afb. G. de Graaf
In 1986 werd bij kasteel Rodenborch in Rosmalen een vreemd voorwerp gevonden. Na onderzoek werd vastgesteld dat het om een voetboei ging. Een voetboei is een keten met een gewicht eraan. Deze ketenen werden om de enkels van gevangenen gedaan. Zo konden de gevangenen niet ontsnappen. Of toch wel?Rechtspraak in de 15de eeuwOp het eerste gezicht lijkt het vreemd dat er een boei bij een kasteel werd gevonden. Mochten kasteelheren zomaar mensen vastzetten? Was daar niet de gevangenis voor? Voor het antwoord moeten we kijken naar de manier van rechtspreken in de 15de eeuw. Uit die tijd stamt de voetboei namelijk.Rosmalen was in de 15e eeuw waarschijnlijk een heerlijkheid. Aan het begin van de 16eeeuw was er in ieder geval sprake van een heer van Rosmalen. Rosmalen had een schepenbank. Het was mogelijk dat zo’n schepenbank uit twee delen bestond. Aan de ene kant was er een rechtbank die oordeelde over zaken die met de bezittingen van de kasteelheer te maken hadden. Aan de andere kant was er een openbare rechtbank. Vaak hadden de kasteelheren het recht op hoge openbare rechtspraak. Dat betekent dat onder hun gezag dood- en lijfstraffen uitgesproken werden door de schepenbank.
Gevangenen in de RodenborchIn die tijd waren er ook nog geen gevangenissen in de moderne zin van het woord. Gevangenen werden op vele plaatsen opgesloten. In ’s-Hertogenbosch had je de Leuvense of Gevangenpoort, in andere steden zaten gevangenen in bijvoorbeeld een kerktoren. De Rodenborch was een logische keuze om gevangenen onder te brengen. Het moet een van de stevigste gebouwen van Rosmalen zijn geweest. Het is dan ook een veilige aanname dat er gevangenen in de Rodenborch opgesloten zaten.Bij voetboeien komt al snel de gedachte boven aan vochtige kerkers en lange rijen gevangenen die zich voortslepen richting hun cel. Of dat beeld ook heeft gegolden voor Rodenborch, weten we niet. We weten wel dat het normaal was om gevangenen te ketenen. De manier van ketenen liep uiteen: met een blok om het hoofd en de handen, met kettingen aan een andere gevangene, met een duimklem aan een paal en inderdaad ook in hand- en/of voetboeien.
Daarom ligt het voor de hand dat het niet nodig was om een gevangene in een kerker te stoppen. In ketenen was een stevige deur voldoende om iemand binnen te houden. Ook zullen mensen over het algemeen niet lang vast hebben gezeten in een heerlijkheid van het formaat van Rosmalen. Voor de kasteelheer waren het toch extra monden om te voeden. Overigens werden niet alleen gevangenen geboeid. Ook mensen die ‘zinneloos’ of ‘bezeten’ waren verklaard, werden geboeid, om zichzelf en hun omgeving te beschermen.
|
Ronald van Genabeek, Eddie Nijhof en Frederike Schipper, Stad op de schop (2019) 219, 718