afb. 2014
Familie Van Hugenpoth
Bijleveld (1925)
Van Hugenpoth
|
Katholiek - Ketwich aan de Ruhr - Dit geslacht heette oudtijds Fleck of Macula, doch splitste zich reeds vroeg in twee takken, waarvan de eene den naam van Hugenpoth aannam naar het kasteel van dien naam aan de Ruhr (Vlecke van Hugenpoth werd er 1344 mede beleend) en de andere den naam van Nesselrode naar het slot van dien naam aan de Wupper. Hiervan stammen de Graven van Kesselrode en de Freiherren von Nesselrode- Hugenpoet in Duitschland. De geregelde stamreeks van den Nederlandschen tak vangt aan met Nicolaus von Hugenpoth, die omstreeks 1528 met de erfdochter van Gosewinkel huwde. Bij org. besluit d.d 28 augustus 1814, n° 14 werd Jan Baldewijn Joseph Hendrik Otto Anton van Hugenpoth tot den Beerenclaauw benoemd in de ridderschap van Noord-Brabant. Bij org. besluit dd. 23 augustus 1814, n° 14 werd Godefridus Franciscus Antonius van Hugenpoth tot Aerdt benoemd in de ridderschap van Gelderland. Bij Koninklijk Besluit d.d. 14 april l822, n° 88 werd bepaald, dat aan Alexander Wilhelmus Joannes Josephus van Hugenpoth van Aerdt en zijn broeders Otto Maximiliaan Theodorus Adolph, Adolphus Wilhelmus Joannes Theodorus Antonius en Joannes Nepomucenus Wilhelmus Antonius van Hugenpoth van Aerdt en hunne wettige nakomelingen zal gegeven worden de hun van ouds competeerende titel van baron. Bij Koninklijk Besluit d.d. 20 mei 1822, n° 71 werd ditzelfde bepaald voor Jhr. | 103 |
|
Jan Baldewijn Joseph Hendrik Otto Anton van Hugenpoth tot den Beerenclaauw. Bij Koninklijk Besluit d.d. 28 januari 1838, n° 118 werden de gebroeders Alexander Antoon en Johannes Gerardus Hendrikus Antonius van Hugenpoth erkend te behooren tot den Ned. Adel met den titel van baron. | 104 |
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 103-104
Bijleveld (1949)
Van Hugenpoth
|
Süderlandsch oud-adellijk geslacht, oudtijds Fleck genaamd en als heer van Hugenpoth in het Ruhrgebied midden 14e eeuw vermeld, terwijl een andere tak dier Fleck’s zich naar hun slot aan de Wüpper von Nesselrode noemde. Een lid erfde begin 18e eeuw het huis Aerdt en werd beschreven in de ridderschap van Overbetuwe. Bij org. besluit van 1814 benoemd in de Noord-Brabantsche en Geldersche ridderschappen. Erkend als Baron op alle 1822, 1833. Beide takken, tot den Berenclauw en tot Aerdt, staan op uitsterven. De von Nesselrode’s in Duitschland bestaan nog. | 87 |
Nederland's Adelsboek (1949) 87
Artikelen
| 2017 |
Van druiloor tot verzetsheldWas hij de Moszkowicz van de jaren 30? F.W. Baron van Hugenpoth, advocaat-procureur te ’s-Hertogenbosch, telg uit een adellijk geslacht, maakte er een potje van. Tot de oorlog uitbrak. Had Frans Willem iets goed te maken ...?
| Brabants Dagblad zaterdag 25 februari 2017 | Achtergrond 12-13
|
Literatuur en bronnenpublicaties
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 62, 76
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 114, 118, 120, 154, 163-165, 179, 184, 192, 222-223, 236, 409-410, 425, 444
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 317-318
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) 62, 63, 64, 127, 303
Nederland's Adelsboek (1905) 360-364; (1925) 325-328; (1929) 307-309; (1937) 302-306; (1942) 638-649; (1956) 205-210; (1962) 108-112; (1968) 108-112; (1975) 239-243; (1983) 304-308
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 103-104; II (1930) 105-106
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 140
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |