1295 juni 7

feria tertia post octavas sancte Trinitatis

Henricus de Neynsel, Arnoldus de Waderle en Bodekinus Gruter, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Woltherus Calvus, hun medeburger, aan de investiet van de Sint-Jan heeft opgedragen ten name van de kerkmeesters van die kerk 41 lichte schellingen uit:
  1. 26 schellingen uit het huis en de grond van Gertrudis, vroeger Schelkinus, bij Buschum Ducis in de Colpelstrata,
  2. 10 leuvense schellingen uit het huis en de grond tegenover de paardenmolen van Henricus,
  3. 5 schelling uit het huis en grond waarin Scumbeken, slager, woont.
Die schellingen zijn bestemd ten gunste van degenen die Wolterus en zijn vrouw in hun testament vermeld hebben.
Zegels: le zegel ontbreekt, 2e en 3e zegel fragmenten
N.B.: Door deze oorkonde is getransfigeerd die van 1303 aug. 22
Nummer: 1181

1296 juli 15

In Divisione Apostolorum

Arnoldus Rover en Henricus de Aggere, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Elysabet, vrouw van Hermannus Crade, hun medeburger, aan Tylekinus Scute, hun medeburger, heeft gegeven het derde deel van een hoeve in het rechtsgebied van Meerwiic, 6 stukken akker en 2 stukken beemd In Eighen voor 3 pond, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de zalige Remigius.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0001

1301 november 30

feria quinta post festum beate Katherine virginis

Henricus de Neynsel en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes Lierinc aan Henricus de Aggere, gewandsnijder, onze medeburger, verkocht heeft een erfcijns van 30 schelling uit het erfgoed van Johannes in Oirschot.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0002

1303 augustus 22

In octavis Assumptionis Beate Virginis

De prior van de Predikbroeders en heer Gherunghus, investiet van de Sint-Jan, oorkonden dat Waltherus Calvus en Ermgardis, zijn vrouw, in hun testament de volgende bepalingen opgenomen hebben:
  1. Zij geven aan de Sint-Jan 10 schelling,
  2. Zij geven aan de investiet en de kapelaans van dezelfde kerk 12 schellingen op hun jaargetijden die zij gelijkelijk onder elkaar moeten verdelen,
  3. Zij geven aan de Predikbroeders in Den Bosch 5 schelling,
  4. Zij geven aan de Minderbroeders 5 schelling,
  5. Zij geven aan de Willernieten 3 schelling,
  6. Zij geven aan de Heilige Geest 3 schelling,
  7. Zij geven aan de leprozen 2 schelling,
  8. Zij geven aan de priester aldaar 12 penningen,
  9. Zij geven aan het hospitaal 2 schelling,
  10. Zij geven aan de priesters aldaar 12 penningen,
  11. Zij geven aan het Begijnhof 2 schelling,
  12. Zij geven aan de priester aldaar 12 penningen,
  13. Zij geven aan de kerk van Sint-Salvator in Orthen 16 penningen,
  14. Zij geven aan de priester aldaar 8 penningen,
  15. Zij geven aan de kandelaar van de Zalige Maagd in de Sint-Jan 2 schelling.
Deze legaten hebben als onderpand hun cijnsgoederen die in schepenbrieven van Buscho Ducis vermeld staan behalve de 10 schelling voor de Sint-Jan die als onderpand hebben een zeker huis van Egidius de Dist, niet ver gelegen van de woning van de erflaters. Zij hebben als hun executeurs aangewezen de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan.
Dorsaal:
  1. Verwerstraet uyten Jonas X schelling.
  2. Numero 68 (Vander Weeghe).
  3. Numero folio 89.
  4. Nieuwe Legger folio 110.
Zegels: Linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: Deze oorkonde is gestransfigeerd door die van 1295 juni 6.
Nummer: 1181

1304 december 17

quinta feria post festum beate Lucie virginis

Arnoldus de Waderle en Henricus de Sonne, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus Verspertiic de Wilshusen aan Mychael de Sweensbergh en Johannes, zijn zoon, verkocht heeft een erfcijns van 40 schelling uit de grond van de verkoper in Wilshusen, die de verkoper schat op 5 bunder groot, op welke grond Henricus woont. Henricus zal het huis waarin hij woont afbreken en mag van dat van die grond afvoeren wanneer hij wil. Op deze grond rust een cijns aan de hertog die Henricus aan de kopers zal betalen.
Dorsaal:
  1. II Libras dubito in Nulant.
  2. Van II Libras in Nulant.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0003

1310 juni 3

feria quarta post festum Ascensionis Domini

Arnoldus de Waderle en Johannes Lysscep, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Elyzabet, weduwe van Hermannus Crade, slager, aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch heeft gegeven een erfcijns van 3 pond uit:
  1. het derde deel van een hoeve in het rechtsgebied van Meerwyc,
  2. 6 stukken bouwland en 2 stukken beemd in het gebied Eighen,
waarvan Elyzabet zegt dat zij allodiaal zijn en die Tylekinus Sente, onze medeburger, voor dat bedrag in cijns heeft.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0004

1312 april 9

dominica Misericordia anno Domini millesimo tricentesimo duodecimo

Arnoldus Dicbier en Elyas Pannicida, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Theodericus Loef de Osse, smid, aan Petrus van den Steenweghe, onze medeburger, verkocht heeft een erfcijns van 10 schelling, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Kerstmis uit een huis en erf in de Hynthamerstraat tussen het huis en erf van Henricus zoon, genoemd Steffaen, aan een zijde en het huis en erf van Bits, smid, aan de andere zijde met als lasten een cijns van 20 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) en de cijns aan de hertog.
Dorsaal:
  1. X schelling auds ghelts ? ane den erve dat Gherart Valken was nu Goessen Steenwech nu Willem Janssoen van Haaften des smeeds X schelling auds nu sinte Anthonijscapelle.
  2. X schelling tsjaers aen Gerit Valke in die Hintamerstraet.
Zegels: Linkerzegel ontbreekt, rechterzegel klein fragment.
N.B.: Er is verband met de akten van:
  1. 1332 sep. 24,
  2. 1460 apr. 4,
  3. 1463 aug. 23,
  4. 1464 jun. 3,
  5. 1493 jan. 17 2 x,
  6. 1494 apr. 4.
Nummer: 0005

1314 juni 9

dominica post festum Sacramenti

Arnoldus de Middelrode en Henricus de Antwerpia, priesters, kapelaans in de kerk van Buscoducis, kassiers of procuratoren van alle priesters die in die kerk dienst doen, oorkonden dat Theodericus de Hoede, genaamd Crensken, priester, hen uit een eeuwige cijns van 4 £, die de priesters bezitten uit het huis en de grond waarin wijlen Vrouwe Yda de Anle woonde, hen 48 schelling en 9 penningen ten gunste van alle priesters gegeven heeft.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 0006

1315 augustus 28

ferla quinta ante Decollationem beati Johannis Baptiste

Arnoldus Dicbier en Elyas Pannicida, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Rutgherus de Ertbrugghen aan Henricus de Aggere, onze medeburger, verkocht heeft een erfcijns van 20 schelling tournoois uit een zekere beemd van hem in Ertbrugghen, 4 karladingen groot, belast met een erfcijns van 8 ? aan de Heer van Horne.
Zegels: linkerzegel 2 fragmenten, rechterzegel fragment.
Nummer: 0007

1315 september 11

feria quinta post Nativitatis Beate Marie Virginis

Wellinus, zoon van Hilla, en Arnoldus Poeldengh, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Rycardus de Scindelle, onze medeburger, aan Rutgherus de Hontsborneke, onze medeburger, verkocht heeft de helft van zijn huis en erf van Johannes ( ? eoboren) nabij het huis van Nycolaus Haghen, namelijk die helft welke ligt opzij in de richting van de Markt, met als last de cijns aan de hertog die daar eerder uit betaald moest worden. Henricus heeft de andere helft van dat huis als onderpand aangewezen.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0008

1315 september 22

in crastino beati Mathei apostoli et ewangeliste

Johannes Franke en Emondus, zoon van wijlen Arnoldus Rover, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus de Fine, linnenwever, en Johannes, zijn zoon, aan heer Johannes de Reytsel, priester, verkocht hebben hun stuk erf met het gebouw daarop achter het huis van heer Johannes, welk stuk erf ligt tussen het huis van heer Johannes en de kamer waarin Yda de Hosdinne woont. De verkoop heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
  1. De tussenwand die ligt tussen dit stuk erf en de kamer van Yda zal gemeenschappelijk eigendom zijn van heer Johannes en Henricus.
  2. Als in de toekomst gebouwen op dat stuk erf of op het aangrenzende stuk erf door ouderdom of andere redenen instorten zal degene van hen die het eerst op zijn erf wil bouwen die tussenwand op dezelfde plaats bouwen waar zij nu staat en dat geheel op eigen kosten doen.
  3. Als de ander later zijn gebouw wil bouwen tegen die wand, kan hij dat vrij doen.
  4. Henricus en Johannes hebben aan heer Johannes hun hele erfgoed naast dat erf als onderpand aangewezen.
  5. Heer Johannes zal aan Henricus een erfcijns van 5 schelling in 2 termijnen per jaar betalen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0009

1316 april 27

feria tercia post dominicam Misericordia

Nycolaus de Meghen en Johannes Dicbier junior, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus de Fine, linnenwever, met zijn klederen bekleed, naar zijn huisdeur is gegaan, hem geöpend heeft, naar buiten is gegaan en voor de schepenen op de openbare weg heeft gestaan, en dat hij en Johannes, zijn zoon, aan heer Johannes de Reytsel, priester, hun hele erfgoed met de gebouwen die daarop staan in de Weverhuls tussen het erfgoed van heer Johannes aan een zijde en het erfgoed van Egghericus, linnenwever, aan de andere zijde, verkocht hebben, belast met cijnzen van 48 schelling (aan niet gespecificeerde personen of instellingen) en dat Arnoldus de Bochoven en Ermegardis, broer en moeder van Henricus, aan heer Johannes als onderpand overhandigd hebben schepenakten van Busco Ducis, waarin Henricus hen beloofd had te betalen 1 £ tournooise groten en 55 tournooise groten.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0010

1318 november 11

in festo beati Martini hyemalis

Gerardus de Uden en Enghelbertus Ludinc, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes de Vucht, preco, ten gunste van Arnoldus, zijn broer, afstand heeft gedaan van het huis, erf en alle rechten daarop, die vroeger van Johannes de Vucht, wijlen zijn vader, waren in de Hyntamerstraat naast het huis en erf van Johannes, zoon van wijlen Aleydis, en dat frater Ghiselbertus, zoon van wijlen Hilla de Steenscot, en frater Godefridus Stout, namens de prior en het convent van Baseldonc, aan Arnoldus dat huis en erf gegeven hebben tegen een cijns van 16 schelling en 6 penning met als lasten andere cijnzen aan (niet gespecificeerde personen of instellingen).
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0011

1320 juli 10

feria quinta ante festum beate Margarete virginis

Johannes, zoon van wijlen Aykinus, en Emondus Rover, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Theodericus Crensken, priester, aan de procuratoren van de kerk verkocht heeft zijn huis en erf in Den Bosch aan het einde van de kerk aan de oostkant, welk huis en erf belast zijn met:
  1. 3 £ en 10 schelling (aan niet gespecificeerde personen of instellingen)
  2. een cijns aan de hertog.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel 2 kleine fragmenten.
N.B.: Deze akte is beschadigd.
Nummer: 0012

1321 augustus 21

feria sexta post festum Assumptionis Beate Marie Virginis

Nycholaus de Meghen en Rutgherus de Lapidea Via, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat frater Gerardus de Vechel van de Orde der Willemieten, als executeur-testamentair van wijlen heer Johannes de Reytsel, priester, aan de procurator van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die fabriek geschonken heeft het huis en erf van heer Johannes naast het atrium (portiek) van de Sint-Jan met alle erfgoederen die bij dat huis en erf horen.
Dorsaal: de domo domini Johannis de Reyssel nunc cimiterium.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0013

1321 november 28

feria sexta post festum beate Katharine virginis

Rutgherus de Lapidea Via en Wolterus, zoon van wijlen Cela de Orle, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus Coman, zoon van Vrouwe Elysabet, aan Franco de Talano, kleinzoon, (nepos) van Andreas Valant, verkocht heeft een erfpacht van 3 mud rogge uit zijn goederen in Blaerthem, belast met een erfcijns van 12 penningen aan de hertog.
Dorsaal: Dit capitael aen den rentmeester Massingh op den 30en meert 1722 geschoten.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel is "ingepakt".
Nummer: 0014

1321 december 6

in festo beati Nycholai episcopi

Nycholaus de Meghen en Daniel de Aggere, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Alardus de Vanderinc aan de procurator van de kerkfabriek van de Sint-Jan ten gunste van die fabriek verkocht heeft zijn eeuwige cijns van 20 schelling uit het huis en erf van wijlen Vrouwe de Anle aan het kerkhof van de Sint-Jan, welk huis en erf belast zijn met een cijns aan de hertog.
Dorsaal:
  1. Dits nu kerchof.
  2. ad amplificationem ecciesie.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0015

1322 februari 27

sabbato ante dominicam Invocavit me, anno Domini millesimo tricentesimo vicesimo primo

Johannes, zoon van wijlen Aykinus, en Ghiselbertus Lysscep, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen magister Daniel, aan de procuratoren van de Sint-Jan verkocht heeft zijn cijns van 20 schelling uit het erfgoed dat van zijn vader was aan de oostzijde van die kerk met als verplichting uit dat erfgoed de cijns aan de hertog.
Dorsaal: 20 solidis ex hereditate Johannis filij magistri Danielis versus partem orientalem ecclesie de Busco quos non invenio in registro. (Van Uden)
Zegel: linkerzegel fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0016

1323 juli 2

sabbato post festum beatorum Petri et Pauli apostolorum

Gerardus de Neynsel en Nucholaus de Ouden, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes Tulner, hun medeburger, aan Elysabet, vrouw van Ywanus de Gravia, hun medeburger, overgedragen heeft een erfcijns van 40 schelling, die samengesteld is als volgt:
  1. 15 schelling uit het huis en erf van Geordus, genaamd Jorus voller, aan de oude Dyse,
  2. 15 schelling uit het hele erfgoed van wijlen Arnolodus de Steren in de Maelstram,
  3. 10 schelling uit de erfgoederen van Johannes, genaamd Hanne de Buscho, en Gerardinus, visser, over de Korenbrug,
met als lasten een cijns van 3 schelling uit het erfgoed in de Maelstram en de cijns aan de hertog uit de overige erfgoederen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0017

1324 juni 17

dominica post festum Sacramenti

Nycholaus de Meghen en Elyas Pannicida, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus de Orscot, schoonzoon van Henricus de Molendino de Vucht aan Willelmus Bullensoen verkocht heeft een erfpacht van 1 mud rogge uit:
  1. 3 bunder van Henricus in Vucht op de plaats Henrich Broec, die belast zijn met een cijns van 3 groten aan de hertog,
  2. huis en erf van Henricus aldaar, dat was van Willelmus, belast met een cijns van 13 schelling en 3 penningen.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Henricus voor elke nog bestaande schuld in de betaling uit deze erfgoederen behalve de erfpacht van 2 mud rogge en 2 mud gerst heer Arnoldus Rover, priester, de Hac, moet betalen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0018

1328 mei 19

feria quinta ante Penthecostes

Petrus de Lapidea Via en Wolterus de Oerle, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Jordanus de Heersel, zoon van wijlen Johannes de Heersel, Aleydis en Wendelmodis, zijn zussen, aan heer Johannes Sceyvel, priester, verkocht hebben een erfcijns van 17 schelling uit een huis en erf in de straat genoemd Buerde waarin tegenwoordig Jacobus Copken Scuebel woont, naast het huis en erf van wijlen Adam de Beerse.
Dorsaal:
  1. XVII schelling bi Her Daems gasthuis int Engstraet nu Dyrc Ravens.
  2. Volderstraet numero 74.
  3. folio XXIII.
  4. bij Her Daems gasthuis XVII schelling.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0019

1329 juli 28

feria sexta post festum beati Jacobi apostoli et Cristofori martiris

Nycholaus de Meghen en Bertoldus de Stempel, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen magister Danyel, aan heer Arnoldus Stempel, priester, verkocht heeft zijn erfcijns van 20 schelling in het huis en erf vlakbij het kerkhof van de Sint-Jan, waarin heer Arnoldus vroeger woonde.
Dorsaal: ad amplificationem ecclesie.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0020

1331 juli 31

feria quarta post festum beatorum Jacobi apostoli et Cristofori martiris

Danyel de Aggere en Gherlacus de Zonne, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Cristina, weduwe van Henricus Berewout, Hilla, weduwe van Willelmus de Sancto Oetmaro, en Elizabet en Andreas, kinderen van Cristina, aan Arnoldus Osman junior verkocht hebben een stuk van een erf in het straatje dat loopt van de Schrijnwerkersstraat naar de Korenbrug achter het erfgoed van Arnoldus tussen het erfgoed van Leita Metter Troch en het erfgoed van Volcwigis, weduwe van Godescalcus, vroeger genoemd Cuze, welk stuk erf was van wijlen Gerardus Corbeel, en dat Cristina aan Arnoldus haar vruchtgebruik en al haar rechten op dit stuk erf overgedragen heeft.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0021

1332 september 4

in crastino beati Remacli confessoris

Johannes Millinc, investiet van de kerk van het begijnhof in Buscho Ducis, oorkondt dat hij een erfcijns van 5 schelling ontvangen heeft van Jacobus de Zulikem, kerkmeester van de Sint-Jan, uit het erfgoed van wijlen Stunken achter het erfgoed van Johannes Gevardus, slager, welke cijns aan de voornoemde kerkmeester vermaakt was door Walterus, vroeger genoemd Calvus, in diens testament, in de vorm van een eeuwige ruil ten gunste van de prebende van de investiet van het begijnhof, vermaakt in het erfgoed van heer Johannes, vroeger genoemd de Reytsel bij het kerkhof van de Sint-Jan en voor 12 kleine penningen aan de investiet door Walterus en Ermegardis, diens vrouw, vermaakt voor hun jaargetijden.
  1. Universis presentes litteras visuris et audituris Johannes dictus Millinc, investitus
  2. ecclesie beghinarum in Buschoducis, presbyter, salutem in Domino, cum noticia veritatis Noveritis me quinque
  3. solidos parvorum turonensium denariorum annui census in hereditate dicti quondam Stunken sita retro
  4. hereditatem Johannis Gevardi, carnificis, solvendos annuatim quolibet anno in festo Nativitatis
  5. beati Johannis Baptiste ab eodem Johanne predicto a Jacobo dicto de Zulikem, procuratore ecclesie beati
  6. Johannis Evangeliste in Buschoducis predicto predicto procuratori ecclesie beati Johannis predicte legatos
  7. a Waltero quondam dicto Calvus nomine testamenti in forma perpetue permutationis ad opus
  8. prebende sacerdotalis investiti ecclesie beghinarum predicte recepisse pro quatuor solidis parvorum
  9. turonensium denariorum annui census investito ecclesie beghinarum legatos in hereditate domini Johannis
  10. quondam dicti de Reytsel ab eodem Johanne predicto sita prope cymiterium ecclesie beati Johannis predicte et
  11. pro duodecim denarijs parvis annui census investito ecclesie beghinarum legatos a Waltero quondam
  12. dicto Calvus et Ermegardis, eius uxore, pro anniversarijs eorum perpetue faciendis dictum
  13. Jacobum ad opus ecclesie beati Johannis predicte a quatuor solidis et duodecim dicti annui census
  14. perpetue quitando et quitum proclamando pro dictis alijs quinque solidis perpetue Investito
  15. ecclesie beghinarum a Johanne Gevardi carnefice prefato revolvendis et solvendis. In cuius rei
  16. testimonium et robur firmitatis omnibus quorum interest vel intererit sub sigillo meo presentibus litteris
  17. appendum dixi signandum. Datum anno A Nativitate Domini millesimo tricentesimo tricesimo secundo, in crastino beati Re-
  18. macli, confessoris.
Dorsaal: Een wisselyng vanden persoen vanden beghynen als van syns nu kerchof.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0022

1332 september 24

feria quinta post festum beati Mathei apostoli et ewangeliste

Bertoldus de Hoesden en Wolterus de Ourle, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Petrus de Lapidea Via aan Gossuinus Steenwech, zijn bloedverwant, verkocht heeft een erfcijns van 10 schelling uit een huis en erf in de Hinthamerstraat tussen het huis van Henricus, zoon van Steffaen, en het huis van Bits, smid, welke cijns aan Petrus verkocht was door Theodericus Luef de Osse, smid.
Dorsaal: In die Hyntamerstraet van testament Goessen Steenwech nu Jan vander Stegen nu Willem Janssoen van Haeften des smeeds x schelling auds nu Alaert des smeets nu Peter Valenborch nu sinte Anthonys capelle.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Er is verband met:
  1. 1312 apr. 9,
  2. 1460 apr. 4,
  3. 1463 aug. 23,
  4. 1464 jun. 4,
  5. 1493 jan. 17 2 x,
  6. 1494 apr. 4.
Nummer: 0023

1333 februari 28

dominica qua cantatur Reminiscere

Frater Johannes Coen, prior van het convent der Predikbroeders, in Busco Ducis, oorkondt dat Jacobus de Suelekem, nu meester van de werken van de Sint-Jan, hem een erfcijns van 2 zwarte schellingen voldaan heeft, welke Godefridus, zoon van Ludingus, voor zijn jaargetijde aan dat convent gelegateerd had.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0025

1333 juni 26

in die Johannis et Pauli martyrum

Prior en het convent der Predikbroeders in Busco Ducis oorkonden dat zij aan Jacobus de Sulichem verkocht hebben een erfcijns van 5 schelling uit het erfgoed van Godefridus, vroeger genoemd De Rijke, welke de kassiers van de kapelaans van de kerk in Busco Ducis hen betaalden voor de zielen van de ouders van Jacobus maar dat zij toch de verplichting houden om eeuwig de jaargetijden te vieren, zoals zij dat doen voor alle weldoeners van het convent.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0026

1335 mei 12

feria sexta post dominicam Jubilate

Petrus de Waderle en Bertoldus, zoon van Theodericus, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Alardus, zoon van wijlen Nycholaus Vort, aan Luta, zijn zus, verkocht heeft zijn helft van een huis en erf, dat was van wijlen Elyzabet Lemmens en ligt aan het kerkhof van de Sint-Jan, namelijk in de straat die loopt van het kerkhof naar de Weverhuls, van welk huis en erf Luta de andere helft bezit, met als lasten:
  1. de cijns aan de hertog,
  2. een cijns van 16 schelling uit dat hele huis en erf (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0027

1335 december 3

des zondaghes na Zenta-Andryen-dach der apostelen

Ghijsbrecht, die men heet Bertken vanden Velde, en Rutgher van den Hout, schepenen in Zente-Oden-rode oorkonden dat Didderic de Writer van Vechel en Lonijs, Peters zoen van Keldonc aan Henric van Dommelen 100 £ beloofd hebben te betalen tot de eerstvolgende Zente-Jacobsmisse ten gunste van Henric en Lysbet, zijn vrouw, en hun wettige kinderen op de volgende voorwaarden:
  1. Henric en Lysbet zullen volgens advies van hun vrienden deze 100 £ beleggen voor een jaarlijkse rente.
  2. Henric zal deze rente niet verkopen of verkwisten tot zij wettige kinderen krijgen.
  3. Als zij geen kinderen krijgen zal degene van hen die langer leeft van deze rente het vruchtgebruik hebben.
  4. Na hun beider dood zal met deze rente geschieden volgens het landrecht.
  5. Als dit geld na Sente-Jacobsdach niet in een rente belegd kon worden, zal men het bedrag beleggen bij een betrouwbare man en de baat die Henric daarbij heeft beuren.
Dorsaal: Dit boeck is gemaeck by tyden der proosten Meester Gysbert Peymans ende Jacob Colen anno XVc ende XXXIX.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0028

1335 december 3

des zondaghes na Zenta-Andryen-dach der apostelen

  1. Wij, Ghijsbrecht, die men heet Beertken van den Velde, ende Rutgher van den Hout, scepen van Z(ente)-
  2. Oden-rode, doen cont enyegheliken, dat voer ons es comen Didderic de Writer van Vechel en(de)
  3. Lonijs, Peters zoen was, van Keldonc, ende hebben gheloeft ghezamen-der hant onghesceiden Henric v(an)
  4. Dommelen hondert pont all zalker monten als nu ghenghe ende geve es, tot Zente-Jacobsm(isse),
  5. die naeste toecomende es, tot behoef Henricsen ende Lysbetten sijns wijfs ende heerre witlighe(n)
  6. gheboert, die si tesamen crighen moghen, te betalen met vorwerden, dat men dese voerseide h(ondert)
  7. pont na Zente-Jacobsmisse voerseit bi rade Henrics vrunde ende Lizabetten sijns wijfs ene ja(erlixe)
  8. rente legghen sal. Oec eest vorwarde, dat Henric voernoemt dese voerseide renten als si ghe(ven)
  9. sijn, niet veercopen en sal, noch voerbaelmonden tent si witlighe gheboert tezamen crighen, (ende)
  10. of si ghene gheboert tezamen en crighen, so sal Henric of Lisbet sin wijff voerseit welkorre d(an)
  11. vortleeft ane dese voerseide renten sine alingbe tucht hebben ende besitten, ende na heerre twey(er)
  12. dode want dese renten van Lysbetten comen sin, so zolen dese voerseide renthen ghane na recht (ende)
  13. ghewoonten van den Lande. Weere oec dat sake, dat men dit voernoemde ghelt ane renten als (voer-)
  14. seit ende na Sente-Jacobsdach niet belegghen en const na wille, so zoud ment bi rade der vrinde (beleg-)
  15. ghen ende bestemmen ane enen wittighen man ende die bate di daer af comen mech, die soude Henr(ic)
  16. boeren ende niet mere, tent ane renten gheleeght were als voerscreven es. Met ghetughen derre lette(ren)
  17. bezeghelt met onsen zeghel in de jaer ons Heren dusent driehondert dertich ende vive des zondagh(es)
  18. na Zenta-Andryendach der apostelen.
(in dorso) Dit boeck is gemaeck bij tyden der proosten Meester Gysbert Peymans ende Jacob Colen Anno XVc ende XXXIX
Nummer: 0028

1337 januari 12

dominica die post festum Epyphanie Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo tricesimo sexto

Godefridus Sceyvel en Johannes de Hees, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes de Ghewanden aan Gossuinus Herinc verkocht heeft zijn helft van een vierde deel van de Maersche Ryswert in het rechtsgebied van Maren, waarvan de overige helft toebehoort aan Willelmus Vrancke, welke helft belast is met:
  1. een cijns aan de hertog, begroot tot een som van 2 schelling,
  2. een erfcijns van 3 £ (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0029

1337 maart 28

feria sexta post dominicam qua cantatur Oculi, anno Domini millesimo tricentesimo tricesimo sexto

Henricus de Aggere en Johannes de Hees, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Cristianus Palart, zoon van wijlen Johannes Palart, aan Jacobus, zoon van wijlen Arnoldus Gobien, verkocht heeft een erfpacht van 1 mud rogge uit het derde deel van de helft van een hoeve in Udenhout op de plaats Clappenscoer tussen de goederen van Johannes Lysscep en de goederen van wijlen Johannes Compeyn, welke hoeve 4½ mansus groot is, en die Johannes Palart en Henricus Steenwech onlangs van Johannes vanden Eilshout verkregen hadden, en dat dat dit derde deel van die helft een echt en vrij allodium van Cristianus is.
Dorsaal: Corstiaen Palart 1 mudde rogghen tsiaers Nerten Monix op Clappescoer.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0030

1337 juni 13

feria sexta post festum Penthecostes

Jacobus de Zulikem en Henricus de Arkel, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Danyel de Aggere aan Henricus en Andreas, broers, zonen van Andreas de Valant, zijn bloedverwanten, overhandigd heeft datgene wat aangevuld moest worden uit het deel van Danyel dat beide broeders toekwam krachtens erfrecht in de goederen van wijlen Henricus de Aggere, hun grootvader, namelijk in de hierna beschreven pachten en cijnzen welke Henricus had op de volgende plaatsen in alle recht, overeenkomst en dienstbaarheid:
  1. 6 mud rogge in Beke, Beekse maat,
  2. 4 vaten raapzaad in Oerscot, Oerscotse maat,
  3. 1 mud rogge in Goerle, Bossche maat,
met als lasten op deze pachten:
  1. 1 zwarte tournooise £ die jaarlijks in Tilborch (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) betaald moet worden,
  2. 1 £ aan heer Petrus, priester in Loen.
De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat beide broers hun aandeel zullen betalen in de onbetaalde schulden van hun grootvader.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0031

1337 juli 18

feria sexta post festum beate Margarete virginis

Jacobus de Zulikem en Henricus de Arkel, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Tielmannus de Zonne aan heer Nycholaus vander Aa, priester, ten gunste van Gerardus vander Aa verkocht heeft een erfcijns van 2 £ uit zijn goederen Ter Boect in de parochie Zonne en uit alle afhankelijkheden van die goederen, belast met 2 tournooise groten die op 2 stukken grond van die goederen rusten.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0032

1338 februari 13

Anno Domini millesimo tricentesimo tricesimo septimo, feria sexta ante festum beati Valentini martiris

Arnoldus Aykini en Henricus Stierken, schepenen in Busco Ducis, oorkonden dat Arnoldus de Porta aan Henricus de Porta, zijn zoon heeft overgedragen het vruchtgebruik en alle rechten die hij heeft in een erfcijns van 58 schelling, welke cijns Arnoldus Splitaf Arnoldus de Porta verschuldigd was uit het erfgoed van Arnoldus de Porta achter de Minderbroeders, waarin Arnoldus woont. Henricus de Porta heeft vervolgens aan Theodericus Buxken deze cijns verkocht.
Dorsaal:
  1. klae reibrant dochter III £ ?
  2. die heilig gheest uuter lersenken h. nu Jan Ruys.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0033

1339 augustus 25

feria quarta post festum beati Bartholomei apostoli

Theodericus Buxken en Johannes, zoon van Jacobus, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Henricus Ghiseken aan Jacobus de Zulikem ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen zijn erfcijns van 10 schelling die samengesteld is uit:
  1. een erfcijns van 5 schelling uit het huis en erf van wijlen Vrouwe Berta, weduwe van Heer Eustatius de Brakel, ridder, aan het kerkhof van de Sint-Jan,
  2. 5 schelling uit de hofstad van wijlen heer Arnoldus Steimpel senior, priester, aan het kerkhof van de Sint-Jan,
uit welke cijns van 10 schelling de cijns aan de hertog betaald moest worden.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 0034

1341 januari 6

in die Epyphanie Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo quadragesimo

Henricus de Aggere en Matheus Gheghel, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Theodericus Leydecker aan Johannes, zoon van Berta, bontwerkster heeft gegeven:
  1. zijn huis en erf met de aangrenzende kamer en het erf aan een zijde eraan grenzend op de hoek van de Kerkstraat tussen dezelfde Kerkstraat en het erfgoed van Arnoldus Nonden, handschoenmaker, welk huis en erf zich uitstrekt van dat voorste stuk huis en erf tot aan de middenwand in het huis dat in de richting van de Markt gelegen is,
  2. dezelfde middenwand,
in welk huis tegenwoordig woont, tegen de volgende cijnzen:
  1. 30 schelling (aan niet gespecificeerde personen of instellingen)
  2. 40 schelling aan Theodericus.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0035

1341 maart 7

feria quarta post dominicam Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo quadragesimo

Henricus de Arkel en Henricus de Uden, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Johannes de Berse junior, zoon van Johannes de Berse senior, aan Jacobus de Zulikem ten gunste van de Sint-Jan verkocht heeft zijn huis en erf, waarin de school van Den Bosch zich bevindt, aan het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Johannes, vroeger genoemd Leyte, en het erfgoed van Gerardus, kleermaker, met als last een erfcijns van 5 schelling die daaruit eerder aan (een niet gespecificeerde persoon of instelling) betaald moest worden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0036

1341 mei 9

feria quarta post dominicam Cantate

Henricus de Uden en Johannes de Hees, schepenen in Buscho Ducis, oorkonden dat Heer Eustatius de Brakel, ridder, en Theodericus de Brakel, zijn zoon, aan Jacobus de Zulikem ten gunste van de Sint-Jan verkocht hebben:
  1. een huis en erf aan het kerkhof van de Sint-Jan van hen waarin Heer Eustatius en Berta, wijlen zijn vrouw, plachten te wonen,
  2. alle afhankelijke goederen van dit huis en erf,
  3. het hele erfgoed opzij van dat huis en erf,
met als lasten de cijnzen die daar eerder uit betaald moesten worden.
Nummer: 0037

1344 juni 16

feria quarta post octavas sancti Sacramenti

Arnoldus, zoon van Godefridus, en Godefridus Heerkini, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Elizabet de Os, moeder van wijlen Tylmannus, clericus, aan Elizabet, dochter van wijlen Johannes de Gheelle gegeven heeft:
  1. haar kamer aan het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van wijlen Johannes Matmaker aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth de Os, waarin zij woont aan de andere zijde,
  2. een stukje erfgoed voor die kamer,
tegen betaling van een erfcijns van 20 schelling aan Elizabet de Os.
Zegels: linkerzegel klein framgent, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0038

1345 januari 8

sabbato post festum Epyphanie Dopmini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo quadragesimo quarto

Johannes de Hees en Matheus de Gheghel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Franco de Thalanus, kleinzoon (nepos) van wijlen Andreas Valant, aan Henricus de Lare, zijn schoonzoon, overgedragen heeft een erfpacht van 3 mud rogge, als bruidsschat bij diens huwelijk met Mechtildis, dochter van Franco, welke 3 mud Henricus Coman, zoon van Vrouwe Elizabeth, hem uit zijn goederen in Blaerthem verkocht had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0039

1346 oktober 19

in crastino beati Luce Ewangeliste

Petrus de Waderle en Rodolfus de Zulikem, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van wijlen Arnoldus van den Scoet, aan Henricus de Arkel ten gunste van de Sint-Jan verkocht heeft een erfpacht van 1 loop raapzaat uit een stuk land van de verkoper, 1 zester groot, Schijndelse maat, in de parochie Schijndel op de plaats Aen Den Borne naast het erfgoed van Henricus Maleghys met als last 2 schelling die daar eerder uit betaald moesten worden.
Dorsaal: no 78.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0040

1347 juli 6

Acta fuerunt hec in Buschoducis

Notaris Heinricus Gerardi de Neysel instrumenteert dat Elysabeth Deenkini, weduwe van Johannes Trippijn, en Johannes, haar zoon, dezelfde Johannes als erfgenaam en Henricus Boyen junior, wettige echtgenoot van Elyzabeth, dochter van Elysabeth en Johannes, erkend hebben aan de heren Gerardus Graet en Walterus Deenkini, priesters ten gunste van de heren investieten van de kerken van Orten en Den Bosch en de kapelaans die in de kerk van Den Bosch een beneficie hebben, verkocht te hebben een cijns van 20 schelling uit het huis en erf van van Elysabeth, de moeder in de Kerkstraat tussen het huis en erf van Johannes Lillaert aan een zijde en het huis en erf van wijlen Johannes Metten aan de andere zijde. Met als getuigen: heer Arnoldus de Scinle, priester, en Johannes de Neysel, clericus.
Nummer: 1182

1348 februari 13

feria quarta post diem beate Scolastice virginis, anno Domini millesimo tricentesimo quadragesimo septimo

Jacobus Coptyt en Ghiselbertus de Spina, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Gerardus de Roesel, smid aan Jacobus (Goupen ?), zoon van wijlen Arnoldus Gomen, verkocht heeft een erfcijns van 3 £ uit:
  1. 3 morgen van de verkoper, genoemd Die Laren, in het gebied van Merwyc naast het erfgoed van Theodericus Nobels,
  2. 2 morgen van de verkoper aan de plaats Spyc naast de sluis aldaar bij Enghelen naast het erfgoed van Wilhelmus Loyer,
met als last een erfcijns van 12 schelling aan de stad Den Bosch uit de laatste 2 morgen.
Dorsaal: die onderpanden zyn inden dyck (gegeven ?)
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0041

1349 september 4

feria sexta post diem beati Egidii abbatis

Arnoldus Beerwout en Johannes Dicbier, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rutgherus de Zittart, zoon van Rutgherus de Zittert de Vechel, aan Arnoldus de Beke, zoon van wijlen Arnoldus de Beke, verkocht heeft een erfcijns van 40 schelling, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Zalige Remigius, belijder, na het het verstrijken van een jaar uit:
  1. een zekere kamp van de verkoper, gewoonlijk Brobbelaer genoemd, in de parochie Vechel naast het erfgoed van Willelmus, vroeger genoemd de Hanvelt, aan een zijde en het erfgoed van Jutta Coppierts aan de andere zijde,
  2. uit een zeker stuk erfgoed van de verkoper naast de voornoemde kamp, welk stuk erfgoed de verkoper van de buren van Vechel uit hun gemene gronden verkregen had.
N.B.: Deze akte is opgenomen in een akte van notaris Johannes Sceyvel de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, gedateerd op 1392 oktober 4.
Nummer: ?

1350 januari 10

Anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo, dominica proxima post diem Epyphanie Domini

Emondus Stardenborgh en Johannes Coppelman, schepenen in Bucstelle, oorkonden dat heer Gerardus de Bucstelle, kanunnik van de hoofdkerk van Munster en investiet van de kerk van Bucstelle, aan Gerardus, zijn natuurlijke zoon, heeft overgedragen de hierna volgende erfgoederen:
  1. 6 nieuwe bunders In Die Wedehaghe met hun afhankelijkheden,
  2. de hoeve welke was van Henricus Oemkens met diens afhankelijke goederen, 1 met 2 nieuwe bunders bij de genoemde hoeve, 1 met zijn afhankelijkheden tegenover het huis van heer Gerardus bij Hoghestrate,
  3. de goederen en erfgoederen Bleexlant met hun afhankelijkheden die waren van Martinus de Bleke en Gerardus, natuurlijke zoon van heer Willelmus de Mulsel, priester, achter het huis van heer Gerardus, 1 met een akker achter het huis van heer Gerardus tegenover de openbare weg waarop de sluitboom staat nabij de goederen van Arnoldus, de zadelmaker,
  4. de Voesecker, die was van Lambertus Scoenvoets bij de Molengrave.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0042

1350 juni 17

feria quinta post diem beati Barnabe apostoli

Arnoldus de Waderle en Theodericus Posteel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Henricus de Arkel, als kerkmeester van de Sint-Jan, aan Reynerus de Zonne heeft gegeven 1 morgen grond, welke deel uitmaakt van de 1000 morgen gemene gronden van de stad Den Bosch op de plaats Op Gheen Oeteren op een zekere plaats welke in de volksmond wordt genoemd Die Haverdonc, tegen betaling van erfcijnzen van:
  1. 6 schelling aan de stad Den Bosch,
  2. 20 schelling aan die kerk.
De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Reynerus deze morgen uitsluitend mag verkopen of vervreemden aan burgers van de stad Den Bosch.
Dorsaal: Reyken van Son xx solidi op die Oeteren van 1 morgen lants nu Gudet van Eyck.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0043

1350 juli 14

in crastino beate Margarete virginis

Gossuinus Steenwech en Theodericus Posteel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Rutgherus, zoon van wijlen Johannes Huttensoen de Scynle, wettige echtgenoot van Heylewigis, dochter van wijlen Ghibo Wryter de Scynle, en Herzewindis, dochter van Ghibo, een verdeling gemaakt hebben van alle erfgoederen die Ghibo bij zijn dood nagelaten heeft door namelijk de volgende erfgoederen in 4 gelijke delen te verdelen:
  1. een vierde stuk grond in Nuwelant, zich uitstrekkend vanaf de straat in Nuwelant tot aan de Wolfsdijc en een dijk die zich uitstrekt tot de nieuwe waterleiding,
  2. het vierde deel van het huis, erf en hof van wijlen Reymboldus Bolleken, zoon van wijlen Yngramus Nenneken de Nuwelant, en Ermgardis, zus van Reymboldis, welke voornoemde erfgoederen Reymboldus en Ermgardis aan Ghiselbertus vanden Hoevel verkocht hadden en welke erfgoederen Ghiselbertus Writer de Scynle van Ghiselbertus vanden Hoevel gekocht had,
  3. het vierde deel van een zeker erfgoed, gewoonlijk een half vierdeel genoemd, op de plaats Groet Nuwelant, zich uitstrekkend vanaf de Wolfsdyc tot aan de plaats Ten Nuwengrave tussen het erfgoed van voornoemde Ghibo aan een zijde en het erfgoed van Ermgardis aan de andere zijde, welk Johannes Gruyter de Os aan Ghibo Writer verkocht had,
  4. de helft van een zeker stuk grond in Nuwelant op de plaats Aen Die Siwinde tussen het erfgoed van Lambertus vanden Hoevel en het erfgoed van Ambrosius Broes, welke helft Ghybo Wryter van Theodericus, zoon van Michael, gekocht had.
De verdeling heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat als deze goederen van Rutgherus uitgewonnen worden Herzewindis drievierde deel zal dragen van de erfgoederen die Ghiselbertus vanden Hoevel aan Ghiselbertus Writer en Johannes Gruyter aan Ghibo Wryter verkocht had en de helft van de schade op het stuk grond Aen Die Siwinde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0044

1350 juli 14

  1. Rutgherus, filius quondam Johannis dicti Hutmanssoen de Scynle, maritus et tutor legitimus, ut asserebat, Heylewigis sue uxoris, filie quondam Ghibonis
  2. dicti Wryter de Scynle, atque Herzewindis, filia eiusdem quondam Ghibonis, cum suo tutore ad hoc ab ipsa electo et ei a judice rite dato, palam recogno-
  3. verunt, se quamdam ordinationem seu hereditariam divisionem mutuo fecisse de omnibus et singulis bonis hereditariis predicti quondam Ghi-
  4. bonis, in quibus idem Ghibo decessit, mediante qua ordinatione seu divisione una quarta pars terre, site in Nuwelant, tendentis de plathea
  5. in Nuwelant usque ad aggerem dictum Wolfsdijc et unum aggerem tendentem usque ad novum fossatum; atque una quarta pars domus, aree
  6. et orti quondam Reymboldi dicti Bolleken, fulii quondam Yngrami dicti Nenneken de Nuwelant, et Ermgardis sororis dicti Reymboldi, et
  7. quas hereditates predictas dictus Reymboldus et Ermgardis Ghiselberto dicto van den Hoevel hereditarie vendiderant, et quas hereditates pre-
  8. dictas dictus Ghiselbertus dictus Writer de Scynle erga eumdem Ghiselbertum van den Hoevel emendo acquisierat prout in litteris scabinorum
  9. de Buschoducis super hoc confectis plenius continetur; atque una quarta pars cuiusdam hereditatis vendite dicto Ghiboni Writer a Johanne dicto Gruy-
  10. ter de Os, dicte communiter "Een half vierdeel", site ad locum dictum "Op groet Nuwelant", tendentis ab aggere dicto Wolfsdijc usque ad locum dictum "Ten
  11. nuwen grave toe", modo Ghibonem predictum ex uno latere et Ermgardem de Ludyc ex alio latere prout in litteris super hoc confectis, quas Rutgherus
  12. et Herzewindis predicti litteras scabinorum de Heze esse dicebant, plenius est expressum, videlicet dividendo predictas hereditates dicti quondam
  13. Ghibonis in quatuor partes equales, una quarta pars de eisdem quatuor partibus hereditatum supradictarum, ut ipsi dicebant, atque medietas cuiusdam
  14. pecie terre site in Nuwelant ad locum dictum "Aen die Siwinde", inter hereditatem Lamberti dicti van den Hoevel et inter hereditatem liberorum Ambrosii
  15. dicti Broes et quam medietatem pecie terre jamdicte dictus quondam Ghibo Wryter erga Theodericum, filium Michaelis emendo acquisierat,
  16. prout in litteris scabinorum de Buschoducis super hoc confectis plenius continetur, antedicto Rutghero cesserunt in partem ut dicta Herzewindis re-
  17. cognovit, super quibus hereditatibus prefato Rutghero in partem cessis, ut est premissum, dicta Herzewindis cum suo tutore predicto et super toto jure
  18. eidem Herzewindi, in eisdem competente, ut asserebat, ad opus dicti Rutgheri libere et hereditarie renunciavit ac effestucando modo in ta-
  19. libus consueto, et promisit dicta Herzewindis cum predicto suo tutore ut debitrix principalis super se et bona sua omnia, quod ipsa ordinationem
  20. seu divisionem et renunciationem predictas ratas et firmas sine omni contradictione perpetuis temporibus firmiter observabit, tali ap-
  21. posita conditione, si antedicto Rutghero aliquid de dictis hereditatibus ei in partem cessis, ut est premissum, via juris evinci contingerit, quod
  22. dicta Herzewindis huiusmodi dampnum simul cum dicto Rutghero portabit et portare tenebitur in modum qui sequitur, videlicet
  23. dividendo dampnum de hereditatibus predictis venditis dicto Ghiselberto Writer a Ghiselberto van den Hoevel predicto, atque dampnum de
  24. dicta hereditate dicto Ghiboni Wryter a dicto Johanne Gruyter vendita, "Een half vierdeel" nominata, in quatuor partes equales predicta Herze-
  25. windis tres quartas partes de dictis quatuor partibus dampni supradicti atque medietatem dampni de prenominata pecia terre, sita
  26. in Nuwelant ad locum dictum "Aen die Ziwinde" eadem Herzewindis cum dicto Rutghero portabit et portare tenebitur ut ipsa re-
  27. cognovit. Testes interfuerunt scabini in Buschoducis Gossuinus Steenwech et Theodericus Posteel. Datum in crastino beate
  28. Margarete virginis anno Domini millesimo trecentesimo quinquagesimo.
Nummer: 0044

1351 maart 18

feria sexta post dominicam Reminiscere, anno Domini millesimo tricentesimo quainquagesimo

Ludovicus, zoon van Albertus de Bussel, en Godefridus Heerkini, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Heylewigis Mols aan Arnoldus, zoon van Wolfardus vander Horst, en aan Luta, dochter van Nycholaus de Meghen, vrouw van Arnoldus, verkocht heeft een zeker huis en erf aan het kerkhof van de Sint-Jan, welk huis en erf waren van wijlen Lisa Lemmens en welk huis en erf Luta aan Fyssia Perekens gegeven had tegen betaling van:
  1. 1 oude sterling aan de hertog,
  2. 4 schelling aan de priesters van de Sint-Jan,
  3. 12 schelling aan heer Henricus de Hees, priester,
die daaruit op de gebruikelijke termijnen betaald moesten worden en tegen betaling van:
  1. 10 schelling aan Luta,
welk huis en erf Heylewigis, Johannes, haar broer, en Metta, haar zus, bij de dood van Fyssia geërfd hadden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0045

1351 april 22

Ermegaert van Cleve, Vrouwe van Herlaer, Didderic van Huerne, Heer van Perweys en van Cranenborch, ridder, Didderike den Groven, Arnde den Sterken en Godevart Kuyt, schepenen in Ghestel bij Herlaer, oorkonden dat Ermegaert en Didderike aan Jacope Coptite den Auden, poorter van Shertoghen Bossche, verkocht hebben een erfcijns van 25 £ uit bossen en heiden die Gosuijn Mutsaerts hen verschuldigd is en als dit onderpand niet genoeg oplevert of de betalingstermijn niet in acht genomen wordt, zal hun molen tot Herlaer als onderpand dienen.
Zegels: alle zegels ontbreken.
Nummer: 0046

1352 april 13

feria sexta post festum Pasche

Heymemeus de Doerdrecht en Jacobus Tyt, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Wolterus Wellen, zoon van wijlen Yseboldus de Asten, aan Ghiselbertus de Vlochoven verkocht heeft een zeker huis en erf in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Arnoldus de Ghele aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes de Hyntham aan de andere zijde, welk huis en erf aan Yseboldus toebehoord hadden, met als lasten:
  1. cijnzen aan de heren,
  2. een erfcijns van 20 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling),
  3. een erfcijns van 4 £ (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling)
die daar eerder uit betaald moesten worden. Yseboldus, broer van de verkoper, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft ten gunste van Ghiselbertus afstand gedaan van elk deel en van alle rechten op dit huis en erf.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0047

1352 mei 16

in vigilia Ascensionis Domini

Willelmus de Ghiecen, vicecureyt van de kerk van Buscoducis, oorkondt een extract uit het testament van Daniel, zoon van Oda de Buscoducis, waarin hij aan Oda vermaakt heeft het vierde deel van het huis, erf, de aangrenzende slaapkamers en de andere afhankelijke goederen, van welk huis, erf en afhankelijke goederen Jutta, vroeger genoemd de Eerde, burgeres van Buscoducis, aan Daniel en Oda de helft in haar testament vermaakt had.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0048

1352 juli 23

in crastino beate Magdalene

Godescalcus de Bladel en Conrardus Writer, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Mol ten gunste van Arnoldus Wolfartssoen vander Hoerst afstand heeft gedaan van elk deel en alle rechten die hij had in een zeker huis en erf aan het kerkhof van de Sint-Jan, namelijk in dat huis en erf waarin Fyssia Peerkens gewoond heeft.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0049

1383 januari 26

in crastino Conversionis beati Pauli apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo secundo

Johannes Leonii de Erpe en Jordanus de Hoculem, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Nycholaus Nicoel, zoon van wijlen Johannes Ricaerts soen de Os, aan Godefridus Sceyvel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan overgedragen heeft een erfcijns van 20 schelling uit:
  1. een zekere kamer aan het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van wijlen ? aan een zijde en het erfgoed van Elisabeth de Os, moeder van wijlen Tylkinus, clericus, aan de andere zijde,
  2. stukje erfgoed voor die kamer,
welke cijns Elisabeth, dochter van wijlen Johannes de Gheelle, aan Elisabeth de Os verschuldigd was en welke cijns Nycholaus bij de dood van Elisabeth de Os, zijn tante van moeder's zijde, geërfd had.
Dorsaal: xx solidis ex quadam domo iuxta cimiterium quos non invenio in nostro registro.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar. Op het opengelaten stuk zou Johannes Matmaker kunnen staan. Zie de akte van 1344 juni 16.
Voorheen abusievelijk gedateerd op 26 januari 1353.
Nummer: 0050

1353 mei 8

feria quarta post Ascensionem Domini

Ghoeswinus Steenwech en Ghiselbertus de Spina, kerkmeesters van de Sint-Jan, oorkonden dat zij namens de Sint-Jan aan Arnoldus Wolfardi, vroeger genoemd vander Horst, gegeven hebben elk deel en alle rechten van de kerk op een stukje erfgoed naast het huis van Arnoldus aan een zijde en een zekere sloot naast het kerkhof van de Sint-Jan aan de andere zijde tegen de betaling van een erfcijns van 5 schelling.
Zegel: fragment.
Nummer: 0051

1353 juni 5

feria quarta post octavas Sacramenti

Rodolphus de Zulichem en Arnolodus de Vladeracken, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Cristianus, zoon van Johannes Olyslagher, aan Oda vander Meer, dochter van wijlen Gerardus de Overvenne, en aan Georgius Staefdriecht gegeven heeft zijn stuk onbebouwd erfgoed aan de Audehuls tegenover het woonhuis van Cristianus en tussen het erfgoed van Oda aan een zijde en het erfgoed van Georgius aan de andere zijde, tegen betaling van:
  1. de cijns aan de hertog,
  2. een erfcijns van 20 schelling aan Cristianus.
Dorsaal: fabrica x scelling van XX scelling aen de vercoft X scelling nu plaets Henrick Rutten Willem Scokers (vijf vas ?)
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0052

1353 juli 19

Acta ... in Buscoducis

Notaris Theodericus de Yper de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Cristinanus Olislagher aan Matheus, pistor de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, overgedragen heeft zijn erfcijns van 20 schelling uit een stuk onbebouwde grond in de Audehuls tegenover het woonhuis van Christianus tussen het erfgoed van Oda vander Meer, dochter van wijlen Gerardus van Overvenne, aan een zijde en het erfgoed van Georgius Scaefdriech aan de andere zijde, die Christianus aan Oda en Georgius verkocht had. Met als getuigen Johannes de Bernesen en Gobelinus Verren Belenzone.
Dorsaal: fabrica folio XXIX X solidi Auden Huis (Van Uden).
Nummer: 0053

1355 september 30

in crastino beati Michaelis

Petrus Waderle en Willelmus Vrancke, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Scraghe, "die kanghieter", aan Wolterus, zoon van wijlen Gheenken, genaamd Ludincs, goudsmid, in erfcijns heeft gegeven voor 12 £ het huis en erf dat hem toebehoorde aan de Zadelmakersstraat tussen het erfgoed van Henricus Goetkint aan een zijde en het erfgoed van Johannes aan de andere zijde, met een zeker pad dat loopt achter dat huis en erf tot de stadsmuur die daar ligt met alle afhankelijke goederen, zoals Johannes dat voor de buren aangeduid had. De helft van deze erfcijns moet op Kerstmis betaald worden, de andere helft op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper en de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf de eerstvolgende Kerstmis na het verstrijken van 1 jaar. De erfcijnsgeving heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
  1. Johannes zal op zijn erfgoed achter zijn huis onder zijn raam geen gebouwen bouwen of laten bouwen waardoor de lichtinval van dat huis van achteren belemeerd wordt.
  2. De stenen muur die staat tussen dat huis en erf en het genoemde erfgoed van Johannes zal altijd gemeenschappelijk eigendom zijn van Johannes en Wolterus.
  3. Als Johannes daarna hoger op die muur zou willen bouwen en Wolterus eveneens hoger zou willen bouwen, zal Wolterus in dat geval daar lager op zijn erf, alleen en op zijn kosten en arbeid een goot moeten aanleggen of laten aanleggen. Maar als daarna Wolterus even hoog als Johannes zou willen bouwen zal Wolterus de balken en al zijn ander hout en bouwmateriaal mogen plaatsen op de muur van Johannes.
  4. Enige regelingen betreffende nieuwbouw bij de genoemde muur.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Ludolphus Buck en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1442 mei 5.
Nummer: 1783

1355 november 12

feria quinta post diem beati Martini hyemalis

Rutgherus de Ouden en Arnoldus Rover, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van Gerardus, vroeger genoemd de Hals, aan Ghiselbertus Lysscap beloofd heeft te betalen een erfcijns van 50 schelling uit een stuk land in de parochie Roesmalen op de plaats Heze achter de hof van Metta, weduwe van Gerardus, tussen het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Gerardus, zoon van Mychael, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die hof tot aan de Hoevedyke met als last een erfcijns van 4 £ aan dezelfde Tafel die daar eerder uit betaald moest worden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0054

1355 november 19

feria quinta post octavas beati Martini hyemalis

Rutgherus de Ouden en Theodericus de Hoculem, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Franco de Osse, ketellapper, wettige echtgenoot van Cristina, weduwe van Theodericus, stukadoor, en Cristina, aan Emundus de Ghemert, zoon van wijlen Elyas, ten gunste van Heylwig, dochter van wijlen Matheus Gheghel, overgedragen hebben een erfcijns van 3 £ die samengesteld is uit:
  1. een cijns van 20 schelling, welke Johannes, zoon van Berta, bontwerkster, verschuldigd is uit een huis, erf en aangrenzende kamer op de hoek van de Kerkstraat tegenover de woning van wijlen heer Gerungius, eertijds investiet van de parochiekerk in Den Bosch,
  2. een erfcijns van 40 schelling, welke Johannes Bruninc de Orsoyen, gehuwd clericus, verschuldigd is uit de kamer en zijn grond in de Kerkstraat waarin Johannes woont,
welke cijns van 3 £ Theodericus aan Cristina als bruidsschat gegeven had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat indien de cijns van 3 £ aan Heylwig of haar opvolger in de toekomst van rechtswege of krachtens een uitspraak van een vonnis zou ontgaan, franco en Cristina Heylwig of haar opvolger 30 £ zullen uitbetalen.
Dorsaal: dit sijn Aerts brijef van Os in die Kerckstraet nu Maes landmeter die snijder.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0055

1356 februari 22

Int Jair ons Heren dusent driehondert vyftich ende vive op sente Peters dach ten Stoel dat men heyt ad cathedram

Schepenen, gezworenen, rentmeesters, dekens der ambachten, een deel der goeder knapen en de gemene stad van Tshertogen Bossche oorkonden dat zij in naam van die stad aan Wouter, de goudsmid, verkocht hebben een deel van de oude stadsmuur, 23 voet lang, achter het erf van Wouter in de Zadelmakersstraet, op voorwaarde dat het geld dat hiervoor betaald wordt ten goede komt aan de stadsmuur en vestingen.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Ludolphus Buc en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1442 mei 5.
Nummer: 1783

1356 april 12

feria tercia post dominicam qua cantatur Iudica, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo quinto

Rutgherus de Ouden en Arnoldus Rover, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Margareta, weduwe van Theodericus Spiker, en Heilzoeta, begijn, zussen, dochters van wijlen Henricus, zwaardveger, aan Johannes Batenborch, zoon van wijlen Arnoldus Batenborch, gegeven hebben het stenen huis en erf van Henricus op de Markt op de hoek van een zeker straatje dat loopt vanaf de Markt naar de Schrijnwerkersstraat tussen dat straatje aan een zijde en het erfgoed van Hermannus, zwaardveger, aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend tot aan het erfgoed van Johannes de Rode, gruiter, welk huis en erf Margareta en Heilzoeta bij de verdeling van de erfenis van Henricus van hun medeërfgenamen verkregen hadden, tegen betaling van:
  1. de cijns aan de hertog,
  2. erfcijnzen van 3 £ aan andere (niet gespecificeerde) personen,
die daar eerder uit betaald moesten worden, en
  1. een erfcijns van 25 £ aan Margareta en Heylzoeta,
de eerste helft te betalen op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper en de tweede helft te betalen op Kerstmis en de eerstvolgende betalingstermijn zal zijn op het eerstvolgende feest van Kerstmis.
Dorsaal: hier aff heeft die kerck van sinte Peters vijff (groten ?) vijff ende dit is een originalen gelesen XXII julij ? Stegen Erp et Moins de domo Johannis Batenborch xviii libris fiat vidimus de ista littera et hereditate de Amerzoyen qui super omnia et ? Jac. Gobye ad opus ? ad opus domini Theoderici Gobye presbyteris sui fratris uit in (for ?) (Dicbier ?) et Geldrop. Datum 23 septembris. Fiat vidimus de ista littera ?
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0056

1356 augustus 20

Acta ... in Busco ... super cymitherium dicte ecclesie

Notaris Theodericus Mathel, vroeger genoemd Gheghel de Busco, instrumenteert dat Katherina, weduwe van Johannes Lisschap, in haar testament verscheidene sommen geld aan afzonderlijke personen en plaatsen gegeven had.
Ghiselbertus Lisschap, zoon van Johannes en Katherina, clericus van het bisdom Leodium en executeur van het testament van Katherina, is nu voor Theodericus verschenen en heeft aan Henricus de Aggere en Arnoldus Meleman, meesters van de kerkfabriek van de parochiekerk van Buscoducis, ten gunste van die fabriek en anderen die daar recht op hebben, overgedragen een erfcijns van 50 schelling die Rodolphus, zoon van Gerardus, vroeger genoemd Hals, hem verschuldigd is. De meesters van de kerkfabriek zullen van deze cijns 18 schelling en 4 penningen verkrijgen en de andere personen en instellingen hun verschuldigde porties. Met als getuigen: Gerardus Grate, die in die kerk een eeuwig beneficie heeft en Rutgherus de Campo, linnenwever, van dat bisdom.
Nummer: 1183

1356 augustus 20

Acta ... in Busco ... super cymitherium dicte ecclesie

Notaris Theodericus Mathei, vroeger genoemd Gheghel de Buscoducis, instrumenteert dat Ghiselbertus, zoon van wijlen Johannes Lysschep, clericus van het bisdom Leodium, het testament van Katherina, zijn moeder wil uitvoeren en aan het convent van de Dertien Armen, onlangs door heer Henricus de Meysel, priester, opgericht gegeven heeft een erfcijns van 5 schelling, die door de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan betaald moeten worden uit een cijns van 50 schelling die Rodolfus, zoon van Gerardus, vroeger genoemd Hals, verschuldigd was uit een stuk grond in de parochie Roesmalen op de plaats Heze achter de hof van Metta, weduwe van Gerardus, tussen het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest aan een zijde en het erfgoed van Gerardus, zoon van Michael, aan de andere zijde, welk stuk grond Ghiselbertus aan Rodolfus gegeven had voor die cijns van 50 schelling en voor een cijns van 4 £ aan de Tafel van de Heilige Geest. Met als getuigen heer Gerardus Grate, priester, en Rutgherus de Campo, wever, van het bisdom Leodium.
Dorsaal: Dit hebben die kercmeester afgecoft tegen dat gasthuys van Neynsel.
Nummer: 1884

1357 januari 2

in crastino Circonsicionis Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo quinquagesimo sexto

Godefridus Sceyvel en Theodericus Buxken, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Nicholaus, zoon van wijlen Adam, zoon van Menta, aan Johannes Loyer verkocht heeft een erfcijns van 4 £ uit een stenen huis en erf van Nicholaus op de Markt naast het erfgoed van Winricus de Oyen en uit alle afhankelijke goederen van dat huis en erf met als lasten op dat huis en erf erfcijnzen van 8 £ die daar eerder uit aan (niet gespecificeerde personen of instellingen) betaald moeten worden.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0057

1357 januari 12

feria quinta post festum Epyphanie Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo quinquagesimo sexto

Godefridus Sceyvel en Theodericus Buxken, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van Johannes Oly de Berlikem, aan magister Hermannus de Swalmen heeft gegeven een zeker erfgoed dat hem toebehoorde met de gebouwen die op dat erfgoed staan aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van wijlen Antonius, de tapijtenwever, aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zijn vader, aan de andere zijde, zich uitstrekkend met een einde vanaf het erfgoed van Willelmus en met het andere einde tot aan het kerkhof dat hoort bij de kapel die daar staat, zoals dat erfgoed daar door de buren is begrensd en aangewezen, tegen betaling van een erfcijns van 40 schelling aan Willelmus.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0058

1357 januari 16

feria secunda post octavas Epyphanie Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo quinquagesimo sexto

Petrus Steenwech en Henricus Loze, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Lambertus de Haren en Hilla, kinderen van wijlen Johannes de Haren, ten gunste van Arnoldus, zoon van wijlen Wolfardus vander Hoerst, afstand hebben gedaan van een erfgoed aan het kerkhof van de Sint-Jan en van al hun rechten daarop, dat was van wijlen Lambertus de Haren, hun oom van vader's zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0059

1357 januari 30

feria secunda post diem Conversionis beati Pauli apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo sexto

Theodericus Buxken en Godescalcus de Bladel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Henricus Bukentop, schoenmaker, aan Borchgardus, natuurlijke zoon van Borchgardus, steenhouwer, heeft gegeven zijn huis en erf op het einde van de Hyntamerstraat tussen het erfgoed van Gerardus Valke aan een zijde en het erfgoed van Hadewig, weduwe van Johannes de Lyt, smid, aan de andere zijde met de paden die bij dat huis en erf horen, welk huis, erf en paden Henricus van Arnoldus Snoeke bij een erfdeling tussen hen verkregen had, voor een erfcijns van 25 schelling die daar eerder uit betaald moest worden en voor een erfcijns van 4 pond aan Henricus.
Dorsaal: Die brieve vanden huyse Durcx Snoecx die Aude gelegen alder naest Peter Valkenborch.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0060

1357 januari 30

  1. Henricus dictus Bukentop sutor domum et aream ad se spectantem, que fuerat Theoderici dicti quondam Snoeke, sitam in
  2. Buschoducis ad finem vici Hyntamensis, inter hereditatem Gerardi dicti Valke ex uno latere et inter hereditatem Hadewigis, relicte quon-
  3. dam Johannis dicti de Lyt fabri ex alio latere, cum viis ad dictam domum et aream pertinentibus, que domus et area predicta cum
  4. dictis suis viis antedicto Henrico erga Arnoldum dictum Snoeke mediante quadam divisione hereditaria inter ipsos habita prius
  5. cessit in partem, ut idem Henricus dicebat, dedit ad annuum et hereditarium censum Borchgardo, filio naturali Borchgardi
  6. lapicide, ab eodem jure hereditario possidendam et habendam pro annuo et hereditario censu vigintiquinque solidorum monete pro tempore
  7. solutionis huiusmodi census in Buschoducis ad bursam communiter currentis ex dicta domo et area de jure solvendi, dando et solvendo
  8. illi vel illis a Borchgardo primodicto cui vel quibus huiusmodi vigintiquinque solidi de jure sunt solvendi anno quolibet hereditarie
  9. terminis solutionis in hiis debitis et consuetis, atque pro quatuor libris hereditarii census dicte monete dandis et solvendis Henrico pre-
  10. dicto a Borchgardo primodicto anno quolibet hereditarie mediatim in festo nativitatis beati Johannis Baptiste et mediatim in festo nativit,
  11. Domini de domo et area predicta, promittens dictus Henricus ut debitor principalis super se et bona sua omnia, quod ipse dicto Borchgardo
  12. de dicta domo et area et eius viis ei ad censum ut dictum est data, debitam et justarn pro prescriptis censibus prestabit warandi-
  13. am, et quod omnem aliam obligationem in dicta domo et area existentem eidem Borchgardo deponet omnino. Quo facto repromi-
  14. sit Borchgardus primodictus ut debitor principalis se daturum et soluturum Henrico predicto dictum annuum et hereditarium
  15. censum quatuor hibrarum dicte monete anno quolibet hereditarie terminis solutionis prescriptis de domo et area predicta. Testes inter-
  16. fuerunt scabini in Buschoducis, Theodericus Buxken et Godescalcus de Bladel. Datum feria secunda post diem Conversionis
  17. beati Pauhi apostoli anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimosexta.
Nummer: 0060

1357 maart 22

Acta ... in domo habitacionis dicti testatoris ante lectum egritudinem eiusdem

Notaris Mathias Scilder de Buscho Ducis instrumenteert een extract uit het testament van Ludovicus, zoon van Albertus de Bussel, burger van de stad Den Bosch, waarin deze de volgende legaten heeft geschonken:
  1. de kerkfabriek van de Sint-Jan een vast inkomen van 20 schelling,
  2. de heren investiet en kapelaans van die kerk een vast inkomen van 20 schelling waarmee de erfcijns van 5 schelling, die Albertus de Bussel, vader van de erflater, aan die heren vermaakt had volledig betaald zijn en door middel van die 20 schelling zijn de erfgenamen en executeurs van Ludovicus vrijgesteld voor de betaling van diens jaargetijde en dat van Katherina, diens vrouw, Albertus de Bussel en Gertrudis, ouders van de erflater, en dat van Gerardus Velkener,
  3. de Minderbroeders in Den Bosch een vast inkomen van 20 schelling voor de jaargetijden van dezelfden,
  4. De Predikheren in Den Bosch een vast inkomen van 20 schelling voor de jaargetijden van dezelfden,
  5. Nycholaus Reynbrands, zoon van Seelkinus Coninx een lijfrente van 8 £ ter ondersteuning van zijn studie echter op voorwaarde dat hij zich houdt aan de voorschriften van de erfgenamen van de erflater en zich tot priester laat wijden. En na de dood van Nicolaus zullen deze 8 £ vererven aan de naaste erfgenamen van de erflater en Katherina, diens vrouw. Welke cijns van 12 £ (sic !) de erflater wil ontvangen uit 5 bunders grond van Goeswinus vander Heyden in de parochie Woncel op de plaats Acht tussen het erfgoed van Rodolfus Roefs, broer van Goeswinus, aan een zijde en het erfgoed van Heilwig Gheenkinus aan de andere zijde. En de andere 6 £ wil de erflater ontvangen uit een zekere hoeve van Goeswinus in de parochie Woncel op de plaats Op Gheen Kokenschot tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van Walterus de Everschude aan een zijde en zekere gemene gronden aan de andere zijde en uit gebouwen, landbouwgronden, beemden, weiden en heiden die aan de voornoemde toebehoren en uit alle andere afhankelijke goederen van die hoeve.
Met als getuigen: broeder Hermannus de Buscoducis van de orde der Predikbroeders, Albertus de Maren en Zebertus, zoon van Ludovicus de ?uenen.
Dorsaal:
  1. Dat instrument van XX schelling in di prochi van Woncel enen vlemschen groet voir XVI denarij hier salmen ( ? ) af dat capittelbeset had Lodewich Aelbertsoen van Bussel.
  2. Tamen non habemus in nostro registro.
Nummer: 1528

1357 juni 1

feria quinta post festum Penthecostes

Theodericus Buxken en Godescalcus de Bladel, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Rodolphus Webel senior, wettige echtgenoot van Aleydis, dochter van wijlen Willelmus vanden Hovel, en Aleydis aan Augustinus Monardi de Denanto verkocht hebben een erfcijns van 20 schelling uit een huis en erf van de verkopers op het eind van de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Gerardus de Hees aan een zijde en het erfgoed van Metta Teyen aan de andere zijde, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Pinksteren op dat zelfde feest na het verstrijken van 1 jaar.
Dorsaal:
  1. Nl Folio 65.
  2. van den erve Rolof Webels op Hintemer eynd nu Aert van Son, nu syn natuyrlic soen nu Jan Sanders die Kolfmeker.
  3. tegen oever Sint Anthoins capel.
  4. folio 40 numero.
  5. folio 49 verso.
  6. folio 34.
  7. folio 30.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0061

1357 juni 1

des donredaghes nae sunte Urbaensdach

Ansem van Nenneheus soen en Aelbrecht Koebergh, schepenen in Herpen, oorkonden dat de inwoners van Loen, Willem van Loen, Jan Koebergh, Heine van Voort, Heine metten soen, Rihart die smit, Arnt Willekens soen, Heine Waghen, Didderic Wolf, Merselys die snider, Jan Baeten soen, Heine van Dieigheden en Heyne, zijn zoon, Willem vander Aelsfort, lame Bernt Wiggher, Antten soen Arnt van Zande, Groet Bate, Gheren Heren Ards soen en Wenmaer Wolfssoen, aan Jan Wieden gegeven hebben een gemeent aan het andere einde van Overlanghel aan de Maas en met een einde aan de sluis en met het andere einde tot de dijk in de richting van Grevekens huis met een zijde naast de weide en de nieuwe dijk.
Zegels: (afhangend) beide licht beschadigd.
Nummer: 0062

1357 juli 27

feria quinta post diem beati Jacobi apostoli

Godefridus de Bladel en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Oly de Berlikem aan Theodericus Feliant beloofd heeft te betalen een erfcijns van 10 schelling uit een helft van een zekere onbebouwde ruimte achter de kapel vlakbij de Sint-Jan tussen het erfgoed van magister Hermannus de Zwalmen aan een zijde en het erfgoed van Rutgherus de Woesic aan de andere zijde, welke helft Johannes van Theodericus gekocht had.
Dorsaal: x solidi quos solvit Johannes Segher de Os ex domo sua sitis inter hereditatem magistri Hermanni et Rutgheri de Woesendijc.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0063

1357 december 9

sabbato post diem Conceptionis Beate Marie Virginis

Gerardus de Eyndoven en Leonius de Langvelt, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Henricus de Hedel, zoon van Johannes de Hedel, aan Gerardus Coster, zoon van Ghiselbertus Brauwe, verkocht heeft een erfcijns van 40 schelling uit:
  1. de helft van een zeker huis en erf in een zeker straatje dat loopt van de Kerkstraat naar de straat die in de volksmond Colperstraet wordt genoemd naast het huis en erf van Johannes Crullens aan een zijde en het huis en erf van Theodericus Hollander aan de andere zijde, welke helft Elysabeth Keysers aan Henricus had overgedragen,
  2. 8 hont land van de verkoper in de parochie Maren op de plaats Jordens Goer, welke helft van dat huis en erf belast zijn met erfcijnzen van 10 en 8 schelling (aan niet gespecificeerde personen of instellingen) die daar eerder uit betaald moesten worden.
Dorsaal: Colperstraat 40 solidi, Maren ? folio (LXXX ?) Hein van tot (Sanz ?) nu Wolferts. (Van Uden)
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0064

1359 januari 31

feria quinta post diem Conversionis beati Pauli apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo octavo

Henricus de Uden en Gerardus Vosse, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Oly de Berlikem aan Johannes, zoon van wijlen Jordanus de Helmont, verkocht heeft een zekere onbebouwde ruimte achter de kapel vlakbij de Sint-Jan tussen het erfgoed van magister Hermannus de Zwalmen aan een zijde en het erfgoed van Rutgherus de Woesic aan de andere zijde, met de lasten die daar eerder uit betaald moesten worden:
  1. een erfcijns van 5 schelling aan de priesters van de Sint-Jan,
  2. een erfcijns van 10 schelling aan Theodericus Feliant,
  3. een lijfrente van 40 schelling aan Baudekinus, steenhouwer, en aan Katherina, diens vrouw.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0065

1359 januari 31

feria quinta post diem Conversionis beati Pauli apostoli, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo octavo

Henricus de Uden en Gerardus Vosse, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Tymmerman de Scynle, wettige echtgenoot van Aneta, dochter van Johannes Oly de Berlikem, gereed geld getoond had en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op een zekere onbebouwde ruimte achter de kapel vlakbij de Sint-Jan tussen het erfgoed van magister Hermannus de Zwalmen aan een zijde en het erfgoed van Rutgherus de Woesic aan de andere zijde, welke Johannes Oly aan Johannes, zoon van wijlen Jordanus de Helmont, verkocht had en dat Johannes, zoon van wijlen Jordanus, de rechten van Johannes Tymmerman erkend had. Johannes Tymmerman is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes, zoon van wijlen Jordanus, deze rechten overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: De tussenoorkonde ontbreekt!
Nummer: 0066

1359 april 25

Acta ... in maiori curia beghinarum in domo inhabitationis Elizabeth Jordens in quadam camera ibidem

Notaris Johannes Leydecker de Buscho Ducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Hilla, dochter van Henricus Molen, burger in Den Bosch, aan Willelmus, zoon van wijlen Arnoldus Tyelkens soen, haar oom van vader's zijde, burger in Den Bosch, ten gunste van Elizabeth, Aleydis, Gerbergis en Margareta, dochters van Henricus Molen, al haar roerende en onroerende goederen gegeven heeft die zij door de dood van Hilla, vrouw van Arnoldus en van Aleydis, haar moeder geërfd had en door de dood van haar vader gekregen had en dat zij zich geen enkel recht in deze goederen voorbehoudt en dat zij geen enkele poging zal doen langs juridische weg of daarbuiten om deze goederen te verwerven. Met als getuigen: Conrardus Writer, Tyelmannus, zoon van wijlen de boven genoemde Arnoldus Tyelkens soen en Arnoldus Haec, zoon van Goetscalcus de Bladel, burgers in Den Bosch.
Nummer: 1529

1359 mei 23

feria quarta post dominicam qua cantatur Cantate

Henricus de Aggere en Henricus de Uden, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Gerardus en Johannes Dosour, broers de Denanto, aan Albertus, zoon van Johannes Vleminc, en aan Johannes, zoon van Willelmus Scilder, verkocht hebben een erfcijns van 20 schelling uit een huis en erf aan het einde van de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Gerardus de Hees aan een zijde en het erfgoed van Metta Teyen aan de andere zijde, welke Rodolphus Webel senior en Aleydis, zijn vrouw, dochter van wijlen Willelmus vanden Hovel onlangs aan Augustinus Monardi de Denanto verkocht hadden.
Zegels: fragment, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0067

1359 november 22

feria sexta post diem beate Elizabeth vidue

Gerardus Wysseleer en Gerardus Steenwech, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes Loyer aan Elizabeth, dochter van wijlen Arnoldus, zoon van Brustinus, bij wijze van ruil overgedragen heeft:
  1. een erfcijns van 4 £ uit het stenen huis, erf en alle afhankelijke goederen van dit huis op de Markt naast het erfgoed van Wynricus de Oyen, welk Nycholaus, zoon van wijlen Adam, zoon van Menta, onlangs aan Johannes verkocht had,
  2. een erfcijns van 40 schelling uit een huis en erf op de Vuchterstraat tussen het erfgoed van Arnoldus Cloet aan een zijde en het erfgoed van Petrus Muser aan de andere zijde, dat Johannes de Brabant, kleermaker, aan Johannes Loyer verkocht had.
Dorsaal:
  1. fiat vidimus de ista littera Theoderico Pels, filio quondam Petri qui ? super omnia huiusmodi tradere Johanni Lu filio quondam Mathei nisi per incendium aliter (parieter vitrifer talis ?) Scilder et Vucht. Datum quinta februarij cancellatum et vidimus.
  2. fiat vidimus de ista littera et tradatur Symoni de Gheel magistro fabrico ecclesie sancti Johannis Evangeliste in Buscoducis ex parte sub obligatione omnium bonorum dicte fabrice nunc ad opus conventus fratrum cruciferorum in Buscoducis ? Busco et Vucht. Datum quarta augusti.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0068

1360 februari 23

dominica die qua cantatur Invocavit, anno Domini millesimo tricentesimo quinquagesimo nono

Bartholomeus, zoon van Theodericus, en Gerardus Wysseleer, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Gerardus Guedens soen de Sonne, wettige echtgenoot van Belia, dochter van wijlen Johannes Matmeker, aan Elizabeth de Eymkerke verkocht heeft het huis en erf bij het portiek (atrium) van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Elizabeth de Osse aan een zijde en het erfgoed dat was van Ghiselbertus Boden aan de andere zijde, welk huis en erf, Gerardus en Belia van haar vader en van Belia, diens vrouw, geërfd hadden, met als lasten op dit huis en erf:
  1. een erfcijns van 3 schelling aan de priesters van de Sint-Jan,
  2. een erfcijns van 20 schelling aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  3. een erfcijns van 25 schelling aan Yda Vlemincs,
die daar eerder uit betaald moesten worden en
  1. een erfcijns van 40 schelling aan Gerardus.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0069

1360 juli 23

feria quinta post festum beate Marie Magdalene

Gerardus Vos en Johannes Dicbier, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus Lysscap aan Johannes Wrede de Herpen verkocht heeft:
  1. een zekere hoeve die hij bezit en welke was van wijlen Johannes Lysscap, zijn vader, in de parochie Herpen met de gebouwen, akkers, beemden, weiden en stukken hei die bij die hoeve horen,
  2. alle afhankelijke goederen van die hoeve,
  3. een erfpacht en cijnsgoederen die Ghiselbertus in die parochie heeft,
  4. 4 morgen die van Johannes vander Aelsfoert waren en nu van Ghiselbertus zijn, welke 4 morgen Johannes voor een zekere pacht aan Ghiselbertus (als onderpand ?) overgedragen had,
met als lasten de (niet gespecificeerde cijnzen aan de Heren die daaruit eerder betaald moesten worden en het onderhoud van de dijken, watergangen, sloten en sluizen die hier van rechtswege bij horen en dat Ghiselbertus van deze verkoop heeft uitgesloten 2 morgen min 2 lopenzaat, welke Godescalcus, zoon van Alardus, en Alveradis, zijn vrouw, eerder aan Ghiselbertus overgedragen hadden.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0070

1361 februari 19

anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo, feria sexta post dominicam qua cantatur Invocavit

Johannes de Ghestel en Johannes de Ghemert, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Gravia, kleermaker, aan Berisius, zoon van wijlen Henricus Moerken de Gravia, bakker, verkocht heeft:
  1. een zekere kamer aan de Orthenstraat tussen het huis en erf van Gerardus Velkeneer aan een zijde en het huis en erf van Wolfardus, kapper, aan de andere zijde, met de gronden afhankelijke goederen van die kamer, welke kamer met afhankelijke goederen Johannes van Hermannus, zwaardveger, in cijns verkregen had,
  2. een erfcijns van 7 schelling uit het huis en erf van wijlen Egidius de Vucht, kleermaker, in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Henricus Stierken aan een zijde en het erfgoed van Wolfardus aan de andere zijde.
Uit deze kamer en afhankelijke goederen moet al een cijns van 5 £ en 8 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) betaald worden.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Johannes de Berkel en Goeswinus Moedel vander Donc, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1423 (anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo secundo) februari 1.
Nummer: 0344

1361 april 9

feria sexta post octavas Pasche

Johannes de Ghemert en Henricus de Penu, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Theodericus Posteel aan Gerardus Wysselleer verkocht heeft een erfcijns van 20 schelling uit een zeker onbebouwd erfgoed van de verkoper over de Visbrug tussen het huis van Johannes Coptiten aan een zijde en het woonhuis van Theodericus aan de andere zijde, welk erfgoed belast is met erfcijnzen van 4 £ die daar eerder uit (aan niet gespecificeerde personen of instellingen) betaald moesten worden.
Dorsaal: Dit is affgebleet.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0071

1361 december 6

Acta ... in choro sancti Johannis

Notaris Adam de Mierd de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Theodericus de Beke, clericus van het bisdom Leodium, aan hem verzocht heeft een authentiek afschrift te maken ten gunste van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan van het testament van Elizabeth Roesmont, waarin zij onder andere aan het Heilig Sacrament, het Heilig Kruis en de Zalige Maagd Maria van die kerk ieder vermaakt had een oude groot uit het erfgoed van Johannes Coptiten om elk jaar licht te kopen en voor hen te branden. Met als getuigen: Mathias Scilder, priester, en Gerardus Stripen, licentiaat in de artes en magister, clericus van het het bisdom Luik.
Dorsaal: Dese X schelling syn gewisselt voere II libras payment diemen plach te gelden wt enen campe van 4½ morgen lands gelegen in die hoeve wilneer Jan Aelbrechs ende na Lysbeth Osmans synre nichten.
Nummer: 0072

1362 januari 2

in crastino Circonsicionis Domini, anno Eiusdem millesimo tricentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Berwout en Arnoldus Waderle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Henricus de Wetten, kleermaker, laatste echtgenote van Arnoldus vander Stoeven, aan Vrouwe Elisabeth de Zonne, dochter van wijlen Johannes de Zonne, overgedragen heeft de helft van het huis en erf dat zij bezat aan de overzijde van het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Johannes de Berlikem aan een zijde en het erfgoed van wijlen Johannes de Mechelen aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0073

1362 januari 5

Acta ... in domo inhabitacionis dicte emptricis

Notaris Arnoldus Nonden de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Vrouwe Katherina, dochter van Henricus, kleermaker, de Weteren, bedgenote van wijlen Arnoldus de Stufa, heeft verklaard verkocht te hebben aan Vrouwe Elizabet de Zon, wettige dochter van wijlen Johannes de Zon, haar helft van het hele huis en erf met alle afhankelijke goederen in de Weverhuls tussen de erfgoederen van Johannes, vroeger van Mechelen, aan een zijde en van Johannes de Berlekem aan de andere zijde, welke Johannes de Stufa haar in zijn testament vermaakt had. Met als getuigen Johannes de Neynsel, deken van Woensel, Ghiselbertus de Helvort, priesters, en verscheidene andere getuigen van dat bisdom.
Dorsaal: Van her pouwels borchaert huys ende erve op der weverhuls metten enen eynde ende metten anderen eynde aen den kerchof.
Nummer: 1185

1362 februari 4

feria sexta post festum Purificationis Beate Marie Virginis, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo primo

Johannes de Hellu en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Gerardus de Rikenvoert, zoon van wijlen Godefridus de Rikenvoert, aan Everardus de Berke, zoon van wijlen Henricus vander Masen, ten gunste van Ancelmus, zoon van Everardus, heeft overgedragen alle roerende en onroerende goederen die hij bij de dood van Truda, genaamd Delyana, dochter van wijlen Ancelmus, slager, zijn neef (neptis) geërfd had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0074

1362 april 26

feria tercia post octavas Pasche

llrnoldus Berwout, Arnoldus Waderle en Goessuinus Moedel Dicbier, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Willelmus Scilder, aan Henricus de Aggere ten gunste van de Sint-Jan heeft overgedragen zijn helft in een erfcijns van 20 schelling uit een huis en erf aan het eind van de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Gerardus de Rees aan een zijde en het erfgoed van Metta Teyen aan de andere zijde, welke cijns Albertus, zoon van Johannes Vleminc, en voornoemde Johannes van Gerardus en Johannes Dosour, broers van Denanto, gekocht hadden.
Zegels: linker- en middenzegel ontbreken, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0075

1362 mei 10

feria tertia post dominicam qua cantatur Jubilate

Willelmus Vrancke en Arnoldus de Waderle, schepenen in Buschoducis, oorkonden dat Elysabeth de Eymkerke aan Bertha vander Hullen verkocht heeft het huis en erf bij het portiek (atrium) van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Elisabeth de Os aan een zijde en het erfgoed dat was van Ghiselbertus Boden aan de andere zijde, welk huis en erf was van Johannes Matmeker en welk Elizabeth van Gerardus Quedenssoen de Sonne gekocht had met als lasten erfcijnzen van 4 pond en 2 schelling die aan (niet niet gespecificeerde personen of instellingen) betaald moeten worden. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat na Bertha's dood dit huis en erf zal vererven aan Cecilia, dochter van Bertha en heer Henricus Boc, priester, met echter die clausule dat als Cecilia zonder wettige nakomelingen sterft dit huis en erf zal vererven aan de naaste erfgenamen van heer Henricus en niemand anders.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0076