanus de Gravia, ten gunste van de Tafel van de Heilige Geest in Den
Bosch heeft overgedragen een erfpacht van 1 mud rogge, welke deel uitmaakt van een erfpacht van 8 mud rogge, die Adam de Neynsel en Heylwig de Zonne, zijn vrouw, hem verschuldigd waren uit verscheidene
goederen in
Ryxstel, welke pacht van 1½ mud rogge Gerardus Sceyvel aan Marcelius overgedragen had.
Dorsaal: ? permuti ?
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0131
1378 maart 13
sabbato post dorninicam qua cantatur Invocavit, anno Domini millesimo tricentesimo septuagesimo septimo
Goeswinus Moedel de Lapidea Via en Laurentius Boyen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Goeswinus Moedel, zoon van wijlen Bertoldus, zoon van Theodericus, aan Ghiselbertus de Vlochoven heeft overgedragen een erfcijns van 20 schelling, welke Goeswinus Moedel, vroeger genoemd de Sceepstal, zijn grootvader, verschuldigd was uit het erfgoed van heer Johannes Ghyskinus, kanunnik van de Sint-Jan, in de
Hynthamerstraat naast het erfgoed van wijlen Jacobus de Gheel met als last een erfcijns van 10 schelling welke Goeswinus Moedel de Sceepstal aan de priesters van de Sint-Jan verschuldigd was.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0132
1378 augustus 12
feria quinta post festum beati Laurentii martiris
Goeswinus Moedel de Lapidea Via en Arnoldus de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus de Vlochoven aan Gerardus, zoon van wijlen Ghiselbertus de Spina, heeft overgedragen een erfcijns van 20 schelling, welke Goeswinus Moedel, vroeger genoemd de Sceepstal, verschuldigd was uit het erfgoed van heer Johannes Ghyskinus, kanunnik van de Sint-Jan in de
Hynthamerstraat naast het erfgoed van wijlen Jacobus de Gheel, en welke cijns Goeswinus Moedel, zoon van wijlen Bertoldus, zoon van Theodericus, aan Ghiselbertus verschuldigd was.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0133
1378 augustus 12
- Ghiselbertus de Vlochoven annuum et hereditarium censum viginti solidorum, quem Goeswinus Moedel quondam de Sceepstal solvendum habuit annuatim et hereditarie ex hereditate domini Johannis Ghijskini
- canonici ecclesie Sancti Johannis in Buscoducis, sita in vico Hynthamensi, ccntigue iuxta hereditatem quondam Jacobi de Gheel, scilicet talis monete in quali dictus quondam Goeswinus Moedel de Sceep-
- stal dictum censum viginti solidorum ex primodicta hereditate annuatim habuit solvendum, venditum dicto Ghiselberto a Goeswino Moedel, filio quondam Bertoldi, filii Theodorici, prout in litteris scabinorum
- de Buscoducis super hoc confectis plenius continetur, legitime et hereditarie supportavit Gerardo, filio quondam Ghiselberti de Spina, simul cum dictis litteris, atque cum toto jure sibi in dictis litteris
- et in hiis que continentur in eisdem quovis modo competente, et effestucando resignavit modo in talibus consueto, promittens dictus Ghiselbertus ut debitor principalis super se et bona sua omnia, quod ipse
- huiusmodi supportacionem et resignacionem ratas et firmas perpetue sine aliqua contradiccione observabit et quod omnem obligacionem ex parte primodicti Ghiselbertj in dicto ensu existentem dicto Gerard
- deponet omnino. Testes interfuerunt scabini in Buscoducis, Goeswinus de Lapidea Via et Arnoldus de Gheel. Datum feria quinta post festum beati Laurentii martiris anno Domin millesimo trigentesimo septuagesimo octavo.
Nummer: 0133
1378 augustus 12
feria quinta post festum beati Laurentij martiris
Goeswinus Moedel en Lapidea Via en Arnoldus de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes, priester, zoon van wijlen Ghiselbertus de Vlochoven, aan Gerardus, zoon van wijlen Ghiselbertus de Spina, verkocht heeft een huis en erf in de
Hijnthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Arnoldus de Ghele aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes de Hyntham, aan de andere zijde, welk huis en erf Walterus Wellen, zoon van wijlen Yseboldus de Asten, aan Ghiselbertus de Vlochoven verkocht had, en heer Johannes bij een deling van een erfenis gekregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0134
1378 september 21
in die beati Mathei apostoli et ewangeliste
Johannes de Erpe en Arnoldus de Ghele, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Margareta, weduwe van Woltherus vander Zweenslake, aan Franco de Ghestel en aan Theodericus, zoon van Ywanus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfpacht van 1 zester raapzaad en 7 cijnshoenderen met de achterstallige betaling over 7 jaren uit 2 zesters roggeland in de
parochie Ghestel bij Herlaer op de plaats gewoonlijk genoemd Haenwijc (tussen de openbare weg) aan een zijde en het erfgoed van Johannes Moelnere aan de andere zijde, welke (Gerardus, zoon van wijlen Mychael vander Vliedert) de Heze, aan Woltherus vander Zweenslaken, zoon van wijlen Woltherus (vander Sweenslaken de Erpe) verkocht had en welke pacht en cijnshoenderen Margareta geërfd had.
Dorsaal: videatur ?
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar maar de ontbrekende tekst kon gereconstrueerd worden met behulp van de akte van 1367 februari 10 (in die beate Scolastice virginis, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo sexto).
Nummer: 0135
1378 december 3
feria sexta post festum beati Andrei apostoli
Gerardus de Berkel en Willelmus Coptiten, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Arnoldus Duysche aan Johannes de Vaerlaer, zoon van wijlen Johannes de Ridder, verkocht heeft een huis en erf in de
Hynthamerstraat met alle afhankelijke goederen, welk huis en erf Mabelia, dochter van wijlen Arnoldus de Wychen, aan Arnoldus verkocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0136
1378 december 3
feria sexta post festum beati Andree apostoli
Gerardus de Borkel en Willelmus Coptiten, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes de Oyen gereed geld getoond had en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op een huis en erf in de
Hynthamerstraat, dat Arnoldus Duysche aan Johannes de Vaerlaer, zoon van wijlen Johannes Ridder, verkocht had en dat Johannes de Vaerlaer erkend had dat Johannes de Oyen deze rechten had. Johannes de Oyen is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes de Vaerlaer deze rechten overgedragen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: De akte die er had moeten zijn tussen de voorgaande akte en deze akte ontbreekt.
Nummer: 0137
1378 december 16
Willelmus, zoon van Arnoldus Tielkini, en Johannes Leonii de Erpe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Meelman aan heer Walterus Meelman, priester, zijn broer, heeft overgedragen zijn huis en erf
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van heer Arnoldus Noyde, deken van de Sint-Jan, aan een zijde en het erfgoed van wijlen Arnoldus vander Horst aan de andere zijde, dat Johannes Raet aan Johannes verkocht had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0138
1379 mei 24
Acta ... apud forum in domo habitacionis dicti Ywani
Notaris Adam de Mierd de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat heer Hermannus Loze, kanunnik van de Sint-Jan, in zijn testament de volgende bepalingen heeft gemaakt. Hij heeft gelegateerd aan:
- de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 8 £ in gereed geld,
- de deken en het kapittel van de Sint-Jan 50 £, 1 maal in gereed geld, die binnen een jaar na de dood van de erflater betaald moeten worden, waarvoor de deken en het kapittel gehouden zijn met hun eigen kandelaars te houden de jaargetijden van de erflater, zijn ouders, broers en zussen,
- de broeders van de Derde Orde van Franciscus een erfcijns van 20 schelling, welke cijns Ywanus Stierken moet kunnen terugkopen met een bedrag ineens van 5 oude schilden,
- Johannes Luken, zijn broer, 1 maal 8 £ in gereed geld,
- Hilla, zijn zus, 8 £ en 5 gouden penningen, dobbel mottoen, Hollands geld, 1 maal in gereed geld,
- Gerbergis, zijn zus, 1 gouden penning, dobbel mottoen, 1 maal in gereed geld,
- Johannes en Johannes, zijn 2 natuurlijke zonen, alle huisraad en juwelen,
- Ywanus Stierken en Elisabeth, diens vrouw, en de kinderen van Ywanus en Elisabeth al zijn overige roerende en onroerende goederen, zodanig echter dat Ywanus hieruit voorziet wat voor de voornoemde legaten nodig is.
Als executeurs heeft de erflater aangesteld de heren Conrardus de Driel, canunnik van de kerk van Luik, Albertus Buc, investiet van de kerk van Erpe en Ywanus Stierken. Met als getuigen: Arnoldus de Uden, investiet van de Sint-Petrus in Vucht, Johannes Stierken junior, Henricus de Dieghden, Thomas de Hyntham, Tyberio, genoemd Berijs de Gravia, bakker, en Johannes Broc.
Zegel: Het zegel van de deken en het kapittel ontbreekt.
Nummer: 1777
1380 augustus 18
sabbato post festum Assumptionis Beate Marie Virginis
Leonius de Erpe en Johannes de Neynsel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Arnoldus de Wychem, ten gunste van Johannes de Vaerlaer, zoon van wijlen Johannes Ridder, afstand heeft gedaan van een huis en erf met zijn afhankelijke goederen in de
Hijnthamerstraat en van alle rechten daarop.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0139
1380 september 15
in octavis Nativitatis Beate Marie Virginis
Theodericus Rover en Johannes de Neynsel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Tielmannus de Mulsen, kanunnik van de Sint-Jan, aan Johannes Walsscart, steenhouwer, heeft gegeven het huis en erf in de
straat die loopt van het kerkhof van de Sint-Jan naar de Weverhuls tussen het erfgoed van Johannes de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van wijlen Johannes de Mechelen aan de andere zijde, voor een erfcijns van 20 schelling aan de deken en het kapittel van de Sint-Jan die daar eerder uit betaald moest worden en voor een erfcijns van 3 £ aan heer Tielmannus.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0140
1380 november 23
in die beati Clementis
Arnoldus Stamelaert de Penu en Willelnaus Scilder, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Sophia, weduwe van magister Hermannus Uten Dale, aan Bela en Metta, zussen, dochters van Sophia, heeft overgedragen haar vruchtgebruik en elk recht dat zij haar leven lang had op de helft van een huis en erf
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Alardus de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Os aan de andere zijde, namelijk die helft welke Bela en Metta na haar dood zouden erven.
Zegels: linkerzegel vrijwel onbeschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 0141
1380 november 24
in profesto beate Katherine virginis
Arnoldus Stamelaert de Penu en Arnoldus Veer, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Petrus van Sunte Pauwels, wettige echtgenoot van Bela, en Hermannus Leuwe, wettige echtgenoot van Metta, dochters van wijlen magister Hermannus Uten Dale, aan Arnoldus, zoon van wijlen Godefridus Desgroten soen de Woensel, verkocht hebben de helft van een huis en erf die hen toebehoorde
aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Alardus de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Os aan de andere zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0142