Elisabeth dochter van wijlen Jan COOMANS huisvrouw van Christoffel HUIJGENS en Jan CORNELISSEN man en momboir van Marijke zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan COOMANS voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan COOMANS en wijlen Diercxken zijn huisvrouw: renten, pachten en obligaties.
11.01.1597 | RA 1852 | f 1

Jan zoon van Willem SEBRECHTS, Raetsheer van 's-Hertogenbosch man en momboir van Bertken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter JONCKERS bij wijlen Elisabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henrix BEIJENS, voor 1/3 gedeelte; Goeswijn zoon van wijlen Mr Dominicus BEIJENS, zoon van Goeswijn Henrix BEIJENS, voor hem zelve en nog actie en transport hebbende over het gedeelte van wijlen Jan, zijn broeder, ook zoon van wijlen Mr Dominicus, voor de helft in het tweede derde gedeelte; Catharina en Agnes zusters, dochters van wijlen Mr Dominicus voorsz, voor de andere helft in het tweede derde gedeelte; Gooswijntken dochter van wijlen Henrix zoon van wijlen Goeswijn Henrix BEIJENS, voor haar zelve, voor de ene helft in het resterende derde gedeelte en Elisabeth weduwe van Henrix Goossen BEIJENS met haar dochter Goeswijntken voorsz - hen beiden zich fort en sterk makende voor Willem en Gooswijn, broeders, zonen van wijlen Mr Wouter van ACHELEN, Raetsheer van 's-Hertogenbosch bij Anna zijn laatste huisvrouw dochter van Elisabeth voorsz bij wijlen Henrix Goossens BEIJENS, te voren vermeld, voor de andere helft van het resterende derde gedeelte, gaan erfdeling en erfscheiding aan van de goederen van wijlen Aleijdt dochter van Gooswijn Henrix BEIJENS, te: Haren, Gewande Roosmalen; renten, pachten en chijnsen.
20.01.1597 | RA 1852 | f 5

Petrus zoon van wijlen Mr Petrus de CORT, secretaris van 's-Hertogenbosch, man en momboir van Petronella zijn huisvrouw, dochter van Bartholomeus Petrus van den EIJNDE, voor 1/3 gedeelte; Anneke weduwe van Lauwerens zoon van Bartholomeus Peters voorsz, voor 1/3 gedeelte; Pauwels ROOSS man en momboir van Johanna zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan EVERAERTS bij Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Bartholomeus Peters voorsz, voor haarzelve en mede voor Pauwels HERCK, man en momboir van Anna zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan EVERAERTS bij Margriet voorsz, voor het laatste derde part, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Beatrix dochter van wijlen Bartholomeus Petrus van den EIJNDE: chijnsen en pachten.
31.01.1597 | RA 1852 | f 10

Ghijsberd zoon van wijlen Henricx Aerts de BRUIJN bij Marijke zijn huisvrouw, dochter van Ghijsbert van SUTPHEN en Catharina dochter van Anthonis van SCHIJNDEL; Anthonis PREKERS en Roelof van SCHIJNDEL met Jan CHRISTIAENS momboirs over de minderjarige kinderen van Henricx Aerts en Marijke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en van wijlen Heer Christiaen van SCHIJNDEL, priester: renten, chijnsen en pachten.
07.02.1597 | RA 1852 | f 13

Simon zoon van wijlen Lambert zoon van Sijmon DELISZ; Jan zoon van Delis Jans van der STEEN man en momboir van Jenneke dochter van Lambert Sijmons voorsz; Jan zoon van wijlen Delis WEIJGERGANCX de Jonge, Huijbert Claes DELISSEN, Daniel FRANSSEN en Ghijsbert PETERS momboirs over Peter zoon van Lambert Sijmon DELISZ, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun oom Joachim SIJMONS: te Den Dungen, Rosmalen en Berlicum; chijnsen.
21.02.1597 | RA 1852 | f 23

Willem zoon van wijlen Jan BARTHOLOMEUSZ en Aert zoon van wijlen Franchoijs KUIJSTEN man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan BARTHOLOMEUSZ, gaan erfdeling aan van de hoeve Herlerbosch te Udenhout hun deels aangekomen door versterf van hun vader Jan BARTHOLOMEUSZ en voor 1/3 gedeelte door koop tegen Pauwels GIJSSELEN man en momboir van Soetken zijn huisvrouw, dochter van Jan BARTHOLOMEUSZ voorsz.
09.06.1597 | RA 1852 | f 32

Peeter zoon van wijlen Sebert zoon van wijlen Jacob SEBERTS; Marike dochter van wijlen Sebert Jacobs voorsz, huisvrouw van Henricx Corstiaens van der AA en weduwe van Lambert Henricx VUCHTS - met Henrick haar zoon bij Lambert voorsz en ook in naam van de andere kinderen van Lambert en Marike voorsz - Jan zoon van wijlen Michiel RUTTEN man en momboir van Hilleken zijn huisvrouw; Matthijs zoon van Adriaen SPIERINCX, man en momboir van Oijken zijn huisvrouw, beiden dochters van Sebert Jacob SEBERTS voorsz; Sebert en Henrick kinderen van wijlen Henrick zoon van Sebert Jacob SEBERTS voorsz; Dierck HUIJBERTS man en momboir van Heijlken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henrick zoon van wijlen Sebert Jacobs voorsz, voor hem zelven en in naam van Metken en Marike dochters van Henrick Seberts voorsz; Peter Sebert JACOBS, zich fort en sterk makende voor Lijsken dochter van Sebert zoon van Jacob SEBERTS voorsz en voor de kinderen van wijlen Jan zoon van wijlen Sebert zoon van Jacob SEBERTS voorsz bij Lijntken zijn eerste huisvrouw; Matthijs Adriaen SPIERINCX voorsz en Jan Wouters de COCK momboirs over de kinderen van Jan Seberts voorsz bij Dingena zijn laatste huisvrouw; Sebert zoon van wijlen Ambrosius JANS bij wijlen Hilleke zijn huisvrouw dochter van wijlen Jacob SEBERTS voorsz; Mattheus AELBERTS, transport hebbende van Jacob zoon van wijlen Wouter zoon van wijlen Ambrosius JANS bij Hilleke voorsz; Jan zoon van wijlen Lenaert ROELOFFS man en momboir van Hilleken zijn huisvrouw dochter van wijlen Wouter zoon van wijlen Ambrosius JANS bij wijlen Hilleke Jacob SEBERTS voornoemd en Sebert zoon van Ambrosius voorsz met Jan Lenaerts hen fort en sterk makende voor Jenneke en Dircxke onbejaerde dochters van wijlen Wouter voorsz, gaan erfdeling aan van wijlen Heer en Meester Henrick zoon van wijlen Jacob Seberts van den DUNGEN, Jan zoon van wijlen Wouters van ESSCH Adriaensz bij Magdalena zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan Mattheus de BUNGER; Joost GOVAERTS man en momboir van Marike zijn huisvrouw; Arien Roeloffse KIEVITS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw; Jan CORNELISSEN in huwelijk hebbende Catharina en Joanna huisvrouw van Sebastiaen Janssoen VERHOOPS, allen dochters van Wouter Adriaens van ESSCHE bij Magdalena voorsz, gaan subdivisie aan van de goederen hen toegedeeld bij erfdeling voor schepenen van Oisterwijk van de goederen van wijlen hun grootvader Jan Mattheusen de BUNGER tegen de andere erfgenamen: pachten, renten en chijnsen.
11.07.1597 | RA 1852 | f 45

Joncker Gooswijn van BRECHT, Heer Jacop van BRECHT, Ridder, Hoogschout van de stad en de Meijerij van 's-Hertogenbosch, Joncker Marcellis van BRECHT en Joncker Johan van HAMBROECK, gemachtigd van Joncker Johan van BRECHT, allen zonen van wijlen Heer Johan van BRECHT, Hoogschout te 's-Hertogenbosch; Joncker Philips zoon van Heer Jacop van BRECHT voorsz, gemachtigde van zijn broeder Joncker Jacop van BRECHT, ook zoon van Joncker Johan voorsz, canonick van O.L. Vrouwe Kerk te Aken; Joncker Walraven en Joncker Goijaert zonen van Joncker Walraven van ERP, Heer tot Erp en Vechel, bij Catharina van BRECHT, dochter van Joncker Johan van BRECHT voorsz, voor henzelven en voor hun broeder Heer Jan van ERP, canonick tot Ludick en Heer Dierick van BRECHT, Ridder, zoon van Joncker Johan van Brecht voorsz, allen erfgenamen van Heer Johan van BRECHT, cantor en canonick tot Aken, gaan erfdeling aan van de goederen van Heer Johan van BRECHT, cantor, krachtens zijn testament: te 's-Hertogenbosch een huis aan de Lombartse brug, te Goirle; renten en chijnsen.
02.08.1597 | RA 1852 | f 53

Joncker Henrick en Joncker Rogier, zonen van Joncker Johan MONICX, zoon van wijlen Joncker Johan MONICX, van de tweede Joncker Johan bij wijlen Sophia dochter van wijlen Joncker Rutger BERWOUTS, van welke Joncker Rogier en Joncker Henrick voorsz moeder is geweest wijlen Maria van DOIRN, huisvrouw van de eerstgenoemde Joncker Johan MONICX, dochter van wijlen Joncker Everaert van DOIRN, Heer van DOIRN, bij wijlen Margaretha van VLADERACKEN dochter van wijlen Joncker Johan van VLADERACKEN, Heer tot Geffen; Joncker Wilhem van CHENNE man en momboir van Catharina MONICX dochter van de eerstgenoemde Joncker Johan MONICX bij Maria van DOIRN, Heer en Meester Johan HANENS, Licentiaet in de Godtheijt, priester, canonick van de kathedrale kerk en plebaan van het bisdom 's-Hertogenbosch met Mr Peter PELGROM momboir over de onbejaarde kinderen van Joncker Niclaes van BOSHUIJSEN bij wijlen Margaretha MONICX zijn huisvrouw, dochter van Joncker Johan MONICX bij Maria van DOIRN voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Joncker Johan MONICX en Maria van DOIRN: huis op het Hinthamereijnde en een huis in de Ridderstraat te 's-Hertogenbosch; te Osserschadewijck, Beek bij Aerle; Bakel; Oeteren; Haaren bij Oisterwijk, Doirne, renten, chijnsen en en pachten (zie ook: 14.4.1598 f 131).
27.02.1597 | RA 1852 | f 57

Arnd BROEGEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw, Henrick van ESCH, man en momboir van Heijlken zijn huisvrouw, beiden dochters van Jan zoon van Jacop Gielisz van MECHELEN bij Willemke zijn huisvrouw, dochter van Alarts van BREDA; Anneke dochter van Jan zoon van Jacop Gielisz voorsz met Roeloff NOPPEN curator van Jan zoon van Jan Jacob Gielisz voorsz bij Willemke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van Mechteld dochter van Jan Jacop Gielisz met Willemke voorsz: renten, pachten en chijnsen.
03.03.1597 | RA 1852 | f 72

Philipsen zoon van wijlen Christoffels zoon van Heer Jacop SANDERS; Philips zoon van wijlen Anthonis zoon van Heer Jacop SANDERS voorsz; Philips Christoffel SANDERS voorsz met Philips Anthonis SANDERS en Jan MATTHEUSSEN momboirs over de onmondige kinderen van Jacop zoon van Antonius SANDERS voorsz; Henrick zoon Henrick EMONTS, bakker, momboir over de onbejaerde kinderen van Jan WILLEMS bij Marijke zijn huisvrouw dochter Jacop van UDEN bij Lucia dochter Heer Jacop SANDERS voorsz; Meester Hendrick der KIJNDEREN curator over de minderjarige kinderen van Gijsbert zoon van Jacop van UDEN bij Lucia voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Appolonia dochter van Heer Jacop SANDERS voorsz: renten, pachten en chijnsen.
07.03.1597 | RA 1852 | f 75

Matthijs Willem Zegers van de MERENDONCK; Willem zoon van Aert Jan WILLEMS bij Geertruijd zijn huisvrouw dochter van Willem ZEGERS voorsz; Jacop zoon van Jan JACOPS man en momboir van Elizabeth zijn huisvrouw; Cornelis JANS man en momboir van Henricxken zijn huisvrouw, dochters van Zeger zoon van Willem ZEGERS voorsz; Matthijs Willems van de MERENDONCK voorsz met Delis Henricx van BEECK testamentaire momboirs aangesteld door Zeger Willems voorsz over Marike en Huijbertken dochters van Zeger Willems voorsz; Anthonis PETERS man en momboir van Belijcke zijn huisvrouw dochter van wijlen Zeger Jans van ROIJ bij Henricxke zijn huisvrouw, dochter van Zeger Willems van de MERENDONCK voorsz; Matthijs zoon van Arien SPIERINCX en Sebert DIERCX momboirs over de onbejaerde kinderen van Peter SEBERTS bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Seger Jans van ROIJ bij Henricxken voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Loijken dochter van Willem Zegers van de MERENDONCK huisvrouw van Frans Goijaerts de LEEU: te Gestel bij Herlaer (= St Michielsgestel) en Den Dungen.
08.05.1597 | RA 1852 | f 79

Simon DIRCKSZ man en momboir van Marike ziin huisvrouw en Jacob Arien van HOUDT man en momboir van Cornelia zijn huisvrouw dochters van wijlen Cornelis Job Gerartsz WITLOCX bij wijlen Heijlwich zijn huisvrouw dochter van wijlen Ghijsbert Arnd van BROEGEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw en Henrick van ESCH in huwelijk hebbende Heijlken zijn huisvrouw, dochters van Jan zoon van Jacop Gielisz van MECHELEN bij Willemke dochter van Alarts van BREDA; Anneke dochter van Jan zoon van Jacop Gilisz voorsz met Roeloff NOPPEN curator over Jan zoon van Jan Jacop Gielisz en Willemke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Mechteld dochter van Jan zoon van Jacop Gielisz van MECHELEN en Willemke voorsz: renten, pachten en chijnsen.
03.03.1597 | RA 1852 | f 72

Philips zoon van wijlen Christoffels zoon van Heer Jacop SANDERS; Philipsen zoon van wijlen Anthonis zoon van Heer Jacop SANDERS voorsz; Philipsen SANDERS met Philipsen Anthonis SANDERS en Jan MATTHEUSEN momboirs over de minderjarige kinderen van Jakob zoon van Anthonis SANDERS voorsz; Henrich Henrich EMONTS, bakker, momboir over de minderjarige kinderen van Jan WILLEMS bij Marijke zijn huisvrouw dochter van Jacops van UDEN bij Lucia zijn huisvrouw, dochter van Heer Jacop SANDERS voorsz; Meester Henrick der KIJNDEREN curator van de onbejaerde kinderen van Gijsbert zoon van Jacops van UDEN bij Lucia voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Appolonia dochter van Heer Jacop SANDERS voorsz: renten, pachten en chijnsen.
07.03.1597 | RA 1852 | f 75

Matthijs Willem Zegers van de MERENDONCK; Willem zoon van Aert Jan WILLEMS bij Geertruijd zijn huisvrouw, dochter van Willem Zegers voorsz; Jacop zoon van Jan JACOPS man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw; Cornelis JANS in huwelijk hebbende Henricxken, beide dochters van Zeger zoon van Willem Zegers voorsz; Matthijs Willem van de MERENDONCK voorsz met Delis Henricx van BEECK, testamentaire momboirs over de onmondige dochters Marike en Huijbertken, van Zeger Willems voorsz, aangesteld door dezelve Zeger Willems voorsz; Anthonis PETERS in huwelijk hebbende Belijcke dochter van wijlen Zeger Jans van ROIJ bij Henricxken zijn huisvrouw, dochter van Zeger Willems voorsz; Matthijs zoon van Arien SPIERINCX met Sebert DIERCX momboirs over de minderjarige kinderen van Peter SEBERTS bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Seger Jans van ROIJ en Henricxken zijn huisvrouw voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Loijken dochter van Willem Zegers van de MERENDONCK huisvrouw van Frans Goijaerts de LEEU: te St Michielsgestel en Den Dungen.
08.05.1597 | RA 1852 | f 79

Simon DIRCKSZ man en momboir van Marike zijn huisvrouw en Jacob Ariens van HAUDT in huwelijk hebbende Cornelia, dochters van wijlen Cornelis Job Gerartsz WITLOCX bij wijlen Heijlwich zijn huisvrouw dochter van wijlen Ghijsbert ROELOFS, hebben op 7.10.1596 een erfdeling gemaakt van de goederen van wijlen hun ouders en ook van Job hun broeder ook zoon en Heijwich en Cornelis voorsz: te Vught, chijnsen en pachten.
Apporbatie op 11.6.1597.
11.06.1597 | RA 1852 | f 82

Peter Peters de CORT, in naam van Pauwels HERICK man en momboir van Anneke zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan Everarts van HORSEN bij Margriet dochter van Bartholomeus Petrus van den EIJNDE, ter eenre en Pauwels RIERS in huwelijk hebbende Johanna dochter van wijlen Jan Everarts en Margriet voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen, die hen ongedeeld toebehoren: te 's-Hertogenbosch het huis: de Wermoescorff achter de Minnebroers, te Schijndel renten, pachten en chijnsen.
03.08.1597 | RA 1852 | f 89

Meester Bernaert en Meester Dierck, zonen van wijlen Daniel van der AMEIJDEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, zusters en broeders: te Oirschot en verder renten, pachten en chijnsen.
30.10.1597 | RA 1852 | f 94

Jan LANTFOIRT van THURNOUT in huwelijk hebbende Heijlwich dochter van wijlen Jan Henricx COLEN alias de HELT bij Diricxke van SPAENDONCK; Margriet dochter van wijlen Franchoijs KUIJSTEN weduwe van Herman zoon van wijlen Jan en Diricxke voorsz, voor haar zelve en voor haar kinderen bij Herman voorsz; Geraert Jan WILLEMSZ weduwnaar van Margriet ook dochter van Jan en Diricxke voorsz, voor hem zelve en ook voor zijn kinderen bij Margriet voorsz, allen erfgenamen van wijlen Nelleke dochter van Jan COLEN en Diricxke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Nelleke: renten en chijnsen.
12.11.1597 | RA 1852 | f 96

Wouter en Jan zonen van wijlen Jan WOUTERS, gaan erfdeling aan van de goederen, die zij sedert 12.10.1682 tesamen bezitten: renten en chijnsen.
26.11.1597 | RA 1852 | f 100

Aelken dochter van wijlen Henricx ROGGEN, mesmaecker, bij Anneke zijn huisvrouw dochter van Reiner FREDRICX; Henricx GERITS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw; Cornelis WOUTERS in huwelijk hebbende Barbera, dochters van wijlen Henricx en Anneke voorsz; Adam van LEER, Goossen ARNTS en Dierck REIJNERS, bakker, momboirs over Barbara onbejaerde dochter van Reijner zoon van Henricx ROGGEN en Anneke voorsz gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Henricx en Anneke voorsz: te 's-Hertogenbosch het huis "de Witte Valck" in de Vuchterstraet, een huis in de Postelstraet grenzende aan de huijzing van Postel, te Oeteren onder de parochie St Lambertus te Vught.
19.01.1598 | RA 1852 | f 101

Henrick zoon van wijlen Lamberts PETERS bij Henricxken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henricx JACOBS; Lenaerd LENARTS man en momboir van Anneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Lambert en Henricxke voorsz, voor henzelven en mede voor Marike en Peter, zuster en broeder - Peter is 18 jaar oud - gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: obligaties, renten en chijnsen.
09.01.1598 | RA 1852 | f 104

Jan zoon van Willem GIJSSELEN man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw dochter van Daniel Gijsberts van ZUTPHEN bij Anneke zijn huisvrouw dochter van Jan zoon van Jacop Gielis van MECHELEN; Goijard VRANCKEN, Meester Matthijs van SOERENDONCK en Roeland van SCHIJNDEL momboirs over Ghijsbert minderjarige zoon van Daniel en Anneke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: een stenen, omgraven huis met zijn aangelag te Roosmalen tegenover het convent van Coudewater, te Berlicum en voorts pachten, renten en chijnsen.
07.01.1598 | RA 1852 | f 107

Mattheeus zoon van wijlen Adriaen zoon van Embrecht de GREVE bij Engelke zijn huisvrouw dochter van wijlen Gregorius van EERSSEL, ter eenre en Marcus zoon van wijlen Jan van der HEIJDEN bij wijlen Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Adriaen en Engelke voorsz en Goossen zoon van Joirden PETERS man en momboir van Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan van der HEIJDEN bij Marike zijn huisvrouw, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Adriaen en Engelke bovenvermeld: chijnsen en pachten.
05.01.1598 | RA 1852 | f 110

Arijke en Cathalijn dochters van wijlen Gielis zoon wijlen Arien Peter Eijmberts van GRIENSVENNE bij wijlen Hilleken zijn huisvrouw dochter van Jacop DANIELS; Jacop DANIELS grootvader maternel met Jan Delis JANSZ de Jonge en Jan Arien SPIERINCX, bloedverwanten paternel van Aelken en Hilleken, minderjarige dochters van Gielis en Hilleken voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: Den Dungen en voorts pachten en chijnsen.
02.03.1598 | RA 1852 | f 121

Peter zoon van wijlen Roover PETERSZ, molder, bij Catharina Josephs de CUIJPERE zijn huisvrouw; Gielis zoon van wijlen Diericx GIELISZ in huwelijk hebbende Bruesken, Peter zoon van Jan HUIJBERTSZ man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw dochter van Roover en Catharina voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: landerijen buiten de Hinthamerpoort.
07.05.1598 | RA 1852 | f 125

Tielman en Laureijs zonen van wijlen Henric zoon van Jan WILLEMS bij Emken zijn huisvrouw en Henrick ADRIAENS man en momboir van Anneke zijn huisvrouw dochter van Henric en Emken voorsz gaan erfdeling aan van een huis op de Vuchterdijk te 's-Hertogenbosch bij de St Cornelius kapel grenzend o.m. aan Peter ROOVERS, molder en verder van renten en chijnsen.
09.03.1598 | RA 1852 | f 127

Joncker Rogier en Joncker Henrick zonen van wijlen Joncker Johan MONICX bij wijlen Maria van DOIRN; Joncker Wilhem van CHENU in huwelijk hebbende Catharina dochter van Joncker Johan MONIX en Maria voorsz; Joncker Nijclaus van BOSHUIJSEN momboir over zijn onbejaerde kinderen bij wijlen Margriet zijn huisvrouw dochter van Joncker Johan en Maria voorsz en met hem Meester Johan HANENS, priester, Licentiaet in der Godtheijt, canonick en plebaan van St Jans Evangelisten kerk te 's-Hertogenbosch, momboir over de voorsz. onbejaerden, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Joncker Johan MONICX en Maria van DOIRN, welke krachtens de erfdeling van 27.2.1597 onverdeeld gebleven zijn (zie: f 57).
14.04.1598 | RA 1852 | f 131

Jan zoon van wijlen Jan COCX man en momboir van Marike zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jacob zoon van Jan ALARTS, eerder weduwe van Marcellis WILLEMS, voor hem zelve en mede voor de kinderen van Marike bij wijlen Marcellis voorsz; Gerart zoon van wijlen Jan Gerarts van BOCXTEL bij Iken dochter van Jacob Jan ALARTS en Jacques VERHEIJE man en momboir van Leonartken zijn huisvrouw, dochter van Jan Gerarts van BOCXTEL bij Iken voorsz, gaan erfdeling aan van ongescheiden goederen: chijnsen.
02.04.1598 | RA 1852 | f 137

Geerborch van den HOVEL, dochter van wijlen Mr Diericx van den HOVEL bij Anna de BEER zijn huisvrouw, weduwe van Jan de VANE, voor haarzelve en voor haar kinderen bij Jan voorsz; Geerborch nog gemachtigd van Johan die BOIJS en Anna, haar zuster, dochter van Mr Diericx bij Anna voorsz; Peter zoon van Lambrecht REMMEN en Franchoijs de BOIJE momboirs over Dierck onbejaerde zoon van Dierck en Anna voorsz; Peter zoon van Henrick ARIENS man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw weduwe van Meester Jan zoon van wijlen Mr Dierick en Anna voorsz en nog Franchoijs de BOIJE momboir over Nelleke onmondige doch ter van Meester Jan van den HOVEL voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Mr Dierick en Anna voorsz: te 's-Hertogenbosch: drie cameren in de Ramen gekocht door Mr Dierick voor schepenen van 's-Hertogenbosch van Aelken weduwe van Jan Jan PETERS op 8.3.1558, een huis met zijn aangelag op het Ortheneijnde, een huis in de Buertsche straat, twee huizen met hun aangelag in de Corte Putstraet, te Druenen en verder chijnsen en pachten.
08.04.1598 | RA 1852 | f 140

Franchoijs de BIJE zoon van Meester Henrick de BIJE man en momboir van Anneke zijn huisvrouw dochter van wijlen Henrick zoon van Jan EELKENS bij Anna zijn huisvrouw dochter van Henrick de HONT, Raetsheer van 's-Hertogenbosch; Henrick BOUDEWIJNS en Wouter EELKENS momboirs over Maijken en Jenneke dochters van Henrick EELKENS en Anna voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, te 's-Hertogenbosch: te 's-Hertogenbosch het huis naast het pand "in de blijnden Spiegel" tegenover de Verwerstraet; obligaties, pachten, renten en chijnsen.
19.06.1598 | RA 1852 | f 146

Anna dochter van wijlen Ghijsbrecht van BROECHOVEN, eerst weduwe van Jacop van CASTEREN en nu weduwe van Clement ADRIAENS, haar laatste man; Herman zoon van Jacop en Anna voorsz; Marten WIJNANTS, man en momboir van Dingna zijn huisvrouw dochter van Jacob en Anna voorsz; Ghijsbrecht zoon van Jan EELKENS man en momboir van Willemke zijn huisvrouw, dochter van Clement en Anna voorsz, gaan een accoord aan over de goederen door Anna na te laten, o.m. een huis te 's-Hertogenbosch dat Clemens ADRIAENS ten chijns verkregen had van Peeter zoon van Jacop MATTHIJS voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 21.6.1560.
Hierbij is de overeenkomst, aangegaan door Anna voorsz met Ghijsbrecht Jan EELKENS, gepasseerd voor schepenen van Ginneken van 24.7.1595, vervallen.
04.06.1598 | RA 1852 | f 154

Joncker Gooswijn van BRECHT, zoon van wijlen Joncker Jan van BRECHT, Ridder, Hoogschout van 's-Hertogenbosch; Joncker Walraven van ERP en Heer Johan van ERP, Domheer en Canonick te Ludick, zonen van Jonker Walraven van ERP, Heer tot Erp en Vechel bij wijlen Catharina van BRECHT zijn huisvrouw, dochter van wijlen Joncker Jan van BRECHT voorsz, voor henzelven en hen fort en sterk makende voor Joncker Goijaerd van ERP hun broeder, zoon van Joncker Walraven en Catharina voorsz, nadien Heer Dierck van BRECHT, Ridder, zoon van Heer Jan van BRECHT voorsz, daartoe is geïnsunieerd, gaan erfdeling aan van een hoeve buiten het dorp te Goorle, hen aangekomen bij erfdeling op 2.8.1597 (zie: f 53).
04.07.1598 | RA 1852 | f 157

Heer en Meester Goijaerd van VLIERDEN, priester en canonick der cathedrale kerk van St Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch gemachtigde van: Anna dochter van Eijmbert CLAES weduwe van Jan PELLECOVEN, van Jan zoon van Jacob zoon van Diericx ANDRIESZ bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Eijmbert CLAESZ en ook in naam van de kinderen van Jan TIELMANS bij Heijlken zijn huisvrouw dochter van Eijmbert voorsz, Matthijs van LOOSTEN man en momboir van Catharina zijn huisvrouw dochter van wijlen Aert zoon van Eijmbert CLAESZ voorsz gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Heer en Meester Cornelis zoon van wijlen Eijmbert CLAESZ voorsz, priester en canonick van St Jans Evangelisten Kerk te 's-Hertogenbosch: renten, pachten en chijnsen.
17.10.1598 | RA 1852 | f 189

Catharina dochter van wijlen Henrick HOERNKENS bij Isabella zijn huisvrouw dochter van Franchoijs CLEIJNAEL, huisvrouw van Meester Michiel van der STEENE en Mechtelt HOERNKENS, haar zuster, ter eenre en Peter HENRICX man en momboir van Mechtelt zijn huisvrouw en Lodowijck PETERS in huwelijk hebbende Barbara, beiden dochters van Wernaert CLEIJNAEL, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van gezamelijke goederen: te Oirschot.
09.10.1598 | RA 1852 | f 193

Willem zoon van wijlen Willem Gijsberts WILLEMS bij Elijsabeth zijn huisvrouw dochter van Willem van BOCXTEL en zuster van wijlen Lodowijck Willems van BOCXTEL; Wouter zoon van wijlen Robbens van GEFFEN in huwelijk hebbende Heijlke en Henrick zoon van wijlen Pauwels PEETERS man en momboir van Elijsabeth zijn huisvrouw beiden dochters van Willem Gijsberts bij Elijsabeth voorsz, alsmede alle anderen hun mede erfgenamen van wijlen Lodowijck Willems van BOCXTEL, ter eenre, Meester Dierck van der AMEIJDEN zoon van wijlen Daniel van der AMEIJDEN, voor hemzelve en voor zijn broeder Bernard van der AMEIJDEN, daar moeder af was wijlen Margriet dochter van wijlen Bernard van RUND; Peter zoon van wijlen Jacob van RUND, Peter Adam SMIT man en momboir van Weijndelken zijn huisvrouw dochter van Jacob van RUND voorsz; Peter voorsz zich fort en sterk makende voor Clara dochter van wijlen Jacob van RUND; Andries zoon van wijlen Mattheus PETERS bij Elijsabeth zijn huisvrouw dochter van wijlen Bernard van RUND; Engelken huisvrouw van Jan zoon van Mattheus PETERS bij Elijsabeth voorsz; Peter Jacobs van RUND, gemachtigd door Bartholoemus zoon van wijlen Mattheus PETERS en Elijsabeth voorsz voor schepenen van Boxtel op 3.2.1599; Dierck Willem DIRCXS man en momboir van Barbara zijn huisvrouw dochter van wijlen Mattheus en Elijsabeth voorsz; Dirick zoon van wijlen Goijaert BERNAERTS, voor hemzelve en voor zijn broeders en zusters; Erbert Lamberts Rijcartsz van der STAPPE, gemachtigd door Elijsabeth huisvrouw van Servaes FAEX dochter van wijlen Corstiaen Willem Aerts van ZICHEN, voor schepenen van Maastricht op 16.1.1595, testamentaire erfgenamen van wijlen Willemke doch ter van wijlen Henricx van ZICHEN en wijlen haar man Lodowijck WILLEMS, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van Lodowijck en Willemken voorsz: chijnsen en pachten.
06.02.1599 | RA 1852 | f 196

Roeloff en Henrick zonen van wijlen Jan NOPPEN bij Swaentken zijn huisvrouw dochter van wijlen Geraert HENRICX; Henrick NOPPEN, gemachtigd voor schepenen van Antwerpen door Bartholomeus MARQUIS in huwelijk hebbende Catharina dochter van Jan NOPPEN bij Swaentken voorsz; Emerentiana weduwe van Meester Wouter SOMERS ook dochter van Jan en Swaentken voorsz; Henrick zoon van Wouter BOUDEWIJNS bij Aleijt zijn huisvrouw, ook dochter van Jan en Swaentken voorsz; Roeloff en Henrick eerder vermeld nog met Herman Aerts van EERSEL momboirs over de minderjarige kinderen van Herman van EERSEL voorsz bij wijlen Engelke dochter van wijlen Wouter BOUDEWIJNS en Aleijt voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te Bokhoven en Orten. Voorts renten, pachten en chijnsen.
Deze condividenten hebben hun innocente zuster Barbara elk een jaarlijke lijfrente van 30 car gld / jaar toegedeeld, haar leven lang (zie ook: f 255).
23.02.1599 | RA 1852 | f 200

Willem zoon van wijlen Jan Willem RUTGERS en Henrick zoon van wijlen Lambert Henricx VUCHTS man en momboir van Marijke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Anthonis zoon van wijlen Jan Willem RUTGERS bij Marijke zijn huisvrouw dochter van Adriaen Jan SPIERINCX, gaan erfdeling aan van een camp land aanbestorven via hun ouders, te Berlicum.
19.03.1599 | RA 1852 | f 219

Hillegondt weduwe van Adriaen zoon van Henrick de BACKER alias van HULTEN, cedeert zijn tochtrecht in een perceel land te Druenen en in twee huizen te 's-Hertogenbosch in de Stoofstraat die Adriaen Henricx op 4.4.1596 voor schepenen van 's-Hertogenbosch gekocht had van de momboirs over de minderjarige kinderen van Jacob JOOSTEN, aan Willem Henrick WILLEMS, tot behoef van zijn zwager Willem zoon van Hillegondt en Adriaen voorsz.
31.03.1599 | RA 1852 | f 221

Alithea THOELINCK dochter van wijlen Eijmbert zoon van Peter THOELINCK bij Anna van MAREN zijn huisvrouw, voor haar-zelven en mede in naam van de kinderen van wijlen Rombout van den EIJNDE bij Mechteld dochter van Eijmbert en Anna voorsz Johan DANIELS zoon van wijlen Johan DANIELS den Ouden bij Johanna ook dochter van Eijmbert en Anna voorsz, voor hemzelven en zich fort en sterk makende voor de andere kinderen van Jan DANIELS den Ouden bij Johanna voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch: twee huizen in de Cruijsbroederspoort, te Moergestel, Roosmalen, Wijck (in het Land van Heusden), verder renten, pachten en chijnsen.
01.04.1599 | RA 1852 | f 222

Jenneke dochter van wijlen Goijaert COLBORNER, weduwe van Jan van BERNAGIEN, voor haarzelven en voor haar zoon Goijaard ter eenre; Dierck Seberts BRANTS man en momboir van Aertken zijn huisvrouw dochter van Goijaerd COLBORNER voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van gemeenschappelijke goederen: renten, pachten en chijnsen, met uitzondering van een huis in de Corte Putstraet te 's-Hertogenbosch, eertijds eigendom van Ercken van SON, welk huis zij opgewonnen had voor een rente van 3 gld.
12.06.1599 | RA 1852 | f 229

Goijaerd van ENGELANT, meester en rector van het Groote Gasthuijs te 's-Hertogenbosch, Henrick Franssen van GESTEL. Willem OLIVIERS en Peter Aerts van HERPEN, provisoren en weesmeesteren van het Armen Weeshuijs, delen een perceel land te Rosmalen, het gasthuis en het weeshuis ten deel gevallen bij erfdeling van de goederen van Anna VIJGEN.
21.06.1599 | RA 1852 | f 232

Joost Lenaerts van OS man en momboir van Metken zijn huisvrouw, dochter van Dierck Lamberts van OSCH bij Magdalena zijn huisvrouw dochter van Jan SANDERS; Jenneke dochter van Dierck en Magdalena voorsz, weduwe van Jan van DOCHEM; Boudewijn JANS, mesmaecker, en Henrick AERTS, cuijper, momboirs over Caerle zoon van Jan van DOCHEM, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch een huis op de Vuchterendijck tegenover de St Cornelius capel; te Oss en te Lithoijen; chijnsen.
22.06.1599 | RA 1852 | f 234

Lambert zoon van wijlen Gerard van den BROECK heeft een jaarlijke en erffelijke rente van 43 gulden Florijnen, Carolus guldens gewoonlijk genoemd gekocht van schepenen van 's-Hertogenbosch op 23.3.1544. Hij verkoopt deze rente aan Mr Jacop van OSTAIJE en Marcelis de BRUIJN momboirs over Willemke dochter van wijlen Loeffens van SCUTWIJCK bij wijlen Antonia zijn huisvrouw, op 13.12.1548. Deze rente is daarna aangekomen aan Jan zoon van wijlen Thomas zoon van Jan THOMAS man en momboir van Willemke dochter van Loeffens van SCUTWIJCK welke deze rente op 2.8.1560 verkoopt aan Jacop JANSZ en Joost OUWENS tot behoef van Nicolaesken weduwe van Jacops van OUDEN. Nicolaesken hertrouwt met Gerard PHILIPS, haar laatste man, uit welk huwelijk een zoon Philips is geboren op wie de voorsz rente is bestorven op 9.1.1599. Philips verkoopt deze rente aan Jan Jansz GIJSSELEN, bierbrouwer.
03.07.1599 | RA 1852 | f 237

Peeter Jans RETMAECKER man en momboir van Henricxken zijn huisvrouw dochter van wijlen Everaerts Geraerts van der COEVERINGEN bij Catharina zijn eerste huisvrouw; Jan zoon. van wijlen Antonius Jans SMOLDERS man en momboir van Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Zebrecht Peter COLEN bij Cathalijn zijn huisvrouw dochter van Everaert en Catharina voorsz; Evert en Peter zonen van Sebrecht Peter COLEN en Catharina voorsz; Adriaen zoon van wijlen Anthonis Jans SMOLDERS en Peter zoon van Sebrecht Peter COLEN voorsz, testamentaire momboirs over Jan minderjarige zoon van wijlen Antonius Jans SMOLDERS bij Catharina voorsz; Jan zoon van Antonius Jans SMOLDERS voorsz en Evert zoon van Sebrecht Peter COLEN voorsz testamentaire momboirs over Judith minderjarige dochter van wijlen Adriaen Jans van GEMERT bij wijlen Aelke zijn huisvrouw dochter van Evert Peter COLEN, allen kinderen en erfgenamen van Catharina dochter van Evert Gerits van der COEVERINGEN; Jan zoon van wijlen Jacop Evert GERRITS, voor hemzelve; Jan zoon van wijlen Evert Gerrits van der COEVERINGEN en Corst OTTEN testamentaire momboirs over Evert, Arijke en Jacomijn minderjarige kinderen van Jan Everts voorsz, erfgenamen in plaats van hun vader, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en hun grootvader, Evert Gerits voorsz, te Berlicum en verder: chijnsen.
02.07.1599 | RA 1852 | f 238

Joost zoon van wijlen Geerits zoon van wijlen Herman van HUENEN bij Joostken zijn huisvrouw dochter van wijlen Jacop LAMBERTS, voor k deel in de eerste helft; Jan en Catharina kinderen van wijlen Herman zoon van wijlen Herman van HUENEN bij wijlen Joostken voorsz, voor het tweede kwart van de eerste helft; Catharina dochter van Cornelis CORNELIS bij Anna zijn huisvrouw dochter van Herman en Joostken voorsz, voor het derde kwart in de eerste helft; de voorsz. Joost Gerrit zich fort en sterk makende voor Christina dochter van wijlen Bartholomeus JANS bij Stijntken zijn huisvrouw dochter van wijlen Herman en Lijsken voorsz voor het laatste kwart in de eerste helft; Jan Adriaen van LIESHOUT, actie hebbende van Lijsbeth dochter van wijlen Aert MARTENS bij wijlen Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Willem zoon van de voorsz wijlen Jacop LAMBERTSZ voor 1/3 gedeelte in de tweede helft; Jan Adriaen van LIESHOUT man en momboir van Marike zijn huis vrouw, dochter van wijlen Aert en Marike voorsz voor het tweede derde gedeelte in de tweede helft; Ambrosius zoon van wijlen Goijaert WILLEMS man en momboir van Marike dochter van wijlen Huijbert HERMANS bij Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Willem zoon van Jacop LAMBRECHTS voorsz, voor het laatste derde gedeelte in de tweede helft, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, hen eertijds aanbestorven via Christina dochter van wijlen Goijaerd van der HULLEN weduwe van Goijaerd de MONICK: renten en chijnsen.
23.07.1599 | RA 1852 | f 243

Joncker Christoffel van der HATART zoon van wijlen Joncker Zeger zoon van wijlen Joncker Petrus van den HATART bij Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan van BERCKEL, voor hemzelven en in naam van Judith van ENGELSCHEN, zijn moeder, weduwe van Joncker Zeger voorsz en de andere kinderen van Joncker Zeger en Judith voorsz; IJda de BORCHGRAVE weduwe van Joncker Gerets van BERCKEL zoon van Jan van BERCKEL voorsz voor haarzelve en in naam van haar kinderen bij Joncker Gerets van BERCKEL - in presentie van haar zoon Gerart van BERCKEL, gaan erfdeling aan van gemeenschappelijke goederen: te Maren en voorts chijnsen.
31.08.1599 | RA 1852 | f 246

Bij testament had Elisabeth Lombarts van ENCKEVOIRT bepaald, dat indien haar zonen zonder erfgenamen zouden komen te overlijden, hun portie in de nalatenschap zou vervallen op haar twee dochters, welk testament gepasseerd is voor Heer en Meester Peter de RUIJTER, notaris, op 29.7.1569.
Heer Willem Lombarts van ENCKEVOIRT, canonick en archidiaken van Famenne in de kerk van Luijdick en zijn broeder Mr Goijaert Lombarts van ENCKEVOIRT, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, zonen van de testatrice zijn kinderloos overleden.
Gooswijn en Jan, Elisabeth en Heijlwich, kinderen van wijlen Jan van der STEGEN bij Marie Lombarts van ENCKEVOIRT, begeren nu een erfdeling aan te gaan over de goederen van hun oom Willem en hun oom Goijaert, met uitzondering van de goederen die de weduwe van Goijaert ter tochte bezit, tesamen met Elisabeth Lombarts van ENCKEVOIRT weduwe van Heer Henricx BLOIJMANS, Heer tot Helvoirt en haar dochter Maria BLOIJMANS en in naam van Joncker Erasmus van GREVENBROECK, Heer tot Mierlo, Lierop etc. en Johanna BLOIJMANS, zijn huisvrouw; Dierck van KESSEL gemachtigde en administratie hebbende van de goederen van Gerard zoon van Jan van der STEGEN bij Maria voorsz en van Maria dochter van Jan en Maria voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen, hun toegevallen krachtens het testament van Elisabeth: voorsz: te 's-Hertogenbosch een huis in de Torenstraat waarin de kinderen van Jan van der STEGEN wonen, een huis in de Hinthamerstraat, de Groene Poert, waarin Marten van LIER woont, te Nulant en te Huckulum onder Oisterwijk; verder renten pachten en chijnsen.
23.10.1599 | RA 1852 | f 248

Jacop van STRIJP zoon van wijlen Franciscus van STRIJP bij Anneke zijn huisvrouw dochter van Jacop COELBORNER, weduwnaar van Luijtgaert zijn huisvrouw dochter van Meester Aert PLEVIERS, apotheker, Aert en Marie kinderen van Jacop van STRIJP bij Luijtgaert voorsz; Heer en Meester Balthasar de BONT, Canonick van de cathedrale kerk van St Jan te 's-Hertogenbosch en Zegelaer van den Bisdom, Meester Jacop van BALEN, Licentiaet in de beide rechten en Raetsheer van 's-Hertogenbosch met Jacop van der PLANCKEN Mr chirurgijn, mede momboir over Goijaard, Josina, Aelken en Fransken onmondige kinderen van Jacop van STRIJP en Luijtgaert voorsz gaan erfdeling aan van de goederen, die Jacop voorsz voor de helft en zijn kinderen voor de andere helft toekomen, krachtens het testament van Jacop en Luijtgaert voorsz: te Oeteren onder Vught St Lamberts en verder renten, pachten en chijnsen.
23.10.1599 | RA 1852 | f 255

Pauwels zoon van wijlen Wouter Jans de COCK bij wijlen Marike zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan LAMBERTS; Geertruijt zuster van Pauwels voorsz; Jan zoon van wijlen Hanrick OTTEN man en momboir van Dijmphna zijn huisvrouw dochter van Wouter en Marike voorsz; Hanrick zoon van wijlen Hanric Hanricx WERNARTSZ bij wijlen Jenneke zijn huisvrouw dochter van wijlen Wouter en Marike voorsz; Arndt zoon van Jan Rutgers van GRIENSVEN man en momboir van Marike zijn huisvrouw; Laureijs zoon van Aert LAUREIJNS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw, dochters van Hanric Hanricx WERNARTSZ bij Jenneke voorsz; Niclaes en Henrick zonen van Jan CLAASSEN bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Wouter en Marike voorsz; de eerst genoemde Hanrick met Aert, Laureijs, Niclaes en Hanric in naam van Anthonisken en Luijtken, onbejaerde kinderen van Jan CLAASSEN bij Jenneke voornoemd; Adriaen zoon van Jan JANSZ, Anthonis zoon van Jan JANSZ en Laureijs zoon van Aert LAUREIJNS, momboirs over Jan en Hanric kinderen van Adriaen Jan JANSZ bij wijlen Hadewijch zijn huisvrouw dochter van wijlen Wouter en Marike voorsz; Jan zoon van wijlen Jacop SIJMONSZ en Huijbert zoon van Jan HUIJBERTS momboirs over Jan en Cathalijn minderjarige kinderen van Jan zoon van wijlen Wouter Jans de COCK bij Marike voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, Wouter en Marike voorsz: te Berlicum en te Den Dungen: op Griensvenne en op de Sporct; pachten.
03.11.1599 | RA 1852 | f 263

Goeswijn zoon van wijlen Jan van der STEGEN, Raetsheer van 's-Hertogenbosch bij Maria Lombarts van ENCKEVOIRT zijn huisvrouw; voor henzelven en in naam van zijn broeder Jan - oud 22 jaar - Elijsabeth, Heijlwich en Anna dochters van Jan bij Maria voorsz; Dierck van KESSEL, administrateur van de goederen van Gerard en Maria, kinderen van Jan en Maria voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en van de goederen van hun overleden ooms Willem Lombarts van ENCKEVOIRT, canonick en Goijaerts Lombarts van ENCKEVOIRT, Raetsheer van 's-Hertogenbosch en ook van de goederen verworven bij testament van wijlen Henricx van DEVENTER zoon van wijlen Herman van DEVENTER, na overlijden van Agnes van NEDERVENNE, weduwe van Henrick van DEVENTER en naderhand huisvrouw van Joncker Willem van LIER als ook van de goederen van Hendrick van DEVENTER op 21.1.1594 en van de goederen van hun ooms Willem Goijaert op 23.10.1599 toegevallen alsmede krachtens de accoorden gesloten op 25.9.1598 - geapprobeerd op 28.9.1598 voor schepenen van 's-Hertogenbosch en het accoord aangegaan op 20.7.1599: te 's-Hertogenbosch het huis in de Hinthamerstraet, naast de Groene Poert, te Roosmalen, in het Boschvelt, te Kessel, te Maren, te Karckhoven onder Oisterwijk, te Huculum onder Oisterwijk en verder renten, chijnsen en pachten (zie ook: f 248).
05.11.1599 | RA 1852 | f 270

Testament van Willem zoon van wijlen Jan ROELOFF TOELINCK, te 's-Hertogenbosch.
De testateur is ziek. Hij wil in de St Jacob begraven worden, bij zijn vader Jan Roeloff TOELINCK; daartoe zal de St Jacob fl 6,- krijgen en aan de St Jan wordt 6 stuivers uitbetaald. Zijn huisraad heeft hij zijn dienstmaagd Henricxken dochter van Willem Joosten SPILMACKER toegedacht. Joost zoon van Jasper Roelof TOELINCK of bij zijn vooroverlijden de dochter van Joost, ontvangt als prelegaat een erfrente van 26 stuivers.
Erfgenamen zijn: Reijnder zoon van Matthijs WERNAERTS; Reijnder en Grietken, kinderen van Philips POTTEIJ; de kinderen van Cornelis de BRUIJN bij Anneke dochter van Jasper TOELINCK; de kinderen van Aert Diercx TOELINCK.
Voorts een erfrente aan Willemke IJEWAENS, conventualinne van het convent van St Geertruij. Na haar overlijden zal deze rente overgaan op de kinderen van Philips POTTEIJ.
Executeurs testamentaire zijn: Mr Jacop DONCK, secretaris van 's-Hertogenbosch; Dierck zoon van Aert Dierck Roelof TOELINCK en Ghijsbert DIERCX, neven van de testateur.
09.06.1597 | RA 1852 | f 27

Maijke dochter van wijlen Lambert ARTS, geboren te Berchem tegenwoordig - non ongeprofest - wonende in het convent van de Zusters op te Vliedberch te 's-Hertogenbosch.
Erfgenamen: de RK kerk te Herpen en haar zusters Hillegont en Henricxken. Verder: Henrick Peters WUSTENBORCH en Anthonis ELIAS te (Moer)gestel bij Oisterwijk.
19.09.1598 | RA 1852 | f 162

Henrick zoon van wijlen Marten SIJMONS heeft twee AA-beemden op Kilsdonck onder Erp; de andere helft is in gebruik bij Willem Jan PETERS en de weduwe van Peter Jan FRANSSEN. De beide beemden zijn eigendom van Jonker Joris DACHVERLIES. Deze heeft zijn tochtrecht hierover overgedragen aan zijn zonen: Joncker Henrick en Joncker Aelbert en Joncker Floris van ISSELSTEIJN in huwelijk hebbende Angela dochter van Joncker Joris DACHVERLIES. Deze belenen dit goed bij Henrick Marten SIJMONS voorsz voor fl 200,-. Hiervoor hoeft Hendrick de pacht van fl 16,- per jaar niet meer te betalen, totdat de lening uitgeput is. Bij opzeggen van de pacht door Hendrick zal het resterende gedeelte der schuld aan hem uitbetaald worden.
01.02.1597 | RA 1852 | f 12

Johan, Meester Hendrick, canonick van St Jans Evangelisten Kerk te 's-Hertogenbosch en Goijaert, kinderen van wijlen Aert zoon van Jan FRANCKEN bij Johanna van BREE, voor henzelven; Goijaert voorsz, gemachtigd door zijn broeder Werd, voor schepenen van Antwerpen, ter eenre en Jan MATTHIJSEN man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw dochter van Aert en Johanna voorsz; Jan, Catharina en Judith, kinderen van Jan MATTHIJSEN bij Elisabeth voorsz, ter andere zijde, sluiten een compromis in een geschil over de verdeling van de goederen van wijlen Elisabeth van BREE, hun moeder, resp. grootmoeder, door bemiddeling van Mr. Goijaert LOEFF, Aert van BROEGEL en Mr Willem REIJS.
09.02.1597 | RA 1852 | f 21

Peter Diercx COLEN, pasteibakker, zit in arrest op de Gevangen poort. Hij verklaart onschuldig te zijn aan hetgeen waarop hij veroordeeld is: brandstichting, stelen van geld, "plecken of stroijen van de fameuse libellen" etc. Hij is ter dood veroordeeld en heeft zijn onschuld beleden bij het ontvangen van het H. Sacrament en de H. Olie.
21.07.1597 | RA 1852 | f 87

Ghijsbert van de VELDE, secretaris van 's-Hertogenbosch, te Brussel gemachtigd door Philips van MERODE, ridder, Heer van Frenssen, Chastleneau en Middelborgh in Vlaanderen, verkoopt een hoeve te Oirschot, leen van de Koning van Spanje als Hertog van Brabant, aan Servaes GOIJAERTS en zijn broeder Jan GOIJAERTS.
06.08.1597 | RA 1852 | f 88

Compromis in een geschil tussen Gijsbrecht, zoon van wijlen Jan THOMAS ter eenre en de executeurs van het testament van Wouter SCELLENS, ter andere zijde, spruitende uit twee jaarlijkse renten van resp fl 322/05/00 en fl 52, beide gehypothekeerd op de goederen van Cloetingen en een campke land dat Wouter voorsz tot dusverre bezeten en gehypothekeerd heeft, hem en zijn dochter toegescheiden bij testament van Catharina COX weduwe van Erasmus SCETS.
13.10.1597 | RA 1852 | f 92

Compromis in een geschil tussen Heer Bernard van MERODE, Heer van Grambais, Asten etc. man en momboir van Catharina dochter van wijlen Heer Henrick, oudste zoon van Heer Reijnalt van BREDERODE, Heer tot Brederode, Cloetingen etc., ter eenre en Heer Walraven van BREDERODE, Baron, Heer tot Brederode, Vijanen etc; Heer Floris van BREDERODE, Heer tot Cloetingen; Heer Maximiliaen van BREDERODE; Heer Johan van HOERNEN, Baron, Heer tot Boxtel, Bassinghuijs etc. in huwelijk hebbende Anna van BREDERODE; Heer Henrick VUUEREN, Heer van IJseren man en momboir van Adriana van BREDERODE, allen broeders en zusters en kinderen van Heer Reijnalts van BREDERODE, ter andere zijde, spruitende uit de leengoederen, die Heer Reijnalt na overlijden van zijn eerste huisvrouw Margaretha van DOERN waren toegevallen en die via hem op de comparant ter eenre waren gesuccedeerd.
12.02.1598 | RA 1852 | f 116

Heer en broeder Joachim van HEMERT, eertijds pater van het Convent van St Gertruden te 's-Hertogenbosch en tegenwoordig prior van het convent van de regulieren van O.L. Vrouwe Hage te Eindhoven, residerende te 's-Hertogenbosch en Heer en broeder Willem Wouters van BUERDEN, tegenwoordig pater van het convent van St Gertruden, verklaren op verzoek van Jonker Erasmus van GREVENBROECK, Heer tot Mierlo, Lierop etc. dat de paters of rentmeesters van het voorsz convent, dat eerst Arndt van den DUNGEN, daarna Gerart van der STRATEN en vervolgens Frans van BALEN en daarna de voorsz Heer Joachim van HEMERT, dat zij jaarlijks ontvangen hebben 8 1/2 mud rogge en 8 konijnen uit de goederen van de Heer van Mierlo. Hierna zijn enige jaren 4 1/2 mud rogge uit Mierlo en 4 mud rogge uit de molen van Col betaald, waarvan de ontvangst geschiedde ten behoeve van Heer Goijaert van BRECHT, Ridder, Heer van der Dussen, die deze pacht competeerde, om hiermede te "detalijneren" cie jaarlijkse rente die de Heer van der Dussen jaarlijks te Mergelden had aan Elijsabeth van der DUSSEN, conventialin een eertijds priorin van het St Geertruijden convent. Heer Joachim van HEMERT heeft tussen de schrifturen van het voorsz convent copieën authenticque gevonden van de verkoopbrieven van deze pachten van 20 februari 1416, geauthoriseerd door notaris FABRIJ en een pachtbrief van 10 september 1430, eveneens geauthoriseerd door notaris FABRIJ.
Na het overlijden van de priorin hebben de rentmeesters deze-nacht niet meer ontvangen.
10.04.1598 | RA 1852 | f 138

Schout, Burgemeesters, Schepenen en de Raad van Leiden hebben op St Lambrechtsdag 1485 (= 17 september 1485) een jaarlijke en erffelijke rente verkocht van 33 schellingen en vier penningen aan Kerstijn Henrick JANSDOCHTER. Anna, dochter van wijlen Jan zoon van Jordaen van BOORT door Jordaen verwekt aan Kerstijn voorsz en weduwe van Gielis Cornelissen KIJNTS te Oisterwijk verkoopt deze chijns - welke chijns haar broeder Henrick Jan Jordaen van BOORT bij testament van Gielis en Anna voorsz verworven heeft en die Anna Jan van BOORT enig erfgenaam van haar broeder Henrick aanbestorven is - aan Willem zoon van wijlen Willem MONICX.
11.06.1598 | RA 1852 | f 153

Joncker Walraven van ERP, Heer tot Erp en Vechel, weduwnaar van Catharina van BRECHT zijn huisvrouw, dochter van Heer Jan van BRECHT, Ridder, cedeert zijn tochtrecht in al zijn goederen behalve de Heerlijkheden Erp en Vechel en daarbij ook zijn huis in de Verwerstraat te 's-Hertogenbosch en de goederen hem aanbestorven via zijn oom Godert van ERP, domheer tot Ludick en zijn neef wijlen Joncker Willem van ERP aan: Joncker Walraven van ERP, Heer Johan van ERP, canonick en domheer van St Lambrecht tot Ludick en Joncker Godart van ERP, broeders, zonen van Joncker Walraven bij Catharina voorsz.
Deze zonen gaan een erfdeling aan van de goederen op hen gedevolveerd: o.m. een windmolen te Vechel, renten, pachten en chijnsen.
04.08.1598 | RA 1852 | f 164

Willem de Jonge, zoon van wijlen Diericx van HEESSEL, ketelaar, man en momboir van Mechtelt zijn huisvrouw dochter van wijlen Christoffel GEVERS bij wijlen Henricxke zijn huisvrouw dochter van wijlen Willem van GERWEN, verklaart dat Gregorius van der MEER, erfgenaam van de hoeve te St Michielsgestel op Haenwijk, laatst toebehorende aan Matthijs van der MEER de hoofdsom van een jaarlijke en erffelijke rente van 36 caroli guldens met alle achterstallen, afgelost heeft.
29.01.1599 | RA 1852 | f 195

Arent van BROEGEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch verklaart dat zijn zoon Wouter van BROEGEL in dienst is getreden bij Balthasar de ROA en Melchior de ROA, vader en zoon, kooplieden te Antwerpen bij contract gepasseerd voor notaris Gielis van den BOSSCHE te Antwerpen, gepasseerd op 1.3.1599.
Aert van BROEGEL approbeert dit contract en stelt zich borg voor zijn zoon.
15.03.1599 | RA 1852 | f 218