afb. A.F.A.M. Wetzer, 20 juli 2008
Hoewel al dertig jaar buiten gebruik, staat het Hertogsgemaal in Gewande, op de hoek van de Maasdijk en de Rosmalensedijk, nog altijd fier overeind. Om zijn zowel cultuurhistorische als architectuurhistorische waarde is het gemaal tegenwoordig 'rijksmonument'. In het kader van het thema water, dit jaar aandachtsveld van (de Bossche) Tijdreiziger, voldoende aanleiding om het gebouw, nu archeologisch en paleontologisch museum, eens in de schijnwerpers te zetten. Dankzij een betere afvoer van het rivierwater van Maas en Waal richting Hollandsch Diep door het graven van respectievelijk de Bergsche Maas en de Nieuwe Merwede, kon de indertijd beruchte Beerse Overlaat – een laag dijkgedeelte tussen Grave en Cuyk, waar de Maas ieder jaar bij hoog water overstroomde en het hele poldergebied van Grave tot ’s-Hertogenbosch onder water zette – in 1942 worden gesloten. Maar om daarna ook het waterpeil in | 128 |
de polders op het gewenste niveau te houden, schoten de bestaande sluizen in de mond van de Hertogswetering bij Gewande, de Blauwe Sluis en de Nieuwe Sluis, te kort. In 1941 kwam een nieuw gemaal gereed, dat in het verlengde van de Hertogswetering, ‘Hertogsgemaal’ werd gedoopt. Op haar beurt dankte de Hertogswetering haar naam aan Hertog Jan ii, die al in de veertiende eeuw deze waterloop had laten graven. Voordat het Hertogsgemaal tot stand kwam was, in 1933, enkele tientallen meters verder aan de Maasdijk het gemaal ‘Caners’ gebouwd, genoemd naar een vroegere dijkgraaf van het Waterschap De Maaskant, nu Waterschap Aa en Maas. Dit gemaal was nodig om Het Laag Hemaal, een laaggelegen polder richting Oss, te bedienen. Het werd in 1979 samen met het Hertogsgemaal, wegens een tekort aan capaciteit vervangen door het wat meer naar het oosten langs de dijk gelegen ‘Gemaal Gewande’. Dit verving tevens het vroegere Gemaal Ploegmakers (ook een oud-dijkgraaf), in 1953 gebouwd, niet alleen om zoals dat heet water uit te slaan, maar ook en vooral om water in te kunnen laten als het polderpeil in de zomer te laag stond. Anders dan het gemaal Caners – dat moderner oogt dan het jongere Hertogsgemaal – is het gemaal Ploegmakers, nadat het in 1977 buiten gebruik was gesteld, volledig gesloopt. Om de opsomming van gemalen compleet te maken moet nog het oude stoomgemaal verderop in de polder genoemd worden, een paar honderd meter achter de Maasdijk, op een plaats waar eerder een molen stond. Restanten van dit gemaal, dat in 1863 in gebruik werd genomen, zijn nog altijd (een beetje) zichtbaar. VlaggenschipTerug echter naar het oude vlaggenschip van het voormalige Waterschap ‘De Maaskant’, het Hertogsgemaal, in 1941 in gebruik genomen. Op de monumentenlijst wordt het beschreven als een éénlaags gemaalgebouw op rechthoekige grondslag, bestaande uit een hoog gedeeltemet zadeldak en een lagere aanbouw aan de oostzijde met lessenaardak. De muren zijn opgemetseld in rode baksteen.De toegang tot het gebouw zit in de zuidelijke zijgevel. Boven de in een segmentboog gevatte toegangsdeur prijkt een mooie gevelsteen met de naam Hertogsgemaal en het bouwjaar 1940. Naast de deur een gedenksteen met onder andere de namen van de dijkstoel, het bestuur van het waterschap. Aan de achterkant van het gebouw springen, naast drie dubbele deuren, vooral de krooshekken in het oog, waarachter twee hardhouten schuiven die elk een inlaatkoker konden afsluiten. | 129 |
In het hoge gedeelte zijn de pompen en de elektromotoren aangebracht. In het lage gedeelte bevindt zich het bedieningsmechanisme voor de waterbeheersing. Aan de voorzijde bevonden zich twee betonnen uitlaatkokers, die uitkwamen in een perskolk die in verbinding stond met de Nieuwe Sluis. Nadat het gemaal in 1979 buiten werking was gesteld is de perskolk gedempt. In het gebouw hangt een gekleurde prent, waar de oude situatie nog op te zien is. ‘De bouwkundige werken van de uitstroom zijn onder de grond nog aanwezig. De oorspronkelijke toestand zou dus in ere hersteld kunnen worden’, zegt Anton Verhagen, voor zijn pensionering bodemspecialist bij de dienst Gemeentewerken van Den Bosch, en voorzitter van de heemkundekring Cro-Magnon, die het gebouw en museum beheert. Maar Verhagen realiseert zich dat de wens vader van de gedachte is. ‘Misschien dat het waterschap dat nog wel eens zou willen als de Beerse Overlaat gereconstrueerd zou worden. Maar daar bestaat veel weerstand tegen. Ik geloof niet dat het er ooit van komt.’ MachinekamerEenmaal binnen wordt de ruimte gedomineerd door twee grote verticale Heemaf elektromotoren, die de twee centrifugaalpompen van Stork, die in de kelder staan, aandreven. Waterbouwkundige Bram Steketee, in een vroeger leven werkzaam bij Rijkswaterstaat Den Bosch en intussen al ruim twintig jaar als vrijwilliger actief bij de gemeentelijke dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM), wijst ons op een merkwaardigheid. De elektromotor met het grootste vermogen (475 kw) is door onverklaarbare oorzaak aangesloten op de pomp met de minste capaciteit. De grootste pomp moet het doen met een elektromotor van 360 Kilowatt. Terwijl het in het bestek toch goed stond.… Behoudens de elektromotoren doet niets nog aan de machinekamer van weleer denken. Vooral omdat het plafond is afgetimmerd, waardoor het hijsmechanisme met de twee zogeheten loopkatten voor de verplaatsbare takels aan het oog is onttrokken. Ook de naast de machinekamer gelegen hoogspanningsruimte is niet meer als zodanig herkenbaar. Die is expositieruimte geworden, evenals de zolder. De elektromotoren worden eveneens omgeven door vitrinekasten en de oude trap naar de zolder is vervangen door een eigentijds exemplaar. De moeilijk bereikbare pompkelder is nog slechts nuttig voor de opslag van materialen, maar het is de bedoeling daar ooit een extra expositieruimte van te maken. De oude centrifugaalpompen kunnen dan weer bewonderd worden.Als museum heeft het oude gemaal opnieuw betekenis gekregen. Archeologisch-paleontologische vondsten – een collectie waar Anton Verhagen als amateur-archeoloog en -paleontoloog een flink steentje aan heeft bijgedragen – laten zien dat vroeger in deze omgeving mammoeten, neushoorns, wisenten en poolvossen hebben geleefd. De eerste menselijke bewoning hier dateert van vóór de Romeinse tijd. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan de bekende Romeinse ‘Tempel van Empel’. GaafheidSinds 2002 is het Hertogsgemaal, dat grotendeels in oude toestand bewaard is gebleven, rijksmonument. De architectonische schoonheid van het gebouw is beperkt. Als representant van de Delftse School heeft het echter wel architectuurhistorische waarde, stelde de Rijksdienst voor de Monumentenzorg vast. De beschrijving in de monumentenlijst vermeldt: ‘Mede door de gaafheid van het pand en de twee nog aanwezige elektrische motoren kan worden gesproken van een industrieel-archeologische waarde. Het heeft ensemble-waarde vanwege de functionele en typologische samenhang met de overige gemalen en sluizen bij Gewande.’ Samen met het gemaal Caners is het Hertogsgemaal het enige bezit aan oude gemalen op het grondgebied van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Eigenlijk mag Gewande van geluk spreken dat het monumentale en beeldbepalende Hertogsgemaal er nog staat.Want tijdens de TweedeWereldoorlog hadden de Duitsers er 75 kg. springstof in gestopt om het bij de komst van de bevrijdingslegers op te kunnen blazen. Steketee: ‘Maar een machinist van het Hertogsgemaal heeft de Duitsers een beetje voor de gek gehouden. Hij hield de bezetters voor dat ze met behulp van het gemaal de boel onder water konden laten lopen als de geallieerde troepen zouden komen.’ Eerst in 1975 werd de lading springstof bij toeval teruggevonden en verwijderd. | 130 |
De tentoonstelling ove 'Bataven; boeren en bondgenoten' is afgelopen. Toch kent de stad nog een eigen museum waar aandacht besteed wordt aan de vroegste bewoningsgeschiedenis van de oevers van de Maas. Laten we een eens kijken achter de voorgevel van het Hertogsgemaal. De oevers van de Maas waren reeds bewoond in het begin van onze jaartelling. Op hoger opgeworpen terpen werd er gewoond. Een begin van een beheersing van het Maaswater kwam in het begin van de veertiende eeuw. Reeds in 1309 werd de 'Polder van der Eigen' opgericht die moest zorgen voor een bedijking en ontwatering van het gebied. Dit alles kon toch niet voorkomen, dat tot het begin van onze twintigste eeuw het gehele gebied iedere winter onder water liep. Bij Beers was de dijk een stukje lager, zodat de Beerse Overlaat in werking trad: het Maaswater overstroomde het gehele noord-oosten van de provincie. Om dit water in het voorjaar weer weg te krijgen, bezat het gebied een aantal gemalen. Het meest noordelijke van de Polder van der Eigen was het Hertogsgemaal, dat het water aangevoerd kreeg via de Hertogswetering, die het water bij Gewande terugloosde op de Maas. Vanaf ca. 1930 is men bezig geweest met een flinke verbetering van de afwatering via de Hertogswetering. Niet alles verliep voorspoedig, want er werd wel eens gestaakt bij het Werkverschaffingsproject. Zo staakte men in 1932, want de werkers 'van onder tot boven onder de klei en gewapend met schoppen' kregen voortaan minder betaald. Driehonderd werklozen uit Oss en omgeving hadden weer niets te doen. Het onderhavige gemaal werd na afloop van het Werkverschaffingsproject gebouwd. De eerste bouwvergunning uit 1939 werd afgewezen, omdat het polderbestuur alles zo goedkoop mogelijk wilde. Aangezien men geen stoommachines installeerde maar elektromotoren, was een plat dak voldoende. Het gemeentebestuur van Empel was niet akkoord en eiste een puntdak. Door dit dak lijkt het alsof het gemaal een stoomgemaal was, maar dat is dus niet zo. Aan de dijken van de Maas is in de oorlogsjaren veel verwoest. Dat het Hertogsgemaal deze jaren overleefd heeft, komt door twee oorzaken. Enerzijds had men de Duitsers wijs gemaakt dat men het gemaal ook andersom kon laten werken: het Maaswater zou het noordelijk deel van Brabant onder water kunnen zetten. Anderzijds is er weliswaar 75 kg springstof aangebracht, maar deze is niet tot ontploffing gebracht. In 1975 werd deze lading per toeval teruggevonden. In 1979 raakten het Hertogsgemaal en het ernaast Gemaal Caners buiten werking, omdat er een nieuw kwam, het Gemaal Gewande. Het Hertogsgemaal kreeg een nieuwe bestemming. Een archeologisch-paleontologische verzameling werd er in ondergebracht. Bezoekers kunnen er nu kennisnemen van overblijfselen van de eens hier levende mammoeten en neushoorns, vondsten van menselijke bewoning van vóór de Romeinse tijd treft u er eveneens aan. En natuurlijk is er aandacht voor de Tempel van Empel. Slechts éénmaal per maand is het museum voor het publiek toegankelijk: op de laatste zondag van de maand tussen 13 en 17 uur. |
Dit jaar bestaat Museum Hertogsgemaal 25 jaar. Het museum is gevestigd in een oud gemaal in Gewande (gemeente 's-Hertogenbosch). In dit museum treft men een uitgebreide collectie aan van vondsten uit deze streek en soms van ver daarbuiten. De bezoeker wordt teruggebracht naar lang vervlogen tijden. Naar tijdperken waarin de mammoet, neushoorn, wisent en edelhert hier nog rondzwierven. Terug naar onze voorouders zoals Neanderthalers, Cro-Magnons, Kelten en Romeinen. Een gesprek met Anton Verhagen (1944), een bevlogen amateurarcheoloog. De belangstelling voor archeologie was al vroeg gewekt bij Anton Verhagen. Als 14-jarige knul stond hij met zijn neus vooraan, toen in 1958 een baggermolen werkzaam was aan de Dommel bij onder meer de Vughterstuw. In het aan de kant gegooide slib vond Anton middeleeuws aardewerk en enkele zwaarden. In die tijd had Antons vader bij de Koornwaard land en water gepacht voor de visvangst en eendenjacht. Op een gegeven moment mocht Anton met een zandzuiger mee het zandgat de Koornwaard op, wat toen volgde was de vondst van veel prehistorische voorwerpen. Anton Verhagen was daarna voorgoed voor de archeologie gewonnen. Na zijn opleiding aan de Bossche HTS kwam Anton uiteindelijk bij de gemeente 's-Hertogenbosch terecht, in de functie van coördinator van de onderhoudswerken aan de Binnendieze. Door zijn vele archeologische opgravingen kan hij zich bodemspecialist noemen. Aan de hand van de kleur van het zand plus de bijmengingen van bijvoorbeeld veen, kan hij zien waar het afgegraven is en welke botten er verwacht kunnen worden. Complex Blauwe SluisHet Archeologisch en Paleontologisch Museum bevindt zich aan de kruising van de Rosmalensedijk en Krommenhoek in Gewande. Het gemaal is vernoemd naar de (vermoedelijke) stichter van de stad 's-Hertogenbosch in (waarschijnlijk) 1185, hertog Hendrik I van Brabant. Het gemaal was onderdeel van het complex De Blauwe Sluis. Ter plaatse komt een groot aantal waterlopen bij elkaar die de laaggelegen polders uitwateren op de Maas. Dit zijn de Hertogswetering, Rode Wetering, Hoefgraaf en de Nieuwe Vliet. De polders zijn in eerste instantie in de middeleeuwen door monniken aangelegd. Reeds in de 15e en 16e eeuw werden door de wind aangedreven poldermolens gebouwd om de polders droge voeten te bezorgen. De uitwatering gebeurde via een eenvoudige houten sluis. Omstreeks de 17e of 18e eeuw werd deze sluis voorzien van drempels van blauwe Naamse steen, vandaar de naam Blauwe Sluis. Deze lag in de Hertogswetering. De sluis in de Rode Wetering werd Rode Sluis genoemd. Er was nog een derde sluis aanwezig. In 1768 werden de sluizen vervangen door modernere versies. In 1934 kwam het Gemaal Caners in gebruik. Enkele jaren later zijn het Hertogsgemaal en het Gemaal Ploegmakers gebouwd. In het kader van de dijkverhogingen zijn in 1979 alle sluizen dichtgemetseld en deels in het dijklichaam opgenomen. Het nieuwgebouwde Gemaal Caners nam alle functies over. Het Hertogsgemaal werd in 1940 in werking en in 1979 buiten gebruik gesteld. Het diende om water uit zowel de Hertogswetering als de Hoefgraaf te pompen. Het gebouw, uit de architectonische Delftse | 28 |
School, is een rijksmonument (2002). Sinds 1989 is het Archeologisch en Paleontologisch Museum Hertogsgemaal er gevestigd.Oprichting museumMuseum Hertogsgemaal is ontstaan uit vondsten die door leden van de archeologische werkgroep Cro-Magnon zijn opgegraven en verzameld. De werkgroep bestaat uit ongeveer 30 actieve leden. De allereerste vondsten werden overigens al in 1958 gedaan door Anton Verhagen, samen met mede-amateurarcheoloog Arnold Chambon, in en langs de oevers van de Dommel. Het museum is ingericht met archeologische vondsten en reconstructies uit de oudheid. De meeste objecten zijn gevonden in en rond 's-Hertogenbosch. Zoals bij de afgraving van de Maaspoortplas en bij de ontgronding van de Groote Wielen. Maar ook in het gebied van de Maas, zoals bij de ontgrondingen bij Mill en Langenboom. De voorwerpen uit de diverse steen- en ijstijden dateren van het paleolithicum tot en met het neolithicum. De Romeinse tijd is vertegenwoordigd met voorwerpen uit de Tempel van Empel en uit de tempelresten die gevonden zijn bij Lith. Relicten uit de middeleeuwen zijn afkomstig uit allerlei opgravingsputten uit de historische binnenstad van 's-Hertogenbosch: Plan Geertrui, Casino, Wolvenhoek, Lombardje, Volderstraatje, Zuidwal. Voorts zijn er objecten tentoongesteld die herinneren aan de episode tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Gewande van oktober 1944 tot mei 1945 aan het front lag. Het ligt in de bedoeling om in de toekomst ook de functie van het gemaal zelf beter tot uiting te doen komen. De elektromotoren van de fabricaten Heemaf en Stork zijn nog in het gebouw aanwezig.MuseumcollectieTijdens een door Anton Verhagen gegeven rondleiding door het museum, vindt men op de begane grond in de grote zaal Romeinse en middeleeuwse voorwerpen. Vitrinekasten zijn ingericht met vondsten van de tempelcomplexen Empel en Lith, en met zaken uit de Bossche binnenstad. Eveneens op de begane grond bevindt zich een aparte steentijdzaal, de Ad Wouterszaal. Op de eerste verdieping zijn voorwerpen uit de laatste ijstijd te zien. Hier treft men een nagenoeg compleet skelet van een wolharige mammoet aan. Verder zijn er fossiele botten van een wolharige neushoorn, wisent, oeros, beer, leeuw, wolf, paard, rendier, poolvos, eland en natuurlijk ontbreken menselijke resten niet. Uit de ontgronding Mill/Langenboom zijn diverse fossiele haaientanden te zien. In de kelder is een kleine expositie ingericht over de Tweede Wereldoorlog, met vondsten, documentatiemateriaal en schenkingen van bewoners uit Oud-Empel, Gewande en 's-Hertogenbosch. In de museumshop zijn onder meer twee prachtige boeken te koop voor 10 euro per stuk: een over archeologie in het Maasdal en een over de archeologische opgravingen in de Groote Wielen. Slechts 3% van het totaal aan vondsten is tentoongesteld. Ongeveer 10% van het geheel is geschonken aan andere musea en aan universiteiten voor onderzoek. De rest - ongeveer 70.000 voorwerpen - ligt nog in dozen in opslag. | 29 |
Bronnen | |
• | Anton Verhagen en Arnold Chambon, Speuren naar het onverklaarbare. Archeologie in het Maasdal, 's-Hertogenbosch 1995 |
• | Anton Verhagen en Dick Mol, De Groote Wielen: er was eens… Wie woonden er in De Groote Wielen in de ijstijd?, Norg 2009 |
Het gemaal ligt aan de uitmonding van de Hertogswetering in de buurtschap Gewande. Het object is kadastraal bekend als Gemeente 's-Hertogenbosch, sectie U nr. 348. Eigenaar/beheerder/onderhoudsplichtige is de Stichting Archeologisch en Paleontologisch Museum Hertogsmaal te 's-Hertogenbosch. Oorspronkelijke functieHet gemaal diende om water, zowel uit de Hertogswetering als uit de Hoefgraaf, op de Maas te pompen.GeschiedenisMet de sluiting van de Beerse overlaat in 1942 kwam er een einde aan de inundaties in het noordoostelijk deel van Noord-Brabant. De waterbeheersing kon nu worden gericht op de instandhouding van een bepaald polderpeil. De beide sluizen in de mond van de Hertogswetering, de Blauwe Sluis en de Nieuwe Sluis, waren niet geschikt om onder alle omstandigheden een goede waterhuishouding te garanderen. Ter vervanging van de genoemde sluizen werd dan ook in 1940 een elektrisch gemaal gesticht. Het gemaal werd zodanig ingericht dat uit twee boezemwateren namelijk de Hertogswetering en de Hoefgraaf, water werd onttrokken. Het gemaal kreeg de naam Hertogsgemaal.Technische beschrijvingHet eenlaags gemaalgebouw bestaat uit een hoog gedeelte met zadeldak en een lagere aanbouw aan de oostzijde met lessenaarsdak. In het hoge gedeelte zijn de pompen en de elektrische motoren ondergebracht. In het lage gedeelte bevindt zich de transformatorruimte en het bedieningsmechanisme voor de afsluitmiddelen. Het gebouw is opgetrokken in rode | 86 |
baksteen. het metselverband wijkt af van het gebruikelijke. Er zitten namelijk in elke laag 3 strekken en 1 kop. het geheel is uitgevoerd in traditionele stijl met boogfriezen onder de goot en getoogde houten vierruitsramen. In de zuidelijke gevel is boven de brede toegangsdeur een gevelsteen met de naam 'Hertogsgemaal' en het jaartal '1940' opgenoemen. In de pompkelder bevinden zich twee elektrisch aangedreven verticale Stork centrifugaalpompen van verschillende capaciteit. In de bovengelegen machinekamer staan twee Heemaf elektromotoren van verschillend vermogen opgesteld. In afwijking van de bestektekening is de elektromotor met het grootste vermogen aangesloten op de pomp met de minste capaciteit. De toevoer van water uit de Hertogswetering werd na het passeren van krooshekken, geregeld met twee hardhouten schuiven van verschillende breedte die elk een inlaatkoker konden afsluiten. Via een hardhouten klep zijn de kokers met elkaar verbonden. Het water uit de Hoefgraaf werd door een, onder de Rosmalense dijk gelegde, kokerduiker naar het gemaal gevoerd. De duiker sluit aan op de bovengenoemde (zuidelijke) inlaatkoker. Ter plaatse van de aansluiting is een hardhouten puntdeur aangebracht waarmee voorkomen kon worden dat water terugstroomde naar de Hoefgraaf. De beide pompen zijn aangesloten op betonnen uitlaatkokers die uitkwamen in een perskolk. In de mond van de kokers is een tussenschot aangebracht waardoor vier openingen ontstonden. De perskolk stond in verbinding met de Nieuwe Sluis. Naast het gemaal aan de zijde van de Blauwe sluis, had de Hertogswetering ten behoeve van de vrije lozing, een verbinding met de perskolk. Als het gemaal werkte, werd deze verbinding met een schuif afgeslo- | 87 |
ten. Na dat het gemaal in 1979 buiten gebruik werd gesteld, is de perskolk gedempt. Tegelijkertijd zijn de kokerduikers aan de zijde van de Hoefgraaf afgesloten met een gronddam.Huidige functieIn 1989 is het gebouw door de Stichting Archeologisch en Paleontologisch Museum Hertogsgemaal voor een symbolisch bedrag overgenomen van het waterschap De Maaskant. Het is ingericht als expositieruimte voor archeologische vonsten. De meest essentiële bouwkundige en mechanische onderdelen van het gemaal zijn daarbij behouden gebleven.MonumentwaardeDe architectonische waarde van het gebouw is beperkt. Mede door de gaafheid van het pand kan worden gesproken van een industrieelarcheologische belang. Samen met het gemaal Caners vormt het Hertogsgemaal het enige bezit aan oude gemalen in de gemeente 's-Hertogenbosch. In cultuurhistorisch opzicht zijn beide gemalen van betekenis als elementen uit de geschiedenis van de waterhuishouding in het noordoostelijk gebied van Noord-Brabant. Het interieur en de functie als museum dragen daar in sterke mate toe bij. Het complex van Blauwe Sluis met Hertogsgemaal en gemaal Caners is opgenomen in de Indicatieve lijst van het MSP. | 88 |
1989 |
RedactieGemalen te Gewande
Bouwhistorie 's-Hertogenbosch. Jaarverslag '89 (1989) 11
|
|
1994 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Het Hertogsgemaal
Brabants Dagblad, donderdag 28 juli 1994
|
|
2000 |
Bram SteketeeHertogsgemaal
Waterstaatkundige werken in 's-Hertogenbosch (2000) 86-88
|
|
2009 |
Jac.J. LuyckxAanzienlijke huizen : Hertogsgemaal Gewande : Gaaf industrieel-archeologisch monument
Bossche Bladen 4 (2009) 128-130
|