|
De evangelist Johannes zou, na te Rome in kokende olie te zijn gemarteld, naar het eiland Patmos zijn verbannen. Aldaar zou hij op een dag van God de opdracht hebben gekregen al wat hij zou zien op te schrijven en wereldkundig te maken. Aan de hand van de visioenen die hij toen kreeg, schreef Johannes zijn Openbaringen. In het twaalfde hoofdstuk komt het visioen voor van een vrouw en haar pasgeboren zoon die door een draak worden bedreigd en door de hemel worden gered. In de beeldende kunst wordt dit visioen een van de meest geliefde beelden voor de menswording van Christus. Johannes zit geknield terwijl een engel naast hem liefdevol zijn hoofd omvat om zo zijn blik op het visioen te richten. De evangelist is duidelijk verrast tijdens het schrijven: de (afgebroken) pen staat nog op het papier, een inktkoker en een pen-etui hangen aan zijn riem. Zowel de engel als Johannes hebben, met hun weelderige krullen, bolle voorhoofd en gezwollen oogleden, de kinderlijke gezichtjes die typerend zijn voor het werk van Adriaen van Wesel en die ook in andere altaarfragmenten voorkomen. Duidelijk is hier te zien hoe de plooien van de kleding, vooral die van Johannes, niet de lichaamsvormen volgen maar een eigen leven van licht en schaduw leiden, waardoor een indruk van beweging onstaat.
De kast waarin de beide figuren zijn geplaatst, vormde als rechtervleugel van het altaar de tegenhanger van die van Het visioen van keizer Augustus (cat. 136a). Hieruit volgt dat Augustus en Johannes oorspronkelijk moeten hebben opgekeken naar dezelfde voorstelling van Maria met het Jezuskind, namelijk het oude veertiende-eeuwse Mariabeeld van de Broederschap. Van beide kasten zijn de ranken in de hollijsten door Hendrik van der Geld in 1898/'99 vernieuwd, evenals grote gedeelten van de baldakijnen en het onderste gedeelte van de vergulde lijst op de achterwand.
| 224 |
A.M. Koldeweij, In Buscoducis (1990) 224
D.P.R.A. Bouvy, 'Nederlandse Beeldhouwkunst' in: Th.H. Lunsingh Scheurleer, Sprekend verleden : Wegwijzer voor de verzamelaar van oude kunst en antiek (1959) 55 (afb. 38)
W. Glas - M. Cydyko, 'Adriaen van Wesel : Beschrijving van de beelden' in: Bifrons 1 (1981) 13, 15 (afb.)
W. Halsema-Kubes, 'Adriaen van Wesels Mariaretabel voor de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch' in: Het Gulden Vlies : 's-Hertogenbosch ten tijde van het 14e Kapittel van het Gulden Vlies, 1481 (1981) 53, 55 (afb. 2)
W. Halsema-Kubes e.a., Adriaen van Wesel : een Utrechtse beeldhouwer uit de late middeleeuwen (1980) 96-97 (cat. 10)
Ed Hoffman, 'Raadsels rond werk Jheronimus Bosch : Het altaar van de Lieve Vrouwebroederschap' in: Bossche Bladen 1 (2008) 28 (afb.)
A.M. Koldeweij, In Buscoducis (1990) 224-225
J. Leeuwenberg, 'Vier onbekende Noordnederlandse beeldhouwwerken' in: Bulletin van het Rijksmuseum 15 (1967) 54
G. Lemmens en G. de Werd, 'Een onbekend fragment van Adriaen van Wesels Maria-altaar van de Onze-Lieve-Vrouwe-Broederschap?' in: Antiek 6 (1971/72) 174 (afb. 7)
G. Lemmens en G. de Werd, 'Het werk van Adriaen van Wesel en de Utrechtse beeldhouwkunst van de vijftiende eeuw' in: Adriaen van Wesel (1980) 14 (afb. 1)
Léon van Liebergen en Wouter Prins, Deftige Devotie (2003) 107 (afb. 2)
J.A. Mosk en M.F.S. Karreman, 'Onderzoek van de polychromie van de twee beeldhouwwerken van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch' in: Adriaen van Wesel (1980) 51-53
J. Mosmans, Jheronymus Anthoniszoon van Aken alias Hieronymus Bosch, Zijn Leven en zijn Werk (1947) 69, aantekening 18
Jan van Oudheusden, Geloven in vriendschap : 700 jaar Zwanenbroeders in 's-Hertogenbosch (2018) 39, achterblad
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 377 (afb. 366)
P.T.A. Swillens, 'Beeldhouwers en Beeldhouwkunst' in: J. Romijn, Hart van Nederland : Een boek over de stad en de provincie Utrecht (1950) 218
P.T.A. Swillens, 'De Utrechtse beeldhouwer Adriaen van Wesel, ± 1420-(na 1489)' in: Oud-Holland 63 (1948) 149-150 (afb. 2, 4 en 6)
Tentoonstelling 's-Hertogenbosch Jheronimus Bosch (1976) nr. 88e
Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst (1931) 190