Altaar : Verrijzenis (1538)
Mosmans
Verrijzenis des Heeren (ook "H. Graf")
|
Thans het stovenkamertje In deze kapel, die ter onderscheiding van de kapel van het H. Graf in de Lieve Vrouwe Kapel, die der "nieuwe Verrijzenis" genoemd werd, stichtte de benificiaat Mr Bartholomeus (van) Me(e)rla(e)r, den 20e Juli 1538 een beneficie. 1) Hij werd in het kapelletje of choortje ook begraven. Het heette daarom het Melar- of Meerlaer-choortje, 2) waarvan men later maar: "Mallants"- en "Maarselaars"-choor gemaakt heeft. | 338 |
| Noten | |
| 1. | Mededeeling van Jos Ernalstein. archivaris der Lieve Vrouwe Kerk te Antwerpen, die het stuk onder zijn berusting heeft. |
| 2. | Bartholomeus de Meerlaer cum visitatione sepulchri in capella resurrectionis Domini nostri. Obituarium - Fundatio beneficii altaris altaris novae resurrectionis Domini in chorulo meerlaer. |
J. Mosmans, De St Janskerk te 's Hertogenbosch ('s Hertogenbosch 1931) 338
Peeters
Laatste standplaats der altaren voordat de kerk hervormd werd
|
18. Verrijzenis. 1538. | 373 |
De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 373
Schutjes
Altaar der verrijzenis
|
In de Mallants-kapel, thans dienende tot berging van stoelen, stond het altaar der verrijzenis en begrafenis van Christus; zij droeg den naam van Maerselaerskoorke, omdat Batholomeus Maerselaer in 1538 daaraan een beneficie had verbonden; ook spreekt Leemputte van het Mallans-koor, omdat de kanunnik Egidius Mallants dit altaar kan begunstigd hebben, en oppert twijfel of het beneficie van vijf Missen en het officie van twee Missen niet aan een ander altaar der verrijzenis (zie Heilig Graf en Roches) waren verbonden. | 200 |
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom Literatuur en bronnenpublicaties
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 133
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |