afb. J.P. de Koning, 2002

Groot Ziekengasthuis

Alink

Onder het Grootziekengasthuis

Eric Alink | Brabants Dagblad woensdag 30 maart 2011
Archief
Encyclopedie van Noord-Brabant

Groot-Ziekengasthuis

bron: Archief Godshuizen

119
Encyclopedie van Noord-Brabant 2 (1985) 119
Rijksmonument (1)

Complex van het Groot Ziekengasthuis

Inleiding

Het complex van het Groot Ziekengasthuis is gesitueerd aan de zuidzijde van de Zuid Willemsvaart, in het centrum van 's-Hertogenbosch. De geschiedenis van het Groot Ziekengasthuis gaat terug tot de late Middeleeuwen: reeds in 1274 werd melding gemaakt van het ziekenhuis, dat vanaf het begin voorzag in medische zorg voor de armen van 's-Hertogenbosch. Daarnaast deed het lange tijd dienst als militair hospitaal.
Het Groot Ziekengasthuis viel onder het bestuur van de Bossche Godshuizen. Vanaf het begin bestond het ziekenhuispersoneel uit religieuzen. Met de poging tot calvinisering van 's-Hertogenbosch vanaf 1629 werden deze echter vervangen door lekenpersoneel. Sinds 1880 werden de zieken in het Groot Ziekengasthuis echter weer verzorgd door zusters van de Congregatie Barmhartige Zusters van de Heilige Carolus Borromeus. De middeleeuwse gebouwen van het Groot Ziekengasthuis deden nog tot het begin van de 20ste eeuw dienst. Vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw werden het complex echter uitgebreid met een aantal 'moderne' ziekenhuisgebouwen: het beschermde ziekenhuiscomplex bestaat uit een vijftal gebouwen, daterend uit periode 1880 - 1930.
De bebouwing binnen het ziekenhuiscomplex bestaat uit:
  • Een ziekenhuis annex zusterklooster met kapel uit ca. 1911-1913, met stijlelementen van de Neo-Gotiek en Neo-Renaissance, eveneens naar ontwerp van J. Vrijman, kapel ontworpen door J.Th. Klompers.
  • Een lijkenhuis uit ca. 1888 in Neo-Renaissancestijl, waarin een poort met beeldhouwwerk van H. van der Geld.
  • Een uit ca. 1915 daterend ziekenpaviljoen in Neo-Renaissancestijl, ontworpen door architect J. Vrijman.
  • Een in 1932 gebouwd ziekenhuis in een regionale variant van de Amsterdamse School, ontworpen door architect J.Th. Klompers.
Van de oudere bebouwing resteert nog een beschermde zeventiende-eeuwse poort aan de Gasthuisstraat. In de jaren zeventig van de 20ste eeuw werd het complex uitgebreid met een omvangrijk U-vormig gebouw aan de zuidzuide van het terrein. Het complex huisvestte anno 1999 nog steeds een ziekenhuis.

Omschrijving

Het complex is gelegen op een globaal rechthoekig terrein, dat wordt begrensd door de Zuid-Willemsvaart (noordzijde), de Nieuwstraat (oostzijde), het Burgemeester Loeffplein en de Binnendieze (zuidzijde) en de Tolbrugstraat (westzijde). De oudere bebouwing bevindt zich hoofdzakelijk op de westelijke helft van het terrein. Aan de Binnendieze de beschermde poort met poortgebouw. Schuin hier tegenover, in het midden van de westzijde van het terrein het Neo-Renaissance ziekenhuis met klooster en kapel uit 1911-1913. Direct ten noorden hiervan, aan de Tolbrugstraat, het paviljoen voor besmettelijk zieken uit c. 1915. Aan de zuidzijde van het oude ziekenhuis een lijkenhuis uit c. 1880, waarin een poort met sculptuur van H. van der Geld is geïntegreerd. Ten oosten van het oude ziekenhuis een ziekenpaviljoen in Neo-Renaissancestijl uit 1915. Dit paviljoen sluit via een moderne vleugel aan op een het in Amsterdamse School-stijl uitgevoerde ziekenhuis uit 1932, dat met de voorgevel aan de Nieuwstraat is gesitueerd. Aansluitend hierop, aan de noordzijde van het terrein de hoofdzakelijk uit de jaren zeventig van de 20ste eeuw daterende nieuwbouw van het ziekenhuis, die buiten de bescherming valt. Aan de Nieuwstraat sluit het ziekenhuis uit 1932 aan de zuidzijde aan op een vijftal panden - oorspronkelijk woonhuizen - die eveneens door het Groot Ziekengasthuis in gebruik zijn genomen, daterend uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw.

Waardering

Het complex van het Groot Ziekengasthuis is van algemeen belang. Het complex bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en geestelijke ontwikkeling: het complex vormt een herinnering aan een van oorsprong middeleeuws ziekenhuis, dat zich richtte op de verzorging van de armere bevolking van 's-Hertogenbosch. De nu nog aanwezige, hoofdzakelijk uit de vroege twintigste eeuw daterende, gebouwen herinneren door hun omvangrijke schaal aan de belangrijke rol die het ziekenhuis ook aan het begin van deze eeuw speelde in de medische zorg in 's-Hertogenbosch. Het ziekenhuiscomplex bezit architectuurhistorische waarde door de diverse stijlen die in de verschillende gebouwen zijn toegepast en die hierdoor een staalkaart vormen van de uiteenlopende stijlen, die achtereenvolgens in het begin van deze eeuw in gebouwen voor gezondheidszorg werden toegepast. Het complex bezit ensemblewaarde door de bijzondere inrichting van het ziekenhuisterrein. Het complex is van belang vanwege de gaafheid van de bebouwing. Tot slot is het complex, als een der laatste complete ziekenhuiscomplexen in Nederland, van belang vanwege typologische en functionele zeldzaamheid.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg 2004
Rijksmonument (2)

Ziekenpaviljoen

Inleiding

Het ziekenpaviljoen, behorend bij het complex van het Groot Ziekengasthuis bevindt zich in het centrum van het ziekenhuisterrein, direct ten noorden van het omstreeks 1915 gebouwde klooster annex ziekenhuis (Complexonderdeel 1). Het ziekenpaviljoen werd gebouwd in 1915, naar ontwerp van architect J. Vrijman en toont elementen van de Neo-Renaissance. Het ziekenpaviljoen wordt door middel van een tweetal tussenvleugels verbonden met de omringende ziekenhuisgebouwen: aan de zuidzijde met het ziekenhuis/klooster (Complexonderdeel 1), aan de noordzijde met het uit 1932 daterende, aan de Nieuwstraat gesitueerde ziekenhuis (Complexonderdeel 5). In de jaren '70 van de twintigste eeuw is het ziekenpaviljoen aan de westzijde uitgebreid met een liftuitbouw.

Omschrijving

Het ziekenhuis heeft een vlinderplattegrond, bestaande uit een tweelaags middenvleugel, met op de hoeken daarvan vier diagonaal uitstralende hoekvleugels. Dakkapellen in de schilden. Het tweelaags gebouw is onderkelderd. Gevels opgetrokken in baksteen met speklagen in gele verblendsteen. Geleding door middel van dorpellijsten. Sierankers. Rond de vensteropeningen zijn profielstenen aangebracht. De gevels worden aan de bovenzijde afgesloten door een tandlijst. In de kopgevels is het middengedeelte van de gevel hoger opgetrokken en voorzien van hoekpinakels met bolbekroning. De gevels zijn voorzien van getoogde vensters, waarin stolpvensters met roedenverdeling en drieruits bovenlicht. In de kopgevels aan de westzijde bevinden zich de ingangspartijen, bestaande uit een beglaasde vleugeldeur met drieruits bovenlicht. Hierboven een moderne luifel. Aan de noordzijde van de tussenbouw bevinden zich op de hoeken twee driezijdig gesloten uitbouwen voor een trappenhuis onder schilddak. Aangrenzend een rechthoekige uitbouw onder plat voor dienstvertrekken. Aan de zuidzijde links een modern laadperron met luifel.
Inwendig is het ziekenpaviljoen sterk gemoderniseerd. De oorspronkelijke indeling is nog deels herkenbaar: een gang tegen de noordgevel van het gebouw geeft toegang tot de aan de zuidzijde gesitueerde behandelkamers. In de vleugels op de uiteinden van het ziekenpaviljoen waren vroeger de ziekenzalen ondergebracht (nu magazijn). Op beide uiteinden van de tussenvleugel een trappenhuis en een hal. In de hallen zijn later tussenwanden ten behoeve van o.a. een administratiekantoor aangebracht. In het interieur resteert nog een aantal authentieke elementen: onder meer in het trappenhuis: hardstenen trap met smeedijzeren balustrade. Eenvoudig glas-in-lood. De vloeren van het ziekenpaviljoen rusten op betonnen balken. In de voormalige ziekenzalen worden deze ondersteund door betonnen voluutvormige consoles.

Waardering

Het ziekenpaviljoen, behorend bij het complex van het Groot Ziekengasthuis, is van algemeen belang. Het object is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en geestelijke ontwikkeling: het ziekenpaviljoen vormt als onderdeel van het Groot Ziekengasthuiscomplex, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de Middeleeuwen, een belangrijke illustratie van de met name op de armere bevolking gerichte medische zorg in 's-Hertogenbosch. Het ziekenpaviljoen is verder van belang als illustratie van de typologische ontwikkeling van het ziekenhuisgebouw. Het ziekenpaviljoen heeft architectuurhistorische waarde vanwege de plaats die het inneemt binnen het oeuvre van architect J. Vrijman en vanwege de bijzondere vlinderplattegrond. Het ziekenpaviljoen heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van het Groot Ziekengasthuiscomplex, dat cultuurhistorisch en architectuurhistorisch van nationaal belang is. Het object is tot slot van belang vanwege typologische zeldzaamheid.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg 2004
Rijksmonument (3)

Pand

Aan 13e eeuwse waterpoort grenzend, over de Dieze gebouwd, reeds vanaf de middeleeuwen tot het Groot-Ziekengasthuis behorend pand (XV B) met verdieping onder met pannen gedekt wolfdak. In de in schoon metselwerk opgetrokken oostgevel: Dieze boog, 8-ruits draairamen op begane grond, twee 19e eeuwse houten kruiskozijnen op verdieping, staafankers en diverse oude bouwsporen. In de westgevel gedeeltelijk oud metselwerk met bouwsporen, segmentboog en oud kruiskozijn. Kopgevels ca.1942 vernieuwd.
Inwendig: moer- en kinderbinten balklaag met laatgotische sleutelstukken; hoge stucwerk schoorsteenmantel (XIX A) thans fungerend als deuromlijsting.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg 2004
Sasse van Ysselt I

Het eerste Groot Ziekengasthuis, ook wel genaamd het Gasthuis Onzer Lieve Vrouw

263
264
Noten
1.Men zie hierover nog A.W. Bijvoet het Groot Gasthuis te 's Hertogenbosch p. 11.
2.Men zie over dit huis nog eene Schepenakte van 29 Maart 1578 (Reg. n° 237) en eene id. van 22 Nov. 1537 (Reg. n° 152 f. 43).
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch III (1910) 263-264
Sasse van Ysselt II

Het tweede Groot Ziekengasthuis

276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
Noten
1.Buiten deze poort stond aan de Gasthuisstraat de woning van den Rentmeester van het Gasthuis; zij zal, vóór dat deze ambtenaar bestond, geweest zijn de woning van den rector en meester van hetzelve.
2.Men zie hierover nog van J. van Oudenhoven eerste uitgave p. 44.
3.Men zie hierover J. van Oudenhoven eerste uitgave p. 44.
4.Vergelijk J. van Oudenhoven 2e uitgave p. 125.
5.Namelijk, zooals wij hiervoren reeds zagen, in de Gasthuisstraat.
6.Dit deed ook van Heurn in zijne Beschrijving, waar hij zegt: ,,In de rekening van het Gasthuis over het jaar 1490 vind ik, dat het Gasthuis verscheide kameren van het Hof van Brabant verhuurde en eenigen tot het gebruik van het Gasthuis behield"
7.Men zie over de voorwaarden, waaronder dit geschiedde, Schepenregister van den Bosch n° 248 blz. 201 en vlgd.
8.Deze hoeven, geheeten de Groote en de Kleine hoeve te Kaathoven, waaraan verbonden was het recht van collatie der kapel aldaar, had hij 14 Juni 1597 gekocht van de erven van Anna Vygh (of Vyge) wede van Aelbrecht Proening van Deventher (Schepenreg. van den Bosch n° 248 blz. 198 en vlgd en blz 349 en vlgd). Het Bestuur van het Gasthuis heeft deze bouwhoeven, evenals de andere rentegevende onroerende lichamelijke goederen van hetzelve in de 18e eeuw verkocht, omdat het van oordeel was, dat het bezit van vast goed voor het Gasthuis niet voordeelig was; zie o.a. Reg. n° 565 f. 64,
9.Van Heurn Historie IV p. 80, 82, 84, 102, 104, 111 en 114.
10.Men zie hierover mr. N.F. Sassen. Een woord over het eigendom, enz. van het Ziekengasthuis en A.W. Bijvoet. Het Groot Gasthuis te 's Hertogenbosch.
11.Reglement op de regeering en administratie van het Groot Gasthuis van 20 Augustus 1650. In de tweede helft der 15e eeuw waren de beide rectoren en meesters van dit Gasthuis vrouwen want toen waren dat Goeswina van den Hezeacker en Gerarda, dochter van Henrick Sanders van Oss (Reg. n° 109 f. 97). Men zie ook nog J. van Oudenhoven eerste uitgave p. 47.
12.Schutjes Gesch. van het Bisdom 's Bosch IV p. 375 en 821.
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch III (1910) 276-286
Verhalen en legenden I

Het gasthuis

door Henny Molhuysen

Brabants Dagblad donderdag 7 december 1989
Verhalen en legenden II

Een amputatie

door Henny Molhuysen

Brabants Dagblad donderdag 13 augustus 1992
Artikelen
?

G.F. van Balen

Een aantal medische aspecten uit de geschiedenis van het Grootziekengasthuis te 's-Hertogenbosch tussen 1650 en 1914
s.n. (s.l. z.j.)
 
1849

N.F. Sassen

Onderzoek naar den oorsprong, de bestemming en den eigendom van het Groot Gasthuis te 's Hertogenbosch en naar het regt van beschikking over de inkomsten van hetzelve, in antwoord op den brief van het collegie van regenten over de Godshuizen en den armen, aan het stedelijk bestuur aldaar
Teulings ('s-Hertogenbosch 1849)
 
1849

N.F. Sassen

Antwoord aan den WelEerw. Heer A.W. Byvoet of zijne nalezing der jongste schriften betreffens het Groot Gasthuis te 's Hertogenbosch
s.n. ('s-Hertogenbosch 1849, 1851)
 
1850

A.W. Bijvoet

Het Groot Gasthuis te 's-Hertogenbosch. Eene nalezing der jongste schriften over hetzelfde onderwerp
Arkesteyn ('s-Hertogenbosch 1850)
 
1852

A.W. Bijvoet

Het Groot Gasthuis te 's-Hertogenbosch. Nieuwe proeve eener nalezing van schriften, betreffende het gesticht
Arkesteyn ('s-Hertogenbosch 1852)
 
1911

A.C.M. van Moorsel

Het nieuwe stedelijk ziekenhuis te 's-Hertogenbosch
Rossen (Amsterdam 1911)
 
1932

L.A.M. van der Spek, J.A.W. Vrijman

Groot Ziekengasthuis 's-Hertogenbosch maart 1932
Godshuizen ('s-Hertogenbosch 1932)
 
1932

A. Hallema

Het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch in den loop der eeuwen. Een bijdrage ter herdenking van de officiële opening der nieuwe afdeeling van het Bossche Gemeentelijk Ziekenhuis op 30 maart j.l.
Ziekenhuiswezen 5 (1932) 1-12
 
1951

J.J. van Dillen, Het Bouwcentrum

Rapport inzake de uitbreidingsmogelijkheid tot een capaciteit van 650 bedden ten behoeve van het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch
s.n. (s.l. 1951)
 
1963

H.J.M. van Rooij

Het oud-archief van het Groot-Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch
Zuid-Nederlandsche drukkerij ('s-Hertogenbosch 1963)
 
1964

dr. J.P.A. Coopmans

De rechtstoestand van de godshuizen te 's-Hertogenbosch vóór 1629
 
1965

zr. Hildegun Janssen

Chronik des "Groot Ziekengasthuis"zu s'Hertogenbosch
s.n. (s.l. 1965)
 
1966

Anne Hallema

Een notariële akte voor een amputatie. Notaris met chirurg aan het ziekbed in het Bossche Gasthuis anno 1580
Protestantse gezondheidszorg 7 (1966) 10-11
 
1966

Redactie

Algemene voorwaarden behorende bij overeenkomsten tussen het bestuur van het Groot Ziekengasthuis en specialisten. Stafreglement
Groot Ziekengasthuis ('s-Hertogenbosch 1966)
 
1967

G.F. van Balen

Het Grootziekengasthuis van 1650-1813 als ziekenhuis
s.n. (s.l. 1967)
 
1968

Redactie

Oud maakt plaats voor nieuw
Brabants Dagblad donderdag 18 juli 1968 (foto)
 
1968

Kees Spierings

Zo was het toen ... (30) : Groot-Ziekengasthuis
Brabants Dagblad dinsdag 3 september 1968
 
1971

Redactie

NV Bouwbedrijf Hazenberg. Nieuwbouw Groot Ziekengasthuis 's-Hertogenbosch
NV Bouwbedrijf Hazenberg (s.l. 1971)
 
1974

H. van Bavel, P. Praem

Korte bouwgeschiedenis van het Groot-Gasthuis
Boschboom Bladeren 14 (1974) 3-19
 
1974

H. van Bavel, P. Praem

Het basis-document van 1274. Inzake Groot-Ziekengasthuis
Boschboom Bladeren 14 (1974) 20-25
 
1974

K. de Ruiter

Hoofdmomenten uit de geschiedenis van het Groot-Ziekengasthuis
Boschboom Bladeren 14 (1974) 26-41
 
1974

J. van de Vaart

Kanttekening bij een 700-jarige herdenking Goot-Ziekengasthuis
Boschboom Bladeren 14 (1974) 42-43
 
1974

Redactie

Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch
s.n. (s.l. 1974)
 
1974

K. van Ruiter

Enkele grepen uit de historie van het Groot ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch
Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 19 (1974) 733-739
 
1974

Redactie

GZG: een der oudste ziekenhuizen in Nederland
Brabants Dagblad woensdag 8 mei 1974 (foto)
 
1974

Jac.J. Luckx

Het GZG en de Bossche binnenstad
Brabants Dagblad woensdag 8 mei 1974 (foto's)
 
1976

Pater Gerlach, Raymundus van Kessel

De Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus in Nederland. Naar aanleiding van haar honderdjarige vestiging te 's-Hertogenbosch, 1876-1976
s.n. (s.l. 1976)
 
1980

A.C.M. Kappelhof

Overzicht van het 19e eeuwse archief van de 's-Hertogenbossche Godshuizen. Algemeen: bestuur en financiën, Oud Mannen- en Vrouwenhuis, Groot Ziekengasthuis, Zinnelozenhuis Reinier van Arkel, Bedelingsfonds, Voorburg
Centraal bureau Godshuizen, Oud archief ('s-Hertogenbosch 1980)
 
1983

Hans L. Janssen

Archeologische waarnemingen 1977-1979
Van Bos tot Stad (1983) 162
 
1983

W.A.J. Meeuwssen, e.a.

Rondom het dreigend hartinfarct. 30 jaar cardiologie
Groot Ziekengasthuis ('s-Hertogenbosch 1983)
 
1984

Huub Peijnenburg, Edward Tijdink

Het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch, een onderzoek naar mensen en middelen in de laat 18e eeuw
s.n. (s.l. 1984)
 
1984

G.J.P. Toonen

Notulen van de regenten van de Godshuizen te 's-Hertogenbosch, 1815-1840. Index op trefwoorden
Archief der Godshuizen ('s-Hertogenbosch 1984)
 
1985

Paul Huismans

Naar een modern ziekenhuis. De rekeningen van het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch, 1850-1920
s.n. (Nijmegen 1985)
 
1985

K. de Ruiter

800 jaar gezondheidszorg in Den Bosch
In en om het ziekenhuis 121 (1985) 3-6
In en om het ziekenhuis 122 (1985) 5
In en om het ziekenhuis 123 (1985) 8-10
 
1987

P.G.J. Huismans

Tussen armenzorg en gezondheidszorg. Het groot ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch 1850-1920
Noordbrabants historisch jaarboek 4 ('s-Hertogenbosch 1987) 121-147
 
1987

Paul Huismans

Het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch tussen armenzorg en gezondheidszorg, 1850-1920
Brabants Heem 39 (1987) 32-37
 
1988

H.J.G. Peijnenburg

Groot Ziekengasthuis Den Bosch
Tijdschrift voor ziekenhuisverpleging 42 (1988) 126-127
 
1989

Marcel Portegies

Zieke en gewonde militairen in het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch 1830-1839
s.n. (s.l. 1989)
 
1989

Henk van den Brink

Uit het archief van de Godshuizen
Genealogisch tijdschrift voor Oost-Brabant 4 (1989) 199-202
 
1989

Henny Molhuysen

Verhalen en legenden : Het gasthuis
Brabants Dagblad donderdag 7 december 1989 (foto)
 
1990

A.C.M. Kappelhof

Archief van het Groot Ziekengasthuis te Den Bosch. Notarieel protocol van Willem Rutger 's Heeren, kapelaan van het Groot Gasthuis te Den Bosch, 1573-1584. Regesten, index op geografische namen
s.n. (s.l. 1990)
 
1990

M.M. Portegies

Zieke en gewonde militairen in het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch, 1830-1839
Noordbrabants historisch jaarboek 7 ('s-Hertogenbosch 1990) 84-109
 
1990

A.C.M. Kappelhof

Het kunstbezit van de Godshuizen
In Buscoducis Bijdragen. SDU ('s-Gravenhage 1990) 513-517
 
1992

M.M. Portegies

De zieken en gewonden van de Tiendaagse Veldtocht in het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch
Nederlands Militair Geneeskundig Tijdschrift 6 (1992) 187-193
 
1992

Henny Molhuysen

Verhalen en legenden : Een amputatie
Brabants Dagblad donderdag 13 augustus 1992 (foto)
 
1994

Redactie

Het beeldhouwwerk
Erfgoed bekeken 3 (1994) 4
 
1996

Henny Molhuysen

Achter de Voorgevel. Ziekenhuisnieuwbouw aan de Nieuwstraat
Brabants Dagblad vrijdag 14 juni 1996 (foto)
 
1999

Redactie

Reinier van Arkel en het Groot Ziekengasthuis
KringNieuws 4 (1999) 7
 
2002

Nel van der Heyden Rogier

Religieuzen zochten asiel rond Den Bosch
Kloosters en religieus leven ('s-Hertogenbosch 2002) 181-193
 
2007

Wim Hagemans

Oud ziekenhuis was hypermodern
Stadsportret 's-Hertogenbosch. Brabants Dagblad (2007) 8-9
 
2007

Wim Hagemans

Oudbouw GZG blijft, torens geschrapt
Brabants Dagblad donderdag 16 augustus 2007 (foto)
 
Boeken
1884

Pater H. van Krugten

Geschiedkundige Verhandeling over het Groot Gasthuis te 's-Hertogenbosch
P. Stokvis en Zoon | 's-Hertogenbosch 1884
 
1999

Rob Wolf

Een doolhof van eeuwen 1274-1999. Zeven eeuwen ziekenzorg in 's-Hertogenbosch. Van Groot Ziekengasthuis tot Bosch Medicentrum
SUN - Boekhandel Heinen | Nijmegen - 's-Hertogenbosch 1999
 
Geschiedenis
1274 Op 30 maart 1274 beloven de schepenen van 's-Hertogenbosch de giften te verdelen die Willem van Gent en zijn vrouw Hadewich per testament vermaakt hebben. In het testament wordt gesproken over het 'hospitali in Buscho' en sacerdotis hospitalis', dit is het Groot Ziekengasthuis. Aangezien het aantal inwoners tussen 1270 en 1280 op ca 8000 wordt geschat, is het duidelijk, dat dit gasthuis al langer moet hebben bestaan, zowel ten behoeve van zieke en zwakke stedelingen, als ten behoeve van passanten.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1277 Jan van Enghien, bisschop van Luik, vaardigt in juli 1277 statuten uit voor de broeders en zusters van het Groot Gasthuis. Er is een goed georganiseerd dubbelconvent van broeders en zusters met oversten, een provisor en een priester. Het Groot Gasthuis is een eerste instantie bestemd voor arme zieken en zwakken. Daarnaast worden er ook arme reizigers gehuisvest. Het Groot Gasthuis is in de (huidige) Gasselstraat gevestigd; een verbastering van Gasthuisstraat.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1376 De bisschop van Luik verordent dat het aantal religieuzen werkzaam in het Groot Gasthuis beperkt wordt tot zeven zusters en één lekebroeder. (Het is mogelijk dat deze laatste bestemd is om de pater behulpzaam te zijn, zodat alleen de vrouwelijke religieuzen in de verpleging werkzaam zijn). De zusters zijn Augustinessen die het convent van Sint Elisabeth vormen.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1419 Op 13 april breekt er een grote stadsbrand uit, waardoor o.a. het Ziekengasthuis grote schade oploopt.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1457 Op 12 juli 1457 geeft paus Calixtus III toestemming om het Groot Gasthuis te verplaatsen, mits de kapel van het Gasthuis als kapel blijft gehandhaafd. Op het terrein waar het Groot Gasthuis ligt, tussen de Hinthamerstraat, Gasselstraat (verbastering van Gasthuisstraat) en de Kerkstraat is geen uitbreiding meer mogelijk. Na aankoop van gronden aan de andere zijde van de Binnendieze, achter de huidige Gasthuisstraat, zal men rond 1470 naar dit gebied verhuizen.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1460 Dit Gasthuis stond eerst in de Gasselstraat en verhuisde in 1460-1470 naar het terrein achter de Binnendieze.
Bron: Stegentocht 1
 
1483 Het Groot Gasthuis is nu verplaatst (van de Gasselstraat) naar de overzijde van de Binnendieze, achter de huidige Gasthuisstraat. In 1457 had de paus daar toestemming voor gegeven. Het terrein van het oude gasthuis wordt verkocht aan de Broederschap van St. Anna, die er een kapel sticht. Dit kan de oude kapel van het gasthuis geweest zijn.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1519 Klachten worden geuit over het Groot Gasthuis:
- Er wordt niet meer door de zusters gekookt, maar door plattelandsmeisjes die dat nog nooit eerder hebben gedaan.
- Het vlees stinkt soms en de maaien lopen er uit.
- De porties voor de arme zieken zijn de helft van wat ze vroeger waren.
- Op visdagen krijgen de zieken harde stokvis, zoute haring en twee kleine katvisjes, met slechts weinig azijn en alles wordt koud opgediend.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1529 Het uitbreken van de zweetziekte of Engelse pest.  
1661 Het Groot Ziekengasthuis krijgt een nieuwe toegangspoort aan de Gasthuisstraat, versierd met een in hout uitgesneden stadswapen.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1809 In 1808 roept de burgemeester van Den Bosch zijn mede-burgers op zich te laten inenten tegen de pokken. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde koepokinentingen. Iedere dinsdagmorgen tussen 8 en 9 uur bestaat hiervoor gratis de mogelijkheid in het Groot Burgergasthuis. In het eerste kwartaal van 1809 worden 322 personen kosteloos ingeënt door de stadsdokter; andere geneesheren enten in dezelfde periode 156 mensen tegen betaling in.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1880 In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt de verpleging van de Bossche gods- en gasthuizen langzamerhand overgenomen door religieuze orden. Het sluitstuk van deze ontwikkeling is de komst in 1880 van de Zusters van de H. Carolus Borromeus uit Trier naar het Groot Ziekengasthuis, waar zij de verpleging van lekenbroeders en zusters overnemen. Een verbetering van de kwaliteit van de verpleging zal het gevolg zijn.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
Kunstafbeeldingen

Binnenplaats van het oude Groot-Ziekengasthuis (1875-1925)

Carel Frederik Cordes (1851-1927)
(olieverf op doek)
Noordbrabants Museum, 's-Hertogenbosch (inv.nr. 07746)

De binnenplaats van het Groot Ziekengasthuis, 1900

Carel Frederik Cordes (1851-1927)
(olieverf op doek, 50.0 x 44.0 cm)
Noordbrabants Museum, 's-Hertogenbosch (inv.nr. 07730)

De middeleeuwse gebouwen van het Groot Gasthuis deden nog tot het begin deze eeuw dienst. Op dit schilderij van Cordes van omstreeks de eeuwwisseling is de oude bakkerij en de 'Siekenhaard' weergegeven. Links een non van de Congregatie Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus. Sedert 1880 had deze orde de verzorging op zich genomen.
's-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 212
Stadsrekeningen
1525 Kapittel 5.
Commissie aan den Bisschop van Luik om toestemming tot reformatie van den regel der nonnen in het groot zieken Gasthuis.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1525-1526. Deel 1, blz 411
 
1538 Kapittel 105.
Mr. Jan de Wit, Commissaris uit het geestelijk Hof gezonden, aangaande den regel der nonnen in het groot Gasthuis.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1538-1539. Deel 1, blz 553
 
1557 Kapittel 5.
Brieven naar de kwartieren van Maasland, Peelland en Oisterwijk, houdende aanschrijving om voortaan geen ingezetenen dier kwartieren aan de pest lijdende, naar 's Hertogenbosch te zenden, mits de stad het groot gasthuis alleen voor hare lijders noodig had.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1557-1558. Deel 1, blz 711
 
1590 Kapittel 16.
De gekwetsten en zieken uit uit het leger in het groot Gasthuis te 's Hertogenbosch verpleegd.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1590-1591. Deel 2, blz 1088
 
1593 Kapittel 15.
De gekwetsten uit het leger voor Heusden en Hedel in het groot gasthuis opgenomen.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1593-1594. Deel 2, blz 1101
 
1604 Kapittel 6.
• De Meesteres van het groot gasthuis op haar jubilé.
• Huur van het klein bouwhuis behoorende aan het groot gasthuis, tot berging van oorlogsmaterieel.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1604-1605. Deel 2, blz 1161..1162
 
1605 Kapittel 17.
Jaarlijksche toelaag aan de meesteres van het groot gasthuis, voor het bijstaan van aan de pest lijdende zwangere vrouwen.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1605-1606. Deel 2, blz 1167
 
1607 Kapittel 18.
Toelaag aan de meesters in het groot Gasthuis, voor bijstand aan barende vrouwen aan de pest besmet.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1607-1608. Deel 2, blz 1179
 
1609 Kapittel 6.
Jaarlijksche toelaag aan de Meesteres in het groot Gasthuis voor here hulp aan met de pest besmette kraamvrouwen.
Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1609-1610. Deel 2, blz 1192
 
Literatuur en bronnenpublicaties

H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 302, 311, 314, 316; II. 290, 291; III. 247, 248

C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 15, 63, 191, 204

Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 170, 176, 192, 227

L. van de Meerendonk, Het klooster op de Eikendonk te Den Dungen II (1964) 4, 90, 112

L. van de Meerendonk, Tussen reformatie en contra-reformatie IX (1967) 14, 15, 16, 60, 111, 116, 124, 139, 161, 162, 165, 192, 243

L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) IV. 372-377

Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 53, 65, 97, 99, 139, 275, 285, 287, 289, 293, 323, 327, 351, 375

M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 27, 27n

Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 34, 81, 123, 124, 125, 134, 272

Varia Historica Brabantica III (1969) 218

Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 35, 70, 83, 84, 86, 109, 140, 176, 205, 206, 209-214, 227, 249, 253, 284, 328, 374, 388, 389

n: vermelding in een voetnoot