afb.

Van Eynatten

locatie: Onbekend

3D Model
Afdeling Erfgoed 's-Hertogenbosch (AEH)
Huis van Gemert

Huis van Gemert

door Martien Veekens (werkgroep Heraldiek)

Diepstraat, anno 2009 Windmolenbergstraat

Het Maagdenhuis: No. 60 (magazijnen) Minuutplan 1832 Sectie H
Huis van Gemert: Nummer 61 op Minuutplan 1832 Sectie H
Op 27 juli 1426 kocht de Commanderij van Gemert van de Duitse Orde een huis in de 'Dyepstraat', dat kort nadien verbouwd werd.
Bouwkundige en architectonische elementen uit de bewaard gebleven opmetingstekeningen wijzen er op, dat het gebouw bezwaarlijk vroeger dan uit het einde van de 15e eeuw kan dateren. Mogelijk is het huis gebouwd in de tijd van Maximiliaen van Eynatten, die tot zijn dood in 1512 commandeur van de Duitse Orde in Gemert was.
Het Huis van Gemert werd door de commanderije in gebruik genomen als stadsresidentie van de commandeur, dan wel als refugiehuis in tijden van gevaar.
Op 8 maart 1638 verkocht mr. Dirck de Matheis, licentiaat in de rechten en secretaris van het dorp en vrijheerlijkheid Gemert, als gemachtigde van Caspar Ulrich van Hoensbroek, ridder der Duitsche Orde en Commandeur van Gemert, het Huis van Gemert aan Pieter Wouterszn Donck, luitenant-wachtmeester en onder-majoor van Den Bosch, wiens weduwe Elisabeth van Diepenbeeck het ene deel op 22 juni 1658 en het andere deel op 3 september 1658 verkocht aan de fundatie van Hester van Grinsven. Het pand werd in 1660 verbouwd tot gasthuis, of beter gezegd tot twee gasthuizen, waarvan er een werd bestemd voor zeven oude vrouwen, de ander voor vijftien oude mannen. Er werden toen aan weerszijden van het Huis van Gemert twee poorten gemaakt, waarvan de ene diende tot toegang tot het oudemannenhuis en de andere tot toegang tot het oudvrouwenhuis, dat het eigenlijke Maagdenhuis was, zoals het Huis van Gemert later (na de verbouwing in 1787) geheten werd. Boven de poorten werden toen twee gedenkstenen geplaatst, die thans (begin 20e eeuw) zijn ingemetseld in een muur van de binnenplaats van het Bossche Stadhuis.
De twee gevelstenen die in 1659 bij de verbouwing tot Gasthuis boven de twee ingangspoorten werden aangebracht zijn ingemetseld in de tuinmuur van het Noordbrabants Museum.
In 1889 werd het Huis van Gemert afgebroken om plaats te maken voor arbeiderswoningen (die weer werden gesloopt in 1978 voor de uitbreiding van het Zorgcentrum Anthonie-gaarde). De dienst Gemeentewerken liet voor de sloop nog tekeningen maken van het te slopen pand. In één van de blinde nissen aan de voorgevel op de eerste verdieping zat toen nog een gebeeldhouwde gevelsteen met het wapen van de familie Van Eynatten. De gevelsteen bevond zich in 1993 in een muur aan de Doode Nieuwstraat te 's-Hertogenbosch. (vSvY VH, 1914, III p.59 stelt dat de steen berustte het in het museum der stad) Volgens de Bossche Bouwhistorische Dienst draagt de steen alle stijlkenmerken van de late gothiek, op grond waarvan men de steen 'voorzichtig' durft dateren als zijnde uit de tweede helft van de 15e eeuw. Die datering wijst in eerste instantie naar de commandeur, later landcommandeur, (Jan) Mathlianna (veelal aangeduid als Maximiliaen) van Eynatten. Uitgesloten is het evenwel niet dat Hendrick van Eynatten, zijn opvolger, de persoon is geweest die de steen heeft laten aanbrengen.
De leden van de Duitse Orde van de familie Van Eynatten (gekenmerkt met hun wapen 'in zilver een rode schuinbalk vergezeld van zes rode merletten zoomsgewijze geplaatst') hebben, blijkens de gevelsteen, boven de merlet in het helmteken als extra toevoeging nog het wapen van de Duitse Orde ('in zilver een kruis van sabel') aangebracht. Dit wapen zou dan met recht het wapen 'Van Eynatten van Gemert' kunnen worden genoemd.
Het oud-adellijk geslacht Van Eynatten vertakte zich vanuit een stamslot in de plaats Einatten/Ennetten (gelegen tussen Aken en Eupen, van oudsher behorend tot het Hertogdom Limburg, sinds 1977 een deel van de gemeente Raeren). Vanaf eind 14e eeuw tot in het eerste kwart van de 18e eeuw zijn Van Eynattens Heren van de Heerlijkheid Gulpen-Margraten.
Van de tweede helft van de 15e eeuw tot in de 17e eeuw komt men viermaal de naam van Eynatten tegen op de lijsten van Commandeurs van de Duitse Ridderorde in de balije Alden Biesen. Drie van de vier keer betreft het een persoon die commandeur te Gemert was.
Ridder Henrick van Eynatten (overleden op 17 juli 1544), zoon van Johan van Eynatten, heer van Nieuburg, Gulpen en Margraten en van Maria van Brandenburg, vrouwe van Bolland en Julemont, leefde te Gemert in concubinaat met Maria Jan Everts van Handel en verwekte bij haar acht kinderen. Zij bewoonde met haar commandeurskinderen het omgrachte pand dat in 1587 door de Duitse Orde zou worden aangekocht om te dienen als de Latijnse School van Gemert.

Eynatten

D'argent à la bande de gueules, accompagné de six merlettes du même, rangées en orle.
Cimier: une merlette de gueules entre deux cornes de buffle d'argent, chargées celle à dextre de trois bandes et celle à senestre de trois barres de gueules.
Devise: enatent vel evolent

In zilver een rode schuinbalk vergezeld van zes rode merletten zoomsgewijze geplaatst. Dekkleden: zilver en rood.
Helmteken: een rode merlet, geplaatst op een rode muts met zilveren opslag, tussen twee zilveren buffelhorens, die ter rechterzijde beladen met drie rode rechterschuinbalken, die ter linkerzijde met drie rode linkerschuinbalken.
Wapenspreuk: Enatent vel evolent (Ze zwemmen of vliegen weg).


Bronnen
Jhr. A. van der Does de Willebois, Studiebeurzen, Beurzenstichtingen voor de stad en voormalige Meijerij van 's-Hertogenbosch, Deel II, 1905, De Huizen, pag. 80-91 met enkele afbeeldingen door L. van Valkenburg (1858-1921) o.a. tegenover pagina 81 en 84
Jhr. Mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt, Voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch III ('s-Hertogenbosch 1914) 57-66
A.H. van Drunen, 'Het Maagdenhuis' in: Van Bos tot Stad ('s-Hertogenbosch 1983) 146-152
Ad Otten, 'Commandeurs van Gemert' in: Gemerts Heem (1991) 16-30
Ad Otten, 'Commandeur Henrick van Einatten, zijn afkomst en zijn nageslacht' in: Willy Ivits en Hans Vogels Stammen alle Gemertenaren af van Karel de Grote? (Gemert 1993) 35-41
Ad Otten, 'Refugiehuis Gemert in 's-Hertogenbosch' in: Gemerts Heem 4 (2005) 12-18
Artikelen
1974

Harry van den Besselaar

Bossche gevelstenen II
Boschboom Bladeren 15 (1974) 36-37